Opioïdsparende Anesthesie bij obesitas – Postoperatief
Uitgangsvraag
Aanbeveling
Overweeg opioïdvrije anesthesie postoperatief alleen in studieverband.
Overwegingen
Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs
De werkgroep heeft een literatuuronderzoek verricht naar het effect van postoperatieve opioïdvrije en opioïdsparende anesthesie in vergelijking met anesthesie met opioïden in patiënten met obesitas die een chirurgische ingreep ondergaan onder algehele anesthesie. Er werden geen RCT’s gevonden die een opioïdvrije strategie of een opioïdsparende postoperatieve strategie vergeleken met een strategie met opioïden. Daarom kunnen er geen conclusies getrokken worden over de (in)effectiviteit van postoperatieve opioïdvrije of opioïdsparende anesthesie bij patiënten met obesitas. Er bestaat hier dan ook een kennislacune.
Er zijn verschillende methoden om minder opioïden toe te dienen. Door gebruik te maken van multimodale pijnstilling, maar bijvoorbeeld ook door het toepassen van neuraxiale en locoregionale technieken, worden opioïd-gerelateerde complicaties in deze groep verminderd (Rodgers, 2000; Kehlet, 2001). Bij pijnstilling met een lagere dosis of zonder opioïden worden de bijwerkingen van opioïden minder vaak geobserveerd.
Waarden en voorkeuren van patiënten (en evt. hun verzorgers)
Uit eerder onderzoek naar de voorkeuren van de patiënt in de directe postoperatieve fase na algehele anesthesie bleek dat de belangrijkste factor voor patiëntencomfort het ontbreken van postoperatief misselijkheid en braken is (49%), daarna optimale pijnstilling (27%), gevolgd door niet suf zijn (13%) en als laatste of en hoeveel de patiënt ervoor over heeft om extra te betalen om bepaalde bijwerkingen te voorkomen (11%) (Orkin, 1992; Eberhart, 2002). Adequate postoperatieve pijnstilling, dus zonder bijwerkingen, geeft de patiënt comfort. Hierdoor is de patiënt eerder in staat te mobiliseren, waardoor het risico op respiratoire complicaties met verlengde ziekenhuisopname en mortaliteit tot gevolg afneemt (Kaffarnik, 2009). Een ziekenhuisopname is stressvol voor de patiënt (Palmer, 2021). Een voorspoedig postoperatief herstel leidt tot een kortere ziekenhuisopname, wat voor de gehospitaliseerde patiënt waardevol is.
Door gebruik te maken van opioïden in het postoperatieve traject wordt comfort nagestreefd. Zoals in de eerste alinea beschreven is comfort niet alleen afhankelijk van voldoende pijnmedicatie. Opioïden hebben nadelige effecten zoals misselijkheid, sufheid, delier, blaasretentie, respiratoire insufficiëntie en risico op verslaving. Per patiënt moet worden gezocht naar de juiste balans tussen enerzijds voldoende pijnstilling en anderzijds zo min mogelijk bijwerkingen van de pijnstilling. Voor de patiënt blijkt dat het voorkomen van postoperatieve misselijkheid en braken en adequate pijnstilling essentieel voor snel herstel.
Kosten (middelenbeslag)
De kosten van intraveneuze opiatenopioïden die worden gebruikt op de recovery en afdeling zijn te overzien (<10 euro). Optimalisatie van de kosten rondom postoperatieve pijnstilling is weinig afhankelijk van de prijs van de pijnmedicatie. Het verschil in deze kosten staat echter in schril contrast t.o.v. de kosten van de opnameduur op de recovery en in het ziekenhuis. Kortere opnameduur leidt tot minder druk op het personeel en de ziekenhuisbedden in tijden van schaarste in de zorg. Er zijn echter geen aanwijzingen dat opioïdvrije of-sparende anesthesie zorgen voor een kortere opnameduur en op deze manier de kosten kunnen verlagen. Wel is bekend hoeveel meer opioïden nodig zijn voor goede pijnstilling des te langer het ziekenhuisverblijf (Kim, 2023). Tevens blijkt dat leeftijd en BMI onafhankelijke risicofactoren zijn voor het ontwikkelen van een paralytische ileus (Svatek, 2010).
Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie
Het realiseren van een optimaal pijnbeleid binnen de zorginstelling is een belangrijke kwaliteitsindicator (IGJ, 2023). Er bestaan aanwijzingen dat pijnbeleving anders is in patiënten met obesitas t.o.v. patiënten met een normaal BMI (Torensma, 2017) ook in de postoperatieve fase (Cohen, 2020). Dit kan invloed hebben op het postoperatieve pijnbeleid.
De aanvaardbaarheid van opioïdvrije en opioïdsparende postoperatieve pijnstilling bij patiënten met obesitas is op basis van de huidige literatuur niet te verantwoorden door het gebrek aan bewijs. Wanneer centra kennis en ervaring hebben en een helder protocol hebben opgesteld ten aanzien van opioïdvrije of -sparende anesthesie bij patiënten met obesitas is ons advies hun bevindingen op te schrijven in onderzoeksverband. Op die manier kunnen in de toekomst uitspraken worden gedaan over gebruik van opioïdvrije en opioïdsparende postoperatieve pijnstilling op basis van wetenschappelijk bewijs.
Een algemeen aanvaarde handreiking om pijn te behandelen is de WHO-pijnladder. Hierbij wordt trapsgewijs gekozen voor Paracetamol, NSAID’s, zwakke opioïden en sterke opioïden, afhankelijk van de ernst van de pijn. Daarnaast kunnen locoregionale technieken uitkomst bieden om postoperatief minder of geen opioïden te hoeven gebruiken. Deze aanpak is ook toe te passen bij de patiënt met obesitas.
Rationale van de aanbeveling: weging van argumenten voor en tegen de interventies
Er is geen literatuur over postoperatieve toediening van opioïdsparende middelen ten opzichte van opioïden bij patiënten met obesitas. Voor de patiënt is adequate pijnstilling essentieel voor snel herstel. Op basis van de huidige literatuur en ervaringen is het onduidelijk of dit bewerkstelligd wordt door opioïdvrije en -sparende anesthesie postoperatief, waardoor terughoudendheid geboden is. Daarbij zijn de gebruikte opioïdvrije methoden wisselend. Een helder protocol in de zorginstelling leidt tot een eenduidige manier van werken wat veiligheid, ervaring en data genereert. Gebruik van opioïdvrije of opioïdsparende postoperatieve pijnstilling in onderzoeksetting kan meer wetenschappelijk bewijs opleveren om adviezen t.a.v. dit onderwerp in de toekomst te geven waarbij meer duidelijk zal worden over keuze van de middelen en de doseringen (inclusief hoe die doseringen moeten worden aangepast bij toenemende obesitas).
Onderbouwing
Achtergrond
Adequate pijnstilling na een operatie verbetert patiëntcomfort en leidt tot snellere mobilisatie. Opioïden nemen een prominente plaats in binnen het pijnbeleid na grote chirurgie. Opioïden hebben echter ook bijwerkingen, zoals respiratoire insufficiëntie, sufheid en misselijkheid. De patiënt met obesitas heeft mogelijk meer last van bepaalde bijwerkingen. Gedacht kan worden aan de verhoogde prevalentie van obstructief slaapapneu (OSA) in deze groep, waarbij de negatieve invloed van opioïden op OSA het risico op respiratoire complicaties kan vergroten (Schug, 2011). De vraag is dan ook of adequate pijnstilling gerealiseerd kan worden zonder of met minder gebruik van opioïden.
Conclusies / Summary of Findings
- GRADE |
No evidence was found regarding the effect of postoperative opioid free or opioid-sparing anesthesia on postoperative pain, postoperative rescue analgesic consumption PONV, respiratory depression and mortality when compared with an opioid-based anesthesia strategy in patients with obesity undergoing a surgical procedure and requiring general anesthesia.
Source: - |
Samenvatting literatuur
Description of studies
No studies were included in the current analysis of literature.
Postoperative pain
No studies were included reporting the outcome measure ‘postoperative pain’.
