Behandeling van handartrose

Initiatief: NVR Aantal modules: 13

Niet-medicamenteuze behandeling handartrose

Uitgangsvraag

Wat is de plaatsbepaling van niet-medicamenteuze interventies bij handartrose?

 

De uitgangsvraag omvat de volgende deelvragen:

  1. Wat is de effectiviteit van oefentherapie bij handartrose?
  2. Wat is de effectiviteit van ergonomische maatregelen bij handartrose?
  3. Wat is de effectiviteit van spalken bij handartrose?
  4. Wat is de effectiviteit van hulpmiddelen bij handartrose?
  5. Wat is de effectiviteit van combinatie programma’s en zelfmanagement bij handartrose?
  6. Wat is de effectiviteit van warmte therapie bij handartrose?

Aanbeveling

Draag zorg dat alle patiënten met handartrose voorlichting en instructie in ergonomische principes, handoefeningen, energieverdeling en het gebruik van hulpmiddelen krijgen.

 

Overweeg voor alle patiënten oefentherapie om functie en spierkracht te verbeteren, en pijn te verminderen

 

Overweeg een orthese (voor tenminste 3 maanden) voor symptoomvermindering bij patiënten met handartrose.

 

Overweeg een verwijzing naar een handtherapeut (een ergo- of fysiotherapeut met deze specialisatie) voor specifieke advisering over hulpmiddelen, het aanmeten van orthoses en/of specifieke oefentherapie.

Overwegingen

Voorlichting over handartrose en de mogelijkheden om met klachten om te gaan is een essentieel element in de behandeling van handartrose. Deze voorlichting bevat bij voorkeur de volgende elementen: de beschikbaarheid van hulpmiddelen, en instructie in handoefeningen, ergonomische principes en energieverdeling. De verouderde term “gewrichtsbescherming” dient bij voorkeur niet gebruikt te worden, omdat deze term impliceert dat men de gewrichten moet beschermen en beter niet kan gebruiken. Er is voldoende bewijskracht voor het bevorderen van zelfmanagement door middel van instructie in ergonomische principes (Dziedzic et al., 2015), het gebruik van hulpmiddelen (Hill et al., 2010; Kjeken et al., 2011) en het doen van handoefeningen (zie de volgende paragraaf).  Er zijn echter geen aanwijzingen dat intensieve programma’s of combinatie-programma’s die deze zorg omvatten, effectiever of kosteneffectiever zijn dan eenvoudigere strategieën (Oppong et al., 2015).

 

Naar de mening van de werkgroep kunnen veel mensen met handartrose, na voorlichting en instructie hierin, omgaan met hun klachten in het dagelijks leven. Om deze reden is de EULAR aanbeveling ten aanzien van voorlichting en instructie uitgebreid met instructie over handoefeningen. Voorbeelden van hulpmiddelen en handoefeningen zijn door de EULAR verwerkt in verschillende voorlichtingsfilmpjes (te gebruiken door zorgverleners en patiënten) en te vinden op https://www.youtube.com/watch?v=MKqbN_pnz8c&ab_channel=EULAR.

Voorlichting over ergonomische principes, handoefeningen, hulpmiddelen en energieverdeling kan verzorgd worden door een reumaverpleegkundige, fysio- of ergotherapeut en/of verwerkt worden in schriftelijk materiaal. Verwijzing naar een handtherapeut (een ergo- of fysiotherapeut met deze specialisatie) kan overwogen worden voor specifieke advisering over hulpmiddelen, het aanmeten van orthoses en/of specifieke oefentherapie. Ook als de patiënt problemen ondervindt om de aangeboden (schriftelijke) voorlichting, ergonomische principes en energieverdeling toe te passen in zijn eigen dagelijkse activiteiten of als de reumaverpleegkundige, algemeen fysio- of ergotherapeut aanvullende expertise bij betreffende patiënt wenselijk acht.

 

De EULAR aanbeveling van 2018 over oefentherapie is gebaseerd op meerdere onderzoeken (n = 7) waarvan de resultaten zijn samengevat in een Cochrane-review (Østeras et al., 2017). Er werd aangetoond dat handoefeningen kleine gunstige effecten hebben op pijn en functie, gewrichtsstijfheid en grijpkracht, met weinig en niet-ernstige bijwerkingen. De onderzochte interventies waren echter heterogeen, variërend van oefeningen thuis na één instructiesessie tot meerdere begeleide sessies per week gedurende meerdere weken, en ook de frequentie van de training, het aantal herhalingen per oefening en het soort oefeningen (bijv. stretching) waren variabel. In de huidige update zijn er twee studies toegevoegd aan de literatuursamenvatting (Kang et al., 2019; Wouters et al., 2019). Ondanks dat deze studies gedegen opgezette en uitgevoerde studies zijn was het niet mogelijk deze mee te nemen in de gepoolde data (de studie van Wouters et al. 2019 is een cohort studie en de studie van Kang et al. 2019 leidt tot een te grote heterogeniteit in de gepoolde data). Beide studies ondersteunen echter wel de gunstige effecten van oefentherapie op pijn en functie bij mensen met handartrose.

Oefeningen moeten gericht zijn op het verbeteren van de mobiliteit van de gewrichten, de spierkracht en de stabiliteit van de duimbasis. Trainingsprotocollen gericht op het eerste carpometacarpale (CMC-1) gewricht verschillen van die voor interfalangeale gewrichten.

 

De onderzoeken die reeds door de EULAR zijn opgenomen bewijzen de gunstige effecten van een duimbasisorthese, vooral op pijn en in mindere mate op het functioneren, maar niet op de grijpkracht bij langdurig gebruik (minimaal 3 maanden). Recent zijn de resultaten van een RCT  gepubliceerd (Adams et al., 2021) die een vervolg was op de pilot-RCT (Adams et al. 2014) die meegenomen is in de EULAR-update. In deze studie werden de effecten van een zelfmanagement programma vergeleken met de toevoeging van een duimbasisorthese of een sham-orthese. Pijn en functioneren verbeterden van baseline naar 8 en 12 weken follow-up voor alle groepen. Er werden echter geen klinische of statistische significante verschillen tussen de groepen gevonden. Deze resultaten veranderen de aanbeveling ten aanzien van korte termijn gebruik van ortheses dus niet. Langdurig gebruik wordt dus geadviseerd. 

Op basis van de literatuur kan er geen eenduidig ​​advies worden gegeven voor het type orthese (kort of lang, op maat gemaakt of geprefabriceerd, neopreen, thermoplast of ander materiaal) of het gebruik ervan (tijdens rust of tijdens activiteiten). Door de heterogeniteit van geïncludeerde studies kon er geen voordeel van het ene type orthese ten opzichte van het andere worden vastgesteld. De studies die een langdurig gunstig effect van orthesegebruik aantoonden, onderzochten een op maat gemaakte thermoplastische lange orthese om te dragen tijdens activiteiten van het dagelijks leven (Gomes Carreira et al., 2010), en een op maat gemaakte neopreen lange orthese om 's nachts te dragen (Rannou et al., 2009). Eén studie onderzocht het gebruik van een lange en een korte duimbasisorthese, maar vond geen verschillen in pijn en functioneren (Cantero-Téllez et al., 2018). De werkgroep adviseert het dragen van een orthese overdag te beperken tot de uitvoering van handactiviteiten om verlies van spierkracht en beweeglijkheid te voorkomen. 

Het is belangrijk om aandacht te besteden aan het voorschrijven van een goed passende orthese, bij voorkeur op maat gemaakt door een gespecialiseerde zorgverlener (ergotherapeut, handtherapeut, orthopedisch instrumentmaker). Het is aannemelijk dat dit de therapietrouw van patiënten verbetert en het gebruik op de lange termijn vergroot.

De meeste studies werden uitgevoerd bij patiënten met artrose van de duimbasis. Eén niet-gerandomiseerde studie onderzocht het nachtelijk gebruik van ortheses van pijnlijke distale interfalangeale (IP)  gewrichten en vond niet een duidelijk positief effect op pijn tussen de groepen (Watt et al., 2014). In de huidige update van de literatuur werd 1 trial gevonden die wel een effect vond op pijn en functioneren van een ’s nachts gedragen orthese van de proximale en distale IP gewrichten gedurende een jaar (Silva et al., 2020).

 

Ten aanzien van de topicale toepassing van warmte sluit de werkgroep zich aan bij de overweging van EULAR; topicale toepassing van warmte wordt gezien als een zelfmanagementstrategie die patiënten thuis kunnen toepassen, waarvoor zwak en tegenstrijdig bewijs is voor een mogelijk gunstig effect (Dilek et al., 2013; Favaro, 1994; Stange-Rezende et al., 2006). Het is daarom niet als aparte aanbeveling opgenomen. Koude kompressen, in het geval van een ontsteking tijdens een artrose opvlamming, kunnen ook symptomatische verlichting geven. Er zijn echter geen studies in handartrose uitgevoerd, maar enkel één onderzoek bij knieartrose, waarin warme en koude toepassing met de gebruikelijke zorg werd vergeleken. In deze studie werden geen verschillen gevonden tussen de groepen (Aciksoz et al., 2017).

Onderbouwing

Niet-medicamenteuze interventies vormen een belangrijk onderdeel van de behandeling voor mensen met handartrose. Naast educatie kunnen oefentherapie, het toepassen van ergonomische principes (in het verleden aangeduid als “gewrichtsbeschermende maatregelen”), en advisering over spalken en hulpmiddelen de klachten verminderen en patiënten leren omgaan met de aandoening in het dagelijks leven. De laatste decennia is er veel onderzoek gedaan naar niet-medicamenteuze interventies bij handartrose.  In de huidige module wordt de beschikbare evidentie voor niet-medicamenteuze interventies bij handartrose beschreven.

Exercise

Pain

Low GRADE

 

 

Exercise may slightly reduce pain when compared with no exercise in patients with hand osteoarthritis.

 

Sources: (Østeras et al., 2017)

 

Function

Low GRADE

 

 

Exercise may slightly improve function when compared with no exercise in patients with hand osteoarthritis.

 

Sources: (Østeras et al., 2017)

 

 

In this module, we first provide a summary of literature addressing non-pharmacological treatment in patients with hand OA as presented in the systematic review that informed the European League Against Rheumatism (EULAR) guideline for management of hand osteoarthritis (OA) (Kroon et al., 2018). Judgements about the risk of bias in this module are adopted from the systematic review (Kroon et al., 2018) and studies that were added in the update were judged following the same procedure (i.e., Cochrane tool (Higgins et al., 2011)). Except for exercise therapy, which the EULAR adopted from a Cochrane Review, no GRADE levels or conclusions were included in de EULAR recommendations. Therefore, no GRADE conclusions are formulated in this module.

 

Results

First, we describe the results of the EULAR review. Then we will describe any new studies or longer follow-up results we found in our current update.

 

1. Exercise

EULAR

In summary, exercise leads to beneficial effects on hand pain, function, joint stiffness and grip strength, although effect sizes are small. Few (non-severe) AEs were reported, showing a signal for increased number of AEs in participants undergoing exercise therapy, in particular increased joint inflammation and hand pain (RR 4.6 (95% CI 0.5 to 39.3)) (Østeras et al., 2017).

 

Update

Kang et al. (2019) compared an 8-week finger exercise program combined with paraffin bath therapy to paraffin bath therapy alone (Kang et al., 2019). A significant difference was found in favour of the exercise program group in the post-intervention values for hand grip strength (p=0.015) and AUSCAN index subscale scores (pain, p < 0.001; physical function, p = 0.020). A cohort study reported a large decrease in pain at rest and pain during physical load (0-100) after combining exercises with thermoplastic, custom made orthotics, compared to orthotics use alone in patients with CMC-I OA (MD 11.1 (95%CI 1.9 to 20.3) and MD 22.7 (95%CI 13.6 to 31.0) respectively) (Wouters et al., 2019).  

 

Level of evidence of the literature

The level of evidence regarding the outcome measure pain was downgraded by 2 levels because of study limitations (risk of bias) and number of included patients (imprecision).

 

The level of evidence regarding the outcome measure function was downgraded by 2 levels because of study limitations (risk of bias) and number of included patients (imprecision).

 

No level of evidence was reported for the outcome measures OARSI-OMERACT responder criteria and grip strength. Therefore, no GRADE conclusions are formulated on these outcomes.

 

2. Joint protection

EULAR

Joint protection led to a higher proportion of participants being classified as a responder to treatment according to OARSI-OMERACT criteria after 6 months, although mean AUSCAN pain and function subscales did not differ between groups (Dziedzic et al., 2015).

 

Update

No studies on joint protection were identified in the literature update.

