Startpagina en algemene inleiding
Wat is nieuw? | Publicatiedatum |
---|---|
Startpagina en algemene inleiding | 30-05-2024 |
Belangrijkste definities en begrippen | 30-05-2024 |
Algemene bepaling van arbeidsgerichte zorg | 30-05-2024 |
Arbeid in de spreekkamer | 30-05-2024 |
Organisatie van arbeidsgerichte zorg | 30-05-2024 |
Kernboodschap: vraag naar werk | 30-05-2024 |
Informatievoorziening patiënt | 30-05-2024 |
Laagdrempelig verwijzen naar de bedrijfsarts | 30-05-2024 |
Waar gaat deze module over?
Deze module geeft alle medisch specialistische, klinische zorgverleners (beperkte) handvatten om naar eigen inzicht en mogelijkheden een rol te spelen op het vlak van arbeidsparticipatie, voor zover zij die handvatten niet al hadden via ziekte-specifieke richtlijnen of op basis van hun specialisme. Centraal in deze module staat het gezamenlijk streven naar gezonde en duurzame arbeidsparticipatie, door arbeid als behandeldoel te integreren in de gebruikelijke zorg. Daartoe zijn er aanbevelingen over:
- Binnen het klinisch domein rekening houden en bespreken met de patiënt welke gevolgen de ziekte en behandelopties kunnen hebben voor werken;
- Het identificeren van patiënten die hulp nodig hebben;
- Arbocuratieve samenwerking en afstemming, oftewel samenwerking en afstemming tussen bedrijfsartsen en medisch specialisten;
- Tegemoet komen aan lacunes met betrekking tot zorg op het gebied van arbeid in het huidige zorgsysteem;
- In kaart brengen van wensen voor de toekomst.
Deze module bestaat uit de volgende submodules:
- Algemene bepaling van arbeidsgerichte zorg Arbeid in de spreekkamer
- Organisatie van arbeidsgerichte zorg
Aanleiding
Werk en inkomen zijn voor patiënten met een chronische aandoening belangrijk (Vooijs 2018). Er is behoefte aan ondersteuning en begeleiding als onderdeel van de reguliere, medisch specialistische zorg (Kluit 2024). Voor een aanzienlijk deel van de patiënten is de behandeling pas echt geslaagd als die resulteert in en bijdraagt aan zo goed mogelijk behouden van maatschappelijke participatie en met name behoud van werk en inkomen (Oosting 2023).
De klinisch medisch specialist kan een belangrijke rol spelen in het zorgtraject in relatie tot het werk wat iemand doet en door samen met de patiënt te streven naar de best mogelijke uitkomst op het vlak van arbeidsparticipatie (arbeid als uitkomstmaat).
In enkele recente medisch specialistische richtlijnen wordt er aandacht besteed aan (arbeids)participatie, zoals in de richtlijnen Conservatieve behandeling van artrose in heup of knie (2018), Ziekte van Parkinson (2020) en MS (2021). In de richtlijnen Reumatoïde artritis en arbeidsparticipatie (2015) en Niet-aangeboren hersenletsel en werk (2021) is het zelfs de focus van de richtlijn. In enkele oudere richtlijnen zoals Urine-incontinentie (UI) bij vrouwen (2011), Contacteczeem (2013), Depressie (2013), Hartrevalidatie (2011) en Osteoporose (2011) komt het onderwerp ook aan bod. In het merendeel van de recente richtlijnen wordt het onderwerp echter in zijn geheel niet aangesneden, terwijl dit wel zou moeten volgens het KKCZ (Kennisbeleid, Kwaliteit Curatieve Zorg)-programma (ZonMw, 2006-2011), dat als voorwaarde voor financiering van multidisciplinaire richtlijnen stelde, dat in elke nieuwe multidisciplinaire richtlijn aandacht moet zijn voor het maatschappelijk functioneren, waaronder arbeid. In de richtlijn voor richtlijnen (Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0, 2012) wordt onder andere opgemerkt dat uitkomstmaten op het gebied van (maatschappelijk) functioneren (waaronder arbeid), multi- en comorbiditeit, en kwaliteit van leven extra aandacht verdienen. Ook vanuit beleidsperspectief zijn er zowel in Nederland als internationaal nadrukkelijke aanbevelingen voor de praktijk over arbeidsparticipatie in de curatieve zorg (KNMG 2017; WHO 2014).