Postoperative rescue analgesic consumption
No studies were included reporting the outcome measure ‘postoperative rescue analgesic consumption’.
Postoperative nausea and vomiting
No studies were included reporting the outcome measure ‘postoperative nausea and vomiting’.
Respiratory depression
No studies were included reporting the outcome measure ‘respiratory depression’.
Mortality
No studies were included reporting the outcome measure ‘mortality’.
Level of evidence of the literature
The level of evidence regarding the outcome measures postoperative pain, postoperative rescue analgesic consumption, PONV, respiratory depression and mortality could not be graded as no studies comparing postoperative opioid free or opioid-sparing versus opioid-based anesthesia in patients with obesity undergoing surgery requiring general anesthesia were found.
Zoeken en selecteren
A systematic review of the literature was performed to answer the following question:
What are the favorable and unfavorable effects of opioid free and opioid-sparing anesthesia (postoperative) in patients with obesity undergoing surgery requiring general anesthesia?
P: Patients with obesity (BMI ≥30) undergoing surgery requiring general anesthesia
I: Opioid-free anesthesia (OFA) or opioid-sparing strategy postoperative
C: (Classic) opioid-based strategy postoperative
O: Postoperative pain, postoperative rescue analgesic consumption, postoperative nausea and vomiting (PONV), respiratory depression, mortality
Relevant outcome measures
The guideline development group considered postoperative pain and postoperative rescue analgesic consumption as a critical outcome measure for decision making; and PONV, respiratory depression and mortality as an important outcome measure for decision making.
A priori, the working group defined postoperative pain score as pain score assessed on a visual analogue scale (VAS) or numeric rating scale (NRS). We distinguish pain scores assessed in the early (<1 hour), intermediate (4 to 8 hours) or late (24-48 hours) postoperative period.
Postoperative rescue analgesics were assessed in the first 24 hours and 48 hours postoperatively.
The working group did not define the other outcome measures listed above but used the definitions used in the studies.
The working group defined the following as a minimal clinically (patient) important difference:
Postoperative pain score: MD (mean difference) >10% of the maximum score (Myles, 2017)
Postoperative rescue analgesic consumption: MD >20% compared with control group.
PONV: 0.8≥ risk ratio (RR) ≥1.25
Respiratory depression: 0.91≥ RR ≥1.10
Mortality: 0.95≥RR≥1.05
Search and select (Methods)
The databases Medline (via OVID) and Embase (via Embase.com) were searched with relevant search terms until 9-1-2023. The detailed search strategy is depicted under the tab Methods. The systematic literature search resulted in 1120 hits. The search was combined for intra- and postoperative opioid-sparing anesthesia. Studies were selected based on the following criteria: 1) a systematic review of observational comparative studies or randomized controlled trials (RCTs), or an RCT, or an observational comparative study, 2) published after 2010, 3) including only patients with obesity (BMI≥30) undergoing a surgical procedure and requiring general anesthesia 4) comparing an opioid free or postoperative opioid sparing anesthesia regimen with an postoperative opioid-based anesthesia regimen, 5) reporting at least one of the following outcome measures: postoperative pain, postoperative rescue analgesic consumption, PONV, respiratory depression or mortality. A total of 41 studies were initially selected based on title and abstract screening. After reading the full text, 41 studies were excluded (see the table with reasons for exclusion under the tab Methods), and zero studies were included.
Results
No studies were included in the analysis of the literature. Important study characteristics and results are summarized in the evidence tables. The assessment of the risk of bias is summarized in the risk of bias tables.
Referenties
- Beloeil H. Opioid-free anesthesia. Best Pract Res Clin Anaesthesiol. 2019 Sep;33(3):353-360. doi: 10.1016/j.bpa.2019.09.002. Epub 2019 Sep 26. PMID: 31785720.
- Cohen B, Tanios MA, Koyuncu O, Yilmaz HO, Raza S, Mukhdomi J, Artis AS, Seif J, Chhabada S, Turan A. Association between higher BMI and postoperative pain and opioid consumption in pediatric inpatients - A retrospective cohort study. J Clin Anesth. 2020 Jun;62:109729. doi: 10.1016/j.jclinane.2020.109729. Epub 2020 Jan 29. PMID: 32006800.
