Astma bij kinderen

Initiatief: NVK Aantal modules: 22

Vocal cord dysfunction in children with asthma

Uitgangsvraag

What is the incidence of vocal cord dysfunction in children presenting with asthma symptoms? And what is the incidence of VCD in children presenting with exercise-induced respiratory symptoms alone?

 

What is the best way to diagnose (or rule out) VCD?

Aanbeveling

Flexibele laryngoscopie kan tijdens een benauwdheidaanval die verdacht lijkt voor VCD worden overwogen.

 

Spirometrie met aandacht voor de inspiratoire curve wordt aangeraden bij een benauwdheidsaanval verdacht voor VCD.

Overwegingen

Spirometry is easy to perform and not very expensive, however flexible laryngoscopy causes extra costs and certain stress for the (young) patient. Anatomical proportions are different in children and adults, so extrapolation of adult data to a child population is difficult, however in the experience of the working group also in children / adolescents with VCD, abnormalities in the inspiratory loop of the flow-volume curve can be present.

Onderbouwing

Synonym: Paradoxical vocal cord motion (PVCM). Vocal cord dysfunction is a descriptive term for inappropriate adduction of the vocal folds during respiration. The laryngeal mistiming leads to breathing difficulty and is often misdiagnosed as (refractory) asthma.

There are no reliable data about the incidence of vocal cord dysfunction in children presenting with asthma symptoms or exercise induced airway symptoms.

 

Laryngoscopic demonstration of the paradoxical motion while wheezing or stridorous is the diagnostic gold standard in adults with VCD.

 

A flat inspiratory arm of the flow volume loop in spirometry in adults can be caused by VCD

1. Incidence
Some observational studies were found, however not in the target population (i.e. children presenting with asthma symptoms). No cross-sectional cohort studies were found in children. Most of the literature is based on case-studies, and collected in some narrative reviews.


A case control study in children analysed a referred population of 84 children with problematic severe asthma and looked primarily at psychological outcomes. Of these, 12 (14.3%) were finally diagnosed as VCD [Gavin, 1998].
From a narrative review in children, exercise as a trigger for VCD is relatively common, but no percentages are known [Tilles, 2010].

 

2. Diagnosis
In a larger narrative general – i.e. not specificially children – review on VCD [[[Kenn, 2011]]], laryngoscopic demonstration of the paradoxical motion while wheezing or stridorous is considered the diagnostic gold standard. A recent prospective study in 117 adults with proven VCD on laryngoscopy, a flat inspiratory arm of the flow volume loop during spirometry showed a good correlation with the diagnosis of VCD made by laryngoscopy [Forrest, 2012]

 

GRADE

Because of the lack of solid evidence, systematic critical appraisal using GRADE, is considered of no additional value.

We searched Medline (Pubmed) and The Cochrane library in order to find cohort studies (incidence), or RCT’s or systematic reviews (treatment). Apart from VCD, the term PVCM was studied separately. The additional search strategy is listed in Appendix 2 Literature search VCD.

  1. Forrest LA, Husein T, Husein O. Paradoxical vocal cord motion: classification and treatment. Laryngoscope 2012; 122: 844-53.
  2. Gavin LA, Wamboldt M, Brugman, Roesler, Wamboldt. Psychological and Family Characteristics of Adolescents with Vocal Cord Dysfunction. J Asthma 1998; 35: 409-17.
  3. Karaman E, Duman C, Alimoglu Y, Isildak H, Oz F.Paradoxical vocal cord motion--haloperidol usage in acute attack treatment. J Craniofac Surg 2009; 20: 1602-4.
  4. Kenn K, Balkissoon R. Vocal cord dysfunction: what do we know? Eur Respir J 2011; 37: 194-200.
  5. Maturo S, Hill C, Bunting G, Baliff C, Ramakrishna J, Scirica C, et al.. Pediatric paradoxical vocal-fold motion: presentation and natural history. Pediatrics 2011; 128: e1443-9.
  6. Sandage MJ, Zelazny SK. Paradoxical vocal fold motion in children and adolescents. Lang Speech Hear Serv Sch 2004; 35: 353-62.
  7. Tilles SA. Exercise-induced respiratory symptoms: an epidemic among adolescents. Ann Allergy Asthma Immunol 2010; 104: 361-7

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 26-04-2013

Laatst geautoriseerd  : 26-04-2013

Geplande herbeoordeling  : 01-01-2027

De Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde is eerstverantwoordelijke voor de actualiteit van deze richtlijn. Ook de overige bij de ontwikkeling van deze richtlijn betrokken wetenschappelijke verenigingen en de patiëntenorganisatie monitoren de actualiteit van de richtlijn. Ontwikkelingen binnen het vakgebied kunnen aanleiding zijn om één of meerdere modules van de richtlijn te herzien. Uiterlijk in 2026 bepaalt de richtlijncommissie van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde of deze richtlijn nog actueel is. Indien gedeeltelijke of totale herziening wenselijk is, dan spant de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde zich ervoor in om dit te realiseren.

