Stadiëring bij borderline ovariumtumor
Uitgangsvraag
Welke plaats heeft stadiëring bij patiënten met een borderline ovariumtumor t.a.v. de prognose?
Aanbeveling
Wees bij vrouwen met (verdenking op) een borderline ovariumtumor terughoudend met radicale chirurgie, zeker in de fertiele levensfase.
Bespreek met de patiënt de kans op een recidief na verwijdering van een borderline ovariumtumor en maak afspraken over de follow-up. Hierbij zal de behandeling van een recidief weer chirurgisch zijn.
Overwegingen
Hoewel de recidiefkans na een complete chirurgische stadiëring bij een borderline ovariumtumor lager is dan na incomplete stadiëring, is er geen overtuigend effect op de mortaliteit. Dit terwijl een stadiëring in de meeste gevallen een grotere ingreep is, zeker bij een open procedure, met bijkomende complicatierisico’s. Omdat het bij deze aandoening vaak gaat om jonge vrouwen waarbij de fertiliteit een belangrijke rol speelt, is de keuze voor een zo sparend mogelijke operatie vaak goed te verdedigen. Een lastig punt is dat de diagnose borderline ovariumtumor pas zeker is na de definitieve PA. In dat geval is alsnog stadiëren discutabel. De kans op recidiefvorming dient met de patiënt besproken te worden en de follow-up moet adequaat plaatsvinden. Een laparoscopische benadering verdient wellicht de voorkeur, vanwege de lagere postoperatieve morbiditeit.
Het is van belang dat in het PA-verslag bij mucineuze BOT wordt vermeld of het om een expansief of pushing type gaat (laag risico op lymfogene metastasering) of om een infiltratief type (hoog risico op lymfogene metastasering).
Onderbouwing
Achtergrond
De diagnose borderline ovariumtumor wordt regelmatig gesteld bij jonge vrouwen, waarbij behoud van fertiliteit van belang is. Een volledige stadiëring is dan ook niet altijd gewenst.
Bijkomend probleem is dat de definitieve diagnose pas gesteld wordt na pathologisch- anatomisch onderzoek, waarna alsnog besloten moet worden tot stadiëring of niet. In de literatuur wordt bij een complete stadiëring een complete pelviene en para-aortale lymfadenectomie gedaan of een sampling waarbij minmaal twee lymfeklieren worden verwijderd para-iliacaal, in obturatorius loge, bij a iliaca communis en para-aortaal en paracavaal. Beide worden als CCS (Complete Chirurgische Stadiëring) gedefinieerd.
Conclusies
GRADE |
Er is bewijs van lage kwaliteit dat bij vrouwen met een borderline ovariumtumor complete stadiëring tot een hogere progressievrije overleving leidt dan incomplete stadiëring.
Bronnen: (Shim 2016, Bendifallah 2016 Numanoglu 2014) |
GRADE zeer laag |
Er is bewijs van zeer lage kwaliteit dat vrouwen met borderline ovariumtumor en een complete stadiëring de vijfjaarsoverleving hoger is vergeleken met vrouwen met een incomplete stadiëring.
Bronnen: (Bendifallah 2016) |
GRADE |
Er is bewijs van zeer lage kwaliteit dat er bij vrouwen met borderline ovariumtumor geen verschil is in mortaliteit tussen complete en incomplete stadiëring. Bij een follow-up-tijd van 52,9-60,2 maanden.
Bronnen: (Shim 2016, Numanoglu 2014) |
Samenvatting literatuur
Beschrijving studies
Er zijn één systematische review en twee individuele studies geselecteerd, waarin complete 60 chirurgische stadiëring (CCS) vergeleken werd met incomplete chirurgische stadiëring (ICS) bij vrouwen met een borderline ovariumtumor. In totaal zijn er 1537 vrouwen met complete chirurgische stadiëring en 1823 vrouwen met incomplete chirurgische stadiëring geïncludeerd.
