Anterieure kniepijn

Initiatief: VSG Aantal modules: 9

Startpagina - Anterieure kniepijn

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn kijkt naar wat volgens de huidige wetenschappelijke bewijskracht de beste behandeling is voor patiënten met anterieure kniepijn in eerste en tweede lijn. Anterieure kniepijn behelst meerdere diagnoses, waarbij in deze richtlijn de diagnoses patella tendinopathie (PT) en patellofemorale pijn (PFP) centraal staan. In deze richtlijn wordt aangesloten bij de internationale definitie voor PFP volgens Crossley, 2016. Het belangrijkste criterium dat nodig is om PFP te definiëren, is pijn rondom of achter de patella, die wordt verergerd door ten minste één activiteit die het patellofemorale gewricht belast tijdens het dragen van het lichaamsgewicht met een gebogen knie (bijvoorbeeld hurken, traplopen, joggen/rennen, springen/springen). Aanvullende (niet-essentiële) criteria zijn a) crepiteren of knarsend gevoel afkomstig van de patellofemorale gewricht tijdens knieflexiebewegingen b) gevoeligheid bij palpatie van patellafacet c) lichte hydrops d) pijn bij zitten, opstaan ​​bij zitten of het strekken van de knie na zitten. Verder mag er geen sprake zijn van andere pathologieen die de klachten kan verklaren. De volgende onderwerpen komen aan de orde:

 

Patella tendinopathie

  • Diagnostiek.
  • Conservatieve behandeling.
  • Medicamenteuze behandeling en injectietherapie.
  • Chirurgische behandeling (open chirurgie).

 

Patellofemorale pijn

  • Conservatieve behandeling.
  • Medicamenteuze behandeling en injectietherapie.
  • Chirurgische behandeling (open chirurgie).

 

Patellofemorale pijn een diagnose per exclusie. Er is dus per definitie geen diagnostisch onderzoek dat deze diagnose kan aantonen of ondersteunen. Derhalve is er geen uitgangsvraag opgenomen over de diagnostiek van patellofemorale pijn.

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met anterieure kniepijn, in het bijzonder patella tendinopathie en patellofemorale pijn. De primaire focus in deze richtlijn ligt op patiënten die zijn verwezen door de huisarts.

 

Voor patiënten

Anterieure (voorste) kniepijn, ontstaan zonder ongeval of ander trauma, is een zeer vaak voorkomend probleem in de algemene bevolking. De meest gestelde diagnoses onder tieners en (jong)volwassenen zijn patellofemorale pijn en patella tendinopathie. Beide geven pijn aan de voorzijde van de knie, maar vragen een andere behandeling.

 

Patellofemorale pijn komt meer voor bij vrouwen dan mannen. Bij deze aandoening is het onduidelijk wat de exacte oorzaak van de pijn is. Er wordt vaker een relatie gelegd met een overmatige belasting van het gewricht tussen knieschijf en bovenbeen. In deze richtlijn worden aanbevelingen gedaan over de behandeling van patellofemorale pijn.

 

Onder sporters en werknemers met een fysiek zwaar beroep komt patella tendinopathie veel voor. Deze aandoening wordt veroorzaakt door een overbelasting van de kniepees. De structuur van de pees raakt hierbij beschadigd en de pees is pijnlijk tijdens en na belasten. De aandoening is hardnekkig en kan ook weer terugkomen. De behandeling van deze aandoening is vaak lastig en langdurig.

 

Betrouwbare patiënteninformatie over anterieure kniepijn is onder andere te vinden op Thuisarts.nl:

https://www.thuisarts.nl/knieklachten/ik-heb-pijn-aan-voorkant-van-mijn-knie-en-ga-naar-ziekenhuis

https://www.thuisarts.nl/patellofemoraal-pijnsyndroom

https://www.thuisarts.nl/springersknie

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire richtlijnwerkgroep met vertegenwoordigers vanuit de sportartsen, orthopedisch chirurgen, revalidatieartsen, radiologen, fysiotherapeuten, oefentherapeuten, huisartsen, bedrijfsartsen en podotherapeuten. Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door het uitzetten van een vragenlijst aan patiënten door Patiëntenfederatie Nederland.

 

Literatuur

Crossley KM, Stefanik JJ, Selfe J, Collins NJ, Davis IS, Powers CM, McConnell J, Vicenzino B, Bazett-Jones DM, Esculier JF, Morrissey D, Callaghan MJ. (2016). Patellofemoral pain consensus statement from the 4th International Patellofemoral Pain Research Retreat, Manchester. Part 1: Terminology, definitions, clinical examination, natural history, patellofemoral osteoarthritis and patient-reported outcome measures. Br J Sports Med.;50(14):839-43.

Volgende:
Anamnese en lichamelijk onderzoek bij PT