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
Geautoriseerd door:
  • Nederlands Huisartsen Genootschap
  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Longfonds

Algemene gegevens

De richtlijn ‘astma bij kinderen’ is een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK). Deze richtlijn is een
herziening van de richtlijn van de NVK uit 2008. Deze nieuwe richtlijn is grotendeels gebaseerd op de multidisciplinaire richtlijn van
de British Thoracic Society (BTS, juni 2012), aangevuld met de uitwerking van onderwerpen waarover discussie is voor de
Nederlandse situatie. Hiervoor zijn evidence reviews met behulp van GRADE opgesteld.

Doel en doelgroep

Doel

Het doel van deze richtlijn is het bieden van ondersteuning aan kinderartsen bij het realiseren van een uniform en zoveel mogelijk evidence-based beleid bij kinderen van 1 tot 18 jaar met (verdenking op) astma.

 

Doelgroep

Deze richtlijn is primair geschreven voor de doelgroep kinderartsen en arts-assistenten (niet) in opleiding tot kinderarts. Kinderlongverpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en physician assistants en andere zorgmedewerkers die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen met astma in de 2e lijn kunnen eveneens informatie ontlenen aan deze richtlijn.

Samenstelling werkgroep

Voor de ontwikkeling van deze richtlijn is een richtlijnwerkgroep samengesteld. In de werkgroep participeerden gemandateerde vertegenwoordigers van de belangrijkste beroepsverenigingen die te maken hebben met de zorg rondom kinderen met astma. Verschillende secties van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde waren hierin vertegenwoordigd. Om het patiëntenperspectief te waarborgen, hadden een ouder van een kind met astma en een medewerker van het Longfonds zitting in de werkgroep. De werkgroep is procedureel en methodologisch ondersteund door PROVA en logistiek door het bureau van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde. De werkgroep bestond uit de volgende personen:

  • Dr. Annemie Boehmer, kinderarts-pulmonoloog, namens de Sectie Kinderlonggeneeskunde van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, voorzitter en projectleider
  • Mariska Tuut, epidemioloog/richtlijnmethodoloog, PROVA, secretaris
  • Magda Barnhoorn, namens Longfonds
  • Prof. Dr. Patrick Bindels, huisarts, namens het Nederlands Huisartsen Genootschap
  • Viona Boerefijn-Smets, ervaringsdeskundige, namens Longfonds
  • Linda Eijking, longverpleegkundige, namens Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland
  • Dr. Bart van Ewijk, kinderarts-pulmonoloog, namens de Sectie Kinderlonggeneeskunde van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
  • Sabien van der Geest-Heisterkamp, kinderarts-intensivist, namens de Sectie Intensive Care Kinderen van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
  • Dr. Gerbrich van der Meulen, kinderarts-allergoloog, namens de Sectie Kinderallergologie van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
  • Niels Rutjes, kinderarts-pulmonoloog, namens de Sectie Kinderlonggeneeskunde van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
  • Mariël Verwaal, Verpleegkundig Specialist Kinderlongziekten, namens Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland

 

De klankbordgroep bestond uit gemandateerde vertegenwoordigers van beroepsgroepen, die niet primair de doelgroep zijn van deze richtlijn, maar wel specifieke expertise hebben op het gebied van het onderwerp van de richtlijn. De klankbordgroep is per e-mail benaderd om de conceptteksten van de richtlijn te becommentariëren. De klankbordgroep bestond uit de volgende personen:

  • Dr. Mathieu Bolhuis, ziekenhuisapotheker, namens de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuisapothekers
  • Dr. Peter Klijn, kinderfysiotherapeut, namens het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie
  • Sandra Lever, kinderlongfunctie-analist, namens de Nederlandse Vereniging van Longfunctieanalisten
  • Ellen van der Linden, jeugdarts, namens AJN Jeugdartsen Nederland
  • Renate Nicolaas, klinisch psycholoog, namens het Nederlands Instituut van Psychologen
  • Roselin van der Torren-Klever, jeugdarts, namens AJN Jeugdartsen Nederland
  • Jurgen te Rijdt, keel-neus-oorarts, namens de Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied
  • Dr. Marjo van de Ven, longarts, namens de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
  • Rene Verbeek, spoedeisende hulp arts, namens de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen

Belangenverklaringen

De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden en klankbordgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad (zie onderstaande tabel). Er waren geen beperkingen voor deelname geconstateerd.

 

Naam

Hoofdfunctie(s)

Nevenwerkzaamheden

Persoonlijke financiële belangen

Persoonlijke relaties

Extern gefinancierd onderzoek

Intellectuele belangen en reputatie

Overige belangen

Erik-Jonas van de Griendt (projectleider sinds april 2020)

Kinderarts-pulmonoloog:

  • Behandelcentrum Merem, locatie Hilversum, 0,6 FTE
  • DeKinderkliniek Almere, 0,2 FTE

Lid werkgroep Persisterend Ernstig Astma (PSA) van de Sectie kinderlongziekten, NVK (onbetaald)

PhD-candidate Post Graduate School UvA Amsterdam (onbetaald)

Geen persoonlijke financiële belangen te melden

Geen persoonlijke relaties die kunnen leiden tot belangenverstrengeling te melden

Geen extern gefinancierd onderzoek te melden

Niet van toepassing

Nee

Mariska Tuut (richtlijnmethodoloog)

Eigenaar PROVA (adviesbureau evidence-based richtlijnontwikkeling, richtlijnmethodoloog)

PhD-candidate CAPRHI Research School, Maastricht University, onbetaald

geen

geen

geen

geen

geen

Magda Barnhoorn (werkgroep, tot april 2020)

Projectleider Zorg bij Longfonds

-

-

-

-

-

-

Patrick Bhairosing (werkgroep sinds december 2020)

Projectleider Kinderen en jongeren met longziekten

-

-

-

-

-

-

Patrick Bindels (werkgroep)

Hoogleraar huisartsgeneeskunde, hoofd afdeling huisartsgeneeskunde, Erasmus MC Rotterdam, fulltime

-

Geen

Nee

-

Geen

Nee

Annemie Boehmer (projectleider tot april 2020) (kerngroep)

  • Kinderarts-pulmonoloog, geen betrekking op dit moment
  • Nulaanstelling Maasstad ziekenhuis
  • Gastvrijheidsovereenkomst ErasmusMC-Sophia t.b.v. begeleiding promotieonderzoek

Alles dus onbetaald

Ik heb betaald advies gegeven aan GlaxoSmithKline en zou nog uitgenodigd kunnen worden voor weer een advies op gebied van biologicals voor ernstig astma

Nee

Geen belangenverstrengeling

Geen

Geen bekend

Viona Boerefijn-Smets (werkgroep tot juni 2020)

Niet werkzaam, thuisblijfmoeder (in 2013 afgestudeerd aan de Universiteit van Tilburg; master theologie/categoriaal pastoraat)

  • Lid meedenkgroep zorg, Longfonds, onbetaald
  • Lid ouderraad, basisschool de Vijfmater (Veghel), onbetaald
  • Vrijwilliger Aatrium (Veghel), onbetaald
  • Lid commissie ‘LIVE’ (onderzoek naar socio-therapeutische leefmilieus), Landrijt/Eindhoven, onbetaald
  • 1e contactpersoon familie, Landrijt/Eindhoven, onbetaald

 

 

n.v.t.

Nee, in principe niet

Nee

Linda Eijking (werkgroep)

  • Kinderlongverpleegkundige werkzaam bij ZorgBrug
  • Trainer groepstraining Rookvrij!Ookjij? van SineFuma (via dienst ZorgBrug)

Voorzitter taakgroep Kinderlongverpleegkundigen V&VN (onbetaald)

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Bart van Ewijk (werkgroep)

  • Kinderarts-pulmonoloog Tergooi (0,85 FTE)
  • Kinderarts-pulmonoloog Merem locatie Heideheuvel (0,05 FTE)
  • Bestuurslid Sectie Kinderlongziekten (SKL) van NVK, onbetaald
  • Lid werkgroep Persisterend Ernstig Astma (PEA) van SKL-NVK (onbetaald)