Richtlijnwerkgroepen erkennen in het algemeen wel de relevantie van het onderwerp, maar wanneer zij onderwerpen moeten prioriteren om uit te werken in modules of te updaten, dan krijgen andere vraagstukken de voorkeur. Arbeid is daarom niet structureel geborgd in alle relevante medisch specialistische richtlijnen, terwijl dit wel zou moeten.
Deze generieke module Arbeidsparticipatie is bestemd:
- voor medisch specialistische zorg in de spreekkamer, nu en in de toekomst;
- als een blauwdruk voor aanbevelingen over arbeid als behandeldoel in een (nieuw te ontwikkelen of te updaten) ziektespecifieke richtlijn. (Cluster)Werkgroepen kunnen namelijk eenvoudig (aanbevelingen uit) deze module inpassen in de clusters of richtlijnen waarvoor dit relevant is of vanuit relevante modules naar deze generieke richtlijn verwijzen. Dit past bijzonder goed bij de modulaire opbouw en het onderhoud van de richtlijnen op de richtlijnendatabase: het idee dat voor elke aandoening opnieuw een volledig nieuwe module over arbeidsparticipatie moet worden gemaakt en onderhouden, vervalt. Er is één generieke module arbeidsparticipatie en die dient als basis. In de toekomst wordt deze onderhouden, zodat aanbevelingen over arbeidsparticipatie up-to-date zijn en blijven.
Doel en afbakening
Het doel van deze module is de kwaliteit van de medisch specialistische zorgverlening voor werkenden te verbeteren. De module moet eraan bijdragen dat:
- Werken, net als leefstijl of aspecten van gezondheid gerelateerd kwaliteit van leven, aandacht krijgt binnen de medische specialistische zorg;
- Dit onderwerp een plaats kan krijgen in Samen Beslissen (gedeelde besluitvorming);
- Werken onderdeel wordt van gepersonaliseerde zorg;
- De samenwerking tussen de medisch specialisten in het domein arbeid en gezondheid en de medisch specialisten in de klinische zorg verbeterd wordt.
- Er (meer) aandacht voor arbeid komt binnen medisch specialistische opleidingen.
Deze module richt zich op de zorg voor werk(zoek)ende/studerende patiënten met ‘arbeidsrelevante’ aandoeningen. Waar we in deze module de aanduiding ‘patiënt’ gebruiken, wordt bedoeld een werk(zoek)ende patiënt of een patiënt die nog in opleiding is.
In deze module ‘Arbeidsparticipatie’ wordt niet uitgebreid ingegaan op ziekte als gevolg van arbeid. In de toekomst zal gekeken moeten worden of en hoe dit onderwerp een plaats kan krijgen in ziektespecifieke, medisch specialistische richtlijnen.
Voor wie is deze module bedoeld?
Deze module is primair bestemd voor iedereen werkzaam in de medisch specialistische zorg (medisch specialisten, medisch specialisten (niet) in opleiding, verpleegkundig specialisten, physician assistants, en anderen) die betrokken is bij de zorg voor patiënten bij wie werk een rol speelt en die geen concrete of specifieke informatie over arbeidsparticipatie in de voor hen relevante, ziektespecifieke richtlijnen vinden .
Deze module is ook informatief voor zorgverleners binnen medisch specialistische teams, zoals medisch, bedrijfs- of algemeen, maatschappelijk werkers en medisch specialisten en verpleegkundigen in het sociaal medisch domein, zoals bedrijfsartsen, verzekeringsartsen en arbo- en sociaal-medisch verpleegkundigen.
Verder bevat de module ook aanbevelingen voor beleidsmakers die arbeid willen integreren in de bestaande klinische zorg.
Voor patiënten
Het onderwerp van deze module is werk. Onderstaande bronnen zijn bedoeld voor patiënten:
Thuisartsinformatie over begeleiding door de bedrijfsarts.
Begeleiding van de bedrijfsarts
Thuisartsinformatie over wat de bedrijfsarts kan doen.
Ik ben ziek. Wat kan de bedrijfsarts voor mij doen?