- Ebenhart LHJ, Morin AM, Wulf H, Geldner G. Patient Preferences for Immediate Postoperative Recovery. BJA. 2002;89(5):760-61.
- Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Basisset Medisch Specialistische Zorg 2024. 2024. Access: https://www.igj.nl/zorgsectoren/ziekenhuizen-en-klinieken/publicaties/indicatorensets/2023/10/16/basisset-medisch-specialistische-zorg-2024
- Kaffarnik M, Utzolino S. Postoperatives Management bei Patienten mit einem BMI > 40 kg / m2 [Postoperative management of patients with BMI > 40 kg / m2]. Zentralbl Chir. 2009 Feb;134(1):43-9. German. doi: 10.1055/s-0028-1098806. Epub 2009 Feb 25. PMID: 19242882.
- Kehlet H, Holte K. Effect of postoperative analgesia on surgical outcome. Br J Anaesth. 2001 Jul;87(1):62-72. doi: 10.1093/bja/87.1.62. PMID: 11460814.
- OrkinFK. What do Patients Want? Preferences for Immediate Postoperative Recovery. Anesth Analg.1992;74:p.S225.
- Kim SSY, MacNevin W, Whalen S, Rendon RA, Bell DG, Duplisea J, Bailly G, Cox A, Mason RJ. Examining the impact of postoperative opioid use on length of hospital stay following radical cystectomy. Can Urol Assoc J. 2023 Jun;17(6):199-204. doi: 10.5489/cuaj.8167. PMID: 36952303; PMCID: PMC10263282.
- Palmer PK, Wehrmeyer K, Florian MP, Raison C, Idler E, Mascaro JS. The prevalence, grouping, and distribution of stressors and their association with anxiety among hospitalized patients. PLoS One. 2021 Dec 6;16(12):e0260921. doi: 10.1371/journal.pone.0260921. PMID: 34871325; PMCID: PMC8648119.
- Rodgers A, Walker N, Schug S, McKee A, Kehlet H, van Zundert A, Sage D, Futter M, Saville G, Clark T, MacMahon S. Reduction of postoperative mortality and morbidity with epidural or spinal anaesthesia: results from overview of randomised trials. BMJ. 2000 Dec 16;321(7275):1493. doi: 10.1136/bmj.321.7275.1493. PMID: 11118174; PMCID: PMC27550.
- Schug SA, Raymann A. Postoperative pain management of the obese patient. Best Pract Res Clin Anaesthesiol. 2011 Mar;25(1):73-81. doi: 10.1016/j.bpa.2010.12.001. PMID: 21516915.
- Svatek RS, Fisher MB, Williams MB, Matin SF, Kamat AM, Grossman HB, Nogueras-González GM, Urbauer DL, Dinney CP. Age and body mass index are independent risk factors for the development of postoperative paralytic ileus after radical cystectomy. Urology. 2010 Dec;76(6):1419-24. doi: 10.1016/j.urology.2010.02.053. Epub 2010 May 15. PMID: 20472264.
- Torensma B, Oudejans L, van Velzen M, Swank D, Niesters M, Dahan A. Pain sensitivity and pain scoring in patients with morbid obesity. Surg Obes Relat Dis. 2017 May;13(5):788-795. doi: 10.1016/j.soard.2017.01.015. Epub 2017 Jan 10. PMID: 28216116.
- Svatek R, Fisher M, Williams M, et al. Age and Body Mass Index are Independent Risk factors for the Development of Postoperative Paralytic Ileus after Radical Cystectomy. Urology.2010;76:1429-24.
- von Ungern-Sternberg BS, Regli A, Reber A, Schneider MC. Effect of obesity and thoracic epidural analgesia on perioperative spirometry. Br J Anaesth. 2005 Jan;94(1):121-7. doi: 10.1093/bja/aeh295. Epub 2004 Oct 14. PMID: 15486001.