Geen

Nee

Nee

Werkzaam in enige astmacentrum in Nederland met klinische opname mogelijkheid

Nee

Sabien van der Geest-Heisterkamp (werkgroep)

Kinderarts-kinderintensivist LUMC (ICK)

Instructeur APLS (Riel), onbetaald/onkosten vergoeding

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Xana van Jaarsveld (werkgroep van april 2020 tot december 2020)

Adviseur Zorg, Longfonds

n.v.t.

n.v.t

n.v.t

n.v.t.

n.v.t

geen

Ursula Kooijman (werkgroep, sinds augustus 2020)

Patiëntvertegenwoordiger Longfonds

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Gerbrich v.d. Meulen (werkgroep)

Kinderarts-allergoloog, Martini Ziekenhuis, Groningen

n.v.t.

geen

neen

Alleen onderzoek mede gefinancierd door Danone. Geen belangenverstrengeling m.b.t. astma richtlijn

Boegbeeld Speerpunt Martini allergie centrum voor kinderen (geen belangenverstrengeling m.b.t. deze richtlijn)

neen

Niels Rutjes (werkgroep)

Kinderlongarts, Amsterdam UMC / Emma Kinderziekenhuis

  • Lid adviescommissie neonatale hielprikscreening cystische fibrose (ANC-CF), onbetaald
  • Lid werkgroep informatiehuishouding en kwaliteit neonatale hielprikscreening, onbetaald
  • Lid Severe pediatric asthma collaborative in Europe (SPACE, ERS, CRC), onbetaald
  • Adviesraad GSK, mepolizumab, betaald

Eenmalige deelname adviseraad mepolizumab GSK

Geen

Geen

Geen

Geen

Mariël Verwaal (werkgroep)

  • Verpleegkundig Specialist MANP kinderlongziekten en aanverwante aandoeningen, Maaststadziekenhuis te Rotterdam, 40 uur per week
  • Verpleegkundig Docent; Breederode instituut te Rotterdam, oproep basis
  • Lid subwerkgroep Kwaliteitsindicatoren astma bij kinderen, onderdeel van Longalliantie Nederland (betaald)
  • Lid ontwikkelgroep landelijk actieplan voor kinderen met astma, onderdeel Longalliantie Nederland (betaald)
  • Lid ontwikkelgroep zorgpadinhalatiemedicatie, onderdeel Longalliantie Nederland (betaald)
  • Ambassadeur Nosmokekind (initiatief sectie kinderlongziekten van de NVK) (onbetaald)
  • Voorzitter landelijke werkgroep verpleegkundig specialisten kinderlongziekten (onbetaald)
  • Secretaris landelijke werkgroep verpleegkundig specialisten kinderlongziekten (onbetaald)

Geen persoonlijke financiële belangen

Nee, geen persoonlijke belangen

Geen belang

Geen belang

Neen

Mathieu Bolhuis (klankbordgroep)

Ziekenhuisapotheker / klinisch farmacoloog UMCG

n.v.t.

n.v.t.

  • Niet voor zover ik op dit moment kan inschatten.
  • NB. ik werk veel samen met longartsen in het UMCG, maar vooral i.h.k.v. tuberculose.
  • NB. eerstegraads familielid (broer) werkt bij Bayer als Accountmanager Cardiovascular (Xarelto)

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Peter Klijn (klankbordgroep)

  • Onderzoekscoördinator Merem longrevalidatie centrum (50%)
  • Klinisch inspanningsfysioloog Merem revalidatiecentra (50%)
  • Docent bij Nederlands Paramedisch Instituut (master class ‘niet lineair geperiodiseerde inspanningstraining bij patiënten met ernstige COPD), betaald
  • Docent bij Maas & Meer (inspanningsfysiologie bij kinderen met een chronische aandoening), betaald

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Sandra Lever (klankbordgroep)

Longdiagnostisch laborant, ErasmusMC locatie Sophia Kinderziekenhuis

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Ellen van der Linden (klankbordgroep)

Jeugdarts Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West

  • Ambassadeur Rookvrije Jeugd voor AJN
  • Lid Taskforce Rookvrije start
  • Afgevaardigde AJN voor Alliantie Nederland Rookvrij
  • Nu ook lid werkgroep ‘JGZ-richtlijn astma’, die ook wordt aangepast