Centraal informatiepunt Chronisch ziek en werk (CIP).
https://www.patientenfederatie.nl/over-de-zorg/werken-met-chronische-ziekte
UWV (wet- en regelgeving, procesgang Poortwachter en rechten/plichten van werknemer en werkgever, nieuw werk vinden).
https://www.uwv.nl/particulieren/index.aspx
https://www.werk.nl/werkzoekenden/
Hoe is de module tot stand gekomen?
Deze module is ontwikkeld door klinisch medisch specialisten, bedrijfsartsen, verzekeringsartsen, andere zorgprofessionals op het gebied van arbeid & gezondheid en de Patiëntenfederatie Nederland in samenwerking met haar leden.
Toepassen
Na de commentaarfase zal de werkgroep instrumenten ontwikkelen gericht op het toepassen van deze module, zoals:
- Een overzichtvan Arbocuratieve samenwerking: wie doet wat en voorwaarden voor samenwerking, met o.a. aanvullingen over:
-
- Revalidatieartsen
- (Bedrijfs)fysiotherapeuten
- Ergotherapeuten
- Medisch maatschappelijk werk
- En andere relevante zorgprofessionals in het domein arbeid en gezondheid.
- Stroomdiagram
- Infographic
- Powerpoint presentatie
- E-learning incl. enkele casussen
-
3-delige podcastserie “Casuïstiek arbocuratieve samenwerking – Verbeter de zorg voor je patiënten” (gefinancierd door ZonMw). November 2024 (zie bijlagen)
Status van de module
De module is actueel.
Referenties
Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) (2017). KNMG-visiedocument Zorg die werkt.
Kluit L, de Wind A, Oosting IJ, van Velzen JM, Beumer A, Sluman MA, van Bennekom CAM, de Boer AGEM. Current practices, needs, and expectations of discussing work with a medical specialist from a patient's perspective: a qualitative study. Disabil Rehabil. 2024 Jan;46(1):115-128. doi: 10.1080/09638288.2022.2157500. Epub 2022 Dec 23. PMID: 36564948.
Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html
Oosting IJ, Kluit L, Schaafsma FG, Beumer A, van Bennekom CAM, de Boer AGEM, de Wind A. Patients' Experiences, Needs, and Expectations of Cooperation Between Medical Specialists and Occupational Health Physicians: A Qualitative Study. J Occup Environ Med. 2023 Jun 1;65(6):e395-e401. doi: 10.1097/JOM.0000000000002833. Epub 2023 Mar 7. PMID: 36882873; PMCID: PMC10227924.
Vooijs M, Leensen MCJ, Hoving JL, Wind H, Frings-Dresen MHW, Value of work for employees with a chronic disease, Occupational Medicine, Volume 68, Issue 1, January 2018, Pages 26–31, https://doi.org/10.1093/occmed/kqx178
World Health Organization 2014. WHO calls for scaling up of workers' health coverage. https://www.who.int/news/item/27-04-2014-who-calls-for-scaling-up-of-workers-health-coverage
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 30-05-2024
Laatst geautoriseerd : 30-05-2024
Geplande herbeoordeling : 30-05-2029
Algemene gegevens
De ontwikkeling van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS) en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid via de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB). Patiëntenparticipatie bij deze richtlijnmodule werd medegefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Patiënten Consumenten (SKPC). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.
Adhesie
Bij aanvang van het ontwikkelingstraject hebben de volgende beroepsverenigingen hun steun gegeven voor dit project, maar zijn niet vertegenwoordigd in de werkgroep of klankbordgroep:
- Nederlands Huisartsen Genootschap
- Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
- Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
- Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
- Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie
- Nederlandse Vereniging voor Urologie
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2022 een multidisciplinaire werkgroep en klankbordgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van geïnteresseerde specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep en klankbordgroep) die betrokken zijn bij de behandeling en nazorg voor patiënten in de werkzame leeftijd en patiëntenorganisaties.