Evidence tabellen
Table of excluded studies
Reference |
Reason for exclusion |
Alimian M, Imani F, Faiz SH, Pournajafian A, Navadegi SF, Safari S. Effect of oral pregabalin premedication on post-operative pain in laparoscopic gastric bypass surgery. Anesth Pain Med. 2012 Summer;2(1):12-6. doi: 10.5812/aapm.4300. Epub 2012 Jul 10. PMID: 24223327; PMCID: PMC3821101. |
non-randomized trial |
Tubog TD, Harmer CM, Bramble RS, Bayaua NE, Mijares M. Efficacy and Safety of Gabapentin on Postoperative Pain Management After Bariatric Surgery: A Systematic Review and Meta-Analysis. J Perianesth Nurs. 2023 Apr;38(2):322-330. doi: 10.1016/j.jopan.2022.04.017. Epub 2022 Nov 19. PMID: 36414492. |
no fulltext available |
Jalali SM, Bahri MH, Yazd SMM, Karoobi M, Shababi N. Efficacy of laparoscopic transversus abdominis plane block on postoperative pain management and surgery side effects in laparoscopic bariatric surgeries. Langenbecks Arch Surg. 2022 Mar;407(2):549-557. doi: 10.1007/s00423-021-02400-9. Epub 2022 Jan 22. PMID: 35064301. |
no opioid-based strategy comparison |
Abdelhamid BM, Khaled D, Mansour MA, Hassan MM. Comparison between the ultrasound-guided erector spinae block and the subcostal approach to the transversus abdominis plane block in obese patients undergoing sleeve gastrectomy: a randomized controlled trial. Minerva Anestesiol. 2020 Aug;86(8):816-826. doi: 10.23736/S0375-9393.20.14064-1. Epub 2020 May 22. PMID: 32449336. |
Lacking information on intervention: type and dose of opioid not described |
Ahmed SA, Abdelghany MS, Afandy ME. The effect of opioid-free anesthesia on the post-operative opioid consumption in laparoscopic bariatric surgeries: A randomized controlled double-blind study. J Opioid Manag. 2022 Jan-Feb;18(1):47-56. doi: 10.5055/jom.2022.0694. PMID: 35238013. |
no fulltext available |
Hung KC, Wu SC, Chiang MH, Hsu CW, Chen JY, Huang PW, Sun CK. Analgesic Efficacy of Gabapentin and Pregabalin in Patients Undergoing Laparoscopic Bariatric Surgeries: a Systematic Review and Meta-analysis. Obes Surg. 2022 Aug;32(8):2734-2743. doi: 10.1007/s11695-022-06109-6. Epub 2022 May 17. PMID: 35579747. |
no opioid-based strategy comparison |
Latif D, Darweesh FF, Osman OM, Abdelhakim AM, Nabil H, Ashour ASA. Oral tramadol versus oral celecoxib for analgesia after mediolateral episiotomy repair in obese primigravidae: a randomized controlled trial. Int Urogynecol J. 2021 Sep;32(9):2465-2472. doi: 10.1007/s00192-020-04411-4. Epub 2020 Jul 20. PMID: 32691120. |
no general anesthesia described (local) |
Ceballos CM, Osorio RG. Anesthesia for bariatric surgery: fentanyl versus fentanyl and dexmedetomidina. Rev Neurol Neurocir Psiquiat. 2011;44(4):114-121. |
Language: Spanish article |
Chaouch MAMA, Daghmouri MA, Boutron MC, Ferraz JM, Usai S, Soubrane O, Beaussier M, Pourcher G, Oweira H. Ketamine as a component of multimodal analgesia for pain management in bariatric surgery: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. Ann Med Surg (Lond). 2022 May 14;78:103783. doi: 10.1016/j.amsu.2022.103783. PMID: 35600177; PMCID: PMC9121244. |
no opioid-based strategy comparison |
Tian C, Lee Y, Oparin Y, Hong D, Shanthanna H. Benefits of Transversus Abdominis Plane Block on Postoperative Analgesia after Bariatric Surgery: A Systematic Review and Meta-Analysis. Pain Physician. 2021 Aug;24(5):345-358. PMID: 34323436. |