 

3. Splints

EULAR

On the short term (< 3 months), thumb base splinting did not lead to pain relief or functional improvement (Adams & Hislop, 2014; Arazpour et al., 2017; Gomes Carreira et al., 2010; Hermann et al., 2014; Rannou et al., 2009), though studies assessing long-term use showed that this was associated with more pain relief and improved function (Gomes Carreira et al., 2010; Rannou et al., 2009). Studies assessed many different types of splints (eg, short or long, custom-made or prefabricated, neoprene or thermoplast or other material) and instructions for use (eg, during activities of daily living, at night, constantly). Only short versus long thumb base splints (ie, including only CMC joint vs both CMC and MCP joint) could formally be compared and were not associated with different clinical outcomes (Becker et al., 2013; Cantero-Tellez et al., 2018; Wajon & Ada, 2005). For other splint types or instructions, no consistent benefit of one over another could be identified in RCTs/CCTs or crossover studies (Bani et al., 2013; Sillem et al., 2011; Vegt et al., 2017; Weiss et al., 2000, 2004). A single study assessed night-time DIP splinting specifically, but did not show improvements in pain, function or pinch strength after 3 months (Watt et al., 2014).

 

Update

One trial (high RoB) evaluated short term thumb base splinting (Can & Tezel, 2020). Small changes in pain, function, grip strength and pinch strength were reported, compared to no changes in the control group. Long-term use resulted in improvement in pain and hand function in one RCT (Silva et al., 2020). No differences in pain and function were found in a comparison of long and short thumb base splints (Cantero-Téllez et al., 2018)

 

4. Assistive devices

EULAR

Use of assistive devices led to small improvements in function, as measured with the patient-specific Canadian Occupational Performance Measure (COPM) and the AUSCAN function subscale, but not in pain (Kjeken et al., 2011).

 

Update

One RCT (high RoB) comparing the use of assistive devices in daily living with a guideline leaflet with information on joint protection and disease features was included in the literature analysis (Amaral et al., 2018). Small improvements in function (as measured with the COPM and Assessment and Quantification of Chronic Rheumatoid Affections (SACRAH)) and pain (VAS) were found in the intervention group. A significant difference in COPM (performance and satisfaction scale) was found between groups at 30 days follow-up. 

 

5. Combination programmes

EULAR

Several studies assessed different combination programmes of multiple non-pharmacological interventions (Boustedt et al., 2009; Dziedzic et al., 2015; Perez-Marmol et al., 2017; Stamm et al., 2002; Stukstette et al., 2013; Stukstette, 2014; Villafane et al., 2013; Wajon & Ada, 2005). Three trials compared a programme including education, joint protection and hand exercises to education alone, and although no formal meta-analysis was performed, no between-group differences in pain, function or grip strength could be confirmed (Dziedzic et al., 2015; Stamm et al., 2002; Stukstette et al., 2013). The other studies of combination programme were more heterogeneous, especially in the type of intervention studied. Some reported positive effects of the combination versus non-combination interventions, especially on subjective measures like pain (Boustedt et al., 2009; Villafane et al., 2013), and not on more objective measures like hand strength (Perez-Marmol et al., 2017; Villafane et al., 2013), though others reported no between-group differences (Stukstette, 2014; Wajon & Ada, 2005).

 

Update

Two trials evaluating combination programmes (education, joint protection including splints and exercise) compared to usual care + massage ball and information respectively reported improvements in grip strength (Stoffer-Marx et al., 2018; Tveter et al., 2020).

 

6. Thermal modalities

EULAR

Application of heat was assessed in three heterogeneous trials, both in design and type of intervention (high RoB). Two studies reported improvements in, for example, pain and grip strength in the intervention group compared with control (Dilek et al., 2013; Favaro L, 1994), and one cross-over trial reported no between-group differences (Stange-Rezende et al., 2006).

 

Update

Two trials (high RoB) reported improvements in pain, function, grip and pinch strength compared to control after peloid therapy (Kasapoğlu Aksoy & Altan, 2018; Kasapoglu Aksoy et al., 2017).

 

Level of evidence of the literature

As evidence was adapted from the review of Kroon et al. (2018) (Kroon et al., 2018), and level of evidence was not evaluated using the GRADE method, no GRADE conclusions regarding joint protection, splints, assistive devices and combination programmes were formulated.

To answer the clinical questions, the 2018 update of the European Alliance of Associations for Rheumatology (EULAR) guideline for management of hand osteoarthritis (OA) (Kloppenburg et al., 2019) was updated on the interventions: exercise, joint protection, splinting, assistive devices, combination programs and thermal modalities. In this module, we refer to a systematic review that informed the EULAR recommendations for the management of hand OA (Kroon et al., 2018).

 

Relevant outcome measures

Efficacy outcomes were considered as proposed by the OMERACT core set for domains in clinical trials for hand OA (Kloppenburg et al., 2015). Main efficacy outcomes were pain (preferably measured on visual analogue scale (VAS), numerical rating scale (NRS), or a validated questionnaire, e.g., Australian/Canadian Hand Osteoarthritis Index (AUSCAN) or Michigan Hand Outcomes Questionnaire (MHQ)), hand function (using a validated questionnaire, e.g., Functional Index for Hand OsteoArthritis (FIHOA), AUSCAN or MHQ) and hand strength (grip or pinch strength). Additional efficacy outcomes that were considered included patient global assessment (VAS or NRS), health-related quality of life (Short-Form 36, EuroQoL), structural damage, hand mobility (e.g., Hand Mobility in Scleroderma test, modified Kapandji index, fingertip-to-palm-distance) and the number of participants fulfilling the OMERACT-OARSI responder criteria (Pham et al., 2004). The primary safety outcome was the number of withdrawals due to adverse events (AEs). In addition, serious AEs and AEs categorized by bodily system (e.g., gastrointestinal, cardiovascular) were assessed in the included efficacy studies. Studies that did not assess any efficacy or safety outcomes were excluded.

 

Search and select (methods)

A systematic search was conducted in PubMed/MEDLINE, Embase and the Cochrane CENTRAL databases up to February 27th 2021. The detailed search strategy is depicted under the tab Methods.

 

Studies were selected based on the following selection criteria:

  • Participants: adults diagnosed with hand OA (other diagnoses were only eligible for inclusion if the results were presented separately for participants with hand OA)
  • Intervention: exercise, joint protection, splinting, assistive devices, combination or multimodal program, or thermal modalities
  • Comparators: placebo, care-as-usual, any other non-pharmacological, pharmacological or surgical intervention, or the same intervention in a different dose, duration, or delivery mode.
  • Outcomes: Pain, hand function, hand strength, patient global assessment, health-related quality of life, structural damage, hand mobility, number of participants fulfilling the OMERACT-OARSI responder criteria, and safety outcomes
  • Study design: Cochrane systematic reviews, RCT, CCT, observational (to assess safety, but only if a comparator group was available and the number of participants per group was at least 50).

 

A total of 442 records were identified in the updated search. Forty-five studies were initially selected based on title and abstract screening. After reading the full text, 35 studies were excluded (see the table with reasons for exclusion under the tab Methods), and 10 studies were included in the literature analysis.

 

Results

A total of 10 studies addressing non-pharmacological interventions were included in the analysis of the literature in addition to the 31 studies included in the EULAR recommendations. Important study characteristics and results are summarized in the evidence tables. The assessment of the risk of bias is summarized in the risk of bias tables. Safety outcomes of studies included in the EULAR recommendations are presented in the online supplement of the informing systematic review (Kroon et al., 2018).