-

-

-

-

-

Renate Nicolaas (klankbordgroep)

Klinisch psycholoog / kinder- en jeugdpsycholoog

NIP

geen

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

geen

Jurgen te Rijdt (klankbordgroep)

  • KNO-arts, MSB Isala Zwolle, 0,7 FTE
  • Affiliatiecoördinator M2 coassistenten, Isala Academie Zwolle, gedetacheerd uit MSB, 0,3 FTE

-

geen

geen

nee

geen

Geen belangen

Roselin van der Torren-Klever (klankbordgroep)

Jeugdarts GGDHM

geen

geen

geen

geen

geen

geen

Marjo v.d. Ven (klankbordgroep)

Longarts Rijnstate Arnhem

geen

  • Adviesraad Sanofi, 2x avondvergadering, betaald 2017, 2018 (dupilumab)
  • Adviesraad Astra, 1x avondvergadering in 2017 (benralizumab)

nee

  • Betreft onderzoek bij volwassenen, 2 fase III studies, add-on medicatie bij ernstig astma
  • Onderzoek fase III studie Novartis, QAW studie, fevpiprant/placebo
  • Onderzoek Sanofi Venture/Traverse studie, fase III dipilumab/placebo bij ernstig astma (1 patiënt)

n.v.t.

nee

René Verbeek (klankbordgroep)

SEH-arts KNMG in het Nij Smellinghe Ziekenhuis te Drachten

  • APLS-instructeur bij de SSKH, onkostenvergoeding
  • ALS-course director bij EMSchool, betaald

Niet van toepassing

Nee

Niet van toepassing

Niet van toepassing

 

Methode ontwikkeling

Evidence based

Implementatie

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn is zoveel mogelijk rekening gehouden met de implementatie van de richtlijn en de uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Bij deze richtlijn hoort een implementatieplan, bedoeld om de implementatie van de richtlijn te faciliteren.

Werkwijze

AGREE

Deze richtlijn is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010), dat een internationaal breed geaccepteerd instrument is. Voor een stap-voor-stap beschrijving hoe een evidence-based richtlijn tot stand komt wordt verwezen naar het stappenplan Ontwikkeling van Medisch Specialistische Richtlijnen van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Knelpunteninventarisatie

Bij de start van het richtlijnontwikkeltraject zijn knelpunten in de zorg voor kinderen met astma geïnventariseerd alle Nederlandse kinderartsen via de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) en separaat bij de Sectie Kinderlongziekten van de NVK, de leden van de richtlijnwerkgroep en de klankbordgroep. Dit heeft geleid tot een grote hoeveelheid knelpunten. Door de richtlijnwerkgroep zijn 6 knelpunten geprioriteerd. Vijf daarvan zijn nieuwe knelpunten, die niet eerder in de richtlijn zijn behandeld. Deze vijf nieuwe knelpunten zijn uitgewerkt m.b.v. de GRADE-methodiek (www.gradeworkinggroup.org). Een uitgebreide verantwoording van de werkwijze is vermeld in de betreffende modules. Het zesde geprioriteerde knelpunt betreft een herziening van de belangrijkste delen van de eerdere richtlijn uit 2013; deze was destijds grotendeels gebaseerd op de toentertijd actuele BTS/SIGN-richtlijn. De werkgroep heeft de betreffende tekst getoetst op actualiteit en waar nodig aangepast.

 

Uitgangsvragen en uitkomstmaten

Op basis van de uitkomsten van de knelpunteninventarisatie zijn door de kerngroep concept-uitgangsvragen vastgesteld, inclusief een voorstel voor patiëntrelevante uitkomstmaten. Deze uitgangsvragen en uitkomstmaten zijn vervolgens door de richtlijnwerkgroep bediscussieerd en vastgesteld.

 

Literatuuronderzoek

Het literatuuronderzoek voor de richtlijn is uitgevoerd door de richtlijnmethodoloog van de richtlijnwerkgroep, daarin inhoudelijk bijgestaan door de projectleider. De conceptteksten zijn geschreven door de projectleider en richtlijnmethodoloog. De conceptteksten zijn per e-mail voorbereid en tijdens de werkgroepvergaderingen zorgvuldig bediscussieerd door de richtlijnwerkgroep. Daarbij is telkens expliciet aandacht besteed aan het patiëntenperspectief. De conceptteksten zijn vastgesteld door de richtlijnwerkgroep. Daarna zijn de conceptteksten voorgelegd aan de leden van de klankbordgroep.