various comparators, no opioids mentioned peroperative |
Dai S, Fu R, Jiang S, He Y, Huang T, Zhou B, Gong H. Effect of Intraperitoneal Local Anesthetics in Laparoscopic Bariatric Surgery: A Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials. World J Surg. 2022 Nov;46(11):2733-2743. doi: 10.1007/s00268-022-06685-9. Epub 2022 Aug 6. PMID: 35933496. |
no opioid-based strategy comparison |
Lee Y, Yu J, Doumouras AG, Ashoorion V, Gmora S, Anvari M, Hong D. Intravenous Acetaminophen Versus Placebo in Post-bariatric Surgery Multimodal Pain Management: a Meta-analysis of Randomized Controlled Trials. Obes Surg. 2019 Apr;29(4):1420-1428. doi: 10.1007/s11695-019-03732-8. PMID: 30726545. |
no opioid-based strategy comparison |
Grape S, Kirkham KR, Albrecht E. The Analgesic Efficacy of Transversus Abdominis Plane Block After Bariatric Surgery: a Systematic Review and Meta-analysis with Trial Sequential Analysis. Obes Surg. 2020 Oct;30(10):4061-4070. doi: 10.1007/s11695-020-04768-x. PMID: 32572686. |
no opioid-based strategy comparison |
Aamir MA, Sahebally SM, Heneghan H. Transversus Abdominis Plane Block in Laparoscopic Bariatric Surgery-a Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials. Obes Surg. 2021 Jan;31(1):133-142. doi: 10.1007/s11695-020-04898-2. Epub 2020 Aug 10. PMID: 32779074. |
no opioid-based strategy comparison |
Földi M, Soós A, Hegyi P, Kiss S, Szakács Z, Solymár M, Pétervári E, Balaskó M, Kusza K, Molnár Z. Transversus Abdominis Plane Block Appears to Be Effective and Safe as a Part of Multimodal Analgesia in Bariatric Surgery: a Meta-analysis and Systematic Review of Randomized Controlled Trials. Obes Surg. 2021 Feb;31(2):531-543. doi: 10.1007/s11695-020-04973-8. Epub 2020 Oct 21. PMID: 33083978; PMCID: PMC7847866. |
no opioid-based strategy comparison |
Chaw SH, Lo YL, Goh SL, Cheong CC, Tan WK, Loh PS, Wong LF, Shariffuddin II. Transversus Abdominis Plane Block Versus Intraperitoneal Local Anesthetics in Bariatric Surgery: A Systematic Review and Network Meta-analysis. Obes Surg. 2021 Oct;31(10):4305-4315. doi: 10.1007/s11695-021-05564-x. Epub 2021 Jul 19. PMID: 34282569. |
no opioid-based strategy comparison |
Hamid HKS, Ahmed AY, Saber AA, Emile SH, Ibrahim M, Ruiz-Tovar J. Transversus abdominis plane block using a short-acting local anesthetic reduces pain and opioid consumption after laparoscopic bariatric surgery: a meta-analysis. Surg Obes Relat Dis. 2020 Sep;16(9):1349-1357. doi: 10.1016/j.soard.2020.04.023. Epub 2020 Apr 24. PMID: 32709581. |
no opioid-based strategy comparison |
Hung KC, Chang YJ, Chen IW, Chang YP, Chiu SF, Sun CK. Efficacy of intraoperative intravenous lidocaine for postoperative analgesia following bariatric surgery: a meta-analysis of randomized controlled studies. Surg Obes Relat Dis. 2022 Jan;18(1):135-147. doi: 10.1016/j.soard.2021.08.014. Epub 2021 Sep 1. PMID: 34565683. |
no opioid-based strategy comparison |
Brown E, Oswald K, Pellegrini J. Dexmedetomidine in Bariatric Surgery: A Useful Opioid Adjunct? An Evidence-Based Review. Bariatric Nursing and Surgical Patient Care.Jun 2012.70-74.http://doi.org/10.1089/bar.2012.9978 |
wrong publication type |