Resultaten
Progressievrije overleving
De systematische review van Shim et al., 2016, includeerde 18 studies en er zijn nog twee studies gepubliceerd waarin complete met incomplete stadiëring werd vergeleken met als uitkomstmaat recidief. Een meta-analyse van deze 20 studies resulteerde in een OR=0,60 (95% BI 0,47-0,77) in het voordeel van complete stadiëring met 101 recidieven in de groep met complete stadiëring
(n=1537) en 230 recidieven in de groep met incomplete stadiëring (n=1823).
Totale overleving
T.a.v. de systematische review van Shim et al., 2016, waren er acht studies die geen mortaliteit rapporteerden noch in de CCS-groep noch in de ICS-groep, deze werden bij de overlevingsanalyse geëxcludeerd. De meta-analyse voor totale overleving van de overige tien studies resulteerde in een OR van 0,94 (95% BI 0,42-2,11) met 11 overleden vrouwen in de groep met complete stadiëring (n=652) en 11 overleden vrouwen in de groep met incomplete stadiëring (n=615).
De follow-up-duur in de CCS-groep was 60,2 maanden en in de ICS-groep 52,9. Er was geen statistisch significant verschil in kans op overlijden tussen de twee groepen.
Numanoglu 2014 was een single centre studie met 33,3% sereuze en 66,6% mucineuze BOT’s, van de 78 patiënten ondergingen er 68 een CCS en 10 een ICS. Er was een recurence, deze patiënt is overleden. De follow-up was 60 maanden. Zij constateren een uitstekende overleving. Op basis van hun gegevens kan niets gezegd worden over verschil in totale overleving van CCS of ICS.
Bendifallah 2016 rapporteerde een statistisch significant verschil in de vijfjaarsoverleving in het voordeel van compleet gestadieerde patiënten (98,4% (95%BI 96,8-100)) ten opzichte van de incompleet gestadieerde groep (93,8% (95% BI 88,1-100)); p=0,018.
Kwaliteit van leven
Kwaliteit van leven is niet gerapporteerd in de studies.
Bewijskracht van de literatuur
De bewijskracht voor de uitkomstmaat progressievrije overleving is met twee niveaus verlaagd, gezien de beperkingen in de onderzoeksopzet, nl. vergelijkende cohortstudies.
De bewijskracht voor de uitkomstmaat totale overleving is met drie niveaus verlaagd, gezien de beperkingen in de onderzoeksopzet, nl. vergelijkende cohortstudies en het geringe aantal events.
Zoeken en selecteren
Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is er een systematische literatuuranalyse verricht naar de volgende zoekvraag (-vragen):
Bij patiënten met borderline ovariumtumor (P), leidt het wel stadiëren (I) versus niet stadiëren (C) tot een langere vijf- of tienjaarsoverleving en een lagere kans op recidief (O)?
PICO
P: Patiënten met borderline ovariumtumor (sereus of mucineus)
I: Chirurgische stadiëring (omentectomie en biopten en biopt contralaterale ovarium)
C: Niet volledig stadiëren (alleen verwijderen aangedane adnex en inspectie)
O: Totale overleving, progressievrije overleving, kwaliteit van leven
Relevante uitkomstmaten
De werkgroep achtte progressievrije overleving een voor de besluitvorming belangrijke uitkomstmaat.
Indien van toepassing:
De werkgroep definieerde de uitkomstmaten als volgt: totale overleving, progressievrije overleving, kwaliteit van leven.
Indien van toepassing:
De werkgroep definieerde niet a priori de genoemde uitkomstmaten, maar hanteerde de in de studies gebruikte definities.
Zoeken en selecteren (Methode)
In de databases Medline (via Pubmed), Embase (via embase.com) en Cochrane Library, CDSR en Central (via Wiley) is met relevante zoektermen gezocht naar borderline ovariumtumoren en stadiëring. De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording. De literatuurzoekactie leverde 802 treffers op. Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria: patiënten met borderline ovariumtumor waren geïncludeerd en verschillende manieren van stadiëren werden met elkaar vergeleken. Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie 39 studies voorgeselecteerd.
Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens 36 studies geëxcludeerd (zie exclusietabel onder het tabblad Verantwoording) en drie studies definitief geselecteerd.
