Startpagina - Borderline ovariumtumoren
Bij aanverwante informatie is de PDF versie van deze richtlijn te vinden.
Waar gaat deze richtlijn over?
Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor vrouwen met een borderline ovariumtumor. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- Screening
- Diagnostiek
- Behandeling
- (Adjuvante) behandeling na initiële behandeling
- Follow-up
- Lokaal recidief diagnostiek
- Metastasen diagnostiek
- Lokaal recidief behandeling
- Metastasen behandeling
Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met een borderline ovariumtumor.
Voor patiënten
Ovariumtumor is een gezwel aan de eierstok. Deze tumoren kunnen goed- of kwaadaardig zijn. Maar soms is de tumor een grensgeval tussen goed- en kwaadaardig. Dat heet een borderline-tumor. Een borderline-tumor is geen voorstadium van een kwaadaardige tumor.
Ovariumtumoren worden genoemd naar het weefsel van waaruit ze ontstaan. De meest voorkomende vorm is de epitheliale ovariumtumor. Deze is ontstaan uit de buitenste laag van de cellen van het ovarium, het epitheel. Ongeveer 15 procent van deze epitheliale ovariumtumoren is een epitheliale borderline-tumor. Jaarlijks krijgen in Nederland ongeveer 150 tot 200 vrouwen een borderline ovariumtumor.
Meer informatie over borderline ovariumtumoren is te vinden op de website van de gynaecologen:
https://www.oncoline.nl/index.php?pagina=/richtlijn/item/pagina.php&richtlijn_id=662
Meer informatie over borderline ovariumtumoren is ook te vinden op kanker.nl:
https://www.kanker.nl/bibliotheek/eierstokkanker/wat-is/44-eierstokkanker
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de gynaecologen, gynaecoloog-oncologen, internist-oncologen, radiotherapeut-oncologen en pathologen.