Cervixcytologie

Initiatief: NVVPa Aantal modules: 40

Cervixcytologie - Vereiste klinische gegevens

Uitgangsvraag

Welke klinische gegevens zijn vereist bij een aanvraag tot cervixcytologisch onderzoek?

Aanbeveling

De werkgroep is van mening dat voor de aanvraag tot cervixcytologisch onderzoek een standaard aanvraagformulier gebruikt dient te worden, waarbij de gegevens die hierop vermeld worden grotendeels overeenkomen met het laboratoriumformulier voor het bevolkingsonderzoek .

Overwegingen

Professioneel perspectief: Om de uniformiteit en daarmee de vergelijkbaarheid van data te waarborgen, wordt aangeraden om voor het cervixcytologisch onderzoek op indicatie zo veel mogelijk de relevante gegevens en terminologie over te nemen van het bevolkingsonderzoek (BVO). Daarnaast zijn er nog NAW-gegevens die in het geval van indicatieve onderzoeken ook van belang zijn.

De volgende items dienen derhalve vermeld te worden op het aanvraagformulier:

Gegevens

Doel

Toelichting

Retouradres labformulier

Logistiek

NAW-gegevens van het betrokken laboratorium

Gegevens uitstrijkend arts

Identificatie en logistiek

  • AGB-code
  • Naam/praktijk
  • Telefoonnummer

Gegevens van de huisarts of gynaecoloog die het uitstrijkje heeft gemaakt. Aan deze arts zal de uitslag van het onderzoek worden doorgegeven.

Gegevens vrouw

Identificatie

  • Naam
  • Geboortedatum
  • BSN

Datum uitstrijk

Identificatie

kwaliteitscontrole

Nodig voor de toetsing van het logistieke proces. Voor bepaalde stappen in het proces is er een maximale duur vastgesteld. Met behulp van deze datum kan worden gecontroleerd of de normen worden gehaald.

Klachten

Indicatie hoog-risico

Indicatie mogelijke andere oorzaken naast cervicale afwijkingen

  • Klachten van abnormale fluor zonder duidelijke oorzaak
  • Intermenstrueel bloedverlies
  • Postmenopauzaal bloedverlies
  • Contactbloedingen
  • Geen
  • Anders, waarbij een omschrijving van deze klachten wordt gegeven

In het geval van klachten is er een andere vooraf kans op afwijkingen. Deze verschilt per type klacht. Het type klacht zou mogelijk ook een indicatie kunnen zijn van de in de cytologie te verwachten afwijking.

Menstruatie

Indicatie hoog-risico

 

  • Normaal
  • Geen menstruatie
  • Menopauze (onregelmatige menstruatie)
  • Postmenopauze (>1 jaar geen menstruatie)

Als er in de postmenopauze (niet afwijkend) endometrium in het uitstrijkje wordt gevonden is er mogelijk een verhoogd risico op endometrium pathologie [Siebers 2006].

Datum laatste menstruatie

Beoordeling

Deze gegevens zijn nodig om endometrium in het preparaat te kunnen interpreteren. Tot 14 dagen na de menstruatie kan endometrium in het uitstrijkje worden gevonden. Dit heeft in deze gevallen geen consequenties.

Anticonceptie

Beoordeling

  • Geen
  • Pil (hormonale therapie)
  • IUD koper
  • IUD Mirena
  • Anders waarbij een omschrijving van de anticonceptie wordt gegeven

Bij hormonale anticonceptie kunnen bepaalde veranderingen optreden aan het cervicale slijmvlies. Bij een IUD kunnen er ook bepaalde veranderingen zijn en ook kan er endometrium in het uitstrijkje aanwezig zijn. Voor de juiste beoordeling/interpretatie van deze veranderingen is kennis omtrent anticonceptie derhalve noodzakelijk.

Gebruik hormonen

(anders dan anticonceptie)

Beoordeling

  • Vanwege overgangsklachten
  • Vanwege borstkanker
  • Vanwege, waarbij omschrijving
  • Geen

Bij hormoongebruik treden er veranderingen op in de uitrijping van het cervixslijmvlies. Deze veranderingen kunnen ook worden gezien in het uitstrijkje. Indien informatie omtrent hormoongebruik niet beschikbaar is, zouden deze veranderingen mogelijk verkeerd kunnen worden geïnterpreteerd, leidend tot een foutieve diagnose.

