Autismespectrumstoornissen bij volwassenen

Initiatief: NVvP Aantal modules: 32

Biomedische behandeling ASS bij volwassenen

Autismespectrumstoornissen worden gedefinieerd op basis van klinische karakteristieken, waarbij in de meeste gevallen de oorzaak onbekend is.

In minder dan 10% van de gevallen is de oorzaak wel te herleiden tot een onderliggend monogenetisch substraat zoals het fragiele-X-syndroom (zie ook Etiologie). In de overige gevallen wordt een multifactoriële genetische basis verondersteld waardoor de ontwikkeling in interactie met omgevingsfactoren anders verloopt. Zeldzame varia­ties in het DNA, kopieaantalvarianten (copy number variations, cnv's), blijken bij personen met ass veel vaker voor te komen dan in de algemene bevolking en in veel gevallen de novo te zijn ontstaan (Pinto e.a., 2009).

De exacte karakterisering en klinische interpretatie van deze cnv's is complex, en ondersteunt de hypothese dat ASS een heterogene aandoening is (Hampson, 2012). Bovendien is een aantal van deze recent ontdekte genvariaties ook betrokken in de pathogenese van andere aandoeningen zoals adhd (Marshall & Scherer, 2012). Aansluitend op deze neurobiologische inzichten wordt bij autisme gezocht naar biomedische methodes om (comorbide) psychiatrische symptomen te reduceren en daarmee het ontwikkelingsbeloop in gunstige zin te beïnvloeden en het functioneren te verbeteren. In deze module worden eerst diverse groepen (psycho) farmaca besproken, gevolgd door de fysiologische behandeling eeg-neurofeedback en wordt afgesloten met een restgroep van overige biomedische behandelingen.

 

Farmacotherapie

Longitudinaal onderzoek toont aan dat er een forse toename is in de consumptie van psychotrope en non-psychotrope geneesmiddelen bij volwassenen met een ASS. Het betreft hier voornamelijk antidepressiva, antipsychotica en anti-epileptica (Esbensen, 2009). Recente Amerikaanse en Britse onderzoeksgroepen rapporteren dat bij 70-75% van volwassenen met een Ass ten minste één psychotroop middel werd voorgeschreven (Myers, 2007).

Bij de ontwikkeling van geneesmiddelen voor de behandeling van autismespectrumstoornissen stuiten onderzoekers op een aantal obstakels.

Ten eerste is het neurobiologische substraat bij een Ass nog een mysterie. Diverse hypothesen (opioid excess theory, hyperserotonemie) vormen geen alles omvattende verklaring. Neurochemische onderzoekslijnen richtten zich op monoamines, gamma-aminoboterzuur (gaba), neuropeptiden, en inflammatoire en immunologische processen (McDougle e.a., 2005; Stigler, 2009; Theoharides, 2009), maar de interessante bevindingen bleken vaak niet repliceerbaar. Het verhoogde serotonine in de thrombocyten van circa 30% van de personen met een ASS is tot dusver de meest overtuigende biomarker.

Een tweede obstakel is dat de variabele expressie van autistische symp­tomen tijdens de levensloop mogelijk verklaart dat jeugdigen anders kunnen reageren op bepaalde psychotrope geneesmiddelen dan volwas­senen (Broadstock, 2007). Wegens de variatie in symptomatologie en verschillende respons op farmacotherapie kunnen interventieonderzoeken bij kinderen niet direct geëxtrapoleerd worden naar volwassenen en vice versa (Broadstock, 2007). Wanneer men bij gebrek aan bewijs toch voor een dergelijke extrapolatie kiest, betekent dit dat het bewijs lager gegra­deerd moet worden (downgraden).

Een derde obstakel is dat de pathofysiologie waarschijnlijk begrepen moet worden in het kader van heterogeniteit. De actuele wetenschappelijke visie op autismespectrumstoornissen is dat de onderliggende etiologie multifactorieel van aard is (Rutter, 2011). Een ASS kan dus beschouwd worden als een syndroom, bestaande uit een verzameling van min of meer op elkaar lijkende fenotypes waarvan de etiologie verschillend is. Het is dan ook niet verbazend dat goed uitgevoerde onderzoeken tegenstrijdige bevindingen opleveren. Een toekomstige onderzoeksvraag is in hoeverre gedragspro­blemen afnemen onder invloed van de maturatie van de hersenen en farmacotherapie.

Een vierde obstakel bij de ontwikkeling van geneesmiddelen voor ass is dat er er geen consensus is over de uitkomstmaten die het meest geschikt zijn, qua validiteit en sensitiviteit, om het effect van een middel op de kernsymptomen van de ASS te evalueren (Posey, 2008). Mogelijk kunnen expe­rimenteel preklinisch onderzoek en valide diermodellen in de toekomst meer inzicht verschaffen in de variabele respons op farmacotherapie.

Deze module is onderverdeeld volgens de bekende indeling van psycho­farmaca. Wat de indicatiegebieden betreft blijkt er echter sprake van veel overlap. De atypische antipsychotica risperidon en aripiprazol zijn de enige geneesmiddelen die door de US Food and Drug Administration geregistreerd zijn voor de behandeling van prikkelbaarheid bij kinderen met een ASS. Omdat er in Nederland momenteel geen enkel geneesmiddel geregistreerd is voor de behandeling van autismespectrumstoornissen, worden psychofarmaca bij Ass frequent voorgeschreven voor een toepas­sing waar ze niet voor geregistreerd zijn (off-label use), behalve in het geval van comorbiditeit. Het is dus van belang om het voorschrijven van psychofarmaca aan volwassenen met een Ass met medische argumenten te onderbouwen.

In de klinische praktijk wordt gezien dat psychofarmaca een positieve invloed kunnen hebben op bepaalde kernsymptomen (repetitief en dwang­matig gedrag; rigide denkpatronen) en enkele symptomen die bij autisme veel voorkomen (agitatie, agressie, prikkelbaarheid, inattentie, insomnie, stemmingsinstabiliteit, angstklachten, hyperactiviteit, automutilatie), of de kwaliteit van leven kunnen verbeteren (Levy e.a., 2009). Een verbetering van deze symptomen bevordert niet alleen de mogelijkheid om ook niet- farmacologische behandelingen bij de patiënt toe te passen, maar verlaagt ook de draaglast voor het steunsysteem van de betrokkene. Tot slot valt farmacotherapie te overwegen bij de behandeling van comorbide psychia­trische en somatische stoornissen, die eerder de regel dan uitzondering zijn (Canitano, 2011). Gedegen diagnostiek is belangrijk vanwege het risico op zowel medicamenteuze onderbehandeling (van bijvoorbeeld een comorbide depressie), als overbehandeling (bijvoorbeeld gedragsproblemen ten gevolge van overvraging). Momenteel bestaat er geen enkel middel waarmee het symptomencomplex van een ASS in zijn geheel behandeld kan worden, waardoor de clinicus meestal is aangewezen op een combi­natie van medicijnen.

