Startpagina Audiologische zorg voor slechthorende kinderen 0 tot 4 jaar
Wat is nieuw? | Publicatiedatum |
---|---|
Startpagina Audiologische zorg voor slechthorende kinderen 0 tot 4 jaar | 22-01-2025 |
Diagnostiek 0 tot 9 maanden | 22-01-2025 |
Tijdspad neonatale diagnostiek en interventie | 22-01-2025 |
Audiologische zorg bij unilaterale verliezen | 22-01-2025 |
Indicatie audiologische zorg bij lichte verliezen | 22-01-2025 |
Realiseren hoorbaarheid | 22-01-2025 |
Strategiëen optimale draagduur | 22-01-2025 |
Monitoring van algehele en spraaktaalontwikkeling | 22-01-2025 |
Monitoring van auditieve ontwikkeling | 22-01-2025 |
Organisatie van zorg | 22-01-2025 |
Begeleiden van ouders | 22-01-2025 |
Waar gaat deze richtlijn over?
Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor kinderen die langdurig of blijvend slechthorend of doof zijn aan één of beide oren. In de rest van de richtlijn spreken we over slechthorend. Hiervoor kan dan ook doof gelezen worden, indien van toepassing. De richtlijn beschrijft de ‘Audiologische zorg’, dat wil zeggen zowel de audiologisch technische gehoordiagnostiek en hoorrevalidatie, als ook de multidisciplinaire zorg voor de ontwikkeling van de kinderen en hun omgeving, zoals geboden binnen de Audiologische Centra (eventueel in samenwerking met vroegbehandelingdiensten).
De richtlijn beschrijft de volgende aspecten:
- Uitgangsdiagnostiek: Welke diagnostiek er moet worden verricht, waarbij de richtlijn zich beperkt tot objectieve diagnostiek voor kinderen van 0-9 maanden?
- Hoorbaarheid:
- Zijn hoortoestellen en/of andere hoorhulpmiddelen nodig en zo ja vanaf welk gehoorverlies bij een eenzijdig verlies?
- Zijn hoortoestellen en/of andere hoorhulpmiddelen nodig en zo ja vanaf welk gehoorverlies bij een tweezijdig verlies?
- Verificatie van hoortoestel instellingen
- Draagduur: hoe kan deze worden geoptimaliseerd?
- Monitoring:
- Hoe moet de auditieve ontwikkeling worden gemonitord?
- Hoe moet de spraaktaalontwikkeling worden gemonitord?
- Hoe moet de algehele ontwikkeling worden gemonitord?
- Tijdspad: Wat is de gewenste tijdigheid van het realiseren van de diverse onderdelen van de hoorzorg?
- Informatie en organisatie:
- Hoe moeten ouders worden geïnformeerd?
- Hoe en wanneer moet vroegbehandeling geadviseerd en ingezet worden?
- Hoe dient de organisatie van zorg er uit te zien?
De onderdelen van het hoorzorgtraject die in deze richtlijn worden beschreven, vervangen de beschrijvingen uit de ‘Richtlijn neonatale gehoordiagnostiek en gehoorzorg 0-4 jarigen’ van de FENAC.
In het schema in de bijlage (zie bijlage Overzicht audiologische zorg) wordt uiteengezet uit welke elementen de audiologische zorg dient te bestaan en welke modules uit deze richtlijn hiermee corresponderen. Binnen de huidige richtlijn worden niet alle onderdelen van de zorg behandeld, maar enkel de onderdelen die als prioritair werden beschouwd op basis van ervaren knelpunten. Bij het prioriteren werd de input vanuit de invitational conference gebruikt en baseerde de werkgroep zich op voorkennis over beschikbaar wetenschappelijk bewijs. Voor bepaalde elementen van de audiologische zorg was de werkgroep er vrij zeker van dat er voor deze doelgroep geen wetenschappelijk bewijs gevonden zou worden voor onderbouwing van het antwoord op de uitgangsvraag. Voor andere elementen van de audiologische zorg werd geen prioriteit gegeven aan de beschrijving ervan omdat er geen knelpunt werd ervaren (bijvoorbeeld de indicatie en inhoud van audiologische zorg bij matige en ernstig/zeer ernstige gehoorverliezen). De werkgroep heeft ervoor gekozen om voor de uitgangsvragen die niet uitgewerkt zijn in deze richtlijn te verwijzen naar andere documenten. Het geschetste kader (zie bijlage Overzicht audiologische zorg) voor de richtlijn leent zich goed om later de nu niet uitgewerkte elementen alsnog uit te werken tot aanvullende modules die de audiologische zorg voor deze leeftijdsgroep beschrijven.