Aspect Cervix

Indicatie hoog-risico

  • Normaal
  • Abnormaal of verdachte portio (met toelichting)
  • Niet gezien

Indien er afwijkingen aan de cervix worden gezien en er geen afwijkingen in het uitstrijkje aanwezig zijn, zou dit een reden kunnen zijn voor uitbreiding van het onderzoek.

Opmerkingen

Beoordeling

Vrije tekst

AGB-code: algemeen gegevensbeheer-code
BSN: burger service nummer
IUD: intrauterine device (spiraaltje)
NAW: naam, adres, woonplaats

Onderbouwing

Inleiding
In het landelijke bevolkingsonderzoek (BVO) wordt gebruik gemaakt van een gestandaardiseerd laboratoriumformulier. Ook voor de onderzoeken op indicatie is er een aanvraagformulier beschikbaar. Aangezien er bij onderzoek op indicatie een aanleiding is voor het onderzoek, ziet dit formulier er ook iets anders uit en zijn er NAW-gegevens toegevoegd, vergeleken met het BVO formulier (bijlage).
 
Samenvatting literatuur
Er is systematisch literatuuronderzoek uitgevoerd. Hieruit kwamen geen relevante studies naar voren.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  :

Laatst geautoriseerd  : 01-11-2016

Geplande herbeoordeling  :

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Pathologie
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging voor Pathologie

Algemene gegevens

Aanleiding
In 1996 werd de eerste ‘consensus based' praktijkrichtlijn gepubliceerd voor de uitvoering van cervixcytologie in Nederland. Sinds die tijd is de richtlijn diverse malen geüpdatet om te blijven voldoen aan de actuele stand van zaken. De commissie cytologie van de Nederlandse Vereniging Voor Pathologie (NVVP) heeft het initiatief genomen voor het ontwikkelen en onderhouden van deze richtlijn. Bij deze revisie, die geschreven is met het oog op het nieuwe bevolkingsonderzoek dat eind 2016 / begin 2017 van start zal gaan, is zoveel mogelijk gebruikt gemaakt van de methodiek van ‘evidence based' richtlijnontwikkeling. Door middel van een enquête onder betrokken medisch specialisten en zorgverleners betrokken bij dit onderwerp, is een inventarisatie gemaakt van de belangrijkste knelpunten in de dagelijkse praktijk.

Doel en doelgroep

Doelstelling
Deze richtlijn is een document met aanbevelingen ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering. De richtlijn berust op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aansluitende meningsvorming gericht op het vaststellen van goed medisch handelen. Er wordt aangegeven wat in het algemeen de beste zorg is voor het uitvoeren van cervixcytologisch onderzoek buiten het bevolkingsonderzoek en besteed aandacht aan de beoordeling en kwaliteitscriteria voor de uitvoering van het cervixcytologisch- en moleculair biologisch onderzoek (HPV-test). De richtlijn geeft aanbevelingen over de diagnostiek, de behandeling en de follow-up van patiënten met voorstadia van cervixcarcinoom. De richtlijn kan worden gebruikt bij het geven van voorlichting aan patiënten. Ook biedt de richtlijn aanknopingspunten voor bijvoorbeeld transmurale afspraken of lokale protocollen ter bevordering van de implementatie van deze richtlijn.
 

Specifieke doelen van deze richtlijn voor cervixcytologie zijn:

  • Streven naar uniformiteit in uitvoering, beoordeling en verslaglegging
  • Randvoorwaarden voor laboratoria en testen benoemen
  • Multidisciplinariteit
  • Relatie met andere richtlijnen; sporen met andere richtlijnen
  • Relatie met bevolkingsonderzoek.

Doelpopulatie
De doelpopulatie van deze richtlijn zijn vrouwen waarbij een uitstrijkje wordt gemaakt, zijnde indicatief afgenomen bij klachten, of in het kader van het bevolkingsonderzoek (BVO) afgenomen.