  1. Aciksoz, S., Akyuz, A., & Tunay, S. (2017). The effect of self-administered superficial local hot and cold application methods on pain, functional status and quality of life in primary knee osteoarthritis patients. J Clin Nurs, 26(23-24), 5179-5190. doi:10.1111/jocn.14070
  2. Adams, J., Barratt, P., Arden, N. K., Boucas, S. B., Bradley, S., Doherty, M., . . . et al. (2020). The OA thumb therapy trial: a three arm multi-centre randomised controlled trial of the clinical effectiveness and efficacy of splints for symptomatic thumb base OA. Rheumatology (united kingdom), 59, ii1‐ii2. Retrieved from https://www.cochranelibrary.com/central/doi/10.1002/central/CN-02193692/full
  3. Adams, J., Barratt, P., Rombach, I., Arden, N., Barbosa Bouças, S., Bradley, S., . . . Dziedzic, K. (2020). The clinical and cost effectiveness of splints for thumb base osteoarthritis: a randomized controlled clinical trial. Rheumatology (Oxford).
  4. Adams, J., Barratt, P., Rombach, I., Arden, N., Barbosa Bouças, S., Bradley, S., . . . Dziedzic, K. (2021). The clinical and cost effectiveness of splints for thumb base osteoarthritis: a randomized controlled clinical trial. Rheumatology (Oxford), 60(6), 2862-2877. doi:10.1093/rheumatology/keaa726
  5. Adams J, B. S., Hislop K. O29. (2014). The effectiveness and efficacy of splints for thumb base osteoarthritis : A Pilot Randomized Controlled Trial. Rheumatology, 53, i41-i42.
  6. Ahern, M., Skyllas, J., Wajon, A., & Hush, J. (2018). The effectiveness of physical therapies for patients with base of thumb osteoarthritis: Systematic review and meta-analysis. Musculoskeletal Science and Practice, 35, 46-54. Retrieved from https://www.embase.com/search/results?subaction=viewrecord&id=L2000507787&from=export http://dx.doi.org/10.1016/j.msksp.2018.02.005
  7. Amaral, D. S., Duarte, A., Barros, S. S., Cavalcanti, S. V., Ranzolin, A., Leite, V. M. M., . . . Marques, C. D. L. (2018). Assistive devices: an effective strategy in non-pharmacological treatment for hand osteoarthritis-randomized clinical trial. Rheumatol Int, 38(3), 343-351.
  8. Arazpour, M., Soflaei, M., Ahmadi Bani, M., Madani, S. P., Sattari, M., Biglarian, A., & Mosallanezhad, Z. (2017). The effect of thumb splinting on thenar muscles atrophy, pain, and function in subjects with thumb carpometacarpal joint osteoarthritis. Prosthet Orthot Int, 41(4), 379-386. doi:10.1177/0309364616664149
  9. Bani, M. A., Arazpour, M., Kashani, R. V., Mousavi, M. E., & Hutchins, S. W. (2013). Comparison of custom-made and prefabricated neoprene splinting in patients with the first carpometacarpal joint osteoarthritis. Disabil Rehabil Assist Technol, 8(3), 232-237. doi:10.3109/17483107.2012.699992
  10. Baradaran, A., & Ebrahimzadeh, M. H. (2018). Comparison of custom-made versus prefabricated thumb splinting for carpometacarpal arthrosis: A Systematic Review and Meta-analysis. Archives of Bone and Joint Surgery, 6(6), 478-485. Retrieved from https://www.embase.com/search/results?subaction=viewrecord&id=L624969585&from=export
  11. Becker, S. J., Bot, A. G., Curley, S. E., Jupiter, J. B., & Ring, D. (2013). A prospective randomized comparison of neoprene vs thermoplast hand-based thumb spica splinting for trapeziometacarpal arthrosis. Osteoarthritis Cartilage, 21(5), 668-675. doi:10.1016/j.joca.2013.02.006
  12. Bobos, P., Nazari, G., Szekeres, M., Lalone, E. A., Ferreira, L., & MacDermid, J. C. (2019). The effectiveness of joint-protection programs on pain, hand function, and grip strength levels in patients with hand arthritis: A systematic review and meta-analysis. J Hand Ther, 32(2), 194-211.
  13. Boustedt, C., Nordenskiold, U., & Lundgren Nilsson, A. (2009). Effects of a hand-joint protection programme with an addition of splinting and exercise: one year follow-up. Clin Rheumatol, 28(7), 793-799. doi:10.1007/s10067-009-1150-y
  14. Buhler, M., Chapple, C. M., Stebbings, S., Sangelaji, B., & Baxter, G. D. (2019). Effectiveness of splinting for pain and function in people with thumb carpometacarpal osteoarthritis: a systematic review with meta-analysis. Osteoarthritis and Cartilage, 27(4), 547-559. Retrieved from https://www.embase.com/search/results?subaction=viewrecord&id=L2001252158&from=export http://dx.doi.org/10.1016/j.joca.2018.09.012
  15. Can, A., & Tezel, N. (2020). The effects of hand splinting in patients with early stage thumb carpometacarpal joint osteoarthritis: a randomized, controlled study. Turkish journal of medical sciences. Retrieved from https://www.cochranelibrary.com/central/doi/10.1002/central/CN-02139395/full
  16. Cantero-Téllez, R., Valdes, K., Schwartz, D. A., Medina-Porqueres, I., Arias, J. C., & Villafañe, J. H. (2018). Necessity of Immobilizing the Metacarpophalangeal Joint in Carpometacarpal Osteoarthritis: Short-term Effect. Hand (N Y), 13(4), 412-417.
  17. Cantero-Tellez, R., Villafane, J. H., Valdes, K., & Berjano, P. (2018). Effect of immobilization of metacarpophalangeal joint in thumb carpometacarpal osteoarthritis on pain and function. A quasi-experimental trial. J Hand Ther, 31(1), 68-73. doi:10.1016/j.jht.2016.11.005
  18. Dilek, B., Gozum, M., Sahin, E., Baydar, M., Ergor, G., El, O., . . . Gulbahar, S. (2013). Efficacy of paraffin bath therapy in hand osteoarthritis: a single-blinded randomized controlled trial. Arch Phys Med Rehabil, 94(4), 642-649. doi:10.1016/j.apmr.2012.11.024
  19. Dziedzic, K., Nicholls, E., Hill, S., Hammond, A., Handy, J., Thomas, E., & Hay, E. (2015). Self-management approaches for osteoarthritis in the hand: a 2x2 factorial randomised trial. Ann Rheum Dis, 74(1), 108-118. doi:10.1136/annrheumdis-2013-203938
  20. Ebell, M. H. (2018). Osteoarthritis: Rapid Evidence Review. American family physician, 97(8), 523-526. Retrieved from https://www.embase.com/search/results?subaction=viewrecord&id=L628413516&from=export
  21. Farhadian, M., Morovati, Z., & Shamsoddini, A. (2019). Effect of Kinesio Taping on Pain, Range of Motion, Hand Strength, and Functional Abilities in Patients with Hand Osteoarthritis: A Pilot Randomized Clinical Trial. Arch Bone Jt Surg, 7(6), 551-560.
  22. Farhadian, M., Morovati, Z., Shamsoddini, A., & Aghdam, H. A. (2018). Comparing the effectiveness of kinesio taping and hand exercise on pain, range of motion and grip strength in patients with hand osteoarthritis. Journal of Mazandaran University of Medical Sciences, 28(164), 137-145. Retrieved from https://www.embase.com/search/results?subaction=viewrecord&id=L623855919&from=export
  23. Favaro L, F. M., Baffoni L. (1994). Successful treatment of hand erosive osteoarthritis by infrared radiation. Eur J Phys Rehab Med, 30, 45-48.
  24. Fortunati, N. A., Fioravanti, A., Seri, G., Cinelli, S., & Tenti, S. (2016). May spa therapy be a valid opportunity to treat hand osteoarthritis? A review of clinical trials and mechanisms of action. International journal of biometeorology, 60(1), 1-8. Retrieved from https://www.embase.com/search/results?subaction=viewrecord&id=L616617215&from=export http://dx.doi.org/10.1007/s00484-015-1030-x
  25. Gomes Carreira, A. C., Jones, A., & Natour, J. (2010). Assessment of the effectiveness of a functional splint for osteoarthritis of the trapeziometacarpal joint on the dominant hand: a randomized controlled study. J Rehabil Med, 42(5), 469-474. doi:10.2340/16501977-0542
  26. Gravås, E. M. H., Østerås, N., Nossum, R., Eide, R. E. M., Klokkeide, Å., Matre, K. H., . . . Kjeken, I. (2019). Does occupational therapy delay or reduce the proportion of patients that receives thumb carpometacarpal joint surgery? A multicentre randomised controlled trial. RMD Open, 5(2), e001046.
  27. Gyarmati, N., Kulisch, A., Nemeth, A., Bergmann, A., Horvath, J., Mando, Z., . . . Bender, T. (2017). Evaluation of the Effect of Heviz Mud in Patients with Hand Osteoarthritis: A Randomized, Controlled, Single-Blind Follow-Up Study. Isr Med Assoc J, 19(3), 177-182.
  28. Hamasaki, T., Laprise, S., Harris, P. G., Bureau, N. J., Gaudreault, N., Ziegler, D., & Choinière, M. (2020). Efficacy of Nonsurgical Interventions for Trapeziometacarpal (Thumb Base) Osteoarthritis: A Systematic Review. Arthritis Care and Research, 72(12), 1719-1735. Retrieved from https://www.embase.com/search/results?subaction=viewrecord&id=L2007412559&from=export http://dx.doi.org/10.1002/acr.24084
  29. Hammond, A., Jones, V., & Prior, Y. (2016). The effects of compression gloves on hand symptoms and hand function in rheumatoid arthritis and hand osteoarthritis: a systematic review. Clinical rehabilitation, 30(3), 213-224. Retrieved from https://www.embase.com/search/results?subaction=viewrecord&id=L615100776&from=export http://dx.doi.org/10.1177/0269215515578296
  30. Healy, A., Farmer, S., yan, A., & Chockalingam, N. (2018). A systematic review of randomised controlled trials assessing effectiveness of prosthetic and orthotic interventions. PLoS ONE, 13(3). Retrieved from https://www.embase.com/search/results?subaction=viewrecord&id=L621227650&from=export http://dx.doi.org/10.1371/journal.pone.0192094
  31. Hermann, M., Nilsen, T., Eriksen, C. S., Slatkowsky-Christensen, B., Haugen, I. K., & Kjeken, I. (2014). Effects of a soft prefabricated thumb orthosis in carpometacarpal osteoarthritis. Scand J Occup Ther, 21(1), 31-39. doi:10.3109/11038128.2013.851735
  32. Higgins, J. P., Altman, D. G., Gøtzsche, P. C., Jüni, P., Moher, D., Oxman, A. D., . . . Sterne, J. A. (2011). The Cochrane Collaboration's tool for assessing risk of bias in randomised trials. Bmj, 343, d5928. doi:10.1136/bmj.d5928
  33. Jamison, R. N., Mei, A., Edwards, R. R., & Ross, E. L. (2018). Efficacy of vibrating gloves for chronic hand pain due to osteoarthritis. Pain Medicine (United States), 19(5), 1044-1057. Retrieved from https://www.embase.com/search/results?subaction=viewrecord&id=L625267112&from=export http://dx.doi.org/10.1093/pm/pnx230
  34. Kang, T. W., Lee, J. H., Park, D. H., & Cynn, H. S. (2019). Effects of a finger exercise program on hand function in automobile workers with hand osteoarthritis: A randomized controlled trial. Hand Surg Rehabil, 38(1), 59-66.
  35. Kasapoğlu Aksoy, M., & Altan, L. (2018). Short-term efficacy of paraffin therapy and home-based exercise programs in the treatment of symptomatic hand osteoarthritis. Turk J Phys Med Rehabil, 64(2), 108-113.
  36. Kasapoglu Aksoy, M., Altan, L., Eroksuz, R., & Metin Okmen, B. (2017). The efficacy of peloid therapy in management of hand osteoarthritis: a pilot study. Int J Biometeorol, 61(12), 2145-2152. doi:10.1007/s00484-017-1419-9
  37. Kjeken, I., Darre, S., Smedslund, G., Hagen, K. B., & Nossum, R. (2011). Effect of assistive technology in hand osteoarthritis: a randomised controlled trial. Ann Rheum Dis, 70(8), 1447-1452. doi:10.1136/ard.2010.148668
  38. Kloppenburg, M., Boyesen, P., Visser, A. W., Haugen, I. K., Boers, M., Boonen, A., . . . van der Heijde, D. M. (2015). Report from the OMERACT Hand Osteoarthritis Working Group: Set of Core Domains and Preliminary Set of Instruments for Use in Clinical Trials and Observational Studies. J Rheumatol, 42(11), 2190-2197. doi:10.3899/jrheum.141017
  39. Kloppenburg, M., Kroon, F. P., Blanco, F. J., Doherty, M., Dziedzic, K. S., Greibrokk, E., . . . Carmona, L. (2019). 2018 update of the EULAR recommendations for the management of hand osteoarthritis. Ann Rheum Dis, 78(1), 16-24. doi:10.1136/annrheumdis-2018-213826
  40. Kroon, F. P. B., Carmona, L., Schoones, J. W., & Kloppenburg, M. (2018). Efficacy and safety of non-pharmacological, pharmacological and surgical treatment for hand osteoarthritis: a systematic literature review informing the 2018 update of the EULAR recommendations for the management of hand osteoarthritis. RMD Open, 4(2), e000734. doi:10.1136/rmdopen-2018-000734
  41. Loyley, M. S. T., Davis, L., Worsley, P. & Adams, J. (2019). E054 comparison of the functional impact of verum and placebo thumb base orthoses: a proof of concept study. Rheumatology, 58: Suppl 3. doi: 10.1093/rheumatology/kez110.053
  42. Magni, N. E., McNair, P. J., & Rice, D. A. (2017). The effects of resistance training on muscle strength, joint pain, and hand function in individuals with hand osteoarthritis: a systematic review and meta-analysis. Arthritis Res Ther, 19(1), 131. doi:10.1186/s13075-017-1348-3
  43. Marotta, N., Demeco, A., Marinaro, C., Moggio, L., Pino, I., Barletta, M., . . . Ammendolia, A. (2021). Comparative Effectiveness of Orthoses for Thumb Osteoarthritis: A Systematic Review and Network Meta-analysis. Arch Phys Med Rehabil, 102(3), 502-509. doi:10.1016/j.apmr.2020.06.012
  44. Meireles, S. M., Jones, A., & Natour, J. (2019). Orthosis for rhizarthrosis: A systematic review and meta-analysis. Semin Arthritis Rheum, 48(5), 778-790. doi:10.1016/j.semarthrit.2018.07.013
  45. Nafai, S., Stevens-Nafai, E., Salman, H. The Effectiveness of Hand Exercise and Thermal Modalities Agents in Managing Osteoarthritis and Rheumatoid Arthritis in Hands: Randomized Controlled Study. Am J Occup Ther July 2017, Vol. 71(4_Supplement_1), 7111520286p1. doi: https://doi.org/10.5014/ajot.2017.71S1-PO4025
  46. Orlova, E. (2020) Efficiency of complex rehabilitation program in patients with osteoarthritis. Ann Rheum Dis, 79: suppl 1. Doi: 10.1136/annrheumdis-2020-eular.6381
  47. Osteras, N., Kjeken, I., Smedslund, G., Moe, R. H., Slatkowsky-Christensen, B., Uhlig, T., & Hagen, K. B. (2017). Exercise for Hand Osteoarthritis: A Cochrane Systematic Review. J Rheumatol, 44(12), 1850-1858. doi:10.3899/jrheum.170424
  48. Perez-Marmol, J. M., Garcia-Rios, M. C., Ortega-Valdivieso, M. A., Cano-Deltell, E. E., Peralta-Ramirez, M. I., Ickmans, K., & Aguilar-Ferrandiz, M. E. (2017). Effectiveness of a fine motor skills rehabilitation program on upper limb disability, manual dexterity, pinch strength, range of fingers motion, performance in activities of daily living, functional independency, and general self-efficacy in hand osteoarthritis: A randomized clinical trial. J Hand Ther, 30(3), 262-273. doi:10.1016/j.jht.2016.12.001
  49. Pham, T., van der Heijde, D., Altman, R. D., Anderson, J. J., Bellamy, N., Hochberg, M., . . . Dougados, M. (2004). OMERACT-OARSI initiative: Osteoarthritis Research Society International set of responder criteria for osteoarthritis clinical trials revisited. Osteoarthritis Cartilage, 12(5), 389-399. doi:10.1016/j.joca.2004.02.001
  50. Rannou, F., Dimet, J., Boutron, I., Baron, G., Fayad, F., Mace, Y., . . . Poiraudeau, S. (2009). Splint for base-of-thumb osteoarthritis: a randomized trial. Ann Intern Med, 150(10), 661-669. doi:10.7326/0003-4819-150-10-200905190-00003
  51. Robbins, S.R., Duong, V., Deveza, L., Fu, K., Oo, W., Riordan, E.A., . . . Hunter, D.J. (2019) Effect of combined conservative therapies on clinical outcomes in patients with thumb base osteoarthritis (COMBO): a randomised controlled trial. Osteoarthritis & Cartilage, 27: suppl 1 s32-s33. Doi: 10.1016/j.joca.2019.02.048
  52. Rocchi, L., Merolli, A., Giordani, L., Albensi, C., & Foti, C. (2017). Trapeziometacarpal joint osteoarthritis: a prospective trial on two widespread conservative therapies. Muscles Ligaments Tendons J, 7(4), 603-610. doi:10.11138/mltj/2017.7.4.603
  53. Roll, S. C., & Hardison, M. E. (2017). Effectiveness of Occupational Therapy Interventions for Adults With Musculoskeletal Conditions of the Forearm, Wrist, and Hand: A Systematic Review. Am J Occup Ther, 71(1), 7101180010p7101180011-7101180010p7101180012.
  54. Sillem, H., Backman, C. L., Miller, W. C., & Li, L. C. (2011). Comparison of two carpometacarpal stabilizing splints for individuals with thumb osteoarthritis. J Hand Ther, 24(3), 216-225; quiz 126; discussion 227-230. doi:10.1016/j.jht.2010.12.004
  55. Silva, F.C., Adolph, S., Silva, R.D., & Natour, J. (2017). THU0728-HPR Comparison of the effectiveness of functional and night splint for rhizarthrosis: one-year follow-up of a controlled, randomized, blinded clinical trial. Annals of the Rheumatic Diseases, 76, 1478 - 1479.
  56. Silva, P. G., de Carvalho Silva, F., da Rocha Corrêa Fernandes, A., & Natour, J. (2020). Effectiveness of Nighttime Orthoses in Controlling Pain for Women With Hand Osteoarthritis: A Randomized Controlled Trial. Am J Occup Ther, 74(3), 7403205080p7403205081-7403205080p7403205010. doi:10.5014/ajot.2020.033621
  57. Stamm, T. A., Machold, K. P., Smolen, J. S., Fischer, S., Redlich, K., Graninger, W., . . . Erlacher, L. (2002). Joint protection and home hand exercises improve hand function in patients with hand osteoarthritis: a randomized controlled trial. Arthritis Rheum, 47(1), 44-49. doi:10.1002/art1.10246
  58. Stange-Rezende, L., Stamm, T. A., Schiffert, T., Sahinbegovic, E., Gaiger, A., Smolen, J., & Machold, K. P. (2006). Clinical study on the effect of infrared radiation of a tiled stove on patients with hand osteoarthritis. Scand J Rheumatol, 35(6), 476-480. doi:10.1080/03009740600906719
  59. Stoffer-Marx, M. A., Klinger, M., Luschin, S., Meriaux-Kratochvila, S., Zettel-Tomenendal, M., Nell-Duxneuner, V., . . . Stamm, T. A. (2018). Functional consultation and exercises improve grip strength in osteoarthritis of the hand - a randomised controlled trial. Arthritis Res Ther, 20(1), 253. doi:10.1186/s13075-018-1747-0
  60. Stukstette, M. J., Dekker, J., den Broeder, A. A., Westeneng, J. M., Bijlsma, J. W., & van den Ende, C. H. (2013). No evidence for the effectiveness of a multidisciplinary group based treatment program in patients with osteoarthritis of hands on the short term; results of a randomized controlled trial. Osteoarthritis Cartilage, 21(7), 901-910. doi:10.1016/j.joca.2013.03.016
  61. Stukstette MJ, v. d. E. C., Hoogeboom TJ, Noort-van der Laan W, Bijlsma JW, Dekker J. (2014). In patients with hand osteoarthritis there is no evidence that a booster session after multidisciplinary treatment is effective; Results of a Randomised Controlled Trial. Journal of Hand Therapy, 27(2), E2-E3.
  62. Tveter, A., Nossum, R., Eide, R., Klokkeide, A., Hoegh Matre, K., Olsen, M., Andreassen, Ø., Østeras, N., Kjeken, I. Short-term effect of occupational therapy intervention on hand function and pain in patients with thumb base osteoarthritis - Secondary analyses of a randomized controlled trial. Osteoarthritis and Cartilage, Volume 27, S85. Doi: 10.1016/j.joca.2019.02.121
  63. Tveter, A. T., Østerås, N., Nossum, R., Eide, R. E. M., Klokkeide, Å., Hoegh Matre, K., . . . Kjeken, I. (2020). Short-term effects of occupational therapy on hand function and pain in patients with carpometacarpal osteoarthritis: secondary analyses from a randomized controlled trial. Arthritis Care Res (Hoboken). doi:10.1002/acr.24543
  64. Tveter, A., Kleven, L., Østeras, N., Nossum, R., Eide, R., Klokkeide, A., Matre, K., Olsen, M., Andreassen, Ø., Kjeken, I. Cost-utility analysis of multimodal occupational therapy in patients with thumb base osteoarthritis. Osteoarthritis and Cartilage, Volume 28, S439. Doi: 10.1016/j.joca.2020.02.683
  65. Vegt, A. E., Grond, R., Gruschke, J. S., Boomsma, M. F., Emmelot, C. H., Dijkstra, P. U., & Sluis, C. K. (2017). The effect of two different orthoses on pain, hand function, patient satisfaction and preference in patients with thumb carpometacarpal osteoarthritis: a multicentre, crossover, randomised controlled trial. Bone Joint J, 99-b(2), 237-244. doi:10.1302/0301-620x.99b2.37684
  66. Veronese, N., Smith, L., Bolzetta, F., Cester, A., Demurtas, J., & Punzi, L. (2021). Efficacy of conservative treatments for hand osteoarthritis : An umbrella review of interventional studies. Wien Klin Wochenschr, 133(5-6), 234-240. doi:10.1007/s00508-020-01702-0
  67. Villafane, J. H., Cleland, J. A., & Fernandez-de-Las-Penas, C. (2013). The effectiveness of a manual therapy and exercise protocol in patients with thumb carpometacarpal osteoarthritis: a randomized controlled trial. J Orthop Sports Phys Ther, 43(4), 204-213. doi:10.2519/jospt.2013.4524
  68. Wajon, A., & Ada, L. (2005). No difference between two splint and exercise regimens for people with osteoarthritis of the thumb: a randomised controlled trial. Aust J Physiother, 51(4), 245-249. doi:10.1016/s0004-9514(05)70005-2
  69. Watt, F. E., Kennedy, D. L., Carlisle, K. E., Freidin, A. J., Szydlo, R. M., Honeyfield, L., . . . Vincent, T. L. (2014). Night-time immobilization of the distal interphalangeal joint reduces pain and extension deformity in hand osteoarthritis. Rheumatology (Oxford), 53(6), 1142-1149. doi:10.1093/rheumatology/ket455
  70. Weiss, S., LaStayo, P., Mills, A., & Bramlet, D. (2000). Prospective analysis of splinting the first carpometacarpal joint: an objective, subjective, and radiographic assessment. J Hand Ther, 13(3), 218-226. doi:10.1016/s0894-1130(00)80005-8
  71. Weiss, S., Lastayo, P., Mills, A., & Bramlet, D. (2004). Splinting the degenerative basal joint: custom-made or prefabricated neoprene? J Hand Ther, 17(4), 401-406.
  72. Wouters, R. M., Tsehaie, J., Slijper, H. P., Hovius, S. E. R., Feitz, R., & Selles, R. W. (2019). Exercise Therapy in Addition to an Orthosis Reduces Pain More Than an Orthosis Alone in Patients With Thumb Base Osteoarthritis: A Propensity Score Matching Study. Arch Phys Med Rehabil, 100(6), 1050-1060. doi:10.1016/j.apmr.2018.11.010