Onderbouwing

  1. Adams, J.B., Baral, M., Geis, E., Mitchell, J., Ingram, J., Hensley, A., e.a. (2009a). Safety and efficacy of oral DMSA therapy for children with autism spec¬trum disorders, part A: Medical results. BMC Clinical Pharmacology, 9, 16. Raadpleegbaar via: http://www.biomedcentral.com/content/pdf/1472-6904- 9-16.pdf.
  2. Adams, J.B., Baral, M., Geis, E., Mitchell, J., Ingram, J., Hensley, A., e.a. (2009b). Safety and efficacy of oral DMSA therapy for children with autism spectrum disorders, part B: Behavioral results. BMC Clinical Pharmacology, 9, 17. Raadpleegbaar via: http://www.biomedcentral.com/content/pdf/1472-6904- 9-17.pdf.
  3. Allen, A. (2007, May 28). Thiomersal on trial: The theory that vaccines cause autism goes to court. Retrieved from: http://www.slate.com/articles/health_and_science/medical_examiner/2007/05/thimerosal_on_trial.html.
  4. Aman, M.G., Burrow, W.H., & Wolford, P.L. (1995a). The Aberrant Behavior Checklist-Community: Factor validity and effect of subject variables for adults in group homes. American Journal of Mental Retardation, 100, 283-292.
  5. Aman, M.G., Lam, K.S., & Collier-Crespin, A. (2003). Prevalence and patterns of use of psychoactive medicines among individuals with autism in the Autism Society of Ohio. Journal of Autism and Developmental Disorders, 33, 527-534.
  6. Aman, M.G., Singh, N.N., Stewart, A.W., & Field, C.J. (1985). The Aberrant Behavior Checklist. American Journal of Mental Deficiency, 89, 492-502.
  7. Aman, M.G., Van Bourgondien, M.E., Wolford, P.L., Wolford, P.L., & Sarphare, G. (1995b). Psychotropic and anticonvulsant drugs in subjects with autism: Prevalence and patterns of use. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 34, 1672-1681.
  8. Aman, M.G., Lam, K.S., & Van Bourgondien, M.E. (2005). Medication patterns in patients with autism: Temporal, regional, and demographic influences. Journal of Child & Adolescent Psychopharmacology, 15, 116-26.
  9. Andari E, Duhamel JR, Zalla T, Herbrecht E, Leboyer M, Sirigu A. (2010). Promoting social behavior with oxytocin in high-functioning autism spectrum disorders. Proceedings of the National Academy of Sciences of the USA, 107, 4389-94.
  10. Antochi, R., Stavrakaki, C., & Emery, P.C. (2003). Psychopharmacological treatments in persons with dual diagnosis of psychiatric disorders and developmental disabilities. Postgraduate Medicine Journal, 9, 139-146.
  11. Arendt, J. (1997). Safety of melatonin in long-term use (?). Journal of Biological Rhythms, 12, 673-681.
  12. Arendt, J. (2003). Importance and relevance of melatonin to human biological rhythms. Journal of Neuroendocrinology, 15, 427-431.
  13. Bailey, A., Le Couteur, A., Gottesman, I., Bolton, P., Simonoff, E., Yuzda, E., & Rutter M. (1995). Autism as a strongly genetic disorder: Evidence from a British twin study. Psychological Medicine, 25, 63-77.
  14. Balkom, A.L.J.M van, Vliet, I.M. van, Emmelkamp, P.M.G., Bockting, C.L.H., Spijker, J., Hermens, M.L.M., & Meeuwissen, J.A.C.; namens de Werkgroep Multidisciplinaire richtlijnontwikkeling Angststoornissen/Depressie. (2012). Multidisciplinaire richtlijn Angststoornissen (Tweede revisie). Richtlijn voor de diagnostiek, behandeling en begeleiding van volwassen patiënten met een angststoornis. Utrecht: Trimbos-instituut.
  15. Baron-Cohen, S. (1991). The development of a theory of mind in autism: deviance and delay? Psychiatrie Clinics of North America, 14, 33-51.
  16. Baron-Cohen, S., Ring, H.A., Bullmore, E.T., Wheelwright, S., Ashwin, C., & Williams, S.C. (2000). The amydala theory of autism. Neuroscience Biobehavioral Reviews, 24, 355-361.
  17. Baron-Cohen, S., Wheelwright, S., Hill, J., Raste, Y., & Plumb, I. (2001). The 'Reading the Mind in the Eyes' test, revised version: A study with normal adults, and adults with Asperger's syndrome or high-functioning autism. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 42, 241-251.
  18. Barthelemy, C., Adrien, J.L., Tanguay, P., Garreau, B., Fermanian, J., Roux, S., e.a. (1990). The Behavioral Summarized Evaluation: Validity and reliability of a scale for the assessment of autistic behaviours. Journal of Autism and Developmental Disorders, 20, 189-203.
  19. Bellini, S. (2004). Social skill deficits and anxiety in high-functioning adolescents with autism spectrum disorders. Focus on Autism and Other Developmental Disabilities, 19, 78-86.
  20. Belsito, K.M., Law, P.A., Kirk, K.S., Landa, R.J., & Zimmerman, A.W. (2001). Lamotrigine therapy for autistic disorder: a randomized, double-blind, placebo-controlled trial. Journal of Autism and Developmental Disorders, 31, 175-181.
  21. Bent, S., Bertoglio, K., Ashwood, P, Nemeth, E., & Hendren, R.L. (2012). Brief report: Hyperbaric oxygen therapy (HBOT) in children with autism spectrum disorder: A clinical trial. Journal of Autism and Developmental Disor-ders, 42, 1127-1132.
  22. Bethea, T.C., & Sikich, L. (2007). Early pharmacological treatment of autism: A rationale for developmental treatment. Biological Psychiatry, 61, 521-37.
  23. Birks, J. (2006). Cholinesterase inhibitors for Alzheimer's disease. Cochrane Database of Systematic Reviews 2006(1), Article CD005593. Retrieved September 15, 2011. The Cochrane Library Database.
  24. Birks, J., & Harvey, R.J. (2006). Donepezil for dementia due to Alzheimer's disease. Cochrane Database Systematic Reviews 2006(1), Article CD001190. Retrieved September 15, 2011. The Cochrane Library Database.
  25. Birks, J., Grimley Evans, J., Iakovidou, V., Tsolaki, M., & Holt, F.E. (2009). Rivastigmine for Alzheimer's disease. Cochrane Database Systematic Reviews 2009(2), Article CD001191. Retrieved September 15, 2011. The Cochrane Library Database.
  26. Borre, R. Vanden, Vermote, R., Buttiëns, M., Thiry, P., Dierick, G., Geutjens, J., e.a. (1993). Risperidone as add-on therapy in behavioural disturbances in mental retardation: a double-blind placebo-controlled cross-over study. Acta Psychiatrica Scandinavica, 87, 167-171.
  27. Broadstock, M., Doughty, C., & Eggleston, M. (2007). Systematic review of the effectiveness of pharmacological treatments for adolescents and adults with autism spectrum disorder. Autism, 11, 335-348.
  28. Brodkin, E.S., McDougle, C.J., Naylor, S.T., Cohen, D.J., & Price, L.H. (1997). Clomipramine in adults with pervasive developmental disorders: A prospective open-label investigation. Journal of Child & Adolescent Psycho- pharmacology, 7, 109-21.
  29. Brudnak, M.A., Rimland, B., Kerry, R.E., Dailey, M., Taylor, R., Stayton, B., e.a. (2002). Enzyme-based therapy for autism spectrum disorders: Is it worth another look? Medical Hypotheses, 58, 422-428.
  30. Bruni O, Ottaviano S, Guidetti V, Romoli M, Innocenzi M, Cortesi F, Giannotti F. (1996). The Sleep Disturbance Scale for Children (SDSC). Construction and validation of an instrument to evaluate sleep disturbances in childhood and adolescence. Journal of Sleep Research, 5, 251-261.
  31. Buitelaar, J.K., Engeland, H. van, Kogel, K. de, Vries, H. de, Hooff, J. van, Ree J. van (1992). The adrenocorticotrophic hormone (4-9). analog ORG 2766 benefits autistic children: Report on a second controlled clinical trial. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 31, 1149-1156.
  32. Buitelaar, J.K., Dekker, M.E.M., van Ree, J.M., & Engeland, H. van. (1996). A controlled trial with ORG 2766, an ACTH-(4-9). analog, in 50 relatively able children with autism. European Neuropsychopharmacology, 6, 13-19.
  33. Buitelaar, J.K., Gaag, R.J. van der, & Hoeven, J. van der. (1998). Buspirone in the management of anxiety and irritability in children with pervasive developmental disorders: results of an open-label study. Journal of Clinical Psychiatry, 59, 56-59.
  34. Cahn W, Ramlal D, Bruggeman R, de Haan L, Scheepers FE, van Soest MM, e.a. (2008). Preventie en behandeling van somatische complicaties bij antipsychoticagebruik. Tijdschrift voor Psychiatrie, 50, 9.
  35. Cai, G., Edelmann, L., Goldsmith, J.E., Cohen, N., Nakamine, A., Reichert, JG, e.a. (2008). Multiplex ligation-dependent probe amplification for genetic screening in autism spectrum disorders: efficient identification of known microduplications and identification of a novel microduplication in ASMT. BMC Medical Genomics, 1, 50. Raadpleegbaar via: http://www.biomedcentral.com/content/pdf/1755-8794-1-50.pdf.
  36. Cajochen, C., Krauchi, K., & Wirz-Justice, A. (2003). Role of melatonin in the regulation of human circadian rhythms and sleep. Journal of Neuroendocrinology, 15, 432-437.
  37. Canitano, R. (2007). Epilepsy in autism spectrum disorders. European Child and Adolescent Psychiatry, 16, 61-66.
  38. Canitano, R., & Scandurra V. (2011). Psychopharmacology in autism: An update. Progress in Neuropsychopharmacoloy & Biological Psychiatry, 35, 18-28.
  39. Casanova, M.F., Buxhoeveden, D., & Gomez, J. (2003). Disruption in the inhibitory architecture of the cell minicolumn: implications for ASD. Neuroscientist, 9, 496-507.
  40. Charlton, C.G., Miller, R.L., Crawley, J.N., Handelmann, G.E., O'Donohue, T.L. (1983). Secretin modulation of behavioural and physiological functions in the rat. Peptides, 4, 739-742.
  41. Chez, M.G., Buchanan, C.P., Bagan, B.T., Hammer, M.S., McCarthy, K.S., Ovruts-kaya, I., e.a. (2000). Secretin and autism: A two-part clinical investigation. Journal of Autism and Developmental Disorders, 30, 87-94.
  42. Chez, M.G., Buchanan, C.P., Aimonovitch, M.C., Handelmann, G.E., & O'Donohue TL. (2002). Micronutrients versus standard medication management in autism: A naturalistic case-control study. Journal of Child and Adolescent Psychopharmacology, 17, 833-837.
  43. Chez, M.G., Buchanan, T.M., Becker, M., Kessler, J., Aimonovitch, M.C., & Mrazek, S.R. (2003). Donepezil hydrochloride: A double-blind study in autistic children. Journal of Pediatric Neurology, 1, 83-88.
  44. Chez, M.G., Burton, Q., Dowling, T., Chang, M., Khanna, P., & Kramer, C. (2007). Memantine as adjunctive therapy in children diagnosed with autistic spectrum disorders: an observation of initial clinical response and maintenance tolerability. Journal of Child Neurology, 22, 574-579.
  45. Chungpaibulpatana, J., Sumpatanarax, T., Thadakul, N., Chantharatreerat, C., Konkaew, M., & Aroonlimsawas, M. (2008). Hyperbaric oxygen therapy in Thai autistic children. Journal of the Medical Association of Thailand, 91, 1232-1238.
  46. Coben, R., & Padolsky, I. (2007). Assessment-guided neurofeedback for autistic spectrum disorder. Journal of Neurotherapy, 11, 5-23.
  47. Connor, J.R., Boyer, P.J., Menzies, B.S., Dellinger, B., Allen, R.P., Ondo, W.G., & Earley, C.J. (2003). Neuropathological examination suggests impaired brain iron acquisition in restless legs syndrome. Neurology, 61, 304-309.
  48. Constantino, J.N., Hudziak, J.J., & Todd, R.D. (2003). Deficits in reciprocal social behaviour in male twins: Evidence for a genetically independent domain of psychopharmacology. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 42, 458-467.
  49. Cook, E.H. Jr., Rowlett, R., Jselskis, C., & Leventhal BL. (1992). Fluoxetine treat- ment of children and adults with autistic disorder and mental retardation. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 31, 739-745.
  50. Cook, E.H., & Leventhal, B.L. (1996). The serotonin system in autism. Current Opinion in Pediatrics, 8, 348-354.
  51. Croonenberghs, J., Wauters, A., Deboutte, D., Verkerk, R., Scharpe, S., & Maes, M. (2007). Central serotonergic hypofunction in autism: Results of the 5-hydroxy-tryptophan challenge test. Neuro Endocrinology Letters, 28, 449-55.
  52. D'Eufemia, P., Celli, M., Finocchiaro, R., Pacifico, L., Viozzi, L., Zaccagnini, M., e.a. (1996). Abnormal intestinal permeability in children with autism. Acta Paediatrica, 85, 1076-1079.
  53. Damasio, A.R., & Maurer, R.G. (1978). A neurological model for childhood autism. Archives of Neurology, 35, 777-786.
  54. Daniels, J.L., Forssen, U., Hultman, C.M., Cnattingius, S., Savitz, D.A., Feychting, M., & Sparen, P. (2008). Parental psychiatric disorders associated with autism spectrum disorders in the offspring. Pediatrics, 121, e1357-e1362.
  55. DeLong, G.R., Ritch, C.R., & Burch, S. (2002). Fluoxetine response in children with autistic spectrum disorders: Correlation with familial major affective disorder and intellectual achievement. Developmental Medicine and Child Neurology, 44, 652-9.
  56. Dhumad, S., & Markar, D. (2007). Audit on the use of antipsychotic medication in a community sample of people with learning disability. The British Journal of Developmental Disabilities, 53, 47-51.
  57. Di Simplicio, M., Massey-Chase, R., Cowen, P.J., & Harmer, C.J. (2009). Oxytocin enhances processing of positive versus negative emotional information in healthy male volunteers. Journal of Psychopharmacology, 23, 241-248.
  58. Domes, G., Heinrichs, M., Glascherb, J., Büchel, C., Braus, D.F., & Herpertz, S.C. (2007). Oxytocin attenuates amygdala responses to emotional faces regardless of valence. Biological Psychiatry, 62, 1187-1190.
  59. Donaldson, Z.R., & Young, L.J. (2008). Oxytocin, vasopressin, and the neurogenetics of sociality. Science, 322, 900-904.
  60. Dosman, C., Drmic, I., Brian, J., Senthilselvan, A., Harford, M., Smith, R., & Roberts, S.W. (2006). Ferritin as an indicator of suspected iron deficiency in children with autism spectrum disorder: Prevalence of low serum ferritin concentration. Developmental Medicine and Child Neurology, 48, 1008-1009.
  61. Dosman, C.F., Brian, J.A., Drmic, I.E., Senthilselvan, A., Harford, M.M., Smith, R.W., e.a. (2007). Children with autism: effect of iron supplementation on sleep and ferritin. Pediatrie Neurology, 36, 152-158.
  62. Drago, F., Pedersen, C.A., Caldwell, J.D., & Prange, A.J. Jr. (1986). Oxytocin potently enhances novelty-induced grooming behaviour in the rat. Brain Research, 368, 287-295.
  63. Dunn-Geier, J., Ho, H.H., Auersperg, E., Doyle, D., Eaves, L., Matsuba, C., e.a. (2000). Effect of secretin on children with autism: a randomized controlled trial. Developmental Medicine and Child Neurology, 42, 796-802.
  64. Earley, C.J. (2003). Restless legs syndrome. New England Journal of Medicine, 348, 2103-2109.
  65. Earley, C.J., Connor, J.R., Beard, J.L., Malecki, E.A., Epstein, D.K., & Allen, R.P (2000). Abnormalities in CSF concentrations of ferritin and transferring in restless legs syndrome. Neurology, 54, 1698-1700.
  66. Edwards, D.J., Chugani, D.C., Chugani, H.T., Chehab, J., Malian, M., & Aranda, J.V. (2006). Pharmacokinetics of buspirone in autistic children. Journal of Clinical Pharmacology, 46, 508-514.
  67. Elia, M., Ferri, R., Musumeci, S.A., Del Gracco, S., Bottitta, M., Scuderi, C., e.a. (2000). Sleep in subjects with autistic disorder: A neurophysiological and psychological study. Brain Development, 22, 88-92.
  68. Erickson, C.A., Posey, D.J., Stigler, K.A., Mullett, J., Katschke, A.R., & McDougle, C.J. (2007). A retrospective study of memantine in children and adoles¬cents with pervasive developmental disorders. Psychopharmacology, 191, 141-147.
  69. Esbensen, A.J., Greenberg, J.S., Seltzer, M.M., & Aman, M.G. (2009). A longitudinal investigation of psychotropic and non-psychotropic medication use among adolescents and adults with autism spectrum disorders. Journal of Autism and Developmental Disorders, 39, 1339-1349.
  70. Evangeliou, A., Vlachonikolis, I., Mihailidou, H., Spilioti, M., Skarpalezou, A., Makaronas, N., e.a. (2003). Application of a ketogenic diet in children with autistic behavior: Pilot study. Journal of Child Neurology, 18, 113-118.