 

Strategie voor zoeken en selecteren van de literatuur

Er werd voor de afzonderlijke uitgangsvragen aan de hand van specifieke zoektermen gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in Medline en Embase. Voor specifieke verantwoording van het zoek- en selectieproces wordt verwezen naar de inhoudelijke modules.

 

Kwaliteitsbeoordeling individuele studies

Individuele studies werden systematisch beoordeeld en samengevat in tabellen met studiekarakteristieken en ook samengevat in de tekst van de modules. Daarbij is expliciet aandacht besteed aan risk of bias en overige kwaliteitsaspecten van het wetenschappelijk bewijs.

 

Samenvatten van de literatuur

Een samenvatting van de totale body of evidence werd gemaakt met behulp van de GRADE methodiek (zie www.gradeworkinggroup.org), waarbij GRADE Evidence Profiles werden opgesteld. Voor het statistisch poolen van data werd gebruik gemaakt van RevMan5.

 

Formuleren van de conclusies

Voor elke relevante uitkomstmaat werd het wetenschappelijk bewijs samengevat in een of meerdere literatuurconclusies waarbij het niveau van bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methodiek.

 

Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)

Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk, zoals de expertise van de werkgroepleden, de waarden en voorkeuren van de patiënt, kosten, beschikbaarheid van voorzieningen en organisatorische zaken. Deze aspecten worden, voor zover geen onderdeel van de literatuursamenvatting, vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje Van bewijs naar aanbeveling.

 

Formuleren van aanbevelingen

De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling.

 

Commentaarronde

Na verwerking van alle feedback uit de werkgroep en de klankbordgroep is de richtlijn voor commentaar voorgelegd aan de volgende verenigingen/organisaties:

  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde:
    • Sectie kinderlongziekten
    • Sectie Intensive Care Kinderen
    • Sectie Kinderallergologie
    • Expertisegroep Algemene Kindergeneeskunde
    • Expertisegroep Acute Kindergeneeskunde
    • Alle leden Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
  • Longfonds
  • Stichting Kind en Ziekenhuis
  • Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland:
    • Afdeling longverpleegkundigen
    • Afdeling verpleegkundig specialisten
  • Nederlands Huisartsen Genootschap
  • Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers
  • Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
  • Nederlandse Vereniging van Longfunctieanalisten
  • AJN Jeugdartsen Nederland
  • Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen
  • Lareb
  • Kinderformularium
  • Zorgverzekeraars Nederland
  • Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra
  • Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
  • Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen

De binnengekomen commentaren zijn verzameld en in concept verwerkt door de projectleider en richtlijnmethodoloog. Dit is voorgelegd aan de richtlijnwerkgroep. De vastgestelde conceptteksten zijn ter autorisatie voorgelegd.

 

Organisatie van zorg

In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijn is expliciet rekening gehouden met de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, menskracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van een specifieke uitgangsvraag maken onderdeel uit van de overwegingen bij de bewuste uitgangsvraag.

 

Kennislacunes

Tijdens de ontwikkeling van deze richtlijn is systematisch gezocht naar onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvragen. Bij elke uitgangsvraag is door de werkgroep nagegaan of er (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst is om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden. Een overzicht van de onderwerpen waarvoor (aanvullend) wetenschappelijk van belang wordt geacht, is als aanbeveling beschreven (zie de bijlage ‘Kennislacunes’).

 

Patiëntenvoorlichtingsmateriaal

Hiervoor verwijst de werkgroep naar www.thuisarts.nl, www.astmakids.nl en www.longfonds.nl/longziekten/astma.

 

Juridische betekenis

Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften, maar op wetenschappelijk bewijs gebaseerde inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. Na autorisatie van de richtlijn door een beroepsvereniging, wordt de richtlijn gezien als deel van de ‘professionele standaard'.

Aangezien de aanbevelingen hoofdzakelijk gebaseerd zijn op de ‘gemiddelde patiënt', kunnen zorgverleners op basis van hun professionele autonomie waar nodig afwijken van de richtlijn. Afwijken van richtlijnen kan in bepaalde situaties zelfs noodzakelijk zijn. Wanneer van de richtlijn wordt afgeweken, dient dit beargumenteerd en gedocumenteerd te worden.

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.

Volgende:
Titreren behandeling op basis van FeNO