Research question: What is the effectiveness of exercise in patients with hand osteoarthritis?

Study reference

Study characteristics

Patient characteristics

Intervention (I)

Comparison / control (C)

 

Follow-up

Outcome measures and effect size

Kroon, 2018

 

individual study characteristics deduced from Kroon, 2018

 

SLR and meta-analysis of RCTs

 

Literature search up to the 6th of June 2017

 

A: Østeras, 2017

 

Study design:

A: SLR (6 RCT, 1 CO)

 

Setting and Country: NR in SLR

 

Source of funding and conflicts of interest: NR; none

N [intervention/control]

A: 534

 

Mean age (SD), yrs

[intervention/control]

A: 60-81

 

Sex, % female

[intervention/control]

A: median 90

 

OA location, definition

A: Hand (6) or CMC (1), ACR or clinical diagnosis

A: Hand exercise, 6-12 months

A: no exercise (N=6); different CMC exercise programme (N=1), 6-12 months

 

End-point of follow-up:

NR in the SLR

 

For how many participants were no complete outcome data available?

(intervention/control)

NR in the SLR

 

 

 

Pooled effect

 

Outcome measure: Pain

A: Effect estimates (95% CI): SMD −0.27 (−0.47 to −0.07)*

 

Outcome measure: Function

A: Effect estimates (95% CI): SMD −0.28 (−0.58 to 0.02)*

 

Outcome measure: OARSI_OMERACT criteria

A: Effect estimates (95% CI): RR 2.8 (1.4 to 5.6)*

 

Outcome measure: Grip strength

A: Effect estimates (95% CI): SMD 0.34 (−0.01 to 0.69)*

 

Update

Kang 2019

Study design: RCT

 

Setting and country: male career workers recruited from an automobile assembly line, South Korea

 

Source of funding and conflicts of interest: NR; none

Inclusion criteria:

  • diagnosis of HOA according to ACR,

 

Exclusion criteria

  • presence of cognitive disorder
  • history of recent serious trauma
  • history of recent surgery for OA or other major operations
  • having received a corticosteroid injection in a hand joint in the prior 2 months

 

N [intervention/control]

15/14

 

Mean age (SD), yrs [intervention/control]

46.7 (4.6) / 47.9 (4.0)

 

Sex, % female [intervention/control]

0 / 0

 

OA location, definition

Hand, ACR

Hand exercise 30 min/day, 5 times a week, 8 weeks. + Paraffin bath 30 min/day, 5 times a week, 8 weeks

 

 

 

Paraffin bath 30 min/day, 5 times a week, 8 weeks

 

End point of follow-up:

8 weeks

 

Loss-to-follow-up [intervention/control]:

0/0

 

Incomplete outcome data:

NR

Outcome measure: Pain (AUSCAN)

Mean within group difference (SD): 21.6 (8.3) vs. 7.9 (5.5), p=0.00

 

Outcome measure Grip strength

Mean within group difference (SD): 3.5 (2.0) vs. 0.6 (0.6), p=0.00

 

Outcome measure: Function (AUSCAN)

Mean within group difference (SD): 13.9 (4.5) vs. 10.3 (14.4), p=0.37

 

 

 

 

Wouters, 2019

Study design: Cohort study

 

Setting and Country: 13 outpatient clinics for hand therapy and surgery, The Netherlands

 

Source of funding and conflicts of interest: Handtherapie Nederland, Xpert Clinic, Erasmus MC Rotterdam, and Geert Geertsen Foundation; none

Inclusion criteria:

  • adult
  • diagnosed with E-L stages I-IV CMC-1 OA

 

Exclusion criteria

  • secondary CMC-1 OA (ie, due to Bennett’s fracture)
  • comorbidity interfering with treatment or outcome (ie, Quervain’s tenosynovitis)
  • previous surgery interfering with treatment or outcome
  • steroid injection <6 weeks in hand or wrist

 

N [intervention/control]

42 / 42

 

Mean age (SD), yrs [intervention/control]

60.8 (9.1) / 58.9(7.6)

 

Sex, % female [intervention/control]

73.8 / 76.2

 

OA location, definition

CMC-1, Rx E-L

Splint (custom-made, thermoplast, CMC/MCP) 3 months (use full time first 6 wks, usage reduced wk 6-3mo

 

 

Splint (custom-made, thermoplast, CMC/MCP) 3 months (use full time first 6 wks, usage reduced wk 6-3mo) + exercise program (3 months)

 

 

End point of follow-up:

3 months

 

Loss-to-follow-up [intervention/control]:

NA

 

Incomplete outcome data [intervention/control]:

NR

Outcome measure: Pain (VAS) at rest

Mean between group difference (95% CI): 11.1 (1.9 to 20.3)*

 

Outcome measure: Pain (VAS) during physical load

Mean between group difference (95% CI): 22.7 (13.6 to 31.0)*

 

Outcome measure: Function (MHQ)

Mean between group difference (p-value): 4.4 (0.071)*

 

Values are mean (SD) or median (min–max).

*In favour of the intervention group. †In favour of the control group.

ACR, American College of Rheumatology; AUSCAN, Australian/Canadian Hand Osteoarthritis Index; CMC, first carpometacarpal joint; CO, cross-over trial; MHQ, Michigan Hand Outcomes Questionnaire; N, number; NR, not reported; OA, osteoarthritis; RCT, randomised controlled trial; SLR, systematic literature review; SMD, standardized mean difference.

 

Research question: What is the effectiveness of joint protection in patients with hand osteoarthritis?

Study reference

Study characteristics

Patient characteristics

Intervention (I)

Comparison / control (C)

 

Follow-up

Outcome measures and effect size

Kroon, 2018

 

individual study characteristics deduced from Kroon, 2018

 

SLR and meta-analysis of RCTs

 

Literature search up to the 6th of June 2017

 

A: Dziedzic, 2015

 

Study design:

A: RCT

 

Setting and Country:

NR in SLE

 

Source of funding and conflicts of interest: NR; none

N [intervention/control]

A: 62/65/65/65

 

Mean age (SD), yrs

[intervention/control]

A: 65.5(8.6) / 64.5(9.0) / 66.0(9.3) / 67.2(9.5)

 

Sex, % female

[intervention/control]

A: 69/63/71/62

 

OA location, definition

A: ACR

 

A: Group-based joint protection programme (including splints) (JP+, HEx–), 4 sessions in 4 weeks

 

A1: Group-based exercise programme (HEx+, JP–), 4 sessions in 4 weeks       

A2: Group-based combination programme: education, joint protection (including splints), exercise (JP+, HEx+), 4 sessions in 4 weeks

A3: Education alone (JP–, HEx–), 4 weeks

 

End-point of follow-up:

NR in the SLR

 

For how many participants were no complete outcome data available?