  71. Fatemi, S.H., Halt, A.R., Stary, J.M., Kanodia, R., Schulz, S.C., & Realmuto, G.R. (2002). Glutamic acid decarboxylase 65 and 67 kDa proteins are reduced in the autistic parietal and cerebellar cortices. Biological Psychiatry, 52, 805-810.
  72. Findling, R.L. (2005). Pharmacological treatment of behavioural symptoms in autism and pervasive developmental disorders. Journal of Clinical Psychiatry, 66, 26-31.
  73. Findling, R.L., Steiner, H., & Weller, E.B. (2005). Use of antipsychotics in children and adolescents. Journal of Clinical Psychiatry, 66, 29-40.
  74. Fish, B. (1985). Children's psychiatric rating scale. Psychopharmacology Bulletin, 21, 753-770.
  75. Fischer-Shofty, M., Shamay-Tsoory, S.G., Harari, H., & Levkovitz, Y. (2010). The effect of intranasal administration of oxytocin on fear recognition. Neuro-psychologia, 48, 179-184.
  76. Fombonne, E. (2008). Thimerosal disappears but autism remains. Archives of General Psychiatry, 65, 15-16.
  77. Francis, P.T., Palmer, A.M., Snape, M., & Wilcock, G.K. (1999). The cholinergic hypothesis of Alzheimer's disease: A review of progress. Journal of Neurology, Neurosurgery and Psychiatry, 66, 137-147.
  78. Freeman, J.M., Kossoff, E.H., & Hartman, A.L. (2007). The ketogenic diet: one decade later. Pediatrics, 119, 535-543.
  79. Freeman, B.J. , Ritvo, E.R., Yokota, A., & Ritvo, A. (1986). A scale for rating symptoms of patients with the syndrome of autism in real life settings. Journal of the American Academy of Child Psychiatry, 25, 130-136.
  80. Fremeau, R.T. Jr., Jensen, R.T., Charlton, C.G., Miller, R.L., O'Donohue, T.L., & Moody, T.W. (1983). Secretin: specific binding to rat brain membranes. Journal of Neuroscience, 3, 1620-1625.
  81. Gagiano, C., Read, S., Thorpe, L., Eerdekens, M., & Hove, I. van. (2005). Short- and long-term efficacy and safety of risperidone in adults with disruptive behaviour disorders. Psychopharmacology, 179, 629-636.
  82. Geier, D.A., & Geier, M.R. (2006). A clinical trial of combined anti-androgen and anti-heavy metal therapy in autistic disorders. Neuroendocrinology Letters, 27, 833-838.
  83. Geier, M., & Geier, D. (2005). The potential importance of steroids in the treatment of autistic spectrum disorders and other disorders involving mercury toxicity. Medical Hypotheses, 64, 946-54.
  84. Ghaziuddin, M., Ghaziuddin, N., & Greden, J. (2002). Depression in persons with autism: Implications for research and clinical care. Journal of Autism and Developmental Disorders, 32, 299-306.
  85. Ghaziuddin, M., & Greden, J. (1998). Depression in children with autism/perva- sive developmental disorders: a case-control family history study. Journal of Autism and Developmental Disorders, 28, 111-115.
  86. Gillberg, C., & Billstedt, E. (2000). Autism and Asperger syndrome: Co-existence with other clinical disorders. Acta Psychiatrica Scandinavica, 102, 321-330.
  87. Gillott, A., Furniss, F., & Walter, A. (2001). Anxiety in high-functioning children with autism. Autism, 5, 277-286.
  88. Gimpl, G. (2008). Oxytocin receptor ligands: a survey of the patent literature. Expert Opinion, 18, 1239-1251.
  89. Gispen, W.H. (1980). On the neurochemical mechanism of action of ACTH. Progress in Brain Research, 53, 193-206.
  90. Goodman, W. K., Price, L. H., Rasmussen, S. A., Mazure, C., Fleischmann, R.L., Hill, C.L., e.a. (1989a). The Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale. I. development, use, and reliability. Archives of General Psychiatry, 46, 1006-1011.
  91. Goodman, W.K., Price, L.H., Rasmussen, S.A., Mazure, C., Delgado, P., Heninger, G.R., & Charney, D.S. (1989b). The Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale. II. validity. Archives of General Psychiatry, 46, 1012-1016.
  92. Gordon N. (2000). The therapeutics of melatonin: a paediatric perspective. Brain & Development, 22, 213-7.
  93. Goyette, C.H., Conners, C.K., & Ulrich, R.F. (1978). Normative data on revised Conners Parent and Teacher Rating Scales. Journal of Abnormal Child Psychology, 6, 221-236.
  94. Granpeesheha, D., Tarboxa, J., Dixon, D.R., Wilke, A.E., Allen, M.S., & Bradstreet, J.J. (2010). Randomized trial of hyperbaric oxygen therapy for children with autism. Research in Autism Spectrum Disorders, 4, 268-275.
  95. Green, J., Gilchrist, A., Burton, D., & Cox, A. (2000). Social and psychiatric func- tioning in adolescents with Asperger syndrome compared with conduct disorder. Journal of Autism and Developmental Disorders, 30, 279-293.
  96. Green, V.A., Pituch, K.A., Itchon, J., Choi, A., O'Reilly, M., & Sigafoos, J. (2006). Internet survey of treatments used by parents of children with autism. Research in Developmental Disabilities, 27, 70-84.
  97. Greenhill, L.L., Swanson, J.M., Vitiello, B., Davies, M., Clevenger, W., Wu, M., e.a. (2001). Impairment and deportment responses to different methylphenidate doses in children with ADHD: The MTA titration trial. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 40, 180-187.
  98. Gregory, S.G., Connelly, J.J., Towers, A., Johnson, J., Biscocho, D., Markunas, C.A., e.a. (2009). Genomic and epigenetic evidence for oxytocin receptor deficiency in autism. BMC Medicine, 7, 62.
  99. Gualtieri, C.T. (2002). Psychopharmacology of brain injured and mentally retarded patients. Philadelphia: Lippincott Williams and Wilkins.
  100. Gualtieri, T., Chandler, M., Coons, T.B., & Brown, L.T. (1989). Amantadine: A new clinical profile for traumatic brain injury. Clinical Neuropharmacology, 12, 258-270.
  101. Guastella, A.J., Mitchell, P.B., & Dadds, M.R. (2008). Oxytocin increases gaze to the eye region of human faces. Biological Psychiatry, 63, 3-5.
  102. Guastella, A.J., Einfeld, S.L., Gray, K.M., Rinehart, N.J., Tonge, B.J., Lambert, T.J., & Hickie, I.B. (2010). Intranasal oxytocin improves emotion recognition for youth with autism spectrum disorders. Biological Psychiatry, 67, 692-4.
  103. Guénolé, F., Godbout, R., Nicolas, A., Franco, P., Claustrat, B., & Baleyte, J.M. (2011). Melatonin for disordered sleep in individuals with autism spectrum disorders: Systematic review and discussion. Sleep Medicine Reviews, 15, 379-87.
  104. Guy, W. (1976a). Clinical Global Impressions. In W. Guy, ECDEU Assessment Manual for Psychopharmacology, revised (DHEW Publ No ADM 76-338) (pp. 218-222). Rockville, MD: National Institute of Mental Health.
  105. Guy, W. (1976b). Dosage Record and Treatment Emergent Symptoms scale (DOTES). In W. Guy, ECDEU Assessment Manual for Psychopharmacology, revised (DHEW Publ No ADM 76-338) (pp. 223-244). Rockville, MD: National Institute of Mental Health.
  106. Haas, R.H., Rice, M.A., Trauner, D.A., & Merritt, T.A. (1986). Therapeutic effects of a ketogenic diet in Rett syndrome. American Journal of Medical Genetics, 1, 225-246.
  107. Haessler, F., Glaser, T., Beneke, M., Pap, A.F., Bodenschatz, R., Reis, O.; Zuclopenthixol Disruptive Behaviour Study Group. (2007). Zuclopenthixol in adults with intellectual disabilities and aggressive behaviours: Discontinuation study. The British Journal of Psychiatry, 190, 447-448.
  108. Hallett, V., Ronald, A., & Happe, F. (2009). Investigating the association between autistic-like and internalizing traits in a community-based twin sample. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 48, 618-627.
  109. Hampson, D., Gholizadeh, S., & Pacey, L. (2012). Pathways to drug development for autism spectrum disorders. Clinical Pharmacology and Therapeutics, 91, 189-200.
  110. Handen, B.L., Feldman, H., Gosling, A., Breaux, A.M., & McAuliffe, S. (1991). Adverse side effects of Ritalin among mentally retarded children with ADHD. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 30, 241-245.
  111. Handen, B.L., & Hardan, A.Y. (2006). Open-label, prospective trial of olanzapine in adolescents with subaverage intelligence and disruptive behavioral disor¬ders. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 45, 928-935.
  112. Haracopos, D., & Kelstrup, A. (1975). Psykotiskadfard [Psychotisch gedrag]. Kobenhavn: Samaterialer.
  113. Hardan, A.Y., Jou, R.J., & Handen, B.L. (2004). A retrospective assessment of topiramate in children and adolescents with pervasive developmental disorders. Journal of Child and Adolescent Psychopharmacology, 14, 426-432.
  114. Heinrichs, M., Baumgartner, T., Kirschbaum, C., & Ehlert, U. (2003). Social support and oxytocin interact to suppress cortisol and subjective responses to psychological stress. Biological Psychiatry, 54, 1389-1398.
  115. Hellings, J.A., Weckbaugh, M., Nickel, E.J., Cain, S.E., Zarcone, J.R., Reese, R.M., e.a. (2005). A double-blind, placebo-controlled study of valproate for aggression in youth with pervasive developmental disorders. Journal of Child and Adolescent Psychopharmacology, 15, 682-692.
  116. Hellings, J.A., Zarcone, J.R., Reese, R.M., Valdovinos, M.G., Marquis, J.G., Fleming, K.K., & Schroeder, S.R. (2006). A crossover study of risperidone in children, adolescents and adults with mental retardation. Journal of Autism and Developmental Disorders, 36, 401-411.
  117. Hemert, J.C.J. van. (1975). Pipamperone (Dipiperon, R3345). in troublesome mental retardates: A double-blind placebo controlled cross-over study with long-term follow-up. Acta Psychiatrica Scandinavica, 52, 237-245.
  118. Hen, M.H. de, & H.M. Geurts. (2008). Is neurofeedback effectief bij kinderen met ADHD? Tijdschrift voor Neuropsychologie, 2, 14-27.
  119. Hofvander, B., Delorme, R., Chaste, P., Nydén, A., Wentz, E., Stahlberg, O., e.a. (2009). Psychiatrie and psychosocial problems in adults with normal-intelligence autism spectrum disorders. BMC Psychiatry, 10, 9:35.
  120. Hollander, E., Cartwright, C., Wong, C.M., DeCaria, C. M., DelGuidice-Asch, G., Buchsbaum, M.S., e.a. (1998). A dimensional approach to the autism spectrum. CNS Spectrums, 3, 22-39.
  121. Hollander, E., Tracy, K., Swann, A.C., Coccaro, E.F., McElroy, S.L., Wozniak, P, e.a. (2003). Divalproex in the treatment of impulsive aggression: Efficacy in cluster B personality disorders. Neuropsychopharmacology, 28, 1186-1197.
  122. Hollander, E., Bartz, J., Chaplin, W., Phillips, A., Sumner, J., Soorya, L., e.a. (2007). Oxytocin increases retention of social cognition in autism. Biological Psychiatry, 61, 498-503.
  123. Hollander, E., Chaplin, W., Soorya, L., Wasserman, S., Novotny, S., Russoff, J., e.a. (2010). Divalproex sodium vs placebo for the treatment of irritability in children and adolescents with autism spectrum disorders. Neuropsychopharmacology, 35, 990-998.
  124. Hollander, E., Soorya, L., Chaplin, W., Anagnostou, E., Taylor, B.P., Ferretti, C.J., e.a. (2011). A double-blind placebo-controlled trial of fluoxetine for repetitive behaviors and global severity in adult autism spectrum disorders. American Journal of Psychiatry, 169, 292-299.
  125. Honigfeld, G., Gillis, R.D., & Klett, C.J. (1966). NOSIE-30: a treatment-sensitive ward behavior scale. Psychological Reports, 19, 180-182.
  126. Horning, M.S., Blakemore, L.J., & Trombly, P.Q. (2000). Endogenous mechanisms of neuroprotection: Role of zinc, copper, and carnosine. Brain Research, 852, 56-61.
  127. Horvath, K., & Perman, J.A. (2002). Autism and gastrointestinal symptoms. Current Gastroenterology Reports, 4, 251-258.
  128. Horvath, K., Stefanatos, G., Sokolski, K.N., Wachtel, R., Nabors, L., & Tildon, J.T. (1998). Improved social and language skills after secretin administration in patients with autistic spectrum disorders. Journal of the Association for Academie Minority Physicians, 9, 9-15.
  129. Howlin, P. (2000). Outcome in adult life for more able individuals with autism or Asperger Syndrome. Autism, 4, 63-83.
  130. Huitema, R., & Eling, P. (2008). Neurofeedback: Wat is het waard? Tijdschrift voor Neuropsychologie, 2, 3-13.
  131. Hyman, S.E., & Nestler, E.J. (1996). Initiation and adaptation: A paradigm for understanding psychotropic drug action. American Journal of Psychiatry, 153, 151-162.
  132. Insel, T.R., & Winslow, J.T. (1991). Central administration of oxytocin modulates the infant rat's response to social isolation. European Journal of Pharmacology, 203, 149-152.
  133. Israngkun, P.P., Newman, H.A.I., Patel, S.T., Duruibe, V.A., & Abou-Issa, H. (1986). Potential biochemical markers for infantile autism. Neurochemical Pathology, 5, 51-70.
  134. Izmeth, M.G.A., Khan, S.Y., Kumarajeewa, D.I., Shivanathan, S., Veall, R.M., & Wiley, Y.V. (1988). Zuclopenthixol decanoate in the management of behavioural disorders in mentally handicapped patients. Pharmatherapeutica, 5, 217-227.
  135. Jahromi, L.B., Kasari, C.L., McCracken, J.T., Lee, L.S., Aman, M.G., McDougle, C.J., e.a. (2009). Positive effects of methylphenidate on social communication and self-regulation in children with pervasive developmental disorders and hyperactivity. Journal of Autism and Developmental Disorders, 39, 395-404.
  136. Jamain, S., Betancur, C., Quach, H., Philippe, A., Fellous, M., Giros, B., e.a. (2002). Linkage and association of the glutamate receptor 6 gene with autism. Molecular Psychiatry, 7, 302-310.
  137. Jan, J.E., Freeman, R.D., & Fast, D.K. (1999). Melatonin treatment of sleep/wake cycle disorders in children and adolescents. Developmental Medicine and Child Neurology, 41, 491-500.
  138. Jan, J.E., & O'Donnel, M.E. (1996). Use of melatonin in the treatment of pediatric sleep disorders. Journal of Pineal Research, 21, 193-199.
  139. Jarusiewicz, B. (2002). Efficacy of Neurofeedback for Children in the Autistic Spectrum: A Pilot Study. Journal of Neurotherapy, 6, 39-49.
  140. Jepson, B., Granpeesheh, D., Tarbox, J., Olive, M.L., Stott, C., Braud, S., e.a. (2011). Controlled evaluation of the effects of hyperbaric oxygen therapy on the behavior of 16 children with autism spectrum disorders. Journal of Autism and Developmental Disorders, 41, 575-588.
  141. Jonsson, L., Ljunggren, E., Bremer, A., Pedersen, C., Landen, M., Thuresson, K. e.a. (2010). Mutation screening of melatonin-related genes in patients with autism spectrum disorders. BMC Medical Genomics, 3, 10. Raadpleegbaar via: http://www.biomedcentral.com/content/pdf/1755-8794-3-10.pdf.
  142. Kanner, L. (1943). Autistic disturbances of affective contact. Nervous Child, 2, 217-250.
  143. Karsten, D., Kivimaki, T., Linna, S.L., Pollari, L., & Turunen, S. (1981). Neuroleptic treatment of oligophrenic patients: A double-blind clinical multicentre trial of cis(Z)-clopenthixol and haloperidol. Acta Psychiatrica Scandinavica, 294, 39-45.
  144. Kemp, J.A., & McKernan, R.M. (2002). NMDA receptor pathways as drug targets. Nature Neuroscience, 5, 1039-1042.
  145. Kemper, T., & Bauman, M. (1993). The contribution of neuropathologic studies to the understanding of autism. Neurologic Clinics, 11, 175-187.
  146. Kendall, T. (2011). The rise and fall of the atypical antipsychotics. The British Journal of Psychiatry, 199, 266-268.
  147. Kim, J.A., Szatmari, P., Bryson, S.E., Streiner, D.L., & Wilson, F.J. (2000). The prevalence of anxiety and mood problems among children with autism and Asperger syndrome. Autism, 4, 117-132.
  148. King, B.H., Wright, D.M., Handen, B.L., Sikich, L., Zimmerman, A.W., McMahon, W., e.a. (2001). Double-blind, placebo-controlled study of amantadine hydrochloride in the treatment of children with autistic disorder. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 40, 658-665.
  149. Kiralp, M.Z., Yildiz, S., Vural, D., Keskin, I., Ay, H., & Dursun, H. (2004). Effectiveness of hyperbaric oxygen therapy in the treatment of complex regional pain syndrome. Journal of International Medical Research, 32, 258-262.
  150. Kirsch I., Deacon B.J., Huedo-Medina T.B., Scoboria A., Moore T.J., Johnson B.T. (2008). Initial severity and antidepressant benefits: a meta-analysis of data submitted to the Food and Drug Administration. PLoS Med, 5: 260-8.
