Bone Conduction Devices (BCD)

Initiatief: NVKNO Aantal modules: 20

Startpagina - Bone Conduction Devices (BCD)

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor patiënten met een indicatie voor een BCD. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • De indicatiestelling van een BCD bij verschillende soorten gehoorverliezen.
  • De klinische en audiologische diagnostiek bij patiënten met een indicatie voor een BCD.
  • De eisen die gesteld worden aan een proef met BCD.
  • De minimale criteria voor een headband of softband.
  • Het effect van verschillende operatietechnieken in het kader van bijwerkingen bij patiënten met een indicatie voor een percutane BCD.
  • De voorlichting aan patiënten die in aanmerking komen voor een BCD.
  • De minimale kwaliteitseisen waaraan audiometrie en audiologische zorg moeten voldoen.
  • De minimale kwaliteitseisen waaraan de KNO-arts en een ziekenhuis moeten voldoen.
  • De organisatie van de patiëntenstroom en de nazorg voor patiënten met een BCD.

Er is ook een stroomschema bij de richtlijn ontwikkeld.

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de BCD zorg, met name behandelend KNO-artsen en klinisch fysici-audiologen.

 

Voor patiënten

Een bone conduction device (BCD) is een beengeleidingshoortoestel. Een KNO-arts kan een BCD voorschrijven als een gewoon hoortoestel niet gedragen kan of mag worden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij regelmatig terugkerende looporen en/of ontstekingen door afsluiting van de gehoorgang met het oorstukje van een gewoon hoortoestel. BCD’s slaan het middenoor over en stimuleren rechtstreeks het slakkenhuisdoor trillingen aan het schedelbot aan te bieden. Dit omzeilt eventuele problemen in de gehoorgang of het middenoor. Indien een BCD  een optie is voor het revalideren van het gehoor, dan kan het geluid worden ervaren tijdens een proef. Het daadwerkelijk plaatsen van een implantaat voor een BCD gebeurt door middel van een operatie. Na plaatsing van het implantaat volgen controles en eventuele aanpassing van het toestel.

 

Meer informatie over BCD is te vinden op de website van de KNO-artsen:

https://www.kno.nl/patienten-informatie/oor/bcd/

 

Meer informatie over BCD is ook te vinden op de website van de patiëntenverenigingen:

www.microtie-nederland.nl

www.stichtinghoormij.nl

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging van Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied (NVKNO). De richtlijn is opgesteld door een commissie met vertegenwoordigers vanuit KNO-artsen en klinisch fysici-audiologen. Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door inbreng van de patiëntenverenigingen Stichting Hoormij, Ouders van microtie/atresiepatiënten en Laposa. De conceptrichtlijn is ook voor commentaar voorgelegd aan bovenstaande patiëntenverenigingen.

Volgende:
Indicatiestelling