Antenatale hydronefrose

Initiatief: NVK Aantal modules: 7

Startpagina - Antenatale hydronefrose

Waar gaat deze richtlijn over?

Bij antenatale hydronefrose gaat het veelal om foetussen met een geïsoleerde hydronefrose (zoals bij een Uretero-Pelvine-Junction stenose, met alleen dilatatie van het pyelum) of een niet-geïsoleerde hydronefrose (zoals bij een vesico-ureterale reflux of een infravesicale obstructie zoals bij posterieure urethrale kleppen of bij een dubbelsysteem van het pyelum met of zonder blaasafwijking). Bij deze foetussen bestaat bij blijvende uitzetting het risico van beschadiging van de nierfunctie. Binnen deze richtlijn worden aanbevelingen gedaan over bij welke mate van hydronefrose vervolgonderzoek pre- en postnataal plaats dient te vinden. Hiermee wordt beoogd kinderen waarbij een interventie geïndiceerd tijdig te identificeren en zo verlies van (differentiële) nierfunctie te voorkomen. Daarnaast is het doel om onnodige diagnostiek bij kinderen met (milde) hydronefrose te voorkomen, wat naar verwachting een kostenbesparing oplevert en verdere onrust bij ouders en verzorgers voorkomt. Ook is er in deze richtlijn aandacht voor de waarde van postnatale antibiotica profylaxe.

 

Specifiek komen de volgende onderwerpen komen aan de orde in deze richtlijn:

  • Indicatie prenataal vervolgonderzoek
  • Indicatie mictie-cysto-urethrogram
  • Indicatie renogram
  • Waarde postnatale antibiotica profylaxe
  • Timing van de postnatale echo
  • Organisatie van zorg

 

Cysteuze nierziekten (poly-cysteuze nieren zoals Autosomaal Dominante Polycysteuze nieren (ADPKD), Autosomaal Recessieve Polycysteuze nieren (ARPKD) en multicysteuze nieren (MCDK)) vallen buiten het bereik van deze richtlijn. Ook richt deze richtlijn zich specifiek niet op patiënten waarbij er meerdere aandoeningen bestaan en/of andere organen aangedaan zijn.

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen met antenatale hydronefrose en hun ouders. De richtlijn is primair bedoeld voor (algemeen) kinderartsen (in opleiding), neonatologen, verloskundigen, gynaecologen (en echoscopisten), urologen en radiologen. Natuurlijk kunnen ook andere medisch specialisten (in opleiding), huisartsen, verpleegkundigen en patiënten kennisnemen van de inhoud.

 

Voor patiënten

Antenatale hydronefrose is een radiologische bevinding die bij ongeveer 1,5% van de ongeboren kinderen gevonden wordt. Het is vaak een onschuldige bevinding. Normaal gesproken verzamelt het nierbekken (pyelum) de urine vanuit de nier, waarna het wordt afgevoerd door de urinebuis naar de blaas. Bij hydronefrose is het urineverzamelsysteem of nierbekken uitgezet doordat de urineafvoer is belemmerd. Bij een groot gedeelte van de kinderen verdwijnt de hydronefrose tijdens of na de zwangerschap weer. Bij een klein gedeelte is er toch verdere diagnostiek en eventueel een ingreep nodig. In deze richtlijn wordt voornamelijk beschreven hoe foetussen met antenatale hydronefrose tijdens de zwangerschap en direct daarna opgevolgd moeten worden. Zo worden er aanbevelingen gedaan wanneer bijvoorbeeld een nierscan gemaakt zou moeten worden.

 

Op Thuisarts.nl staat informatie in begrijpelijke taal voor ouders:

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor de richtlijn is genomen door de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde. De richtlijn is ontwikkeld door een commissie met vertegenwoordigers vanuit de kinderartsen, urologen, gynaecologen en radiologen. De richtlijn is ter commentaar voorgelegd aan Nierpatiënten Vereniging Nederland en Stichting Kind en Ziekenhuis. De werkgroep heeft tussen 2017 en 2018 aan de richtlijn gewerkt.

Volgende:
Indicatie echografisch vervolgonderzoek