Drie onderzoeken zijn opgenomen in de literatuuranalyse. De belangrijkste studiekarakteristieken en resultaten zijn opgenomen in de evidencetabellen. De beoordeling van de individuele studieopzet (risk-of-bias) is opgenomen in de risk-of -bias-tabellen.
Referenties
- Bendifallah S, Nikpayam M, Ballester M, et al. New Pointers for Surgical Staging of Borderline Ovarian Tumors. Annals of surgical oncology. 2016; 23: 443-9. 10.1245/s10434-015-4784-9
- Numanoglu C, Ulker V, Kuru O, et al. Borderline epithelial ovarian tumors: a single center experience. European journal of gynaecological oncology. 2014; 35: 692-5.
- Shim SH, Kim SN, Jung PS, et al. Impact of surgical staging on prognosis in patients with borderline ovarian tumours: A meta-analysis. European journal of cancer. 2016; 54: 84-95.10.1016/j.ejca.2015.11.005.
Evidence tabellen
Study reference |
Study characteristics |
Patient characteristics |
Intervention (I) |
Comparison / control (C) |
Follow-up |
Outcome measures and effect size |
Comments |
Bendifallah et al 2016 |
Type of study: observational study
Setting: Medical records, Tenon University Hospital, Institut Gustve Roussy
Country: France
Source of funding: no financial support |
Inclusion criteria: Pt with BOTs who had received primary surgical treatment
Exclusion criteria: none
N total at baseline: Intervention:119 Control:309
Important prognostic factors2: Mean age: 37.17 (range 18-98) Serous 212 (49.5%) Mucinous 216 (505.5%)
Groups comparable at baseline? Not mentioned. |
Complete Surgical staging: when all peritoneal surfaces were carefully inspected and peritoneal washing, random or oriented multiple biopsies, and infracolic omentectomy were preformed and systematic appendectomy |
Incomplete surgical staging: all but surgical staging |
Length of follow-up: median 94.9 months (range 60- 207) |
Total Recurrence: Complete Surgical staging:25/119 Incomplete surgical staging:77/309
5 year recurrence free survival: Complete surgical staging: 78.1% (95% CI 68.9- 88.6) Incomplete surgical staging: 70.9% (95% CI 64.6-77.8)
Recurrence- free survival: HR=0.67 (0.42- 1.05)
5 year- Overall survival: Complete Surgical staging: 98.4%(95%CI 96.8-100) Incomplete surgical staging: 93.8% (95%CI 88.1-100) P=0.018 |
|
|
|
|
|
|
|
Overall survival: no HR reported
Quality of Life: not reported |
|
Numanoglu 2014 |
Type of study: observational study
Setting:hospital, medical records
Country: turkey
Source of funding:not reported |
Inclusion criteria: pt with BOT underwent surgery
Exclusion criteria: not reported
N total at baseline: Intervention: 68 Control: 10
Important prognostic factors2: Median age 44 (range 16-84) Serous 26 (33.3%) Mucinous 52 (66.6%)
Groups comparable at baseline? Not reported |
Complete surgical staging (n=68) : peritoneal washing, multiple peritoneal biopsies, omentectomy, and occasionally lymphadenectomy (appendectomy for mucinous BOT) |
Incomplete surgical staging (n=10): all but complete surgical staging |
Length of follow-up: median follow up: 63 months (range 3-136) |
Total Recurrence: Complete Surgical staging:1/68 Incomplete surgical staging: 0/10
Recurrence free survival Not reported
Overall survival: Number of deaths: Complete Surgical staging:1 Incomplete surgical staging:0
Quality of Life: not reported |
|
Study refere nce |
Study characteris tics |
Patient characteri stics |
Intervention (I) |
Comparison / control (C) |
Follow-up |
Outcome measures and effect size |
Comments |
Shim, 2016 |
SR and meta- analysis of case- control studies and one cohort study
Literature search up to March 2015
Study design:, prospectiv e cohort study and case- control studies
Setting and |
Inclusion criteria SR: RCT, cohort or case- control study. Pt receiving surgical treatment for BOT, CSS ad the interventio n of interest, outcome measure of recurrence or mortality rate, precise reporting of surgical |
Describe intervention:
CSS: complete surgical staging: bilateral salpingo- oophorectomy for menopausal patients or for premenopausal patients without omentectomy, multiple peritoneal biopsies and appendectomy in patients with mucinous BOT. |
Describe control:
ISS: Incomplete surgical staging |
End-point of follow-up:
Recurrence or death |
Outcome measure-1 Recurrence (18 studies) CSS: n=76/1297 ISS: n=145/1473
Pooled effect ( fixed effects model): OR=0.64 [95% CI 0.47 to 0.87] favoring CSS Heterogeneity (I2): 25.6
Outcome measure-2 Overall survival (9 studies) Deaths: CSS: 10 ISS: 11
Pooled effect ( |
Authors conclusion: CSS appeared to significantly reduce recurrence among BOT patients. No survival impact was observed
Sensitivity analyses (excluding small studies; excluding studies with short follow-up; excluding low quality studies; relevant subgroup- analyses); mention only analyses which are of potential |
|
Country: USA, France, Turkey, Germany, Italy, Spain, Canada, Korea, Japan, Singapore, Taiwan.