Doelgroep
Deze richtlijn is bestemd voor alle professionals die betrokken zijn bij de diagnostiek, behandeling en begeleiding van patiënten waarbij cervixcytologie wordt uitgevoerd, zoals pathologen, moleculair biologen in de pathologie, moleculair medisch microbiologen, arts-microbiologen, gynaecologen, huisartsen, cytologisch en moleculaire analisten, doktersassistenten en patiëntenorganisaties.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijn is een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen. Bij het samenstellen van de werkgroep is rekening gehouden met de geografische spreiding van de werkgroepleden, met een evenredige vertegenwoordiging van de diverse betrokken verenigingen en instanties, alsmede met een spreiding al dan niet in academische achtergrond. De werkgroepleden hebben onafhankelijk gehandeld en zijn gemandateerd door hun vereniging voor hun inbreng.

Inbreng patiƫntenperspectief

Bij de start van de ontwikkeling van deze richtlijn is overleg geweest met de Leven met Kanker Beweging (Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties) en Stichting Olijf ten aanzien van de inbreng patiëntenperspectief. Stichting Olijf heeft beargumenteerd besloten niet deel te nemen in de werkgroep, maar konden wel benaderd worden om input te leveren tijdens het traject. De Leven met Kanker Beweging (Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties)(en Stichting Olijf) en Patiëntenfederatie NPCF zijn geconsulteerd in de externe commentaarronde. De Patiëntenfederatie NPCF heeft de richtlijn uitgezet bij de Patiëntenorganisatie Gynaecologie Nederland (PGN). Het commentaar van de Leven met Kanker Beweging en PGN (via NPCF) en de wijze waarop hiermee is omgegaan is opgenomen in de bijlage (zie bijlage 9 en zie bijlage 16).

Methode ontwikkeling

Evidence based

Werkwijze

Werkend vanuit de eerder opgestelde basis en met het oog op het vernieuwde bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, is door de NVVP het initiatief genomen deze richtlijn te actualiseren. Gezien de omvang van het werk en het gemeenschappelijk belang van meerdere disciplines is in samenspraak met Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) een werkgroep samengesteld (zie bijlage 7) uit verschillende disciplines die betrokken zijn bij de uitvoering van cervixcytologie. De gemandateerde werkgroepleden werden verdeeld in subgroepen voor het beantwoorden van de uitgangsvragen, waarbij gezorgd is dat de relevante disciplines vertegenwoordigd waren. Daarnaast zorgde een redactieteam, bestaande uit de voorzitter, de procesbegeleider, de betrokken AIOS en de secretaresse van IKNL voor de coördinatie en onderlinge afstemming van de subgroepen. De subgroepen hebben gedurende een periode van ruim een jaar gewerkt aan een concept richtlijntekst die betrekking heeft op dit traject. De werkwijze van de werkgroep bestond uit een knelpuntenanalyse (zie bijlage 12), waarvoor een enquête werd gehouden. De resultaten zijn besproken en de hoogst geprioriteerde uitkomsten zijn omgezet in uitgangsvragen (zie bijlage 2). Met behulp van de zogenaamde Patiënt Intervention Comparison Outcome (PICO)-methode zijn er door de werkgroep en een methodoloog van IKNL onafhankelijke literatuursearches (zie bijlage 3) gedaan. De gevonden literatuur werd inhoudelijk, methodologisch en statistisch beoordeeld om tot een zo goed mogelijke afweging te komen voor de beantwoording van de uitgangsvragen. De werkgroepleden schreven afzonderlijk, of in de subgroepen, teksten die tijdens vergaderingen besproken en na verwerking van de commentaren werden geaccordeerd. De voltallige werkgroep is acht keer bijeen geweest om de resultaten van de subgroepen in onderling verband te bespreken. De teksten van de subgroepen zijn door het redactieteam samengevoegd en op elkaar afgestemd tot één document. Begin 2016 heeft een landelijke commentaarronde plaatsgevonden waarbij alle leden van alle relevante wetenschappelijke verenigingen en patiëntenvereniging werden uitgenodigd, persoonlijk, of via een aankondiging in een vaktijdschrift. De commentaren van deze enquête zijn verwerkt in de definitieve richtlijn.

Volgende:
Diagnostiek