Cerebrale en/of spinale spasticiteit

Initiatief: VRA Aantal modules: 16

Startpagina - Cerebrale en/of spinale spasticiteit

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor patiënten met cerebrale en/of spinale spasticiteit. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • De evaluatie van spasticiteit in termen van functies, activiteiten en participatie.
  • Het voorkomen en/of behandelen van spasticiteits-verhogende factoren.
  • Het effect van actieve oefentherapie bij de behandeling van spasticiteit.
  • Het gebruik van lichaamsdeel ondersteunende hulpmiddelen (orthesen) bij patiënten met spasticiteit.
  • Het effect van elektrostimulatie of (elektro)acupunctuur bij de behandeling van spasticiteit.
  • Het effect van injecties in de spieren met botulinetoxine bij de behandeling van spasticiteit.
  • Het effect van zenuwblokkade bij de behandeling van spasticiteit.
  • Het effect van geneesmiddelen die spierkrampen verminderen (tabletten of directe toediening in het ruggenmerg) bij de behandeling van spasticiteit.
  • De rol van (neuro)chirurgische behandelingen bij patiënten met spasticiteit.
  • De organisatie van de zorg rondom patiënten met spasticiteit.

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor volwassen patiënten met cerebrale en/of spinale spasticiteit.

 

Voor patiënten

Spasticiteit wil zeggen dat er sprake is van een verhoogde spierspanning en soms ook van onwillekeurige bewegingen van de spieren. Spasticiteit kan erg hinderlijk zijn, zowel in rust als tijdens activiteit. Daarnaast kunnen patiënten op den duur last hebben van pijn, spierzwakte of spierstijfheid. Spasticiteit kan optreden bij vele verschillende aandoeningen van de hersenen (cerebraal) of van het ruggenmerg (spinaal), zoals onder andere een beroerte of een trauma van de hersenen. Geschat wordt dat een derde van de patiënten met een beroerte en driekwart van de patiënten met lichamelijke beperkingen na traumatisch hersenletsel uiteindelijk spasticiteit ontwikkelt en mogelijk in aanmerking komt voor behandeling. De behandeling van spasticiteit kent verschillende opties die alleen of in combinatie kunnen worden toegepast.

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (VRA). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de revalidatieartsen, neurologen, neurochirurgen, plastisch chirurgen, orthopedisch chirurgen, anesthesiologen, fysiotherapeuten en ergotherapeuten.  Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door inbreng van de patiëntenvereniging Hersenletsel.nl ten aanzien van communicatie met de patiënt. Daarnaast is de richtlijn ter commentaar opgestuurd naar Hersenletsel.nl, Dwarslaesie Organisatie Nederland en de MS vereniging. 

Volgende:
Evaluatie van spasticiteit