Voor de audiologische diagnostiek gelden internationale normen die ook voor Nederland van toepassing zijn. De werkgroep verwijst naar de NEN-ISO-EN 8253-1, 8253-2 en 8253-3, Acoustics-Audiometric test methods- resp. Pure-tone air and bone conduction audiometry (8253-1), Sound field audiometry (8253-2) en Speech audiometry (8253-3) met de aanbevelingen van het Audiologieboek van de Nederlandse Vereniging voor Audiologie (www.Audiologieboek.nl). Voor de akoestische normen waaraan meetruimten en spreekkamers binnen een Audiologisch Centrum (AC) behoren te voldoen wordt verwezen naar de NVKF-kwaliteitsnorm voor meetruimten en spreekkamers Audiologische Centra (2023), op te vragen via www.nvkf.nl.
Meer informatie over het Audiologisch Centrum is te vinden op de website van de Federatie van Audiologische Centra: http://www.fenac.nl.
Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
Deze richtlijn is primair bestemd voor zorgverleners binnen de Audiologische Centra die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen van 0 tot 4 jaar met een langdurig of blijvend gehoorverlies in één of beide oren. Voor overige hulpverleners die betrokken zijn bij deze doelgroep, zoals KNO-artsen, kinderartsen, jeugdartsen, huisartsen en audiciens, geldt deze richtlijn ter informatie en als naslagwerk. De leeftijdsaanduiding van 0 tot 4 jaar moet hierbij niet star worden geïnterpreteerd, maar eerder als een ontwikkelingsleeftijd.
Voor patiënten/ouders/verzorgers
Als een kind slechthorend is, kan dit een nadelig effect op de ontwikkeling hebben. Het is belangrijk om de gevolgen van het gehoorverlies op de ontwikkeling zo veel mogelijk te beperken. Dit kan bijvoorbeeld door hoortoestellen, een beengeleidingstoestel (zie richtlijn BCD) of CI (zie CI-ON veldnorm 2022) te gaan dragen. Naast technische hoorrevalidatie zijn er nog andere mogelijkheden om te zorgen dat een kind met gehoorverlies zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen, zoals het aanbieden van gebarentaal, gezinsgerichte behandeling, logopedie, groepsbehandeling en adviezen aan en begeleiding van ouders. In deze richtlijn wordt alle mogelijke hulp aan slechthorende kinderen van 0 tot 4 jaar en hun ouders1 beschreven.
Op Thuisarts.nl en Deelkracht.nl staat informatie in begrijpelijke taal voor ouders van kinderen die (mogelijk) gehoorverlies hebben:
- Slecht horen
- Ik denk dat mijn kind slecht hoort
- Mijn kind hoort slecht en gaat naar een Audiologisch Centrum
- Filmpje Deelkracht: Mijn baby krijgt hoortoestellen
- Deelkracht: Doof/slechthorend
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
In 2015 is de ‘Richtlijn neonatale gehoordiagnostiek en gehoorzorg 0-4 jarigen’ van kracht geworden. Deze richtlijn is destijds geautoriseerd door de Nederlandse vereniging voor klinische fysica (NVKF) en opgesteld volgens het format van de federatie Nederlandse audiologische centra (FENAC). Deze richtlijn is echter niet tot stand gekomen door een gestructureerde literatuurstudie.
Medio 2021 is gestart met de huidige richtlijn. Deze is tot stand gekomen vanuit de NVKF, in samenwerking met de landelijke werkgroep maatschappelijk werkers in audiologische centra (LWMA), de Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied (NVKNO), de Vereniging voor Klinische Linguïstiek (VKL) en het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). De richtlijnontwikkeling wordt ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en wordt gefinancierd door de Stichting kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).
1 Bij de term ‘ouders’ kan in de gehele richtlijn ‘ouder(s)/verzorger(s)’ gelezen worden
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 15-01-2025
Laatst geautoriseerd : 15-01-2025
Geplande herbeoordeling : 15-01-2028