  151. Kirsch, P, Esslinger, C., Chen, Q., Mier, D., Lis, S., Siddhanti, S., e.a. (2005). Oxytocin modulates neural circuitry for social cognition and fear in humans. Journal of Neuroscience, 25, 11489-11493.
  152. Klin, A., Pauls, D., Schultz, R., & Volkmar, F. (2005). Three diagnostic approaches to Asperger syndrome: implications for research. Journal of Autism and Developmental Disorders, 35, 221-34.
  153. Knivsberg, A-M., Reichelt, K-L., H0ien, T., & N0dland, M. (2003). Effect of dietary intervention on autistic behavior. Focus on Autism and Other Developmental Disabilities, 18, 247-256.
  154. Kolevzon, A., Mathewson, K.A., & Hollander, E. (2006). Selective serotonin reuptake inhibitors in autism: A review of efficacy and tolerability. Journal of Clinical Psychiatry, 67, 407-414.
  155. Kooij, J.J.S. (2009). ADHD bij volwassenen: Diagnostiek en behandeling. Pearson Assessment and Information.
  156. Korkmaz, B. (2000). Infantile autism: adult outcome. Seminars in Clinical Neuropsychiatry, 5, 164-170.
  157. Kornhuber, J., Weller, M., Schoppmeyer, K., & Riederer, P. (1994). Amantadine and memantine are NMDA receptor antagonists with neuroprotective properties. Journal of Neural Transmission, 43, 91-104.
  158. Kosfeld, M., Heinrichs, M., Zak, P.J., Fischbacher, U., & Fehr, E. (2005). Oxytocin increases trust in humans. Nature, 435, 673-676.
  159. Krug, D., Arick, J., & Almond, P. (1993). Autism screening instrument for educa- tionalplanning (2nd ed.). Austin, TX: PRO-ED, Inc.
  160. Lainhart, J.E., & Folstein, S.E. (1994). Affective disorders in people with autism: A review of published cases. Journal of Autism and Developmental Disorders, 24, 587-601.
  161. Langworthy-Lam, K.S., Aman, M.G., & Van Bourgondien, M.E. (2002). Prevalence and patterns of use of psychoactive medicines in individuals with autism in the Autism Society of North Carolina. Journal of Child and Adolescent Psychopharmacology, 12, 311-322.
  162. Larsen, F.W., & Mouridsen, S.E. (1997). The outcome in children with childhood autism and asperger syndrome originally diagnosed as psychotic: A 30-year follow-up study of subjects hospitalized as children. European Child & Adolescent Psychiatry, 6, 181-190.
  163. Latif, A., Heinz, P., & Cook, R. (2002). Iron deficiency in autism and Asperger syndrome. Autism, 6, 103-114.
  164. Leach, R.M., Rees, PJ., & Wilmshurst, P. (1998). ABC of oxygen: hyperbaric oxygen therapy. British Medical Journal, 317, 1140-1143.
  165. Leu, R.M., Beyderman, L., Botzolakis, E.J., Surdyka, K., Wang, L., & Malow, B.A. (2010). Relation of melatonin to sleep architecture in children with autism. Journal of Autism and Developmental Disorders, 41, 427-433.
  166. Levy, S.E., Souders, M.C., Wray, J., Jawad, A.F., Gallagher, P.R., Coplan, J., e.a. (2003). Children with autistic spectrum disorders I: comparison of placebo and single dose of human synthetic secretin. Archives of Disease in Childhood, 88, 731-736.
  167. Levy, S.E., Mandell, D.S., & Schultz, R.T. (2009). Autism. Lancet, 374, 1627-1638.
  168. Lipton, S.A. (2006). Paradigm shift in neuroprotection by NMDA receptor blockade: Memantine and beyond. Nature Reviews Drug Discovery, 5, 160-170.
  169. Lonsdale, D., Shamberger, R.J., & Audhya, T. (2002). Treatment of autism spectrum children with thiamine tetrahydrofurfuryl disulfide: A pilot study. Neuroendocrinology Letters, 23, 303-308.
  170. Loo, S.K., & Barkley, R.A. (2005). Clinical utility of eeg in attention deficit hyperactivity disorder. Applied Neuropsychology, 12, 64-76.
  171. Lubar, J.F., & Shouse, M.N. (1976). EEG and behavioral changes in a hyperkinetic child concurrent with training of the sensorimotor rhythm (SMR): A preliminary report. Biofeedback and Self Regulation, 1, 293-306.
  172. Lubetsky, M.J., & Handen, B.L. (2008). Medication treatment in autism spectrum disorder. Speaker’s Journal, 8, 97-107.
  173. Luteijn, E.F., Serra, M., Jackson, S., Steenhuis, M.P., Althaus, M., Volkmar, F., & Minderaa, R. (2000). How unspecified are disorders of children with a pervasive developmental disorder not otherwise specified? A study of social problems in children with PDD-NOS and ADHD. European Child and Adolescent Psychiatry, 9, 168-179.
  174. MacDonald, E., Dadds, M.R., Brennan, J.L., Williams, K., Levy, F., Cauchi, A.J. (2011). A review of safety, side-effects and subjective reactions to intranasal oxytocin in human research. Psychoneuroendocrinology, 36, 1114-1126.
  175. Maelicke, A., Samochocki, M., Jostock, R., Fehrenbacher, A., Ludwig, J., Albuquerque, E.X.,e.a. (2001). Allosteric sensitization of nicotinic receptors by galantamine, a new treatment strategy for Alzheimier's disease. Biological Psychiatry, 49, 279-288.
  176. Magnuson, K.M., & Constantino, J.N. (2011). Characterization of depression in children with autism spectrum disorders. Journal of Developmental and Behavioral Pediatrics, 32, 332-340.
  177. Malone, R.P., Gratz, S.S., Delaney, M.A., Hyman, S.B. (2005). Advances in drug treatments for children and adolescents with autism and other pervasive developmental disorders. CNS Drugs, 19, 923-934.
  178. Marshall, T. (2004). Audit of the use of psychotropic medication for challenging behaviour in a community learning disability service. The Psychiatrist, 28, 447-450.
  179. Marshall, C., & Scherer, S. (2012). Detection and characterization of copy number variation in autism spectrum disorder. Methods in Molecular Biology, 838, 115-135.
  180. Martin, A., Koenig, K., Anderson, G.M., & Scahill, L. (2003). Low-dose fluvox- amine treatment of children and adolescents with pervasive developmental disorders: A prospective, open-label study. Journal of Autism and Develop- mental Disorders, 33, 77-85.
  181. Martin, A., Scahill, L., Klin, A., & Volkmar, F.R. (1999). Higher-functioning perva¬sive developmental disorders: rates and patterns of psychotropic drug use. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 38, 923-931.
  182. Martineau, J., Barthelemy, C., Cheliakine, C., & Lelord, G. (1988). Brief report: An open middle-term study of combined vitamin B6-magnesium in a subgroup of autistic children selected on their sensitivity to this treatment. Journal of Autism and Developmental Disorders, 18, 435-447.
  183. Masters, K.J. (1997). Alternative medications for ADHD [letter]. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 36, 301.
  184. Matson, J.L., & Hess, J.A. (2011). Psychotropic drug efficacy and side effects for persons with autism spectrum disorders. Research in Autism Spectrum Disorders, 5, 230-236.
  185. Matson, J.L., & Neal, D. (2009). Psychotropic medication use for challenging behaviours in persons with intellectual disabilities: an overview. Research in Developmental Disabilities, 30, 572-586.
  186. Matson, J.L., & Shoemaker, M. (2009). Intellectual disability and its relationship to autism spectrum disorders. Research in Developmental Disabilities, 30, 1107-1114.
  187. Matson, J.L., Sipes, M., Fodstad, J.C., & Fitzgerald, M.E. (2011). Issues in the management of challenging behaviour of adults with autism spectrum disorder. CNS Drugs, 25, 597-606.
  188. McDougle, C.J., Naylor, S.T., Cohen, D.J., Volkmar, F.R., Heninger, G.R., & Price, L.H. (1996). A double-blind, placebo-controlled study of fluvoxamine in adults with autistic disorder. Archives of General Psychiatry, 53, 1001-1008.
  189. McDougle, C.J., Brodkin, E.S., Naylor, S.T., Carlson, D.C., Cohen, D.J., & Price, L.H. (1998a). Sertraline in adults with pervasive developmental disorders: A prospective open-label investigation. Journal of Clinical Psychopharmacology, 18, 62-66.
  190. McDougle, C.J., Holmes, J.P., Carlson, D.C., Pelton, G.H., Cohen, D.J., & Price, L.H. (1998b). A double-blind, placebo-controlled study of risperidone in adults with autistic disorder and other pervasive developmental disorders. Archives of General Psychiatry, 55, 633-641.
  191. McDougle, C.J., Stigler, K.A., & Posey, D.J. (2003). Treatment of aggression in children and adolescents with autism and conduct disorder. Journal of Clinical Psychiatry, 64, 16-25.
  192. McDougle, C.J., Erickson, C.A., Stigler, K.A., & Posey, D.J. (2005). Neurochemistry in the pathophysiology of autism. Journal of Clinical Psychiatry, 66, 9-18.
  193. McKenzie, M.E., & Roswell-Harris, D. (1966). A controlled trial of prothipendyl (tolnate). in mentally subnormal patients. The British Journal of Psychiatry, 112, 95-100.
  194. Meisenberg, G., & Simmons, W.H. (1983). Centrally mediated effects of neurohypophyseal hormones. Neuroscience Biobehavioral Reviews, 7, 263-280.
  195. Mehl-Madrona, L., Leung, B., Kennedy, C., Paul, S., & Kaplan, B.J. (2010). Micronutrients versus standard medication management in autism: A naturalistic case-control study. Journal of Child and Adolescent Psychopharmacology, 20, 95-103.
  196. Melke, J., Goubran Botros, H., Chaste, P., Betancur, C., Nygren, G., Anckarsater, H., e.a. (2008). Abnormal melatonin synthesis in autism spectrum disorders. Molecular Psychiatry, 13, 90-98.
  197. Miano, S., & Ferri, R. (2010). Epidemiology and management of insomnia in children with autistic spectrum disorders. Pediatric Drugs, 12, 75-84.
  198. Millward, C., Ferriter, M., Calver, S.J., & Connell-Jones, G. (2008). Gluten- and casein-free diets for autistic spectrum disorder. Cochrane Database of Systematic Reviews 2008(2), Article CD003498. Retrieved September 15 2011. The Cochrane Library Database.
  199. Miyamoto, A., Oki, J., Takahashi, S., & Okuno, A. (1999). Serum melatonin kinetics and long-term melatonin treatment for sleep disorders in Rett syndrome. Brain Development, 21, 59-62.
  200. Modahl, C., Green, L., Fein, D., Morris, M., Waterhouse, L., Feinstein, C.,e.a. (1998). Plasma oxytocin levels in autistic children. Biological Psychiatry, 43, 270-277.
  201. Moore, M.L., Eichner, S.F., & Jones, J.R. (2004). Treating functional impairment of autism with selective serotonin-reuptake inhibitors. Annals of Pharmacotherapy, 38, 1515-1519.
  202. Mousain-Bosc, M., Roche, M., Polge, A., Pradal-Prat, D., Rapin, J., & Bali, J.P. (2006). Improvement of neurobehavioral disorders in children supplemented with magnesium-vitamin B6. II. pervasive developmental disorder-autism. Magnesium Research, 19, 53-62.
  203. Munasinghe, S.A., Oliff, C., Finn, J., & Wray, J.A. (2010). Digestive enzyme supplementation for autism spectrum disorders: A double-blind randomized controlled trial. Journal of Autism and Developmental Disorders, 40, 1131-1138.
  204. Mundy, P. (2003). Annotation, the neural basis of social impairments in autism: The role of the dorsal medial-frontal cortex and anterior cingulate system. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 44, 793-809.
  205. Mundy, P., Delgado, C., Block, J., Venezia, M., Hogan, A., & Seibert, J. (2003). A manual for the Abridged Early Social Communication Scales (ESCS). Coral Gables, FL: University of Miami.
  206. Munshi, K.R., Oken, T., Guild D.J., Trivedi, H.K., Wang, B.C., Ducharme, P., e.a. (2010). The use of antiepileptic drugs (AEDs). for the treatment of pediatric aggression and mood disorders. Pharmaceuticals, 3, 2986-3004.
  207. Murphy, G.H., Beadle-Brown, J., Wing, L., Gould, J., Shah, A., & Holmes, N. (2005). Chronicity of challenging behaviours in people with severe intellec- tual disabilities and/or autism: a total population sample. Journal of Autism and Developmental Disorders, 35, 405-418.
  208. Murray, M.J. (2011). Attention-deficit/hyperactivity disorder in the context of autism spectrum disorders. Current Psychiatry Reports, 5, 382-388.
  209. Myers, SM. (2007). The status of pharmacotherapy for autism spectrum disorders. Expert Opinion on Pharmacotherapy, 8, 1579-603.
  210. Nelson, E., & Alberts, J.R. (1997). Oxytocin-induced paw sucking in infant rats. Annals of the New York Academy of Sciences, 807, 543-545.
  211. Neubauer, R.A., Gottlieb, S.F., & Miale, A. (1992). Identification of hypometabolic areas in the brain using brain imaging and hyperbaric oxygen. Clinical Nuclear Medicine, 17, 477-481.
  212. NICE. (2009a). Attention deficit hyperactivity disorder [CG72]. London: National Institute for Health and Clinical Excellence.
  213. NICE. (2009b). Depression: The treatment and management of depression in adults (Update). [CG90]. London: National Institute for Health and Clinical Excellence.
  214. NICE. (2009c). Schizophrenia (Update). [CG82]. London: National Institute for Health and Clinical Excellence.
  215. NICE. (2011). Generalised anxiety disorder andpanic disorder (with or without agoraphobia) in adults. [CG113]. London: National Institute for Health and Clinical Excellence.
  216. NICE. (2008). Attention Deficit Hyperactivity Disorder: Diagnosis and Management of ADHD in children, youngpeople and Adults. NICE clinical guideline 72, 2008. London: National Institute for Health and Clinical Excellence.
  217. Nicolson, R., Craven-Thuss, B., & Smith, J. (2006). A prospective, open-label trial of galantamine in autistic disorder. Journal of Child and Adolescent Psychopharmacology, 16, 621-629.
  218. Niesink, R.J.M., & Ree, J.M. van. (1983). Normalizing effects of an ACTH 4 9 analog (ORG 2766). on 'disturbed' social behaviour of rats: Implication of endogeneous opioid systems. Science, 221, 960-962.
  219. Nir, I., Meir, D., Zilber, N., Knobler, H., Hadjez, J., & Lerner, Y. (1995). Brief report: circadian melatonin, thyroid-stimulating hormone, prolactin and cortisol levels in serum of young adults with autism. Journal of Autism and Developmental Disorders, 25, 641-654.
  220. Nolen, W.A., Kupka, R.W., Schulte, P.F.J., Knoppert-van der Klein, E.A.M., Honig, A., Reichart, C.G., e.a.; Richtlijncommissie bipolaire stoornissen van de Commissie Kwaliteitszorg van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. (2008). Richtlijn bipolaire stoornissen (2e herz. versie). Utrecht: De Tijdstroom.
  221. Ottaviano, S., Giannotti, F., Cortesi, F., Bruni, O., & Ottaviano, C. (1996). Sleep characteristics in healthy children from birth to 6 years of age in the urban area of Rome. Sleep, 19, 1-3.
  222. Owley, T., Salt, J., Guter, S., Grieve, A., Walton, L., Avuvao, N. e.a. (2006). A prospective, open-label trial of memantine in the treatment of cognitive, behavioral, and memory dysfunction in pervasive developmental disorders. Journal of Child and Adolescent Psychopharmacology, 16, 517-524.
  223. Ozonoff, S., Pennington, B.F., & Rogers, S.J. (1991). Executive function deficits in high-functioning autistic individuals: relationship to theory of mind. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 32, 1081-1105.
  224. Paavonen, E.J., Nieminen-von Wendt, T., Vanhala, R, Aronen, E.T., & Wendt, L. (2003). Effectiveness of melatonin in the treatment of sleep disturbances in children with Asperger disorder. Journal of Child and Adolescent Psychopharmacology, 13, 83-95.
  225. Palm, L., Blennow, G., & Wetterberg, L. (1997). Long-term melatonin treatment in blind children and young adults with circadian sleep-wake disturbances. Developmental Medicine and Child Neurology, 39, 319-325.
  226. Parikh, M.S., Kolevzon, A., & Hollander, E. (2008). Psychopharmacology of aggression in children and adolescents with autism: a critical review of efficacy and tolerability. Journal of Child and Adolescent Psychopharmacology, 18, 157-178.
  227. Parker, S.K., Schwartz, B., Todd, J., & Pickering, L.K. (2004). Thimerosal-containing vaccines and autistic spectrum disorder: a critical review of published data. Pediatrics, 114, 793-804.