Werkgroep
- Dr. A. (Annechien) Beumer, orthopedisch en handchirurg, NOV (voorzitter)
- Prof. dr. A.E.R.C.H. (Annelies) Boonen, reumatoloog, NVR
- Drs. T. (Taco) Otto, chirurg, NVvH
- Prof. dr. M.F. (Michiel) Reneman, Hoogleraar revalidatie / Fysiotherapeut, VRA
- Prof. dr. T. (Thomas) Rustemeyer, dermatoloog, NVDV
- Dr. A. (Anhil) Tuladhar, neuroloog, NVvN
- Drs. N.M. (Nicole) Verheijen, longarts, NVALT
- Drs. Th.C. (Don) de Winter, bedrijfsarts/toegevoegd sportarts, VSG
- Drs. D. (Desiree) Dona, klinisch arbeidsgeneeskundige/ bedrijfsarts, NVKA/NVAB
- Dr. I. (Ingrid) Fakkert, verzekeringsarts in opleiding, NVvG
- Drs. C. (Caroline) Horikx, psycholoog NIP, Arbeid en Gezondheid, NIP
- K. (Karin) Kanselaar, verpleegkundig specialist, V&VN
- Drs. A. (Asahi) Oehlers-Wetzel, bedrijfsarts, NVAB, in samenwerking met:
- Drs. H.W.P.C. (Henk) van de Meerendonk, internist en arts in opleiding tot bedrijfsarts, NVAB
- Prof. dr. F. (Frederieke) Schaafsma, bedrijfsarts, NVAB
- Drs. T.F. (Theo) Senden, klinisch arbeidsgeneeskundige/ bedrijfsarts, NVKA/NVAB
- H. (Harma) van der Veen, medisch maatschappelijk werker, BPSW
- Dr. N. (Nina) Wijnands, verzekeringsarts, NVvG
- Drs. Y. (Yvonne) de Leeuw-van Zaanen, bedrijfsfysiotherapeut, KNGF
- Drs. J. (Jeannette) van Zee, senior adviseur patiëntbelang, Patiëntenfederatie Nederland, in samenwerking met:
- S. (Sultan) Ates, sociaal raadsvrouw/jurist, NVN
- A. (Anneke) Berkhout, themacoördinator, Oogvereniging
- Ir. A. (Annemieke) Fransz, patiëntvertegenwoordiger, Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland
- Drs. Y. (Ynske) Jansen, beleidsmedewerker, Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid
- I. (Irma) Visser, patiëntvertegenwoordiger, Vereniging van Mensen met Brandwonden
- A. (Alex) Schoonewille, patiëntvertegenwoordiger, Hoofdpijnnet (tot en met de voorbereidingsfase van dit project)
- Mr. drs. E.M.M. (Noor) van Willegen, belangenbehartiger, NFK
- T. (Thea) Zaal, vrijwilligster, Osteoporose Vereniging
- S. (Sabah) Ziani, patiëntvertegenwoordiger, NVN
Klankbordgroep
- Dr. W. (Wip) Bakx, revalidatiearts, VRA
- prof.dr. C.A.M. (Coen) van Bennekom, revalidatiearts, VRA
- Dr. P. (Petra) Boelens, revalidatiearts, VRA
- Dr. R. (Ruben) Dammers, neurochirurg, NVvN
- Dr. M. (Marjolijn) Duijvestein, MDL-arts, NVMDL
- Dr. N. (Nienke) Schmidt-Grotenhuis, KNO-arts, NVKNO
- B. (Bianca) Hesse, bedrijfsmaatschappelijk werker, BPSW
- Dr. S.E.J. (Suzanne) Kaal, internist, NIV/NVMO
- Dr. F.A.J. (Fred) de Laat, revalidatiearts, VRA
- Drs. C. (Cora) Reijerse, psycholoog, NIP
- Dr. E.H. (Ellen) Roels, revalidatiearts, VRA
- Dr. T.E.H. (Tessa) Römkens, MDL-arts, NVMDL
- Drs. A. (Annemarie) van der Steen, gynaecoloog, NVOG
- Dr. N. (Nynke) Stellingwerf, oogarts, NOG
- N. (Nanette) Nab, ergotherapeut, Ergotherapie Nederland
- Drs. M. (Madeleine) Zwezerijnen, programmacoördinator, NHG
Patiëntvertegenwoordiging:
- Dhr. R. (Reint) Alberts, fysiotherapeut/voorzitter RSI Vereniging
- Dhr. F. (Frank) Alfrink, voorzitter stichting ZZP Nederland
- D. (Daniëlle) van der Horst, beleidsmedewerker, Crohn & colitis NL
- Dr. A.J. (Betsy) van Oortmarssen, adviseur/projectleider, Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid
- P. (Patricia) Pennings, beleidsmedewerker patiëntenparticipatie, Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland
- A. (Annelies) Scheepens, beleidsmedewerker, Diabetesvereniging Nederland
- H. (Hendriët) Wanders, patiëntvertegenwoordiger, Vereniging voor mensen met Brandwonden
- F. (Femke) van Zoggel, patiëntvertegenwoordiger JongPit
Ondersteuning:
- Dr. J.S. (Julitta) Boschman, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.
