Borstkanker - Detectie nieuwe carcinoommanifestaties
Aanbeveling
Detectie heeft tot doel vroegtijdige opsporing van het locoregionaal recidief of een tweede primaire tumor teneinde te streven naar een betere overleving van patiënten met een eerder doorgemaakt mammacarcinoom.
Schema 1: Nazorg in de eerste 5 jaar na diagnose/laatste mammografie voor operatie
|
Patiënten |
Patiënten met BRCA1/2 mutatie |
|||
Klinisch |
Mammografie |
Klinisch |
Mammografie |
MRI |
|
Plaats |
ziekenhuis |
ziekenhuis / P.E.T. |
|||
|
1 jaar |
jaarlijks |
1 jaar |
jaarlijks |
jaarlijks |
NB1: De eerste mammografie en/of MRI na de behandeling moet ongeveer 1 jaar plaatsvinden na de laatste mammografie/MRI voor de operatie.
NB2: Controle met MRI in de algemene populatie wordt niet aanbevolen
NB3: Met name in het eerste jaar moet er aandacht zijn voor psychosociale begeleiding. Voor individueel nazorgplan, zie Organisatie van zorg.
Schema 2: Nazorg (tenminste) 5 jaar na diagnose/laatste mammografie voor operatie
Patiënten zonder BRCA1/2 mutatie |
Patiënten met BRCA1/2 mutatie |
||
< 60 jaar ten tijde van controle | |||
na mastectomie |
na MST |
na mastectomie of MST |
|
Plaats |
Ziekenhuis |
ziekenhuis / P.E.T.* |
|
Klinisch onderzoek |
- |
jaarlijks |
jaarlijks |
Mammografie |
jaarlijks |
jaarlijks |
jaarlijks |
MRI |
- |
- |
jaarlijks |
60-75 jaar ten tijde van controle | |||
Regie |
BVO |
huisarts |
ziekenhuis / P.E.T. |
Klinisch onderzoek |
- |
jaarlijks |
jaarlijks |
Mammografie |
2-jaarlijks** |
2-jaarlijks** |
afhankelijk van de beoordeelbaarheid |
> 75 jaar ten tijde van controle | |||
controle overwegen te staken |
*: Polikliniek Erfelijke Tumoren
**: éénmaal per twee jaar
NB 1: Als de patiënt een mastectomie heeft ondergaan, kan zij na 5 jaar en indien ouder dan 60 jaar terugkeren naar het bevolkingsonderzoek (BVO). De specialist moet haar actief terugverwijzen naar het BVO, omdat zij anders geen oproep krijgt.
NB 2: Als de patiënt een MST heeft ondergaan, kan zij na 5 jaar en indien ouder dan 60 jaar, worden terugverwezen naar de huisarts voor jaarlijks klinisch onderzoek, waarbij het mammografisch onderzoek om de 2 jaar gebeurt via het ziekenhuis waar patiënt tot dan toe werd gecontroleerd, in verband met positionerings- en beoordelingsproblemen van de geopereerde en bestraalde borst. De specialist moet haar actief terugverwijzen naar de huisarts.
NB 3: De duur van de nacontrole dient in overleg tussen arts en patiënt te worden bepaald. De terugverwijzing moet vergezeld gaan met duidelijke instructies voor nazorg en hoe te handelen in geval van klachten, zie Organisatie van zorg.
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld :
Laatst geautoriseerd : 13-02-2012
Geplande herbeoordeling :
Methode ontwikkeling
Evidence based