(intervention/control)

NR in the SLR

 

 

 

Outcome measure: Pain

A: Effect estimates (95% CI): MD −0.79 (−1.7 to 0.12) on AUSCAN

pain scale (range 0–20)*

 

Outcome measure: Function

A: Effect estimates (95% CI): MD −0.6 (−1.9 to 1.1) on AUSCAN

function scale (range 0–36)*

 

Outcome measure: OARSI_OMERACT criteria

A: Effect estimates (95% CI): OR 2.1 (1.1 to 4.0)*

 

Outcome measure: Grip strength

A: Effect estimates (95% CI): MD −0.47 (−1.9 to 0.94) kg†

 

Values are mean (SD) or median (min–max).

*In favour of the intervention group. †In favour of the control group.

ACR, American College of Rheumatology; AUSCAN, Australian/Canadian Hand Osteoarthritis Index; HEx, home exercise; JP, joint protection; MD, mean difference; N, number; NR, not reported; OA, osteoarthritis; OR, odds ratio; RCT, randomised controlled trial; Systematic literature review.

 

Research question: What is the effectiveness of splints in patients with hand osteoarthritis?

Study reference

Study characteristics

Patient characteristics

Intervention (I)

Comparison / control (C)

 

Follow-up

Outcome measures and effect size

Kroon, 2018

 

individual study characteristics deduced from Kroon, 2018

 

SR and meta-analysis of RCTs

 

Literature search up to the 6th of June 2017

 

A: Adams, 2014

B: Arazpour, 2016

C: Bani, 2013

D: Becker, 2013

E: Cantero-Tellez, 2016

F: Gomes-Carreira, 2010

G: Hermann, 2013

H: Rannou, 2009

I: Sillem, 2011

J: Wajon, 2005

K: Watt, 2014

L: Weiss, 2000

M: Weiss, 2014

N: van der Vegt, 2017

 

Study design:

A: RCT (A)

B: RCT

C: CO (WA+)

D: RCT

E: CCT

F: RCT

G: RCT

H: RCT

I: CO (WA-)

J: RCT

K: CCT

L: CO (WA-)

M: CO (WA-)

N: CO (WA+)

 

Setting and Country:

NR in SLE

 

Source of funding and conflicts of interest: NR; none

N [intervention/control]

A: 9/9/9

B: 16/9

C: 24/11

D: 58/61

E: 44/40

F: 20/20

G: 30/29

H: 57/55

I: 56

J: 19/21

K: 26/26

L: 26

M: 25

N: 63

 

Mean age (SD), yrs

[intervention/control]

A: 61.2 (9.4)

B: 50.2 (5.7) / 52.3 (6.4)

C: 53.4 / 54.9 / 58.6

D: 62.8 (7.7)/ 63.3 (8.5)

E: 59.7 (9.6) / 60.5 (9.8)      

F: 62.8 (8.5) / 65.1 (10.1)

G: 70.7 (7.3) / 70.2 (6.2)

H: 63.0 (7.9) / 63.5 (7.6)

I: 64.1 (8.6)

J: 59.7 (9.0) / 61.2 (12.5)

K: 63 (51–78)

L: 57 (36–88)

M: NR

N: 60.1 (8.2)

 

Sex, % female

[intervention/control]

A: 78

B: 87/88

C: 67/75/73

D: 80/75

E: 93/90

F: 100/90

G: 97/100

H: 93/85

I: 91

J: 74/81

K: 88

L: 81

M: 84

N: 70

 

OA location, definition

A: CMC, NR

B: CMC, clinical diagnosis and E-L stage I–II

C: CMC, clinical diagnosis and E-L stage I-II

D: CMC, clinical diagnosis

E: CMC, clinical and Rx diagnosis

F: CMC, clinical diagnosis and E-L stage II–III

G: CMC, ACR, thumb pain

H: CMC, clinical and Rx diagnosis

I: CMC, clinical diagnosis

J: CMC, clinical diagnosis and E-L stage I–III

K: DIP, ACR, Rx damage DIP

L: CMC, clinical and Rx diagnosis

M: CMC, clinical diagnosis and E-L stage I–II

N: CMC, clinical and Rx diagnosis

 

A: Splint+occupational therapy, 4 weeks (NR)

B: Splint (custom-made, thermoplast, CMC), 4 weeks (use during ADLs, not at night)

C: Splint (custom-made, thermoplast), 4 weeks (use during ADLs, not at night)                      

D: Splint (custom-made, thermoplast, CMC/MCP), 8–10 weeks (use as needed during ADLs and at night)                   

E: Splint (custom-made, thermoplast, CMC/MCP), 12 weeks (use during ADLs (3–4 hours/day) and at night)

F: Splint (custom-made, CMC/MCP), 12 weeks (NR)

G: Splint+hand exercises (prefabricated, fabrifoam,

CMC/MCP), 8 weeks (use as needed)

H: Splint (custom-made, neoprene, CMC/MCP), 1 year (use at night)

I: Splint (custom-made, neoprene, CMC/MCP), 4 weeks (use when symptomatic, during heavy tasks and at night if preferred)

J: Splint (custom-made, thermoplast, CMC) +abduction exercise regimen, 2 weeks splint only, 4 weeks splint

+exercise (use full-time)

K: Splint (custom-made, thermoplast, DIP), 12 weeks (use at night)

L: Splint (custom-made, thermoplast, CMC), 1 week (use when symptomatic)

M: Splint (custom-made, thermoplast, CMC), 1 week (use when symptomatic)

N: Splint (custom-made, thermoplast, CMC/MCP), 2 weeks (NR)

 

 

A1: Placebo splint+occupational therapy, 4 weeks (NR)

A2: Occupational therapy only, 4 weeks (NR)

B: No intervention

C1: Splint (prefabricated, neoprene, CMC/MCP), 4 weeks (use during ADLs, not at night)

C2: No intervention, 4 weeks

D: Splint (prefabricated, neoprene, CMC), 8–10 weeks (use as needed during ADLs

and at night)

E: Splint (custom-made, thermoplast, CMC), 12 weeks (use during ADLs (3–4 hours/

day) and at night)

F: No intervention, 12 weeks (NR)

G: Hand exercises, 8 weeks (use as needed)         

H: Usual care

I: Splint (prefabricated, neoprene, IP to wrist), 4 weeks (use when symptomatic, during

heavy tasks and at night if preferred)

J: Splint (custom-made, thermoplast, CMC/MCP) + pinch exercise regimen, 2 weeks splint only, 4 weeks splint + exercise (use full-time)

K: No intervention                        

L: Splint (custom-made, thermoplast, CMC to wrist), 1 week (use when symptomatic)

M: Splint (prefabricated, neoprene, CMC/MCP), 1 week (use when symptomatic)

N: Splint (prefabricated, semirigid, CMC), 2 weeks (NR)

 

 

End-point of follow-up:

NR in the SLR

 

 

 

For how many participants were no complete outcome data available?

(intervention/control)

NR in the SLR

 

 

Primary outcome measures

A: AUSCAN pain

B: NR

C: NR

D: DASH

E: NR

F: VAS pain

G: NRS pain

H: VAS pain

I: AUSCAN pain

J: NR

K: NRS pain

L: NR

M: NR

N: VAS pain

 

Thumb splints vs usual care or no intervention

Outcome measure: Pain

Effect estimates (95% CI):

B F G H: MD −2.9 (−12.2 to 6.5) on 100 mm VAS*

F H: MD −17.4 (−25.6 to −9.2) on 100 mm

VAS*

 

Outcome measure: Function

Effect estimates (95% CI):

B H: SMD 0.24 (−0.11 to 0.60)†

H: MD −6.3 (−10.9 to −1.7) on Cochin hand function scale (range 0–90)*

 

Outcome measure: Grip strength

Effect estimates (95% CI):
F G: SMD 0.39 (−0.35 to 1.1)*

F: MD 0.8 (−3.1 to 4.7) kg*

 

Long thumb splint

(MCP+CMC joint) vs Short thumb splint (only CMC

joint)

Outcome measure: Pain

Effect estimates (95% CI):

D E J: MD −0.85 (−5.1 to 3.4) on 100 mm VAS*

 

Outcome measure: Function

Effect estimates (95% CI):

D E: MD 1.7 (−0.94 to 4.3)†

 

DIP splint vs no intervention

Outcome measure: Pain

Effect estimates (95% CI):

M: Median difference 0.5 (range −7 to 3.5, p=0.53) on 10 cm VAS*

 

Outcome measure: Function

M: No between-group difference

Update

Can, 2020

Study design: RCT

 

Setting and country: Outpatient hand clinic, Turkey

 

Source of funding and conflicts of interest: NR, NR

Inclusion criteria:

  • Thumb CMC OA
  • Admission to an outpatient hand clinic

 

Exclusion criteria

  • Prior treatment for thumb CMC OA within the previous 6 months;
  • posttraumatic OA;
  • previous hand surgery;
  • inflammatory hand involvement;
  • neurologic hand involvement;
  • clinical signs of carpal tunnel syndrome, Dupuytren’s contracture, de Quervain tenosynovitis, and trigger finger;
  • peripheral vascular disease;
  • cognitive dysfunction;
  • skin disease interfering with wearing a splint;
  • pregnancy.

 

N [intervention/control]

40 / 40

 

Mean age (SD), yrs [intervention/control]

56.1 (7.5) / 56.6 (9.2)

 

Sex, % female [intervention/control]

91.7 / 89.3

 

OA location, definition

Thumb CMC; clinical diagnosis and Rx

Splint (prefabricated, neoprene, CMC/MCP), 6 weeks (use full-time) + information

 

 

Information

 

End point of follow-up:

6 weeks

 

Loss-to-follow-up [intervention/control]:

5/12

 

Incomplete outcome data [intervention/control]:

NR

Outcome measure: Pain (AUSCAN)

Pre-post mean difference (SD): NR p<0.001

 

Outcome measure: Function (AUSCAN)

Pre-post mean difference (SD): NR p<0.001

 

Outcome measure: Function (Q-DASH)

Pre-post mean difference (SD): NR p<0.001

 

Outcome measure: Grip strength

Pre-post mean difference (SD): NR p<0.001

 

Outcome measure: Pinch strength

Pre-post mean difference (SD): NR p=0.001

 

Cantero-Téllez, 2018

Study design: RCT

 

Setting and country: Tecan Hand Center clinic, Spain

 

Source of funding and conflicts of interest: None, none

Inclusion criteria:

  • thumb CMC OA in dominant hand
  • Grade 2-3 E-L
  • VAS pain >40 during ADL

 

Exclusion criteria

  • Neurological disorder affecting the upper limb
  • previous treatment or surgery for their hand problem in the past 6 months (including fracture, injury, hand or finger tenosynovitis, or Dupuytren’s disease)
  • intra-articular joint injection to the wrist, fingers, or thumb
  • > 4 points on BDI or > 30 points STAI
  • not complete the QuickDASH
  • previously received any type of hand orthosis for this problem

 

N [intervention/control]

33 /33

 

Mean age (SD), yrs [intervention/control]

63.7 (10.3) / 63.8 (8.9)

 

Sex, % female [intervention/control]

81.8 / 84.8

 

OA location, definition

Thumb CMC; Rx E-L

Splint (custom-made, thermoplast, CMC/MCP), 1 week (use at night + 3-4 hours during ADL)

 

Splint (custom-made, thermoplast, CMC), 1 week (use at night + 3-4 hours during ADL)

 

End point of follow-up:

1 week

 

Loss-to-follow-up [intervention/control]:

NR

 

Incomplete outcome data [intervention/control]: 5

Outcome measure: Pain (VAS)

Effect estimates (95% CI): MD 0.7 (-3.9 to 5.1)*

 

Outcome measure: Function (QuickDASH)

Effect estimates (95% CI): MD 0.4 (-3.4 to 2.7) †

 

 

Silva, 2020

Study design: RCT

 

Setting and country: Outpatient clinic Universidade Federal de Sao Paulo, Brazil

 

Source of funding and conflicts of interest: Sao Paulo Research Foundation, NR

Inclusion criteria:

  • women
  • > 40 years old
  • Hand OA in 2nd or 3rd finger of both of the dominant hand
  • NRS pain 3-8
  • Stable pharmacological treatment for preceding 3 weeks

 

Exclusion criteria

  • Secondary hand OA
  • Neurological and skeletal muscle disease that could compromise the upper limb,
  • Cognitive deficit that could obstruct the comprehension of assessment instruments.

