Startpagina - Bijtverwondingen
Waar gaat deze richtlijn over?
Deze richtlijn beschrijft hoe bijtwonden in de tweede lijn het beste behandeld kunnen worden. De volgende soorten bijtwonden worden beschreven:
- Behandeling prikbijtwonden (bijvoorbeeld kat)
- Behandeling van scheur-/kneusbijtwonden (honden-/ mensenbeten)
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- riscofactoren voor het ontwikkelen van infecties van de huid en de weke delen na bijtwonden;
- behandeling van bijtwonden:
- micro-organismen;
- antibiotica;
- behandelbeleid.
Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met bijtverwondingen in de tweede lijn.
Voor patiënten
Deze richtlijn beschrijft hoe bijtwonden behandeld moeten worden. Er zijn meerdere soorten bijtwonden, namelijk prikbijtwonden en scheur-/kneusbijtwonden. Prikbijtwonden zijn diepe puntvormige bijtwonden veroorzaakt door bijvoorbeeld de puntige tanden van een kat. Daarnaast bestaan er scheur-/kneusbijtwonden. Scheurbijtwonden worden veroorzaakt door bijvoorbeeld honden en hebben vaak een rafelige wondrand. Kneusbijtwonden worden veroorzaakt door dieren met een plat gebit. De soort wond bepaalt welke behandeling het beste is.
Informatie voor patiënten is te vinden op Thuisarts.nl.
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVVH). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de chirurgen, medisch microbiologen, SEH-artsen en de plastisch chirurgen. Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door inbreng van Patiëntenfederatie Nederland. Daarnaast was er nauwe afstemming met het Nederlands Huisartsen Genootschap om de richtlijn aan te laten sluiten bij de NHG-Behandelrichtlijn Traumatische wonden en bijtwonden (www.nhg.org).