Source of funding: Not mentioned |
staging procedure s.
Exclusion criteria SR: Studies using duplicated or shared data, single arm cohort studies
18 studies included
Important patient characteris tics at baseline: CSS: N= 1297 ISS: n= 1473
Median age CSS: 43.4 ISS: 40.8
Mean follow-up duration ISS: 60.2 months CSS: 52.9 months |
|
|
|
fixed effects model): OR=0.98 [95% CI 0.42 to 2.29] Heterogeneity (I2):0
Outcome measure-3 Quality of Life: no studies |
importance to the research question: excluding the cohort study revealed in no difference between ISS and CSS for recurrence: OR= 0.82(95% CI 0.54- 1.25) |
Risk of bias table for intervention studies (observational: non-randomized clinical trials, cohort and case-control studies)
Study reference
(first author, year of publication) |
Bias due to a non- representative or ill- defined sample of patients?1
(unlikely/likely/unclear) |
Bias due to insufficiently long, or incomplete follow-up, or differences in follow-up between treatment groups?2
(unlikely/likely/unclear) |
Bias due to ill-defined or inadequately measured outcome ?3
(unlikely/likely/unclear) |
Bias due to inadequate adjustment for all important prognostic factors?4
(unlikely/likely/unclear) |
Bendifallah et al 2016 |
Unlikely |
Unlikely |
Unlikely
Primary outcome was the recurrence-free survival (RFS) defined as the time from the date of surgery to the date of recurrence. |
Unlikely |
Numanoglu et al 2014 |
Unlikely |
Unlikely |
Unclear
Outcome recurrence is not defined. |
Unlikely |
Table of quality assessment for systematic reviews of RCTs and observational studies
Based on AMSTAR checklist (Shea et al.; 2007, BMC Methodol 7: 10; doi:10.1186/1471-2288-7-10) and PRISMA checklist (Moher et al 2009, PLoS Med 6: e1000097; doi:10.1371/journal.pmed1000097)
Study
First author, year |
Appropriate and clearly focused question?1
Yes/no/unclear |
Comprehensive and systematic literature search?2
Yes/no/unclear |
Description of included and excluded studies?3
Yes/no/unclear |
Description of relevant characteristics of included studies?4
Yes/no/unclear |
Appropriate adjustment for potential confounders in observational studies?5
Yes/no/unclear/notapplicable |
Assessment of scientific quality of included studies?6
Yes/no/unclear |
Enough similarities between studies to make combining them reasonable?7
Yes/no/unclear |
Potential risk of publication bias taken into account?8
Yes/no/unclear |
Potential conflicts of interest reported?9
Yes/no/unclear |
Shim, 2016 |
yes |
yes |
yes |
yes |
unclear |
yes |
no |
yes |
unclear |
- Research question (PICO) and inclusion criteria should be appropriate and predefined
- Search period and strategy should be described; at least Medline searched; for pharmacological questions at least Medline + EMBASE searched
- Potentially relevant studies that are excluded at final selection (after reading the full text) should be referenced with reasons
- Characteristics of individual studies relevant to research question (PICO), including potential confounders, should be reported
- Results should be adequately controlled for potential confounders by multivariate analysis (not applicable for RCTs)
- Quality of individual studies should be assessed using a quality scoring tool or checklist (Jadad score, Newcastle-Ottawa scale, risk of bias table etc.)