 

N [intervention/control]

26 / 26

 

Mean age (SD), yrs [intervention/control]

64.1 (8.4) / 63.5 (7.8)

Sex, % female [intervention/control]

 

OA location, definition

DIP/PIP, ACR

Splint (custom-made gutter, thermoplast, DIP and PIP), 6 months (use at night) + educational program 3 x 40-min sessions

Educational program 3 x 40-min sessions

End point of follow-up:

180 days

 

Loss-to-follow-up [intervention/control]:

1/0

 

Incomplete outcome data [intervention/control]:

NR

Outcome measure: Pain at rest (NRS)

Effect estimates (95% CI):

Cohen’s d -1.06 (-1.62 to -0.46)*

 

Outcome measure: Pain during activity (NRS)

Effect estimates (95% CI):

Cohen’s d -0.81 (-1.36 to -0.23)*

 

Outcome measure: Pain (AUSCAN)

Effect estimates (95% CI):

Cohen’s d -0.49 (-1.03 to 0.07)*

 

Outcome measure: Function (AUSCAN)

Effect estimates (95% CI):

Cohen’s d 0.33 (-0.22 to 0.87)*

 

Values are mean (SD) or median (min–max). (A) indicates conference abstract.

*In favour of the intervention group. †In favour of the control group.

ACR, American College of Rheumatology; ADLs, activities of daily living; AUSCAN, Australian/Canadian Hand Osteoarthritis Index; BDI, Beck Depression Inventory; CCT, controlled clinical trial; CMC, first carpometacarpal joint; CO, cross-over trial; DASH, Disabilities of the Arm, Shoulder and Hand; DIP, distal interphalangeal joint; E-L, Eaton-Litter; kgf, kilogram-force; MCP, metacarpal phalangeal joint; MD, mean difference; MPUT, Moberg Pick Up Test; N, number; NR, not reported; NRS, numerical rating scale; OA, osteoarthritis; PIP, proximal interphalangeal joint; SMD, standardized mean difference; RCT, randomised controlled trial; Rx, radiography; SLR, systematic literature review; STAI, State Trait Anxiety Inventory; VAS, visual analogue scale; WA, wash-out period.

 

Research question: What is the effectiveness of assistive devices in patients with hand osteoarthritis?

Study reference

Study characteristics

Patient characteristics

Intervention (I)

Comparison / control (C)

 

Follow-up

Outcome measures and effect size

Kroon, 2018

 

individual study characteristics deduced from Kroon, 2018

 

SLR and meta-analysis of RCTs

 

Literature search up to the 6th of June 2017

 

A: Kjeken, 2011

 

Study design:

A: RCT

 

Setting and Country:

NR in SLE

 

Source of funding and conflicts of interest: NR; none

N [intervention/control]

A: 35/35

 

Mean age (SD), yrs

[intervention/control]

A: 61.1 (6.0) / 59.9 (7.5)

 

Sex, % female

[intervention/control]

A: 97/97

 

OA location, definition

A: ACR

A: Provision of assistive devices+information, 12 weeks (NR)

A: Information alone

End-point of follow-up:

NR in the SLR

 

For how many participants were no complete outcome data available?

(intervention/control)

NR in the SLR

 

 

 

Outcome measures

A: COPM

 

Outcome measure: Pain

A: Effect estimates (95% CI):

MD 0.4 (−9.8 to 10.6) on 100 mm VAS†

 

Outcome measure: Function

A: Effect estimates (95% CI):

MD −0.3 (−0.6 to 0.01) on AUSCAN function scale (range 1–5)*

 

 

 

 

Update

 

 

 

 

 

 

Amaral, 2018

Study design: RCT

 

Setting and country: Rheumatology Outpatient Clinic, Clinics Hospital of Pernambuco, Brazil.

 

Source of funding and conflicts of interest: All study costs were paid by the main researcher, none

Inclusion criteria:

  • diagnosis of HOA according to ACR,
  • report of difficulties in daily life activities

 

Exclusion criteria

  • surgical treatment of hand infiltration,
  • occupational and/or physical therapy
  • use of assistive technology within last 6 months
  • diagnosis of another rheumatic or musculoskeletal disease affecting the hands

 

N [intervention/control]

19/20

 

Mean age (SD), yrs [intervention/control]

59.0 (9.0) / 60.2 (6.2)

 

Sex, % female [intervention/control]

100 / 100

 

OA location, definition

Hand, ACR

Provision of assistive devices+information 4 sessions, 4 weeks. 2 phone calls to reinforce

 

 

 

Guideline leaflet

 

 

End point of follow-up:

30 days and 90 days

 

Loss-to-follow-up [intervention/control]:

2/0

 

Incomplete outcome data [intervention/control]:

NR

Outcome measure: occupational performance (COPM performance)

Post intervention between group difference: p = 0.001 (30 days); p = 0.059 (60 days)

 

Outcome measure: Pain at rest (VAS)

No significant between group difference

 

Outcome measure: Function (SACRAH)

No significant between group difference

 

 

Values are mean (SD) or median (min–max).

*In favour of the intervention group. †In favour of the control group.

ACR, American College of Rheumatology; COPM, Canadian Occupational Performance Measure; MD, mean difference; N, number; NR, not reported; OA, osteoarthritis; RCT, randomised controlled trial; SLR, systematic literature review; VAS, visual analogue scale.

 

Research question: What is the effectiveness of combination programmes in patients with hand osteoarthritis?

Study reference

Study characteristics

Patient characteristics

Intervention (I)

Comparison / control (C)

 

Follow-up

Outcome measures and effect size

Kroon, 2018

 

individual study characteristics deduced from Kroon, 2018

 

SLR and meta-analysis of RCTs

 

Literature search up to the 6th of June 2017

 

A: Boustedt, 2009

B: Dziedzic, 2015

C: Perez-Marmol, 2017

D: Stamm, 2002

E: Stukstette, 2013

F: Stukstette, 2014

G: Villafane, 2013

H: Wajon, 2005

 

Study design: RCT, CCT

A: RCT

B: Factorial RCT

C: RCT

D: CCT

E: RCT

F: RCT (A)

G: RCT

H: RCT

 

Setting and Country:

NR in SLE

 

Source of funding and conflicts of interest: NR; none

N [intervention/control]

A: 22/20

B: 62/65/65/65

C: 25/23

D: 20/20

E: 76/75

F: 147

G: 30/30

H: 19/21

 

Mean age (SD), yrs

[intervention/control]

A: 61 (40–76)/ 61 (50–76)

B: 65.5 (8.6)/ 64.5 (9.0)/ 66.0 (9.3)/ 67.2 (9.5)

C: 82.8 (8.3)/ 79.2 (10)

D: 60.5 (8.3)/ 60.4 (6.4)

E: 60 (7)/ 58 (9)

F: 59 (8)

G: 82 (2)/ 83 (1)

H: 59.7 (9.0)/ 61.2 (12.5)

 

Sex, % female

[intervention/control]

A: 100

B: 69/63/71/62

C: 84/74

D: 85/90

E: 82/84

F: 84

G: 90/80

H: 74/81

 

OA location, definition

A: CMC, clinical and Rx diagnosis

B: ACR

C: Clinical diagnosis

D: ACR

E: ACR

F: ACR

G: CMC, clinical diagnosis and Rx damage

H: CMC, clinical diagnosis and E-L stage I–III

 

A: Group-based combination programme: education, joint protection, exercise, splints, 10 sessions in 5 weeks

B: Group-based joint protection programme (including splints) (JP+, HEx–), 4 sessions in 4 weeks

C: Fine motor skills occupational therapy, 24 sessions in 8 weeks

D: Individual combination programme: education, joint protection, exercise, Single session, 3 months

E: Group-based combination programme: education, joint protection (including splints), exercise, 4 sessions in 12 weeks

F: Group-based booster session after combination

Programme, Single session, 1 year

G: Individual combination programme: manual therapy, Exercise, 12 sessions in 4 weeks

H: Splint (custom-made, thermoplast, CMC)+abduction exercise regimen, 2 weeks splint only, 4 weeks splint+excercise; use full-time

 

A: Group-based joint protection programme

B1: Group-based exercise programme (HEx+, JP–), 4 sessions in 4 weeks          

B2: Group-based combination programme: education, joint protection (including splints), exercise (JP+, HEx+), 4 sessions in 4 weeks

B3: Education alone (JP–, HEx–), 4 weeks

C: Conventional occupational therapy

D: Education alone, 3 months

E: Education alone, 12 weeks

F: No booster session after combination programme, 1 year

G: Sham intervention (non-therapeutic ultrasound of the thumb region), 12 sessions in 4 weeks

H: Splint (custom-made, thermoplast, CMC/

MCP)+pinch exercise regimen, 2 weeks splint only, 4 weeks splint+excercise; use full-time

End-point of follow-up:

NR in the SLR

 

For how many participants were no complete outcome data available?

(intervention/control)

NR in the SLR

 

 

 

Outcome measures

A: NR

B: OARSI-OMERACT responder

C: DASH

D: Grip strength

E: AUSCAN function, OARSI-OMERACT responder

F: AUSCAN function, OARSI-OMERACT responder

G: VAS pain

H: NR

 

Outcome measure: Pain

E: Effect estimates (95% CI): MD 0.40 (−0.50 to 1.3) on AUSCAN pain scale (range 0–20)†

 

Outcome measure: Function

E: Effect estimates (95% CI): MD 0.49 (−1.0 to 2.0) on AUSCAN function scale (range 0–36)*

 

Outcome measure: OARSI_OMERACT criteria

E: Effect estimates (95% CI): OR 0.82 (0.42 to 1.6)†

 

Outcome measure: Grip strength

D E: Effect estimates (95% CI): SMD −0.21 (−0.49 to 0.08)†

Update

Stoffer-Marx, 2018

Study design: RCT

 

Setting and Country: Rheumatology outpatient clinic of the Medical University of Vienna, Austria

 

Source of funding and conflicts of interest: EU Commission Ergotherapie Austria & Physio Austria, Austrian Science fund and österreichische Gesellschaft für Rheumatologie & Rehabilitation.

Inclusion criteria:

  • diagnosed with hand OA according to the ACR criteria or bony swelling of at least one interphalangeal joint of the second to the fifth finger and/or pain or bony swelling of at least one carpometacarpal 1 joint (CMC 1)
  • hand pain >3 (NRS 0-10) at at baseline and at the intervention session

 

Exclusion criteria

  • other rheumatic disease
  • C-reactive protein levels (> 0.5 mg/dl)
  • steroid injections within the last 4 weeks
  • hand surgery within the last year
  • planned to receive steroid injections or surgery during the study period

 

N [intervention/control]

74 / 77

 

Mean age (SD), yrs [intervention/control]

60.1 (10.9) / 59.1 (10.4)

 

Sex, % female [intervention/control]

79.7 / 88.3

 

OA location, definition

Hand, ACR

 

Individual combination programme: education, joint protection (including splints and assistive devices), exercise. 1 session + 1 follow-up consultation after 1 month, 2 months

 

 

 

 

Usual care + massage ball

 

End point of follow-up:

2 months

 

Loss-to-follow-up [intervention/control]:

15 / 8

 

Incomplete outcome data [intervention/control]:

 

Outcome measure: Pain (11-point likert scale)

mean difference (SD) -1.35 (2.38) vs. –0.88 (2.12), p = 0.339*

 

Outcome measure: Function (AUSCAN total score)

mean difference (SD) -1.55 (4.95) vs. -0.63 (4.12), p = 0.316*

 

Outcome measure (Grip strength)

Effect estimates (95%CI): OR 2.572 (1.233 to 5.365)*

 

Tveter, 2020

Study design: RCT

 

Setting and Country: 3 hospitals, Norway

 

Source of funding and conflicts of interest: The Interregional research fund (HELSEFORSK); none

Inclusion criteria:

  • referral by general practitioner to surgical consultation due to CMC joint OA

 

Exclusion criteria

  • not speak Norwegian language
  • cognitive dysfunction

 

N [intervention/control]

90 / 90

 

Mean age (SD), yrs [intervention/control]

62.8 (7.5) / 63.0 (7.6)

 

Sex, % female [intervention/control]

81/ 79

 

OA location, definition

CMC, NR

 

Individual self-management combination programme: education, joint protection (including splints and assistive devices), exercise. 1 session, 3 months

 

 

Written and oral information

 

End point of follow-up:

3-4 months

 

Loss-to-follow-up [intervention/control]:

4 / 6

 

Incomplete outcome data [intervention/control]:

NR

Outcome measure: Pain at rest (NRS)

Effect estimates (95% CI):

MD -1.4 (-0.7 to -2.0)*

 

Outcome measure: Function (QuickDASH)

Effect estimates (95% CI):

MD -8.1 (-4.6 to -11.5)*

 

Outcome measure: Grip strength

Effect estimates (95% CI):

MD 23.4 (7.5 to 39.3)*

 

Outcome measure: Pinch strength

Effect estimates (95% CI):

MD 3.1 (-0.2 to 6.4)*

 

 

 

Values are mean (SD) or median (min–max). (A) indicates conference abstract.

*In favour of the intervention group. †In favour of the control group.