Achternaam werkgroeplid |
Hoofdfunctie |
Nevenwerkzaamheden |
Persoonlijke financiële belangen |
Persoonlijke relaties |
Extern gefinancierd onderzoek |
Intellectuele belangen en reputatie |
Overige belangen |
Getekend op |
Actie/restrictie |
|
Berkhout |
Themacoördinator Werk bij de Oogvereniging |
Niet van toepassing |
Nee |
Nee |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
19-10-2022 |
Geen |
|
Beumer |
* 80% Orthopedisch en Handchirurg, Vakgroep Orthopedie Amphia Ziekenhuis |
* Bestuurslid Handpols Werkgroep Nederlandse Orthopeden Vereniging (NOV) |
Geen |
Neen |
Geen |
Neen |
Neen |
1-9-2022 |
Geen |
|
Boonen |
Hoogleraar reumatologie in het Maastricht Universitair Medisch Centrum+ (MUMC+) |
Eénmalige deelnames aan Advisory Board voor Galapagos, Pfizer en Abbvie. Honoraria betaald aan de afdeling reumatologie |
Nee |
Nee |
Abbvie, ReumaNederland, Hy2Care, Vlaams Instituut voor Biotechnologie. |
Geen |
Ik doe onderzoek naar arbeid en effectiviteit van diverse interventies op arbeidsparticipatie als uitkomst. Op basis van deze bevindingen ontwikkel en test ik nu arbeidsgerichte zorg in de medisch specialistische praktijk. |
28-3-2023 |
Geen: - commercieel gesponsord onderzoek niet relevant voor deze generieke richtlijnmodule. - geen actie vanwege het doen van onderzoek op dit onderwerp. |
|
Dona |
|
Eigenaar DELEN ABC, dit betreft een onderwijs voor met name casemanagers in opleiding bij CS Opleidingen. |
geen |
nee |
Janssen Cilag (ondersteuning bij ontwikkeling arbeidsgerichte zorg in het kader van strategische alliantie tussen RU-Radboudumc-Janssen Cilag. Ondersteuning is in kind en betreft ontwikkeling zorg en niet het onderzoek daarvan) |
Principal Clinician van het Radboudumc (benoeming op basis van bewezen zorgvernieuwing), Daarmee heb ik een belang dat onze koploperspositie op het gebied van arbeidsgerichte zorg gewaarborgd blijft. |
geen |
28-3-2023 |
Geen. Er zijn voldoende werkgroepleden die deelnemen aan de besluitvorming zonder vergelijkbare belangen. |
|
Fakkert |
Verzekeringsarts in opleding, UWV |
* Bestuurslid A(N)IOS netwerk verzekeringsgeneeskunde, UWV, in werktijd |
Dienstverband bij UWV |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing. In 2018 gestopt met onderzoek. Gefinancierd door AstraZeneca |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
8-4-2022 |
Geen |
|
Fransz |
Functie: Informatiemanager |
Functie: Patiënt Advocate |
Geen |
Nee |
Ik word als consultant/patientvertegenwoordiger betrokken bij onderzoeken. - Lid van de begeleidingscommissie van programma De Werkende Centraal (De chronisch zieke - De Werkende Centraal) van de VU, AMC en UMCG. - Patientvertegen-woordiger bij project PGO on Air van de Patientenfederatie |
Nee |
Nee |
22-3-2022 |
Geen |
|
Horikx |
* Zelfstandig gevestigd psycholoog Arbeid en Gezondheid te Eindhoven (0,6) |
* Psychologische begeleiding, betaald |
Geen |
Voor zover ik weet, niet |
- |
Het zou mooi zijn als werk meer aandacht krijgt bij de medische specialisten, maar ik zie geen gewin voor mezelf |
- |
28-4-2022 |
Geen |
|
Jansen |
Beleidsmedewerker Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid (onbezoldigd) |
Lid programmacommissie biomedisch onderzoeksprogramma ME/CVS ZonMW (vacatiegeld) |
Geen |
Ik behartig de belangen van mensen met ME/CVS op het gebied van maatschappelijke participatie. Daarbij werk ik met een aantal van hen samen en ken ik velen persoonlijk. Zij kunnen baat hebben bij een richtlijnmodule arbeidsparticipatie voor medisch specialisten met aanbevelingen die ook voor hun situatie tot betere zorg kunnen leiden. |
VWS - Onderzoeksprogramma ME/CVS ZonMW. Als lid van de programmacommissie doe ik zelf geen onderzoek, maar beoordeel ik subsidieaanvragen |
Mijn unieke expertise bestaat uit ervaringsdeskundigheid vanuit patiëntenperspectief op het gebied van leven met arbeidsongeschiktheid en beoordeling van belastbaarheid, beperkingen en functionele mogelijkheden, in het algemeen en bij ME/CVS in het bijzonder (niet alle 'algemene inzichten' zijn geldig voor op alle patiëntengroepen en individuen). Mogelijkheden tot 'vermarkten' zie ik niet. |
