Startpagina - Benzodiazepinegebruik in de zwangerschap
Waar gaat deze richtlijn over?
Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor vrouwen die benzodiazepinen gebruiken in de zwangerschap en/of tijdens het geven van borstvoeding. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- Het effect van (onbehandelde) slaapstoornissen, angst- en stressklachten op het beloop van de zwangerschap
- De effecten van benzodiazepinegebruik in de zwangerschap op zwangerschaps- en baringscomplicaties
- Aangeboren afwijkingen door benzodiazepinegebruik tijdens de zwangerschap
- De vroege en late effecten bij het kind door benzodiazepinegebruik tijdens de zwangerschap
- Borstvoeding en benzodiazepinegebruik tijdens de zwangerschap
- De effecten van het staken van benzodiazepinen in de zwangerschap en de kans op terugval van de psychiatrische ziekte
- De effecten bij moeder en kind van een overdosis met benzodiazepinen tijdens de zwangerschap
- De organisatie van de zorg bij benzodiazepinegebruik tijdens de zwangerschap
Voor wie is de richtlijn bedoeld?
Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor vrouwen die benzodiazepinen gebruiken in de zwangerschap en/of tijdens het geven van borstvoeding.
Voor patiënten
Benzodiazepinen zijn medicijnen die vooral gebruikt worden als slaap- en kalmeringsmiddel. Ze worden voorgeschreven bij kortdurende slaapstoornissen, angst- en spanningsklachten of als aanvullende medicatie bij vrijwel alle psychiatrische aandoeningen. Gezien de kans op afhankelijkheid en verslaving worden benzodiazepinen bij voorkeur niet langdurig voorgeschreven. Hoewel in mindere mate, worden deze geneesmiddelen ook gebruikt door zwangeren of vrouwen in de vruchtbare leeftijd.
Bij aanverwante informatie is een patiëntenfolder te vinden.
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de gynaecologen, kinderartsen en psychiaters. De conceptrichtlijn is voor commentaar aan de patiëntenorganisatie ADF Stichting voorgelegd.