  228. Patisaul, H.B., Scordalakes, E.M., Young, L.J., Rissman, E.F. (2003). Oxytocin, but not oxytocin receptor, is regulated by oestrogen receptor beta in the female mouse hypothalamus. Journal of Neuroendocrinology, 15, 787-93.
  229. Patzold, L.M., Richdale, A.L., & Tonge, B.J. (1998). An investigation into sleep characteristics of children with autism and Asperger's disorder. Journal of Paediatric Child Health, 34, 528-533.
  230. Pinto, D., Pagnamenta, A., Klei, L., Anney, R., Merico, D., Regan, R., e.a. (2010). Functional impact of global rare copy number variation in autism spectrum disorders. Nature, 466, 368-372.
  231. Polimeni, M.A., Richdale, A.L., & Francis, A.J. (2005). A survey of sleep problems in autism, Asperger's disorder and typically developing children. Journal of Intellectual Disability Research, 49, 260-268.
  232. Posey, D.J., & McDougle, C.J. (2001). Pharmacotherapeutic management of autism. Expert Opinion on Pharmacotherapy, 2, 587-600.
  233. Posey, D.J., Puntney, J.I., Sasher, T.M., Kem, D.L., & McDougle, C.J. (2004). Guanfacine treatment of hyperactivity and inattention in pervasive developmental disorders: a retrospective analysis of 80 cases. Journal of Child and Adolescent Psychopharmacology, 14, 233-242.
  234. Posey, D.J., Wiegand, R.E., Wilkerson, J., Maynard, M., Stigler, K.A., & McDougle, C.J. (2006). Open-label atomoxetine for attention-deficit/hyperactivity disorder symptoms associated with high-functioning pervasive develop- mental disorders. Journal of Child and Adolescent Psychopharmacology, 16, 599-610.
  235. Posey, D.J., Aman, M.G., McCracken, J.T., Scahill, L., Tierney, E., Arnold, L.E.,e.a. (2007). Positive effects of methylphenidate on inattention and hyperactivity in pervasive developmental disorders: An analysis of secondary measures. Biological Psychiatry, 61, 538-544.
  236. Posey, D.J., Stigler, K.A., Erickson, C.A, & McDougle, C.J. (2008). Antipsychotics in the treatment of autism. The Journal of Clinical Investigation, 118, 6-14.
  237. Realmuto, G.M., August, G.J., & Garfinkel, B.D. (1989). Clinical effect of buspirone in autistic children. Journal of Clinical Psychopharmacology, 9, 122-125.
  238. Read, S.G., & Rendall, M. (2007). An open-label study of risperidone in the improvement of quality of life and treatment of symptoms of violent and self-injurious behaviour in adults with intellectual disability. Journal of Applied Research in Intellectual Disabilities, 20, 256-264.
  239. Reichelt, K.L., Hole, K., Hamberfer, A, Saelid, G., Edminson, P.D., Braestrup, C.B., e.a. (1981). Biologically active peptide containing fractions in schizophrenia and childhood autism. Advances in Biochemical Psychopharmacology, 28, 627-643.
  240. Reisberg, B., Doody, R., Stoffler, A., Schmitt, F., Ferris, S., Möbius, H.J.; Memantine Study Group. (2003). Memantine in moderate-to-severe Alzheimer's disease. New England Journal of Medicine, 348, 1333-1341.
  241. Remington, G., Sloman, L., Konstantareas, M., Parker, K., & Gow, R. (2001). Clomipramine versus haloperidol in the treatment of autistic disorder: a double-blind, placebo-controlled, crossover study. Journal of Clinical Psychopharmacology, 21, 440-444.
  242. Rescorla, L. (1989). The Language Development Survey: A screening tool for delayed language in toddlers. Journal of Speech and Hearing Disorders, 54, 587-599.
  243. Research Units on Pediatric Psychopharmacology (RUPP) Autism Network (2005). Randomized, controlled, crossover trial of methylphenidate in pervasive developmental disorders with hyperactivity. Archives of General Psychiatry, 62, 1266-1274.
  244. Richdale, A.L., Francis, A., Gavidia-Payne, S.G., & Cotton, S. (1999). Stress, behaviour and sleep problems in children with an intellectual disability. Journal of Intellectual and Developmental Disabilities, 25, 147-161.
  245. Richdale, A.L., & Schreck, K.A. (2009). Sleep problems in autism spectrum disorders: prevalence, nature, and possible biopsychosocial aetiologies. Sleep Medicine Reviews, 13, 403-411.
  246. Ritvo, E.R., Ritvo, R., Yuwiller, A., Brothers, A., Freeman, B.J. & Plotkin, S. (1993). Elevated daytime melatonin concentrations in autism: a pilot study. European Child and Adolescent Psychiatry, 2, 75-78.
  247. Rossignol, D.A., & Frye, R.E. (2011). Melatonin in autism spectrum disorders: a systematic review and meta-analysis. Developmental Medicine and Child Neurology, 53, 783-792.
  248. Rossignol, D.A., & Rossignol, L.W. (2006). Hyperbaric oxygen therapy may improve symptoms in autistic children. Medical Hypotheses, 67, 216-228.
  249. Rossignol, D.A., Rossignol, L.W., James, S.J., Melnyk, S. & Mumper, E. (2007). The effects of hyperbaric oxygen therapy on oxidative stress, inflammation, and symptoms in children with autism: an open-label pilot study. BMC Pediatrics, 7, 36.
  250. Rossignol, D.A., Rossignol, L.W., Smith, S., Schneider, C., Logerquist, S., Usman, A. e.a. (2009). Hyperbaric treatment for children with autism: a multicenter, randomized, double-blind, controlled trial. BMC Pediatrics, 9, 21.
  251. Ruedrich, S., Swales, T.P., Fossaceca, C., Toliver, J., & Rutkowski, A. (1999). Effect of divalproex sodium on aggression and self-injurious behaviour in adults with intellectual disability: A retrospective review. Journal of Intellectual Disability Research, 43, 105-111.
  252. Rumsey, J.M., Rapoport, J.L., & Sceery, W.R. (1985). Autistic children as adults: psychiatric, social, and behavioural outcomes. Journal of the American Academy of Child Psychiatry, 24, 465-473.
  253. Rutter, M.L. (2011). Progress in understanding autism: 2007-2010. Journal of Autism and Developmental Disorders, 41, 395-404.
  254. Sack, R.L., Hughes, R.J., Edgar, D.M., & Lewy, A.J. (1997). Sleep promoting effects of melatonin: at what doses, in whom, under what conditions and by what mechanisms. Sleep, 20, 192-197.
  255. Saebra, M.L.V., Bignotto, M., Pinto, L., Tufik, S. (2000). Randomized double-blind clinical trial, controlled with placebo, of the toxicology of chronic melatonin treatment. Journal of Pineal Research, 29, 193-200.
  256. Saxena, PR. (1995). Serotonin receptors: subtypes, functional responses and therapeutic relevance. Pharmacology and Therapeutics, 66, 339-368.
  257. Scahill, L., McDougle, C.J., Williams, S.K., Dimitropoulos, A., Aman, M.G., McCracken, J.T., e.a. (2006). Children's Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale modified for pervasive developmental disorders. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 45, 1114-1123.
  258. Schneider, L.S., Dagerman, K.S., Higgins, J.P, & McShane, R. (2011). Lack of evidence for the efficacy of memantine in mild Alzheimer disease. Archives of Neurology, 68, 991-998.
  259. Schopler, E., Reichler, R.J., DeVellis, R.F., & Daly, K. (1980). Toward objective classification of childhood autism: Childhood Autism Rating Scale (CARS). Journal of Autism and Developmental Disorders, 10, 91-103.
  260. Schothorst, P.F., Engeland, H. van, Gaag, R.J. van der, Minderaa, R.B., Stockmann, A.P.A.M. , Westermann, G.M.A., & Floor-Siebelink, H.A. (2009). Richtlijn diagnostiek en behandeling autismespectrumstoornissen bij kinderen en jeugdigen. Utrecht: De Tijdstroom.
  261. Shuang, M., Liu, J., Jia, M.X., Yang, J.Z., Wu, S.P, Gong, X.H., e.a. (2004). Family-based association study between autism and glutamate receptor 6 gene in Chinese Han trios. American Journal of Medical Genetics, 131B, 48-50.
  262. Siegel, B.V. Jr., Nuechterlein, K.H., Abel, L., Wu, J.C., & Buchsbaum, M.S.(1995). Glucose metabolic correlates of continuous test performance in adults with a history of infantile autism, schizophrenics, and controls. Schizophrenia Research, 17, 85-94.
  263. Simonoff, E., Pickles, A., Charman, T., Chandler, S., Loucas, T., & Baird, G. (2008). Psychiatric disorders in children with autism spectrum disorders: prevalence, comorbidity, and associated factors in a population-derived sample. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 47, 921-929.
  264. Singh, I., & Owino, J. E. (1992). A double-blind comparison of zuclopenithixol tablets with placebo in the treatment of mentally handicapped in-patients with associated behavioural disorders. Journal of Intellectual Disability Research, 36, 541-549.
  265. So, E.L. (2010). Interictal epileptiform discharges in persons without a history of seizures: what do they mean? Journal of Clinical Neurophysiology, 27, 229-38.
  266. Somponpun, S., & Sladek, C.D. (2002). Role of estrogen receptor-beta in regulation of vasopressin and oxytocin release in vitro. Endocrinology, 143, 2899-904.
  267. Sorgi, P., Ratey, J., Knoedler, D.W., Markert, R.J., Reichman, M. (1991). Rating aggression in the clinical setting, a retrospective adaptation of the overt aggression scale: preliminary results. Journal of Neuropsychiatry, 3, 52-56.
  268. Spreat, S., & Conroy, J. (1998). Use of psychotropic medications for persons with mental retardation who live in Oklahoma nursing homes. Psychiatric Services, 49, 510-512.
  269. Stahl, S.M. (2000). The new cholinesterase inhibitors for Alzheimer's disease, part 2: Illustrating their mechanisms of action. Journal of Clinical Psychiatry, 61, 813-814.
  270. Steele, J., Matos, L.A., Lopez, E.A., Perez-Pinzon, M.A., Prado, R., Busto, R., e.a. (2004). A phase 1 safety study of hyperbaric oxygen therapy for amyotrophic lateral sclerosis. Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5, 250-254.
  271. Sterling, L., Dawson, G., Estes, A., & Greenson, J. (2008). Characteristics associated with presence of depressive symptoms in adults with autism spectrum disorder. Journal of Autism and Developmental Disorders, 38, 1011-1018.
  272. Sterman, M.B., & Friar, L. (1972). Suppression of seizures in an epileptic following sensorimotor EEG feedback training. Electroencephalography and Clinical Neurophysiology, 33, 89-95.
  273. Stewart, M.E., Barnard, L., Pearson, J., Hasan, R., & O'Brien, G. (2006). Presentation of depression in autism and Asperger syndrome: A review. Autism, 10, 103-116.
  274. Stigler, K.A., & McDougle, C.J. (2008). Pharmacotherapy of irritability in pervasive developmental disorders. Child and adolescent psychiatric clinics of North America, 17, 739-52, vii-viii.
  275. Stoller, K.P. (2005). Quantification of neurocognitive changes before, during, and after hyperbaric oxygen therapy in a case of fetal alcohol syndrome. Pediat- rics, 116, 586-91.
  276. Stuss, D., & Knight, R. (2002). Principles of frontal lobe function. Oxford University Press.
  277. Suarez, G.A., Opfer-Gehrking, T.L., Offord, K.P., Atkinson, E.J., O'Brien, P.C., & Low, P.A. (1999). The Autonomic Symptom Profile: A new instrument to assess autonomic symptoms. Neurology, 52, 523-528.
  278. Sullivan, P.F., Neale, M.C., & Kendler, K.S. (2000). Genetic epidemiology of major depression: Review and meta-analysis. American Journal of Psychiatry, 157, 1552-1562.
  279. Tani, P., Lindberg, N., Nieminen-von Wendt, T., Wendt, L. von, Alanko, L, Appelberg, B. e.a. (2003). Insomnia is a frequent finding in adults with Asperger syndrome. BMC Psychiatry, 3, 12.
  280. Tantam, D. (2000). Psychological disorder in adolescents and adults with Asperger syndrome. Autism, 4, 47-62.
  281. Theoharides, T.C., Kempuraj, D., & Redwood, L. (2009). Autism: an emerging 'neuroimmune disorder' in search of therapy. Expert Opin Pharmacother, 10, 2127-2143.
  282. Thirumalai, S.S., Shubin, R.A., & Robinson, R. (2002). Rapid eye movement sleep behaviour disorder in children with autism. Journal of Child Neurology, 17, 173-178.
  283. Toma, C., Rossi, M., Sousa, I., Blasi, F., Bacchelli, E., Alen, R. e.a. (2007). Is ASMT a susceptibility gene for autism spectrum disorders? A replication study in European populations. Molecular Psychiatry, 12, 977-979.
  284. Tordjman, S., Anderson, G.M., Pichard, N., Charbuy, H., & Touitou, Y. (2005). Nocturnal excretion of 6-sulphatoxymelatonin in children and adolescents with autistic disorder. Journal of Biological Psychiatry, 57, 134-138.
  285. Tsakanikos, E., Sturmey, P, Costello, H., Holt, G., & Bouras, N. (2007). Referral trends in mental health services for adults with intellectual disability and autism spectrum disorders. Autism, 11, 9-17.
  286. Tulassay, Z., Bodnar, A., Farkas, I., Papp, J. & Gupta, R. (1992). Somatostatin versus secretin in the treatment of actively bleeding gastric erosions. Digestion, 51, 211-216.
  287. Tyrer, P., Oliver-Africano, PC., Ahmed, Z., Bouras, N., Cooray, S., Deb, S. e.a. (2008). Risperidone, haloperidol, and placebo in the treatment of aggressive challenging behaviour in patients with intellectual disability: A randomised controlled trial. The Lancet, 371, 57-63.
  288. Versteeg, D.H.G. (1980). Interaction of peptides related to ACTH, MSH and p-LPH with neurotransmitters in the brain. Pharmacology and Therapeu- tics, 11, 535-557.
  289. Vickerstaff, S., Heriot, S., Wong, M., Lopes, A., & Dossetor, D. (2007). Intellectual ability, self-perceived social competence, and depressive symptomatology in children with high-functioning autistic spectrum disorders. Journal of Autism and Developmental Disorders, 37, 1647-1664.
  290. Volkow, N.D., Wang, G.J., Fowler, J.S., Gatley, S.J., Logan, J., Ding, Y.S., e.a. (1998). Dopamine transporter occupancies in the human brain induced by therapeutic doses of oral methylphenidate. American Journal of Psychiatry, 155, 1325-1331.
  291. Walters, A.S. (1995). Toward a better definition of the restless legs syndrome. Movement Disorders, 10, 634-642.
  292. Watanabe, Y., Tsumura, H., & Sasaki, H. (1991). Effect of continuous intravenous infusion of secretin preparation (secrepan). in patients with hemorrhage from chronic peptic ulcer and acute gastric mucosal lesion (AGML). Gastroenterology Japan, 26, 86-89.
  293. Wheeler, B., Taylor, B., Simonsen, K., & Reith, D.M. (2005). Melatonin treatment in Smith-Magenis syndrome. Sleep, 28, 1609-1610.
  294. White, J.F. (2003). Intestinal psychopathology in autism. Experimental Biology and Medicine, 228, 639-649.
  295. Wied, D. de, Diamant, M., & Fodor, M. (1993). Central nervous system effects of the neurohypophyseal hormones and related peptides. Frontiers in Neuro-endocrinology, 14, 251-302.
  296. Wilder, R.M. (1921). The effects of ketonemia on the course of epilepsy. Mayo Clinic Proceedings, 2, 307-308.
  297. Williams, K., Wheeler, D.M., Silove, N., & Hazell, P. (2010). Selective serotonin reuptake inhibitors (SSRIs) for autism spectrum disorders (ASD). Cochrane Database of Systematic Reviews, 2010(8), Article CD004677. Retrieved September 15, 2011. The Cochrane Library Database.
  298. Wink, L.K., Plawecki, M.H., Erickson, C.A., Stigler, K.A., & McDougle, C.J. (2010). Emerging drugs for the treatment of symptoms associated with autism spectrum disorders. Expert opinion on emerging drugs, 15, 481-494.
  299. Yoo, J.H., Valdovinos, M.G., & Williams, D.C. (2007). Relevance of donepezil in enhancing learning and memory in special populations: a review of the literature. Journal of Autism and Developmental Disorders, 37, 1883-1901.
  300. Yudofsky, S. C., Silver, J. M., Jackson,W., Endicott, J., & Williams, D. (1986). The overt aggression scale for the objective rating of verbal and physical aggression. American Journal of Psychiatry, 143, 35-39.
  301. Zhdanova, I.V., Wurtman, R.J., & Wagstaff, J. (1999). Effects of a low dose of melatonin on sleep in children with Angelman syndrome. Journal of Pediatrie Endocrinology and Metabolism, 12, 57-67.
  302. Zimmerman, I.L., Steiner, V.G., & Pond, R.E. (1992). PLS-3: Preschool Language Scale-3. San Antonio, TX: The Psychological Corporation.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 01-02-2013