Nee |
24-3-2022 |
Geen |
|
Kanselaar |
Verpleegkundig specialist, neurovasculaire aandoeningen Radboudumc Verpleegkundig programmaleider neurovasculaire aandoeningen Radboudumc |
* V&VN Bestuurslid en lid landelijke netwerkgroep vasculaire neurologie (onbetaald) * Gastdocent bijscholingen verpleegkundigen en master neurorevalidatie (betaald) |
nee |
nee |
ZonMW/JZOJP |
nee |
nee |
27-03-2023 |
Geen |
|
van den Meerendonk |
Internist, arts in opleiding tot bedrijfsarts bij VDM Medisch Consult |
* lid commisie Richtlijn Ontwikkeling en Wetenschap CROW van de NVAB * lid werkgroep Stoffengerelateerde Beroepsziekten NVAB |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
26-3-2023 |
Geen |
|
Oehlers-Wetzel |
Bedrijfsarts bij Laboritas/Vaardigwerk |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Nee |
Niet van toepassing |
Geen |
Nee |
20-4-2022 |
Geen |
|
Otto |
* Trauma- en algemeen chirurg, Dijklander ziekenhuis, Hoorn. *Part-time arboarts, Dokter Jones arbodienst, Houten tot 1 maart 2023 |
* ATLS instructeur, onkostenvergoeding * HMIMS instructeur, onkostenvergoeding |
Neen |
Neen |
Niet van toepassing |
Geen |
Geen |
26-3-2023 |
Geen |
|
Reneman |
* Hoogleraar revalidatie UMCG |
* Advisory member Fit for Work Netherlands |
Werkzaam in het veld van Arbeidsrevalidatie (dienstverband UMCG). Energetic Headset. International Patent Application No. PCT/NL2020/050492. Geen financieel belang. |
Nee |
* ZonMw - Perioperatief multidisciplinair zorgpad voor snellere re-integratie bij werkenden die een knieprothese krijgen - 2e promoter |
Arbeidsrevalidatie medisch specialistische revalidatie |
- |
23-3-2022 |
Geen |
|
Rustemeyer |
Medisch specialist (dermatoloog) en hoogleraar, Amsterdam UMC |
Docent NSPOH |
Nee |
Nee |
* Ypsomed - Huidreacties door insuline devices - Projectleider |
Nee |
Niet van toepassing |
21-3-2022 |
Geen, deze studies hebben geen raakvlak met deze generieke module over Arbeidsparticipatie. |
|
Schaafsma |
* Bedrijfsarts en Hoofd Polikiniek Mens & Arbeid, Amsterdam UMC |
Plaatsvervangend lid SER Commissie Klachtenafhandeling Aanstellingskeuringen; vacatiegelden |
Werkzaam en hoofd bij de Polikliniek Mens & Arbeid; deze poli richt zich op de klinische arbeidsgeneeskunde met name ten aanzien van de diagnostiek van complexe beroepsziekten, maar ook in het adviseren aan de bedrijfsarts bij complexe medische aandoeningen. Voor beide onderwerpen wordt nauw samengewerkt met medisch specialisten binnen een Academisch ziekenhuis. Deze poli is voor een deel afhankelijk van werkgevers die willen betalen voor deze diagnostiek en advies. |
Nee |
* ZonMw - Ontwikkeling MKB re-integratie tool ter ondersteuning van werkgevers in de begeleiding van verzuim - Geen projectleider |
Nee |
Nee |
22-3-2022 |
Geen |
|
Senden |
Bedrijfsarts/ klinisch arbeidsgeneeskundige Radboud Universiteit/ Radboudumc |
Voorzitter Cie. Richtlijn Ontwikkeling en Wetenschap NVAB (onbetaald) |
Geen |
Niet van toepassing |
Ik ben niet betrokken bij extern gefinancierd onderzoek. Wel is er sprake van extern gefinancierde steun voor de (door)ontwikkeling van onze zorginnovatie, maar daarover kon ik niets kwijt. Het betreft financiering door een aantal farmaceutische bedrijven voor bijvoorbeeld de ontwikkeling van scholing voor zorgprofessionals, ontwikkeling van uitkomstparameters en gebruik van netwerkcontacten e.d. |
Ik ben mede ontwikkelaar van het ontwikkelde en in een aantal zorgpaden geïmplementeerde en verder uit te rollen zorgmodel waarbij arbeidsparticipatie als behandeldoel geïntegreerd wordt in zorgpaden voor patiënten met chronische aandoeningen. Tot mijn taken behoort het kwartiermakerschap voor klinisch-arbeidsgeneeskundige zorg als zorginnovatie in het Radboudumc en in regionale domeinoverstijgende netwerken. |
Niet van toepassing |
22-3-2022 |
