Carpaletunnelsyndroom (CTS)

Initiatief: NVN Aantal modules: 9

Startpagina - Carpaletunnelsyndroom (CTS)

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn gaat over de diagnostiek en behandeling van Carpaletunnelsyndroom (CTS). Daarnaast wordt er aandacht besteed aan informatievoorziening naar de patient toe, en de behandeling van een recidief CTS.

  • Diagnostiek:
    • Anamnese en lichamelijk onderzoek,
    • Toegevoegde waarde van handdiagrammen en vragenlijsten,
    • Toegevoegde waarde van aanvullend onderzoek (echografie versus zenuwgeleidingsonderzoek).
  • Behandeling:
    • Effectiviteit van conservatieve behandeling (spalken, fysiotherapie),
    • Injecties met corticosteroïden, en
    • Chirurgische behandeling.
  • Informatievoorziening: welke atienteigenschappen hebben invloed op de effectiviteit van de behandeling, en hoe dient dit besproken te worden met de patiënt.
  • Recidief CTS: hoe dienen recidiverende CTS-klachten te worden behandeld.

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met CTS, zoals huisartsen, neurologen, reumatologen, orthopeden, chirurgen, plastisch chirurgen, neurochirurgen, fysiotherapeuten en ergotherapeuten, en ergonomen die in aanraking komen met patiënten met CTS of verdenking daarop.

 

Voor patiënten

Deze richtlijn gaat over het carpaletunnelsyndroom. Aan de binnenzijde van de pols zit een tunnel waar een zenuw en pezen door lopen: de carpale tunnel. Is deze tunnel te nauw, dan raakt een handzenuw in de knel. Is deze tunnel te nauw, dan raakt een handzenuw in de knel. Dit kan pijn, tintelingen en/of een doof gevoel in uw duim, vingers en handpalm geven. U kunt minder kracht hebben in de hand. Dit heet het carpaletunnelsyndroom.  In deze richtlijn wordt beschreven hoe de diagnose carpaletunnelsyndroom wordt gesteld. Daarnaast wordt er ook beschreven hoe carpaletunnelsyndroom kan worden behandeld. De behandeling kan bestaan uit: afwachten, een spalk, een injectie met medicijnen, of een operatie.

https://www.thuisarts.nl/carpale-tunnelsyndroom/ik-heb-carpale-tunnelsyndroom

 

Bij deze richtlijn is een keuzekaart gemaakt. Een keuzekaart kan helpen bij het maken van keuzes over screening, diagnose en behandeling in het kader van samen beslissen. Meer informatie over opties bij carpaletunnelsyndroom kunt u vinden op de keuzekaart carpaletunnelsyndroom.

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

De richtlijn is tot stand gekomen op initiatief van de Nederlandse Vereniging van Neurologie, omdat de aanbevelingen van de richtlijn Carpaletunnelsyndroom uit 2005 niet meer voldeden aan de stand van de wetenschap. De richtlijn uit 2005 is volledig vervangen door de richtlijn ui 2017. De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de neurologie, neurochirurgie, algemene chirurgie, orthopedie, plastische chirurgie, huisartsgeneeskunde, en fysiotherapie.  Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door inbreng van de Patientfedratie Nederland ten aanzien van communicatie met de patiënt.

 

Toepassen

Voor de bevordering van de implementatie van de richtlijn is de volgende stroomschema ontwikkeld voor het stellen van de diagnose CTS:

https://richtlijnendatabase.nl/uploaded/images/Stroomschema_behandeling_CTS.png?u=1PwqlY

Volgende:
Instrumenten voor diagnostiek bij CTS