Laatst geautoriseerd  : 01-02-2013

Geplande herbeoordeling  :

Uiterlijk in 2019 bepaalt de Landelijk Samenwerkingsverband Kwaliteit Standaarden (LSPS) in samenspraak met de betrokken partijen of deze richtlijn nog actueel is. Zo nodig wordt een nieuwe werkgroep geïnstalleerd om de richtlijn te herzien. De geldigheid van de richtlijn komt eerder te vervallen wanneer nieuwe ontwikkelingen aanleiding geven een vervroegd herzieningstraject te starten.

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Nederlands Instituut van Psychologen

Algemene gegevens

Deze richtlijn is een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). De ontwikkeling werd gefinancierd vanuit het gealloceerde budget van de NVvP van de stichting Kwaliteitsgelden medisch specialisten (SKMS) en is methodologisch en organisatorisch ondersteund door het Trimbos-instituut.

Doel en doelgroep

Doel

Deze richtlijn is ontwikkeld als hulpmiddel. De richtlijn geeft aanbe­velingen en handelingsinstructies voor de herkenning, diagnostiek en behandeling (behandeling in engere zin, dus uitsluitend behandeling, niet begeleiding) van volwassenen met autismespectrumstoornissen. De richtlijn geeft aanbevelingen ter ondersteuning van de praktijkvoering van alle professionals die betrokken zijn bij de zorg voor volwassenen met een autismespectrumstoornis (ASS). Op basis van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en overige overwegingen geeft de richtlijn een overzicht van goed (‘optimaal') handelen als waarborg voor kwalitatief hoogwaardige zorg. De richtlijn kan tevens richting geven aan de onderzoeksagenda voor wetenschappelijk onderzoek naar autismespectrumstoornissen.

Deze richtlijn heeft tot doel een leidraad te geven voor diagnostiek en behandeling van volwassenen met een ASS. Er is een multidisciplinaire ontwikkelprocedure gehanteerd om te zorgen voor een positief effect op de multidisciplinaire samenwerking in de dagelijkse praktijk. Daarnaast moet de richtlijn gezien worden als een moederrichtlijn: een vertaling kan plaatsvinden naar monodisciplinaire richtlijnen van afzonderlijke beroepsgroepen, waarin die beroepsgroepen aanknopingspunten kunnen vinden voor lokale zorgprogramma's en protocollen. Het opstellen van lokale zorgprogramma's en protocollen op basis van deze richtlijn moedigt de werkgroep aan, omdat dat bevorderlijk is voor de implementatie van de in de richtlijn beschreven optimale zorg.

Het kan zijn dat de aanbevelingen uit deze richtlijn in de concrete situatie niet aansluiten bij de wensen of behoeften van de persoon met een ASS. In dat geval moet het in principe mogelijk zijn beredeneerd af te wijken van de richtlijn, tenzij de wensen of behoeften van de persoon met een ass naar de mening van de behandelaar hem of haar kunnen schaden, dan wel geen nut hebben.

 

Doelgroep

De primaire doelgroep van deze richtlijn bestaat uit volwassenen en adolescenten vanaf 18 jaar waarbij sprake is van (een vermoeden van) een ASS. In de afbakening van de werkgroep valt ook de groep ouderen binnen de groep volwassenen. De groep ouderen wordt gedefinieerd als de groep mensen die 55 jaar of ouder zijn. Hierbij is gekeken naar de volgende autismespectrumstoornissen: autistische stoornis, stoornis van Asperger, en pervasieve ontwikkelingsstoornis niet anderszins omschreven.

Samenstelling werkgroep

De ‘richtlijnwerkgroep Autismespectrumstoornissen bij volwassenen’, onder voorzitterschap van dr. Cees C. Kan en vice-voorzitterschap van prof.dr. Hilde M. Geurts, bestond uit psychiaters, psychologen, verpleeg­kundigen’ belangenbehartigers’ en ervaringsdeskundigen die door de beroepsverenigingen werden uitgenodigd en zich op persoonlijke titel aan het project verbonden. De richtlijnwerkgroep bestond uit een kerngroep, een klankbordgroep en een adviseur. De richtlijnwerkgroep werd metho­dologisch en organisatorisch ondersteund door het technische team van het Trimbos-instituut.

 

Leden kerngroep

 

Naam

Organisatie

Functie

1.

Cornelis C. Kan, voorzitter

Radboud Universiteit Nijmegen en CASS 18+

Psychiater

2.

Hilde M. Geurts, vice voorzitter

Universiteit van Amsterdam en Dr. Leo Kannerhuis

Psycholoog

3.

Bram B. Sizoo

Dimence, Overijssel

Psychiater

4.

Wim J.C. Verbeeck

Vincent van Gogh Instituut, Centrum voor Autisme en ADHD, Venray

Psychiater

5.

Caroline H. Schuurman

Centrum autisme Rivierduinen, Leiden.

Psycholoog

6.

Etienne J.M. Forceville

Centrum Autisme,

G GZ-Noord-Holland- Noord

Psycholoog

7.

Dietske Vrijmoed

GGz Delfland

Verpleegkundige

8.

Evelien Veldboom

GGNet

Verpleegkundige

9.

Fred Stekelenburg

Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA)

Directeur NVA

10.

Jannie van Manen

Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA)

Vertegenwoordiger perspectief naasten

11.

Karin van den Bosch

Vereniging voor Personen uit het Autisme Spectrum (PAS)

Vertegenwoordiger perspectief van de normaal begaafde volwassenen met ASS

 

Leden klankbordgroep

 

Naam

Organisatie

Functie

1.

Arnold A.J. Bartels

Dr. Leo Kannerhuis; Forensisch Psycholoog Psychiatrisch Centrum (FPC)

Dr. S. van Mesdag

2.