Geen, genoemde activiteiten zijn niet relevant voor deze generieke richtlijnmodule. |
|
Tuladhar |
Neuroloo, Radboudumc |
Voorzitter ROAZ focusgroep acute neurologie, Acute Zorgregio Oost |
Geen |
Geen |
* Hartstichting - Life after ischemic stroke in young adults - Projectleider |
Geen |
Geen |
6-9-2022 |
Geen |
|
Veen, van der |
* Tot 1 mei Medisch Maatschappelijk werker Meander Medisch Centrum Amersfoort |
Niet van toepassing |
Er zijn geen mensen in mijn omgeving die baat kunnen hebben bij uitkomsten van de werkgroep |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Nee |
22-3-2022 |
Geen |
|
|
Verheijen |
* Longarts Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL) (0.6 fte) |
Geen |
Het NKAL richt zich vooral op longaandoeningen die onstaan zijn door omstandigheden in de werksituatie (niet op reintegratie en arbeidsparticipatie). Ik verwacht daarom geen voordeel |
Nee |
- |
Het NKAL richt zich vooral op longaandoeningen die onstaan zijn door omstandigheden in de werksituatie (niet op reintegratie en arbeidsparticipatie). Ik verwacht daarom geen voordeel |
Nee |
22-3-2022 |
Geen |
|
Visser |
Werkgroeplid. |
Werkzaam bij: Actief vrijwilliger bij de Vereniging van Mensen met Brandwonden - onbetaald |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Ik heb geen boegbeeldfunctie bij de Vereniging van Mensen met Brandwonden. Ik ben belangenbehartiger en ervaringsdeskundige. Dus niet van toepassing |
Nee |
22-3-2022 |
Geen |
|
Willegen, van |
Belangenbehartiger 'Goed leven met kanker' - Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) |
Geen |
Geen |
Nee |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Nee |
18-8-2022 |
Geen |
|
Wijnands |
Verzekeringsarts in taakdelegatie UWV SMZ |
* Bestuurslid Academisch Kenniscentrum Zuid-Oost Nederland (AKAG-ZON) - onbetaald |
Dienstverband bij UWV |
Nee |
* UWV - Positieve gezondheid, arbeidsparticipatie bij chronische MDL-patiënten - Co-promotor |
Nee |
Nee |
4-4-2022 |
Geen |
|
Winter, de |
Bedrijfsarts/ Toegevoegd Sportarts, full time functie Human Capital Care arbo dienst Den Haag |
Consultant Koninklijke Nederlandse Tennis Bond (KNLTB) ad hoc, betaald |
Geen |
Geen |
Niet van toepassing |
Geen |
Geen |
23-3-2022 |
Geen |
|
Leeuw, de - Zaanen, van |
* Voorzitter Ned. Ver. voor Bedrijfs- en arbeidsfysiotherapeuten (NVBF, aangesloten bij KNGF), deeltijd en onkostenvergoeding. |
Zie blokje Hoofdfunctie |
Als voorzitter van de NVBF ben ik vertegenwoordiger van de bedrijfs- en arbeidsfysiotherapeuten en zal verwijzing naar deze beroepsgroep inkomen voor de beroepsgroep genereren. Daar tegenover staat dat deze beroepsgroep een waardevolle bijdrage kan leveren voor de individuele patiënt middels het op elkaar afstemmen van individuele dan wel lokale belastbaarheid en arbeidsbelasting bij klachten aan het bewegingsapparaat. |
idem; belang als vertegenwoordiger NVBF. |
- |
idem; belang als vertegenwoordiger NVBF. |
- |
1-9-2022 |
Geen |
|
Zee, van |
Senior Adviseur Patiëntbelang |
Niet van toepassing |
Geen |
Geen |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
13-10-2022 |
Geen |
|
Gemelde belangen van de auteurs van de literatuuronderbouwing:
Achternaam werkgroeplid |
Hoofdfunctie |
Nevenwerkzaamheden |
Persoonlijke financiële belangen |
Persoonlijke relaties |
Extern gefinancierd onderzoek |
Intellectuele belangen en reputatie |
Overige belangen |
Getekend op |
Actie/restrictie |
|
Wind, de |
Universitair docent arbeid en gezondheid bij Amsterdam UMC, afdeling Public & Occupational Health |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
|
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
24-5-2022 |
Geen |
|
Kluit |
PhD Arbeidsgerichte Medische Zorg bij Amsterdam UMC, department of Public & Occupational Health |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
|
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
24-5-2022 |
Geen |
|
Boer, de |
Hoogleraar, Amsterdam UMC |
- |
Geen |
Nee |
* KWF - IPS cancer survivors - Projectleider |
Geen |
Nee |
31-5-2022 |
Geen |
|
|