ACR, American College of Rheumatology; AUSCAN, Australian/Canadian Hand Osteoarthritis Index; CCT, controlled clinical trial; CMC, first carpometacarpal joint; CO, cross-over trial; DASH, Disabilities of the Arm, Shoulder and Hand; E-L, Eaton-Litter; HEx, hand exercise; MCP, metacarpophalangeal; JP, joint protection; JT, Jebsen-Taylor Hand Function; MD, mean difference; N, number; NR, not reported; NRS, numerical rating scale; OA, osteoarthritis; OR, odds ratio; RCT, randomised controlled trial; Rx, radiography; SLR, systematic literature review; VAS, visual analogue scale.

 

Research question: What is the effectiveness of thermal modalities in patients with hand osteoarthritis?

Study reference

Study characteristics

Patient characteristics

Intervention (I)

Comparison / control (C)

 

Follow-up

Outcome measures and effect size

Kroon, 2018

 

individual study characteristics deduced from Kroon, 2018

 

SLR and meta-analysis of RCTs

 

Literature search up to the 6th of June 2017

 

A: Dilek, 2013

B: Favaro, 1994

C: Strange, 2006

 

Study design:

A: RCT

B: CCT

C: CO (WA+)

 

Setting and Country:

NR in SLE

 

Source of funding and conflicts of interest: NR; none

N [intervention/control]

A: 29 / 27

B: 39 / 9

C: 45 / 45

 

Mean age (SD), yrs

[intervention/control]

A: NR

B: NR

C: NR

 

Sex, % female

[intervention/control]

A: NR

B: NR

C: NR

 

OA location, definition

A: Hand, ACR criteria

B: erosive Hand, clinical and Rx

C: Hand, ACR criteria

 

A: Paraffin bath 50°C, 5 times/wk, 3wk

B: Infrared radiation lamp, 10 times 20 min

C: Hands on tiled stove, 3 times 3h/wk (Duration: 3 weeks - 2wk WO - 3 weeks)

 

A: No intervention, 3wk

B: Sham lamp, 10 times 20 min

C: Usual care

 

End-point of follow-up:

NR in the SLR

 

For how many participants were no complete outcome data available?

(intervention/control)

NR in the SLR

 

 

 

Outcome measures

A: Pain (VAS, AUSCAN, tender joint count); function (AUSCAN, Dreiser functional index); grip and pinch strength; range of motion (finger-palm-distance)

B: Pain; grip strength; joint swelling; morning stiffness

C: Pain (VAS, AUSCAN); function (AUSCAN, VAS); grip strength; functional performance (Moberg Pick Up Test); quality of life (SF-36).

 

 

Update

Kasapoglu Aksoy 2017

Study design: RCT

 

Setting and country: Department of Physical Medicine and Rehabilitation, Bursa University of Health Sciences Hospital, Turkey

 

Source of funding and conflicts of interest: NR; none

Inclusion criteria:

  • diagnosis of HOA according KL radiological Scale,
  • VAS >3

 

Exclusion criteria

  • Carpal tunnel syndrome, Quervein’s tendinitis,tenosynovitis, Dupuytren’s contracture, OA secondary to rheumatic diseases,  posttraumatic OA after fractures, open wounds or scars in the hand/wrist, peripheral vascular diseases, a history of hand surgery, a history of peripheral neuropathy, sensory impairment in the hand, and cognitive disorders.

 

N [intervention/control]

33/30

 

Mean age (SD), yrs [intervention/control]

58.17 (9.26) / 60.6 (8.52)

 

Sex, % female [intervention/control]

96.7 / 88

 

OA location, definition

Hand, KL

Peloid therapy, 5 30min-sessions a week, 2 weeks + home exercise program

 

 

 

Home exercise program

 

 

End point of follow-up:

6 weeks after baseline

 

Loss-to-follow-up [intervention/control]:

3/5

 

Incomplete outcome data [intervention/control]:

NR

Outcome measure: Pain (VAS)

Median difference (min-max) -3.1 (-8.00 to 1.00) vs. -0.32 (-3 to 3), p < 0.001*

 

Outcome measure: Function (AUSCAN)

Median difference (min-max) -4 (-8 to 0) vs. -0.00 (-5 to 2), p < 0.001*

 

Outcome measure: Grip strength

Median difference (min-max) 1.30 (-4 to 10.6) vs. -1.17 (-1 to 1), p = 0.017*

 

Outcome measure: Pinch strength

Median difference (min-max) 0.63 (-1 to 3) vs. 0.08 (-1 to 1), p = 0.042*

 

 

 

 

 

Kasapoglu Aksoy 2018

Study design: RCT

 

Setting and country: Department of Physical Medicine and Rehabilitation, Bursa University of Health Sciences Hospital, Turkey

 

Source of funding and conflicts of interest: None; none

Inclusion criteria:

  • diagnosis of HOA according to ACR,
  • VAS >3
  • Aged between 35 and 75 years

 

Exclusion criteria

  • Carpal tunnel syndrome, Quervein’s tendinitis, tenosynovitis, Dupuytren’s contracture, OA secondary to rheumatic diseases,  posttraumatic OA after fractures, open wounds or scars in the hand/wrist, peripheral vascular diseases, a history of hand surgery, a history of peripheral neuropathy, sensory impairment in the hand, and cognitive disorders.

 

N [intervention/control]

31/30

 

Mean age (SD), yrs [intervention/control]

57.2 (10.6) / 61.3 (8.4)

 

Sex, % female [intervention/control]

90.3 / 89.3

 

OA location, definition

Hand, ACR

Peloid therapy, 5 30min-sessions a week, 2 weeks + home exercise program

 

 

 

Home exercise program

 

 

End point of follow-up:

6 weeks after baseline

 

Loss-to-follow-up [intervention/control]:

0/2

 

Incomplete outcome data [intervention/control]:

NR

Outcome measure: Pain (VAS)

Median difference (min-max) -3.00 (-9 to 1) vs. -0.60 (-4 to 3), p < 0.001*

 

Outcome measure: Function (AUSCAN total score)

Median difference (min-max) -4 (-6 to 0) vs. -1 (-5 to 2), p < 0.001*

 

Outcome measure: Grip strength

Median difference (min-max) 1.96 (-1.1 to 9.6) vs. 0.45 (-4 to 3.6), p =0.026*

 

Outcome measure: pinch strength

Median difference (min-max) 1.09 (-2 to 5.00) vs. 0.21 (-1 to 2), p =0.012*

 

Values are mean (SD) or median (min–max

*In favour of the intervention group. †In favour of the control group.

ACR, American College of Rheumatology; AUSCAN, Australian/Canadian Hand Osteoarthritis Index; CO, cross-over trial, KL, Kellgren-Lawrence; N, number; NR, not reported; NRS, numerical rating scale; OA, osteoarthritis; RCT, randomised controlled trial; Rx, radiographic; SLR, systematic literature review; VAS, Visual Analogue Scale; WA, wash-out.

 

Risk of bias table for intervention studies (randomized controlled trials) 

Study

Random sequence generation

Allocation concealment

Blinding of participants and personnel

Blinding of outcome assessment

Incomplete outcome data

Selective reporting

Other bias

Overall

Comments

Exercise

Kang 2019

L

L

H

L

L

L

L

H

Participants and personnel not blinded

Joint protection

Dziedzic 2015

L

L

H

L

L

L

L

H

Participants and personnel not blinded.

Splints

Adams 2014

U

U

H

U

U

U

U

U

Conference abstract containing little information to assess risk of bias; participants and personnel likely not blinded; baseline imbalance between groups.

Arazpour 2016

L

U

H

U

L

L

L

H

Allocation concealment unclear; blinding of outcome assessor not described; participants and personnel not blinded and no control/sham intervention provided.

Bani 2013

L

L

H

H

L

L

L

H

Cross-over study; participants, personnel and outcome assessor not blinded.

Becker 2013

L

U

H

H

H

L

H

H

Allocation concealment unclear; participants, personnel and outcome assessor not blinded; high dropout rate in both treatment arms; variable length of follow-up; many cointerventions allowed, including other splints.

Cantero-Tellez 2018

H

H

H

L

L

L

U

H

Patients allocated to treatment arm using an Excel database in order of arrival (not random, allocation not concealed); participants and personnel not blinded; baseline imbalance in pain and disability scores.

Gomes-Carreira 2010

L

L

H

L

L

L

L

H

Participants and personnel not blinded.

Hermann 2013

L

L

H

L

L

U

L

H

Participants and personnel not blinded.

Rannou 2009

L

L

H

L

L

L

L

H

Participants and personnel not blinded.

Sillem 2011

L

L

H

H

L

L

L

H

Cross-over study; participants, personnel and outcome assessor not blinded.

Wajon 2005

U

U

H

L

H

L

H

H

Method of randomisation not described; participants and personnel not blinded; more dropouts in control group (5/21 vs 1/19) who were younger with less severe disease and shorter disease duration; low compliance to splints at end of study.

Watt 2014

H

H

H

U

L

L

L

H

Study not randomised; participants and personnel not blinded; blinding of outcome assessor unclear.

Weiss 2000

U

U

H

U

L

L

H

H

Cross-over study; method of randomisation and blinding of outcome assessor not described; participants and personnel not blinded; 8/26 participants had concomitant hand problems besides CMC OA; carryover effect not assessed and no wash-out period included.

Weiss 2004

U

U

H

U

U

L

U

H

Cross-over study; method of randomisation, blinding of outcome assessor, and loss-to-follow-up not described; participants and personnel not blinded; carryover effect not assessed and no wash-out period included.

Van der Vegt 2017

U

L

H

H

L

L

L

H

Cross-over study; method of randomisation not described; participants, personnel and outcome assessor not blinded.

Can, 2020

L

U

H

U

H

L

L

H

Allocation concealment not described, blinding of participants and personnel not described, blinding of outcome assessor not described, high drop out in both treatment arms.

Cantero-Téllez, 2018a

U

H

H

U

H

H

L

H

Allocation concealment not described, blinding of participants and personnel not described, blinding of outcome assessor not described, participants excluded for not following protocol or missing follow-up.

Silva, 2020

L

L

H

L

L

L

L

H

Participants not blinded

Assistive devices

Kjeken 2011

L

L

H

L

U

L

H

H

Participants and personnel not blinded; some patients excluded from analysis due to surgery during the trial (3/35 vs 1/35); contamination (some participants in the control group reported use of assistive devices).

Amaral 2018

L

U

H

L

L

L

L

H

Allocation concealment unclear, principal researcher and participants not blinded

Combination programme

Bousteds 2009

H

H

H

H

U

L

L

H

Treatment allocation according to order of admission; participants, personnel and outcome assessor not blinded; only per-protocol analysis reported.

Dziedzic 2015

L

L

H

L

L

L

L

H

Participants and personnel not blinded.

Perez-Marmol 2017

L

U

U

U

L

L

L

U

Allocation concealment and blinding of outcome assessor not described; participants and personnel not blinded, but intensity and type of intervention in both arms similar, reducing risk of bias.

Stamm 2002

U

U

H

L

U

U

L

H

Method of randomisation and loss-to-follow-up not described; participants and personnel not blinded; some outcomes only reported to be “not statistically significant” without providing effect estimates.

Stukstette 2013

L

L

H

L

L

L

L

H

Participants and personnel not blinded.

Stukstette 2014

U

U

H

U

U

U

L

U

Conference abstract containing little information to assess risk of bias; participants and personnel not blinded.

Villafane 2013

L

U

H

L

L

L

L

H

Allocation concealment not described; participants and personnel not blinded (control/sham intervention was provided).

Wajon 2005

U

U

H

L

H

L

H

H

Method of randomisation not described; participants and personnel not blinded; more dropouts in control group (5/21 vs 1/19) who were younger with less severe disease and shorter disease duration; low compliance to splints at end of study.

Stoffer-Marx, 2018

L

L

H

L

H

L

L

H

Participants and personnel not blinded, high drop-out rate in both treatment arms.

Tveter, 2020

L

L

H

H

L

L

L

H

Participants and personnel not blinded, although statistician is blinded the outcome assessors are not.

Thermal modalities

Dilek, 2013

L

L

H

L

L

L

L

H

Participants and personnel not blinded and no control/sham intervention provided.

Favaro, 1994

H

H

L

U

U

U

L

H

No random assignment of treatment; blinding of outcome assessor not described; no information on loss-to-follow-up; unclear why some continuous data was categorized.

Strange, 2006

U

U

H

L

L

L

U

H

Cross-over study; randomisation procedure not described; participants and personnel not blinded; assessment of possible carry-over effects not described.

Aksoy Kasapoğlu, 2017

L

U

H

L

H

L

L

H

Allocation concealment not described, participants not blinded, high drop-out in both treatment arms

Aksoy Kasapoğlu, 2018

L

U

H

U

L

L

L

H

Allocation concealment not described, participants not blinded, blinding outcome assessment not described

The risk of bias (RoB) was assessed with regard to random sequence generation, allocation concealment, blinding (participants, care provider, outcome assessor), incomplete outcome data, selective outcome reporting and other sources of bias according to the ‘Cochrane tool’ (Higgins et al., 2011). Each item was judged as low, high or unclear RoB (lack of information or uncertainty over potential bias). An ‘overall assessment’ for each study was based on the judgements for each RoB item. Selection bias (sequence generation, allocation concealment) and blinding were considered ‘key domains’, that is, the most important domains in a study’s RoB.