Jiska Bootsma

Centrum Autisme Rivierduinen, Leiden

Psycholoog

3.

Michiel Hengeveld

Erasmus MC

Emeritus psychiater

4.

Ernst H. Horwitz

Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG)

Psychiater

5.

Adele Jeuken

De Waag

Psychiater

6.

Annemiek Koster

Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA)

Vertegenwoordiger perspectief van de volwassenen met ASS

7.

Jos Mensink

Dr. Leo Kannerhuis

Verpleegkundige

8.

Ankie M.M. van der Reijken

Centrum autisme, Leiden

Psychiater

9.

Annelies A. Spek

GGz Eindhoven

Psycholoog

10.

Jan Pieter Teunisse

Dr. Leo Kannerhuis

Psycholoog

 

Adviseur

Naam

Organisatie

Functie

Tineke Korswagen

Centrum

Autisme,

Leiden

Advsieur richtlijnwerkgroep, ingeroepen om advies te geven over Supported Employment bij austisme en de KIRA-methode

 

Methodologische ondersteuning

Het technische team van het Trimbos-instituut gaf methodologische en organisatorische ondersteuning.

 

Naam

Ondersteuning

1.

Danielle van Duin

Projectleider en richtlijnadviseur, Trimbos-instituut

2.

Annemiek van den Bosch

Verslaglegging en reviewer, Trimbos-instituut

3.

Marleen Hermens

Reviewer, Trimbos-instituut

4.

Angita Peters

Informatiespecialist, Trimbos-instituut

5.

M.C. Majo (Cristina)

Health economist, Trimbos-instituut

6.

Laura Shields

Reviewer, Trimbos-instituut en NICE

7.

Nelleke van Zon

Projectassistent, Trimbos-instituut

Belangenverklaringen

Toelichting vanuit NICE

To minimise and manage any potential conflicts of interest, and to avoid any public concern that commercial or other financial interests have affected the work of the GDG and influenced guidance, members of the GDG must declare as a matter of public record any interests held by themselves or their families which fall under specified categories (see below). These categories include any relationships they have with the healthcare industries, professional organisations and organisations for people with autism and their families/carers.

Individuals invited to join the GDG were asked to declare their interests before being appointed. To allow the management of any potential conflicts of interest that might arise during the development of the guideline, GDG members were also asked to declare their interests at each GDG meeting throughout the guideline development process. The interests of all the members of the GDG are listed below, including interests declared prior to appointment and during the guideline development process.

 GDG: Guideline Development Group

 

Categorieën die van belang zijn

Paid employment

 

Personal pecuniary interest

Financial payments or other benefits from either the manufacturer or the owner of the product or service under consideration in this guideline, or the industry or sector from which the product or service comes. This includes holding a directorship, or other paid position; carrying out consultancy or fee paid work; having shareholdings or other beneficial interests; receiving expenses and hospitality over and above what would be reasonably expected to attend meetings and conferences.

Personal family interest

Financial payments or other benefits from the healthcare industry that were received by a member of your family.

Non-personal pecuniary interest

Financial payments or other benefits received by the GDG member's organisation or department, but where the GDG member has not personally received payment, including fellowships and other support provided by the healthcare industry. This includes a grant or fellowship or other payment to sponsor a post, or contribute to the running costs of the department; commissioning of research or other work; contracts with, or grants from, NICE.

Personal

These include, but are not limited to, clear opinions or

non-pecuniary

interest

public statements you have made about individuals with psychosis and substance misuse problems, holding office in a professional organisation or advocacy group with a direct interest in psychosis and substance misuse, other reputational risks relevant to psychosis and substance misuse.

 1) We are using the term ‘autistic spectrum conditions' rather than ‘autistic spectrum disorders' because this is the terminology more recently used in the Department of Health's Autism Strategy, and is preferred by many (but not all) adults on the autistic spectrum.

Inbreng patiëntenperspectief

De ontwikkeling van de multidisciplinaire richtlijnen voor de GGZ geschiedt primair vanuit een inhoudelijke invalshoek voor kwaliteitsverbetering in de zorgverlening. De gebruikers van de richtlijn zijn allen professioneel betrokken bij de zorg voor volwassenen bij er sprake is van (een vermoeden van) autisme. In de werkgroep waren ook patiënten- en familieverenigingen vertegenwoordigd. Daarmee heeft het perspectief van de volwassene met een ASS en diens familie in de richtlijn een plaats gekregen en kunnen ook niet-professionele zorgverleners en/of belangenverenigingen de richtlijn gebruiken.

Methode ontwikkeling

Evidence based

Implementatie

Recent onderzoek laat zien dat er bij richtlijntrajecten voornamelijk aandacht is voor de ontwikkeling van de richtlijn. Planmatig opgezette en onderbouwde invoering komt maar heel beperkt van de grond. Financiers dienen gericht op die invoering aan te sturen, zodat daarvoor al bij de start geld beschikbaar is. De Regieraad voor richtlijntrajecten onderschrijft dan ook een programmatische aanpak van zowel ontwikkeling als invoering en evaluatie van richtlijnen - inclusief (financiële en organisatorische) middelen om het gebruik van de richtlijnen te stimuleren, te monitoren en te evalueren. TNO, CBO en het Trimbos-instituut besloten deze opdracht samen uit te voeren, met als doel de complementaire inzichten en expertise te vertalen in een gemeenschappelijke visie op richtlijnen. Dit resulteerde in een praktisch instrument voor een analyse van richtlijntrajecten: Kwaliteit Richtlijnontwikkeling, Invoering en Evaluatie (KRIE).

Werkwijze

Uitgangsvragen

Deze richtlijn is ontwikkeld aan de hand van uitgangsvragen volgens de knelpunten die men ervaart bij diagnostiek en behandeling van volwas­senen met een ass. Deze uitgangsvragen zijn vastgesteld door het National Institute for Health and Care Excellence (NICE), op basis van een knelpun­tenanalyse die is uitgevoerd in Groot-Brittannië. Om nauwe samenwerking met nice mogelijk te maken, heeft de Nederlandse richtlijnwerkgroep een deel van deze uitgangsvragen overgenomen voor de huidige richtlijn. De Nederlandse werkgroep heeft één eigen uitgangsvragen geformuleerd over neurofeedback.

Een richtlijn is geen leerboek waarin zo veel mogelijk beschikbare kennis over een onderwerp wordt opgenomen, maar een document met prakti­sche aanbevelingen voor knelpunten uit de praktijk. Dat betekent dat praktijkproblemen zo veel als mogelijk uitgangspunt zijn van de teksten in de richtlijn. Dat betekent ook dat méér aandacht is voor de wijze waarop die praktijkproblemen worden opgelost, dan aan de vraag wie (welke beroeps­groep) die problemen moet aanpakken of oplossen. De richtlijn is een document waarin staat hoe in inhoudelijk opzicht optimale diagnostiek en behandeling eruitzien. Deze richtlijn behandelt de klinische ‘uitgangs­vragen' in de verschillende modules.

 

Werkgroep en werkwijze

De richtlijn is ontwikkeld door de richtlijnwerkgroep Autismespectrumstoornissen bij volwassenen, in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) en het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). De richtlijnwerkgroep, onder voorzitterschap van dr. Cornelis (Cees) C. Kan en vice-voorzitterschap van prof. dr. Hilde M. Geurts, bestond uit psychiaters, psychologen, verpleegkundigen, belangenbehartigers, en ervaringsdeskundigen, die door de beroepsverenigingen werden uitgenodigd en op persoonlijke titel aan het project verbonden waren.

Voorafgaande aan het ontwikkeltraject werden kennismakingsgesprekken gevoerd met verscheidene kandidaatleden voor de werkgroep. Uit deze groep belangstellenden werden de huidige werkgroepleden geselecteerd.

Naast de richtlijnwerkgroep is een klankbordgroep samengesteld die werd gevraagd voorafgaand aan de commentaarfase schriftelijk te reageren op de conceptteksten. Leden van de klankbordgroep kon tevens worden gevraagd om tijdens een werkgroepbijeenkomst mee te denken over een specifieke uitgangsvraag.

De richtlijnwerkgroep werd methodologisch en organisatorisch onder­steund door het technische team van het Trimbos-instituut. Dit technische team bestond uit een projectleider, een informatiespecialist, twee literatuurreviewers, een health economist, een notulist en een projec­tassistent. Zie ook aanverwant 'Geraadpleegde onderzoekers voor ongepu­bliceerde data of onderzoeken'.

 

Werkwijze

In totaal kwam de richtlijnwerkgroep voorafgaand aan de commentaarfase acht keer bijeen in een periode van twaalf maanden (januari 2011 tot en met december 2011). In deze periode doorliep de werkgroep, in samenwerking met NICE, de stappen van de methodiek voor evidence-based richtlijnontwikkeling (EBRO). De informatiespecialisten van NICE verrichtten in overleg met de werkgroepleden op systematische wijze literatuuronderzoek en maakten een selectie in de gevonden onderzoeken.

De reviewers van NICE en het Trimbos-instituut beoordeelden de kwaliteit en inhoud van de aldus verkregen literatuur en verwerkten deze in evidencetabellen, in beschrijvingen van de wetenschappelijke onderbouwing en in wetenschappelijke (gewogen) conclusies. De reviewers van NICE namen hierin voor de meeste onderwerpen het voortouw, de reviewers van het Trimbos-instituut bestudeerden de gegevens, presenteerden deze aan de

Nederlandse richtlijnwerkgroep en beantwoorden (in overleg met het technische team van NICE) zo veel mogelijk vragen. Voor drie onderwerpen (cognitieve gedragstherapie, antidepressiva, EEG-neurofeedback) was de rolverdeling omgedraaid. Leden van de richtlijnwerkgroep gingen op basis van de gevonden literatuur met elkaar in discussie over overige overwegingen en aanbevelingen.

Van een beperkt aantal onderwerpen die de Nederlandse werkgroep niet zelf behandelde, werd besloten om de resultaten van de Engelse NICE-werkgroep over te nemen. Dit ging om de onderwerpen: facilitated communication; inzetten van (informatie- en communicatie-) technologie; anxiolytica; restrictieve diëten, vitaminen, mineralen en supplementen; chelatietherapie; hyperbare-zuurstoftherapie; testosteronregulatie; ondersteuning aan families en naasten.

De werkgroepleden schreven samen met het technische team van het Trimbos-instituut de conceptrichtlijntekst, die ter becommentariëring openbaar is gemaakt. De ontvangen commentaren zijn verwerkt in een commentaartabel, die tijdens een werkgroepbijeenkomst werd besproken. Na het doorvoeren van op deze bijeenkomst voorgestelde wijzigingen is de definitieve richtlijn aan de opdrachtgever aangeboden. Hierop volgden autorisatie door de beroepsverenigingen, druk en verspreiding.

 

Methode: wetenschappelijke onderbouwing

De richtlijn is ontwikkeld volgens de methodiek van de evidence-based richtlijnontwikkeling (EBRO).

 

Zoekstrategie

Om de klinische uitgangsvragen te beantwoorden, hebben de informatie­specialisten van NICE, in overleg met de werkgroepleden, op systematische wijze literatuuronderzoek verricht en is een selectie gemaakt binnen de gevonden onderzoeken volgens vooraf vastgestelde selectiecriteria. Er is gezocht naar bestaande (buitenlandse) evidence-based richtlijnen voor de zorg aan volwassenen met een Ass, systematische reviews en oorspronke­lijke onderzoeken. In de literatuur-searches is gezocht naar literatuur in de Engelse, Nederlandse, Franse en Duitse taalgebieden. Voor het zoeken naar publicaties is gebruikgemaakt van de volgende informatiebronnen:

  • Applied and Complementary Medicine (amed);
  • Applied Social Services Index and Abstracts (assia);
  • Australian Education Index (aei);
  • British Education Index (bei);
  • Cochrane Central Register of Controlled Trials (central);
  • Cochrane Database of Absracts of Reviews of Effects (dare);
  • Cochrane Database of Systematic Reviews (cdsr);
  • Cumulative Index to Nursing and AUied Health Literature (cinahl);
  • Education Resources in Curriculum (eric);
  • Excerpta Medica database (Embase);
  • Health Management Information Consortium (hmic);
  • Health Technology Assessment (hta ) database;
  • International Bibliography of Social Science (i bss);
  • Medline/Medline In-Process;
  • PsycBOOKS;
  • Psyc extra;
  • Psychological Information Database (PsyciNFO);
  • Social Services Abstracts;
  • Sociological Abstracts.

 

Selectiestrategie

Bij de selectie van artikelen zijn de volgende criteria gehanteerd.

  • Geeft het onderwerp van het gevonden onderzoek voldoende antwoord op de uitgangsvraag: 'Worden de binnen grade vastgestelde kritische en belangrijke uitkomstmaten in het onderzoek geëvalueerd?' (grade: Grading of Recommendations Assessment, Development and Evaluation, zie aanverwant over de GRADE-profielen).
  • Sluit de doelgroep van het gevonden onderzoek voldoende aan bij de doelgroep van de richtlijn (volwassenen en adolescenten ouder dan 18 jaar bij wie men vermoedt dat er sprake is van een van de diagnosen binnen het autismespectrum)? (Literatuur gezocht vanaf > 15 jaar.)
  • Is de bestudeerde groep voldoende groot (minimaal 10 deelnemers per arm)?
  • Is er sprake van een randomised controlled trial (rct), cohortonderzoek, crosssectioneel onderzoek, patiëntcontroleonderzoek of goed kwali­tatief onderzoek (waaronder goed observationeel onderzoek en case series)? Bij een longitudinaal onderzoek: is er sprake van een voldoende lange follow-upperiode?

Zie voor meer informatie over de zoekstrategie aanverwant 'Kwaliteitsbeoordelingformulieren voor klinisch onderzoek', en voor meer informatie over de selectiecriteria per uitgangsvraag de reviewprotocollen aan het begin van elke module.