|
|
|
|
|
3-2-2023 |
|
|
|
|
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door deelname van patiëntvertegenwoordigers aan een Invitational conference, een enquête onder patiënten en afgevaardigden van patiëntenvereniging in de werkgroep.
Resultaten zijn besproken in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijnmodule is tevens voor commentaar voorgelegd aan patiëntenorganisaties en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.
Wkkgz & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen
Bij de richtlijnmodule is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. De werkgroep realiseert zich dat de beschreven zorg (substantiële) financiële gevolgen met zich mee kan brengen en dat het buiten de scope van de richtlijn valt om hier een uitspraak over te doen. De werkgroep verwijst naar een reeds gestart initiatief (vanuit het Ministerie van Sport, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in samenwerking met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) dat onder andere deze financiële gevolgen in kaart moet brengen en de inrichting van arbeidsgerichte zorg in de huidige klinische (oncologische) zorg (naar aanleiding van de Motie van het lid Van Weyenberg 2020).
Werkwijze
AGREE
Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).
Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen
Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de werkgroep de knelpunten in de zorg voor patiënten die (willen) deelnemen aan arbeidsproces. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door patiëntenorganisaties via een enquête en Invitational conference. Een verslag hiervan is opgenomen als bijlage.
Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.
Uitkomstmaten
Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.
Methode literatuursamenvatting
Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden in de bijlage “Literatuuronderbouwing”.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/).http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).
GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).
Definitie |
|
Hoog |
|
Redelijk |
|
Laag |
|
Zeer laag |
|
Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE-methodiek.
Formuleren van aanbevelingen
In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.
Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers |
||
|
Sterke aanbeveling |
Zwakke (conditionele) aanbeveling |
Voor patiënten |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet. |
Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. |
Voor behandelaars |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen. |
Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren. |
Voor beleidsmakers |
De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid. |
Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. |
Organisatie van zorg
In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg. De bestaande financiële en organisatorische kaders belemmeren arbeidsgerichte zorg en daarom zijn er ook lacunes en toekomstwensen op dat gebied geformuleerd.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijnmodule is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen, (patiënt) organisaties en relevante stakeholders voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Literatuur
Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.
Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.
Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.
Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.
Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.
Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html.
Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.
Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.
Tweede Kamer. 2020. Motie van het lid Van Weyenberg c.s. over integreren van klinische arbeidsgeneeskundige zorg in de reguliere oncologische zorg. https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2020Z22135&did=2020D47093