 

Risk of bias table for intervention studies (observational: non-randomized clinical trials, cohort and case-control studies)

Study reference

 

(first author, year of publication)

Bias due to a non-representative or ill-defined sample of patients?1

 

 

 

(unlikely/likely/unclear)

Bias due to  insufficiently long, or   incomplete follow-up, or differences in follow-up between treatment groups?2

 

 

(unlikely/likely/unclear)

 

Bias due to ill-defined or inadequately measured outcome ?3

 

 

 

(unlikely/likely/unclear)

Bias due to inadequate adjustment for all  important prognostic factors?4

 

 

 

(unlikely/likely/unclear)

Wouters, 2019

unlikely

unlikely

unclear

unlikely

 

  1. Failure to develop and apply appropriate eligibility criteria: a) case-control study: under- or over-matching in case-control studies; b) cohort study: selection of exposed and unexposed from different populations.
  2. 2 Bias is likely if:  the percentage of patients lost to follow-up is large; or differs between treatment groups; or the reasons for loss to follow-up differ between treatment groups; or length of follow-up differs between treatment groups or is too short. The risk of bias is unclear if:  the number of patients lost to follow-up; or the reasons why, are not reported.
  3. Flawed measurement, or differences in measurement of outcome in treatment and control group; bias may also result from a lack of blinding of those assessing outcomes (detection or information bias). If a study  has hard (objective) outcome measures, like death,  blinding of outcome assessment is not necessary. If a study has “soft” (subjective) outcome measures, like the assessment of an X-ray, blinding of outcome assessment is necessary.
  4. Failure to adequately measure all known prognostic factors and/or failure to adequately adjust for these factors in multivariate statistical analysis.

 

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 30-11-2022

Laatst geautoriseerd  : 30-11-2022

Geplande herbeoordeling  :

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Reumatologie
Geautoriseerd door:
  • Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie
  • Nederlandse Orthopaedische Vereniging
  • Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie
  • Nederlandse Vereniging voor Reumatologie
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Ergotherapie Nederland
  • Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland
  • Poly-Artrose Lotgenoten Vereniging

Algemene gegevens

De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule werd ondersteund door de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).

 

De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2020 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met handartrose.

 

De werkgroepleden zijn door hun beroepsvereniging gemandateerd voor deelname. De werkgroep is verantwoordelijk voor de integrale tekst van deze richtlijn.

 

Werkgroep

  • Dr. W.Y. (Wing-Yee) Kwok, reumatoloog, Rijnstate, NVR (voorzitter)
  • A. (Anda) Alkadrie, patiëntvertegenwoordiger, P-AL
  • Dr. J. (Jessica) Bijsterbosch, reumatoloog, Amphia Ziekenhuis, NVR
  • Dr. C.H.M. (Els) van den Ende, senior onderzoeker, Sint Maartenskliniek, KNGF
  • Prof. dr. G. (Margreet) Kloppenburg, reumatoloog, LUMC, NVR
  • Dr. F. P. B. (Féline) Kroon, reumatoloog in opleiding, Zuyderland, NVR
  • D. (Diana) Lewinski, patiëntvertegenwoordiger, RZN
  • Dr. E. A. M. (Elien) Mahler, reumatoloog en epidemioloog, Sint Maartenskliniek, NVR
  • Prof. dr. M.J.P.F. (Marco) Ritt, plastisch chirurg, Amsterdam UMC, locatie AMC, NVPC
  • Dr. N. (Naghmeh) Riyazi, reumatoloog, internist, Haga Ziekenhuis, NVR
  • V. (Vanja) Rutten, ergotherapeut, handtherapeut, Samen praktijk voor ergotherapie, EN
  • K. (Kim) van Slingerland, MSc, verpleegkundig specialist, ErasmusMC, V&VN
  • Dr. A.J.H. (Anne) Vochteloo, orthopedisch chirurg, OCON Orthopedische kliniek Hengelo, NOV
  • Dr. R.M. (Robbert) Wouters, assistant professor/universitair docent, handtherapeut/fysiotherapeut (CHT-NL), ErasmusMC, KNGF

 

 

Met ondersteuning van

  • Dr. A.A.O.M. (Aniek) Claassen, senior beleidsmedewerker, NVR
  • Dr. M. (Myrthe) van Vilsteren, senior beleidsmedewerker, NVR

 

Met dank aan

  • I. (Ingeborg) van Dusseldorp, literatuurspecialist
  • Dr. E. (Ekaterina) van Dorp, adviseur, Kennisinstituut van Medisch Specialisten

Belangenverklaringen

De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.

 

Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Wing-Yee Kwok

Reumatoloog, Rijnstate Arnhem

Lid ICT Klankbordgroep Rijnstate ziekenhuis, onbetaald / Lid ICT expertgroep Medisch specialisten Rijnstate ziekenhuis, onbetaald

Geen

Geen actie

Margreet Kloppenburg

Reumatoloog/hoogleraar Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)

Bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR). Financiele vergoeding voor LUMC. / Bestuurslid Osteoarthritis Research Society International (OARSI), onbetaald.

  1. Consultancy/advies raden door Abbvie, Pfizer, Kiniksa, Flexion, Galapagos, Jansen, CHDR, Novartis, UCB. Financiële vergoeding voor LUMC.
  2. APPROACH: Apllied Public-Private Research enabling OsteoArthritis Clinical Headway (Innovative Medicine Initiative (IMI) project)  /  ReumaNederland
  3. Co-auteur van de UpToDate module over "Management of hand osteoarthritis". / "Convenor" van de task force van de European League Against Rheumatism (EULAR) voor de ontwikkeling van de "2018 Update of the EULAR recommendations for the pharmacological and non-pharmacological treatment of hand osteoarthritis". / "Convenor" van de task force van de EULAR voor de ontwikkeling van nieuwe klassificatie criteria voor handartrose.
  4. Betrokken bij de opzet, uitvoering en analyse van de HOPE studie

1-3. Geen actie

4.exclusie participatie als trekker opstellen aanbeveling voor een bepaald onderwerp (werkgroeplid mag bespreken en stemmen voor aanbeveling, maar niet trekker zijn)

 

Elien Mahler

Reumatoloog-epidemioloog Sint Maartenskliniek Nijmegen

Geen

Geen

 

Geen actie

Nagmeh Riyazi

Reumatoloog, internist, Hagaziekenhuis

Geen

Geen

Geen actie

Jessica Bijsterbosch

Reumatoloog, Amphia Ziekenhuis

Geen

Geen

Geen actie

Féline Kroon

AIOS reumatologie (momenteel vooropleiding interne geneeskunde) in Zuyderland medisch centrum (0,8fte)

Onderzoeker, afdeling reumatologie, Leids Medisch Centrum (onbetaald)

Betrokken bij de opzet, uitvoering en analyse van de HOPE studie

exclusie participatie als trekker opstellen aanbeveling voor een bepaald onderwerp (werkgroeplid mag bespreken en stemmen voor aanbeveling, maar niet trekker zijn)

 

Marco Ritt

staflid afd. Plastische, Reconstructieve en Handchirurgie Amsterdam UMC, hoogleraar Plastische Chirurgie, i.h.b. de Handchirurgie, locatie AMC 0,6 fte.  Tevens 0,2 fte werkzaam in The Hand Clinic als hand- en polschirurg.

Ik verricht expertises, betaald

Geen

Geen actie

Anne Vochteloo

Orthopedisch (hand) chirurg, OCON Orthopedische Kliniek Hengelo

Onbetaald: secretaris bestuur Nederlandse Vereniging voor Handchirurgie / penningmeester werkgroep Hand Pols NOV

Geen

Geen actie

Robbert Wouters

Postdoctoraal onderzoeker ErasmusMC Rotterdam (afdeling Plastische chirurgie & revalidatiegeneeskunde, handchirurgie en -revalidatie) / Research Fellow ICHOM, standard set adult Hand & Wrist conditions / Handfysiotherapeut CHT-NL

Onbetaald: bestuurslid Nederlandse vereniging voor Handtherapie, eindredacteur Nederlands Tijdschrift voor Handtherapie

Betrokken bij meerdere onderzoeken omtrent de (kosten-)effectiviteit van oefentherapie in aanvulling op spalktherapie bij patiënten met duimbasisatrose (bijv. THETA study)

exclusie participatie als trekker opstellen aanbeveling voor een bepaald onderwerp (werkgroeplid mag bespreken en stemmen voor aanbeveling, maar niet trekker zijn)

 

Els van den Ende

Senioronderzoeker Sint Maartenskliniek, afdeling Research (1,0fte)

Lid bestuur NHPR (onbetaald) / Redactielid Nederlands Tijdschrift voor Reumatologie (onbetaald) / Convenor Online Course dor Health Professionals (onbetaald)

Geen

Geen actie

Vanja Rutten

Ergotherapeut, handtherapeut en mede eigenaar van Samen, praktijk voor ergotherapie. / Ergotherapeut afdeling reumatologie ambulate zorg Leids Medisch Centrum (stopt per 15 maart 2020). / Onderzoeks assisstent bij het Radboud Universitair Medisch Centrum (onderzoek: Life Balance)

Geen

Geen

Geen actie

Kim van Slingerland

Verpleegkundig specialist, Erasmus MC

Bestuurslid V&VN reumatologie, lid werkgroep derskundigheidsbevordering V&VN reumatologie

Geen

Geen actie

Diana Lewinski

Patiëntvertegenwoordiger

Patiëntpartner en bestuurslid bij Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland (onbetaald)

Geen

Geen actie

Anda Alkadrie

Patiëntvertegenwoordiger

bestuurslid Poly-Artrose Lotgenoten (P-AL)

Geen

Geen actie

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door afgevaardigden van twee patiëntenverenigingen in de werkgroep. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan de patiëntenverenigingen Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland en Poly-Artrose Lotgenoten Vereniging en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.

Werkwijze

AGREE

Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010). Bij deze richtlijn is er sprake van een versnelde adaptatie van een internationale richtlijn naar de Nederlandse praktijk. Daarvoor zijn de stappen gevolgd conform het advies “Adapteren van internationale richtlijnen naar de Nederlandse praktijk” (RK-17.07.07, bijlage bij adviesrapport ‘Adapteren van internationale richtlijnen naar de Nederlandse praktijk. Opgesteld door de adviescommissie richtlijnen, en vastgesteld op 27 juni 2017).

 

Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen

In het kader van een versnelde adaptatie is een knelpuntenanalyse niet uitgevoerd.

De werkgroep beoordeelde de uitgangsvragen en aanbeveling(en) uit de internationale richtlijnmodule (European Alliance of Associations for Rheumatology (EULAR), 2018) op noodzaak tot update.

 

Uitkomstmaten

Relevante uitkomstmaten werden overgenomen zoals geformuleerd in de internationale richtlijn.

 

Methode literatuursamenvatting

Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur en de beoordeling van de risk-of-bias van de individuele studies is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. Deze beschrijving en beoordeling zijn overgenomen van de internationale richtlijn, en waar nodig aangevuld met nieuwe studies die geselecteerd zijn bij het updaten van desbetreffende richtlijnmodules. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.

 

Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs

Indien aanwezig in de internationale richtlijn werd de kracht van bewijs overgenomen. De kracht van het wetenschappelijke bewijs voor nieuwe modules werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).

 

GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).

 

GRADE

Definitie

Hoog

  • er is hoge zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is zeer onwaarschijnlijk dat de literatuurconclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Redelijk

  • er is redelijke zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is mogelijk dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Laag

  • er is lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • er is een reële kans dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Zeer laag

  • er is zeer lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • de literatuurconclusie is zeer onzeker.

 

Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).

 

Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)

Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk. Zo worden aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie meegewogen. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinie. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE-methodiek.

 

Formuleren van aanbevelingen

De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. Gezien de huidige richtlijn een adaptatie is van een internationale richtlijn, zijn de aanbevelingen uit deze internationale richtlijn als uitgangspunt genomen. De werkgroep heeft op basis van overwegingen specifiek voor de Nederlandse praktijk en eventueel aanvullende literatuur, de aanbevelingen aangepast.

 

In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel voor enkele voorbeelden). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.

 

Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers

 

Sterke aanbeveling

Zwakke (conditionele) aanbeveling

Voor patiënten

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet.

Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. 

Voor behandelaars

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen.

Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren.

Voor beleidsmakers

De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid.

Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. 

 

Organisatie van zorg

Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg die opgenomen zijn in de internationale richtlijn worden behandeld in de module Organisatie van zorg.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijnmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.

Volgende:
Medicamenteuze behandeling handartrose