 

Extrapolatie

In deze richtlijn is extrapolatie toegepast wanneer de richtlijnwerkgroep de klinische uitgangsvraag als belangrijk zag, maar er geen primaire data over volwassenen met Ass beschikbaar waren, of deze data onvoldoende werden geacht. Per klinische uitgangsvraag heeft de richtlijnwerkgroep besloten of geëxtrapoleerd kon worden vanuit literatuur over kinderen met een Ass en vanuit literatuur over een populatie met een verstandelijke beperking. Wanneer werd besloten om te extrapoleren, hield de werkgroep in de gaten of de extrapolatiepopulatie op bepaalde algemene kenmerken overeen kwam met de volwassen ASS-populatie (zoals op leeftijd, sekse, ernst van de stoornis) en dat andere aspecten van het probleem (zoals bijwerkingen) en uitkomsten (zoals verbeterde toegang tot diensten) gelijk waren. Extrapolatie werd alleen toegepast wanneer de kwaliteit van de data gelijkwaardig was. Dezelfde standaarden werden toegepast voor het beoor­delen en evalueren van het bewijs over kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking, als voor de primaire data over volwassenen met een Ass.

 

Beoordelingsstrategie

De methodologische kwaliteit van de gebruikte artikelen is beoordeeld met voor het betreffende onderzoekstype relevante beoordelingsformulieren, gebaseerd op formulieren van het EBRO-platform (cbo, 2007). Daarna zijn de artikelen naar hun mate van methodologische kwaliteit gegradeerd voor de mate van evidentiekwaliteit per uitkomstmaat. Bij die gradering is is het GRADE-systeem gebruikt (grade: Grading of Recommendations Assessment, Development and Evaluation). Geëxtrapoleerde gegevens werden gemarkeerd als bewijs van lagere kwaliteit dan gegevens over volwassenen met een Ass. Wanneer utkomsten voortkwamen uit extrapolatiepopulaties, werd dit weergegeven in het GRADE-systeem.

 

Reviewstrategie

Het oorspronkelijk doel van de reviewers was om voor elke uitkomstmaat bij een uitgangsvraag een meta-analyse uit te voeren, om de omvang van het klinisch effect van de interventie te beoordelen. De data uit oorspron­kelijke onderzoeken werden hiervoor in een boomgrafiek verwerkt (forest plot: resultaten van verschillende onderzoeken uit een meta-analyse in één grafiek), die een grafische weergave van de meta-analyse geeft.

Wanneer er onvoldoende data beschikbaar waren, hebben de reviewers van het beschikbare bewijs een narratieve (beschrijvende) review opge­steld. De waardering van de kwaliteit van het bewijs met behulp van de GRADE-methodiek is in deze narratieve reviews opgenomen. De kwali­teitsbeoordeling en de reviews van de verschillende onderzoeken worden voor elke uitgangsvraag beschreven onder het kopje ‘Wetenschappelijke onderbouwing’.

 

Aanbevelingen

De aanbevelingen zijn gebaseerd op enerzijds wetenschappelijk bewijs (zie de kopjes ‘Wetenschappelijke onderbouwing') en anderzijds op overige overwegingen, zoals praktijkervaringen van de werkgroepleden, ervaringen en voorkeuren van mensen met een Ass en familie, kosten, beschikbaarheid (in verschillende echelons) en organisato­rische aspecten (de kopjes ‘Overige overwegingen'). Voor de formulering van de aanbevelingen volgens wetenschappelijk bewijs is gebruikgemaakt van de GRADE-indeling voor het graderen van aanbeve­lingen. Deze procedure verhoogt de transparantie van de richtlijn en vergroot de helderheid voor de gebruiker van de richtlijn.

 

Tabel 1.1 GRADE-systeem: redenen voor downgraden en upgraden

We downgraden het niveau van de kwaliteit van bewijs van interventiestudies, zoals RCT's bij:

We upgraden het niveau van de kwaliteit van bewijs van observationele studies bij:

Beperkingen in de onderzoeksopzet of uitvoe­ring (study limitations): hierbij gaat het om de methodologische kwaliteit. Voorbeelden zijn dat de randomisatieprocedure niet optimaal was, dat beoordelaars van subjectieve uitkomsten niet geblindeerd waren, dat er selectief is gerapporteerd over de uitkomsten en dat er veel uitvallers waren.

Een groot effect (large magni­tude of effect): hiervan is sprake als er in de resultaten een groot effect of een sterk bewijs van asso­ciatie gevonden wordt. Dit kan tot uitdrukking komen in de hoogte van het relatieve risico (RR).

Inconsistentie van de resultaten (inconsistency): hierbij gaat het om heterogeniteit van de resultaten van verschillende studies. Er kunnen beperkingen zijn als er een grote variatie is in de schattingen van het effect van een behande­ling of als er nauwelijks overlap is tussen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen (BI's).

Mogelijke confounders die het 'ware' effect verminderd hebben (plausible confounding):

hiervan kan sprake zijn als er een achterliggende variabele is, zoals de ernst van de aandoening van de patiënten die met het onderzoek meedoen, die van invloed is op het effect van de interventie.

Indirect bewijs (indirectness): er worden twee soorten indirect bewijs onderscheiden. Enerzijds gaat het om indirecte vergelijkingen, bijvoorbeeld wanneer er alleen interventies met een placebo worden vergeleken en geen interventies met elkaar worden vergeleken. Anderzijds gaat het om verschillen in patiëntenpopulatie, inhoud van de interventie of keuze van de uitkomstmaten tussen de beschikbare studies en de uitgangsvraag die in de richtlijn wordt gesteld.

Bewijs van een verband tussen de dosering en de repons (dose-response gradient): hiervan kan sprake zijn als stijgende doseringen van een bepaald medicijn meer effect geven.

Onnauwkeurigheid van de resultaten (imprecision): hierbij gaat het om de onzekerheid van de uitkomst, bijvoorbeeld als de 95%-BI's heel breed zijn vanwege kleine patiëntenaantallen.

 

Kans op selectieve publicatie (publication bias) van onderzoeken of uitkomstmaten. Een voorbeeld van een beperking is wanneer niet alle studies gepubliceerd worden, bijvoorbeeld kleine studies die geen effecten ten gunste van de inter­ventie konden aantoonden.

 

Het niveau van de kwaliteit van het bewijs verwijst naar de mate van vertrouwen dat men heeft in de schatting van het effect van een behandeling.

 

Forest plot

 

Methode: health economics (kosteneffectiviteit)

Het doel van de health economics was om bewijs te leveren over de kosten­effectiviteit van de in deze richtlijn behandelde interventies voor volwas­senen met Ass, en daarmee bij te dragen aan de ontwikkeling van aanbeve­lingen in deze richtlijn. Dit werd bereikt door:

  • systematische literatuur-search naar bestaand economisch bewijs;
  • beslissings-analytisch economisch modelleren.

Systematische literatuur-searches naar economisch bewijs zijn uitgevoerd voor alle gebieden die aan bod komen in deze richtlijn. Het economisch modelleren heeft plaatsgevonden op gebieden (1) waarop belangrijke implicaties van benodigde middelen werden verwacht, (2) waarop de huidige mate van onzekerheid over de kosteneffectiviteit significant was, en (3) waarbij van een economische analyse werd verwacht dat deze de onzekerheid zou kunnen verminderen. Deze economische modellering vond plaats volgens The Guidelines Manual (nice, 2009). De rationale voor priorisering van bepaalde klinische uitgangsvragen voor het economisch modelleren was beschreven in een economisch plan dat is opgesteld in overeenstemming met nice, de richtlijnwerkgroep, de health economist en andere leden van het technische team dat deze richtlijn heeft samengesteld. Op basis hiervan is een economisch model ontwikkeld om de kosteneffectiviteit te bepalen van een Supported Employment-programma in vergelijking met gebruikelijke zorg.

 

Tabel 1.2 Gradering van de sterkte van aanbeveling (GRADE)

Graderen van aanbeveling

Voordelen versus nadelen en risico's

Methodologische kwaliteit van de onderzoeken

Implicaties

1A = sterke aanbeveling; hoge graad van evidentie

Voordelen

overtreffen

duidelijk de

nadelen of risico's.

RCT's zonder beperkingen, of sterk overtuigende evidentie van observationele onderzoeken.

Sterke aanbeveling; kan worden toegepast bij de meeste mensen met een psychiatrische diagnose en in de meeste omstandigheden.

1B = sterke aanbeveling; matige graad van evidentie

Voordelen

overtreffen

duidelijk de

nadelen of de risico's.

RCT's met beperkingen, of sterke evidentie vanuit observationele onderzoeken.

Sterke aanbeveling; kan worden toegepast bij de meeste mensen met een psychiatrische diagnose en in de meeste omstandigheden.

1C = sterke aanbeveling; lage of zeer lage graad van evidentie

Voordelen

overtreffen

duidelijk de

nadelen of de risico's.

Observationele onderzoeken of casussen.

Sterke aanbeveling, maar dit kan veranderen als er hogere evidentie beschikbaar komt.

2A = zwakke aanbeveling; hoge graad van evidentie

Evenwicht tussen voor- en nadelen of rsico's.

RCT's zonder beperkingen of sterk overtuigende evidentie van observationele onderzoeken.

Zwakke aanbeveling; de beste actie kan verschillen naargelang de omstandigheden, de patiënt, of maatschappelijke waarden.

2B = zwakke aanbeveling; matige graad van evidentie

Evenwicht tussen voor- en nadelen of risico's.

RCT's met beperkingen of sterke evidentie vanuit observationele onderzoeken.

Zwakke aanbeveling; de beste actie kan verschillen naargelang de omstandigheden, de patiënt, of maatschappelijke waarden.

2C = zwakke aanbeveling; lage of zeer lage graad van evidentie

Onzekerheid over voor- of nadelen; evenwicht tussen beide is mogelijk.

Observationele onderzoeken of case studies of RCT's met majeure beperkingen.

Zeer zwakke aanbeveling; alternatieven kunnen evengoed te verantwoorden zijn.

GRADE: Grading of Recommendations Assessment, Development and Evaluation; RCT: randomized controlled trial

 

Zoekstrategie

Er werd een systematisch literatuursearch uitgevoerd om al het relevante bewijs te achterhalen. Searches werden beperkt tot economische onder­zoeken en Health Technology Assessment Reports, en uitgevoerd in de volgende databases:

  • EconLit (the American Economie Association's electronic bibliography);
  • Health Technology Assessment- (hta-) database;
  • embase;
  • medline/medline In-Process;
  • nhs Economic Evaluation Database (nhs eed);
  • PsychINFO.

Daarnaast werden Google en Google Scholar doorzocht op onderzoeken die mogelijk waren gemist door de elektronische databases. Verder werd literatuur in eerdere autismerichtlijnen gecontroleerd (van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en van het Landelijk Netwerk Autisme) en werd de literatuurlijst van het Dr. Leo Kannerhuis geraadpleegd (inclusief reference tracking). Enig relevant bewijs vanuit de klinische literatuursearch werd in deze periode aan de health economist beschikbaar gesteld. De zoektermen voor de economische searches zijn opgenomen onder het kopje 'zoekverantwoording'.

 

Selectiestrategie

De volgende selectiecriteria zijn toegepast om vanuit de resultaten van economische searches onderzoeken te selecteren voor nadere evaluatie.

  • Er zijn alleen onderzoeken geïncludeerd van de Organisation for Economic Co-operation and Development (oecd) en ontwikkelde landen, omdat het doel van de review was om economische informatie te achterhalen die toepasbaar is voor de Nederlandse en Britse context.
  • Selectiecriteria voor soorten klinische condities, voor gebruikers van zorg, en voor interventies die worden beoordeeld, waren identiek aan die in de klinische-literatuurreviews.
  • Een voorwaarde voor inclusie van onderzoeken was dat deze voldoende details beschreven over methoden en resultaten en dat de gegevens en de resultaten van het onderzoeken extraheerbaar waren. Dit om het mogelijk te maken om de methodologische kwaliteit van het onder­zoeken te beoordelen. Posterpresentaties en abstracts werden geëxcludeerd.
  • Zowel volledige economische evaluaties die twee of meer opties verge­leken en die kosten en consequenties beoordeelden zijn meegenomen, als eenvoudige kostenanalyses.
  • Economische onderzoeken zijn meegenomen wanneer ze gegevens over klinische effectiviteit gebruikten vanuit een rct, een cohortonderzoek, een systematische review, een meta-analyse, of klinische onderzoeken.

 

Beoordelingsstrategie

Alle economische artikelen die voldeden aan de inclusiecriteria, werden beoordeeld op hun toepasbaarheid en kwaliteit met behulp van de metho­dologische checklist voor economische evaluaties van nice (nice, 2009) die is opgenomen onder aanverwant 'Methodologische checklist voor economisch onderzoek'. De methodologische checklist voor economische evaluaties werd ook toegepast op het econo­misch model dat specifiek voor deze richtlijn is ontwikkeld. Onderzoeken die volledig of gedeeltelijk voldeden aan criteria voor toepasbaarheid en kwaliteit zoals beschreven in de methodologische checklist, werden nader beschouwd tijdens het proces van richtlijnontwikkeling, samen met de resultaten van het economische model. De ingevulde methodologische checklists voor alle economische evaluaties die in deze richtlijn werden bestudeerd, kunt u vinden onder aanverwant.

 

Beschrijving van de resultaten en conclusies

Kenmerken en resultaten van alle geëva­lueerde onderzoeken zijn samengevat in economische bewijsprofielen, samen met bijbehorende klinische bewijsprofielen volgens grade, in de GRADE-profielen (zie aanverwanten).

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.