Borstkanker - Lokale behandeling na borstsparende operatie
Deze module is in 2017 redactioneel aangepast.
De meeste literatuur over lokale recidieven na MST gaat over recidieven in de mamma [Fisher, 1991; Whelan, 1994; Elkhuizen, 2001; van der Sangen, 2006; Kurtz, 1989; Fourquet, 1989; Osborne, 1994; Haffty, 1991; Fowble, 1990; Abner, 1993; Dalberg, 1998; Galper, 2005; Osteen, 1994; Salvadori, 1999]. De meeste auteurs adviseren salvage mastectomie als behandeling van keuze, hoewel sommigen in een geselecteerde groep ook lokale reëxcisie mogelijk achten, of zelfs herbestraling [Osteen, 1994; Salvadori, 1999; Mullen, 1997]. Galper (2005) vond in een serie van 341 patiënten met een borstrecidief een significant slechtere ziektevrije en overall overleving voor de 27 patiënten wier recidief nogmaals met borstsparende chirurgie en radiotherapie was behandeld. Ook hier geldt dat de meeste series selecteren, zodat vergelijking van resultaten erg lastig is. Ook na MST is een deel (18-27%) van de lokale recidieven niet operabel [van Tienhoven, 1999; Salvadori, 1999; Mullen, 1997]. In die gevallen wordt herbestraling met hyperthermie geadviseerd, tenzij een hoge dosis radiotherapie (50 Gy op de gehele borst met boost) mogelijk is.
Indien de salvage mastectomie niet radicaal is, of andere hoogrisico kenmerken bestaan zoals lymphangitis cutis, kan ook aanvullende herbestraling plus hyperthermie worden overwogen [Kapp, 1992; van der Zee, 1999; Hehr, 2001; Oldenborg, 2010].
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld :
Laatst geautoriseerd : 13-02-2012
Geplande herbeoordeling :
Methode ontwikkeling
Evidence based