- Clinical and statistical heterogeneity should be assessed; clinical: enough similarities in patient characteristics, intervention and definition of outcome measure to allow pooling? For pooled data: assessment of statistical heterogeneity using appropriate statistical tests (e.g. Chi-square, I2)?
- An assessment of publication bias should include a combination of graphical aids (e.g., funnel plot, other available tests) and/or statistical tests (e.g., Egger regression test, Hedges-Olken). Note: If no test values or funnel plot included, score “no”. Score “yes” if mentions that publication bias could not be assessed because there were fewer than 10 included studies.
- Sources of support (including commercial co-authorship) should be reported in both the systematic review and the included studies.
Note: To get a “yes,” source of funding or support must be indicated for the systematic review AND for each of the included studies.
Tabel Exclusie na het lezen van het volledige artikel
Auteur en jaartal |
Redenen van exclusie |
Akeson 2008 |
Geen recurrence genoemd |
Azuar 2013 |
Gaat over re-staging |
Benassi 2009 |
Gaat over re-staging |
Brooks 2012 |
abstract |
Celkiene 2015 |
abstract |
Chattopadhyay 2012 |
abstract |
De Gregio 2012 |
abstract |
De Iaco 2009 |
Gaat niet over stagiëring |
Faluyi 2010 |
Cochrane zonder conclusie |
Gungor 2014 |
Zelfde populatie als geïncludeerde studie |
Guvenal 2013 |
Verkeerde vergelijking onderzocht |
Hanker 2012 |
abstract |
Hou 2012 |
abstract |
Jochumsen 2013 |
abstract |
Kim 2010 |
abstract |
Kokawa 2009 |
Verkeerde vergelijking onderzocht |
Maneo 2004 |
Gaat niet over stagiëring |
Mascarenhas 2013 |
abstract |
Odegaard 2007 |
Gaat niet over stagiëring |
Park 2009 |
Verkeerde vergelijking onderzocht |
Peiretti 2011 |
abstract |
Preston 2011 |
abstract |
Romagnolo 2006 |
Gaat niet over stagiëring |
Trillsch 2014 |
abstract |
Ureyen 2016 |
Verkeerde vergelijking onderzocht |
Vancraeynest 2015 |
abstract |
Vdovichenko 2016 |
abstract |
Zanetta 2001 |
Verkeerde vergelijking onderzocht |
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 30-12-2018
Laatst geautoriseerd : 30-12-2018
Geplande herbeoordeling : 01-01-2023
Deze richtlijnmodule is geldig t/m 2022 waarna revisie plaatsvindt, of zoveel eerder als daar aanleiding toe is.
Algemene gegevens
Consultatie:
- Stichting Olijf
- Patiëntenfederatie Nederland
Samenstelling werkgroep
- M.B. Verbruggen-Zweemer, Zaans Medisch Centrum
Meelezers
- Commissie Richtlijnen Gynaecologische Oncologie (CRGO)
Belangenverklaringen
De KNMG-code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement, kennisvalorisatie) hebben gehad. De ingevulde belangenverklaring zijn beoordeeld door de onafhankelijke voorzitter. Er is geen belemmering voor participatie in de werkgroep naar voren gekomen. De verklaringen kunnen worden opgevraagd bij de NVOG.
NVOG-richtlijnen/modules beschrijven een minimum van zorg te verlenen door een gynaecoloog in gemiddelde omstandigheden. Zij hebben een adviserend karakter. Een gynaecoloog kan geargumenteerd afwijken van een richtlijn/module wanneer concrete omstandigheden dat noodzakelijk maken. Dat kan onder meer het geval zijn wanneer een gynaecoloog tegemoet moet komen aan de objectieve noden en/of subjectieve behoeften van een individuele patiënt. Beleid op instellingsniveau kan er incidenteel toe leiden dat (volledige) lokale toepassing van een richtlijn/module niet mogelijk is.
Methode ontwikkeling
Evidence based
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.