Tian C, Malhan RS, Deng SX, Lee Y, Peachey J, Singh M, Hong D. Benefits of dexmedetomidine on postoperative analgesia after bariatric surgery. Minerva Anestesiol. 2022 Mar;88(3):173-183. doi: 10.23736/S0375-9393.21.15986-3. Epub 2021 Oct 28. PMID: 34709018. |
no fulltext available |
Hanif Z, Iqbal U, Khan A, Parveen N, Moazzam A, Saqib M. Effect of Perioperative Single Dose Dexamethasone on Postoperative Mean Pain Score. National Editorial Advisory Board 2020. 31(11), p.91. |
Wrong intervention |
Ruiz-Tovar J, Muñoz JL, Gonzalez J, Zubiaga L, García A, Jimenez M, Ferrigni C, Durán M. Postoperative pain after laparoscopic sleeve gastrectomy: comparison of three analgesic schemes (isolated intravenous analgesia, epidural analgesia associated with intravenous analgesia and port-sites infiltration with bupivacaine associated with intravenous analgesia). Surg Endosc. 2017 Jan;31(1):231-236. doi: 10.1007/s00464-016-4961-3. Epub 2016 May 13. PMID: 27177956. |
no opioid-based strategy comparison |
Ruiz-Tovar J, Gonzalez G, Sarmiento A, Carbajo MA, Ortiz-de-Solorzano J, Castro MJ, Jimenez JM, Zubiaga L. Analgesic effect of postoperative laparoscopic-guided transversus abdominis plane (TAP) block, associated with preoperative port-site infiltration, within an enhanced recovery after surgery protocol in one-anastomosis gastric bypass: a randomized clinical trial. Surg Endosc. 2020 Dec;34(12):5455-5460. doi: 10.1007/s00464-019-07341-5. Epub 2020 Jan 13. PMID: 31932932. |
no opioid-based strategy comparison |
Soberón JR, McInnis C, Bland KS, Egger AL, Patterson ME, Elliott CE, Treuting RJ, Osteen K. Ultrasound-guided popliteal sciatic nerve blockade in the severely and morbidly obese: a prospective and randomized study. J Anesth. 2016 Jun;30(3):397-404. doi: 10.1007/s00540-016-2143-z. Epub 2016 Feb 9. PMID: 26861147. |
no opioid-based strategy comparison |
Sinha A, Jayaraman L, Punhani D. Efficacy of ultrasound-guided transversus abdominis plane block after laparoscopic bariatric surgery: a double blind, randomized, controlled study. Obes Surg. 2013 Apr;23(4):548-53. doi: 10.1007/s11695-012-0819-5. PMID: 23361468. |
no opioid-based strategy comparison |
Ruiz-Tovar J, Gonzalez J, Garcia A, Cruz C, Rivas S, Jimenez M, Ferrigni C, Duran M. Intraperitoneal Ropivacaine Irrigation in Patients Undergoing Bariatric Surgery: a Prospective Randomized Clinical Trial. Obes Surg. 2016 Nov;26(11):2616-2621. doi: 10.1007/s11695-016-2142-z. PMID: 27007272. |
Wrong intervention |
Ruiz-Tovar J, Garcia A, Ferrigni C, Gonzalez J, Levano-Linares C, Jimenez-Fuertes M, Llavero C, Duran M. Laparoscopic-Guided Transversus Abdominis Plane (TAP) Block as Part of Multimodal Analgesia in Laparoscopic Roux-en-Y Gastric Bypass Within an Enhanced Recovery After Surgery (ERAS) Program: a Prospective Randomized Clinical Trial. Obes Surg. 2018 Nov;28(11):3374-3379. doi: 10.1007/s11695-018-3376-8. PMID: 29980989. |
no opioid-based strategy |
Schipper IE, Schouten M, Yalcin T, Algie GD, Damen SL, Smeenk RM, Schouten R. The Use of Intraperitoneal Bupivacaine in Laparoscopic Roux-en-Y Gastric Bypass: a Double-blind, Randomized Controlled Trial. Obes Surg. 2019 Oct;29(10):3118-3124. doi: 10.1007/s11695-019-03982-6. PMID: 31201692. |
no opioid-based strategy |
Pourfakhr P, Aghabagheri M, Zabihi Mahmoudabadi H, Najjari K, Talebpour M, Khajavi MR. Prophylactic Administration of Diphenhydramine/Acetaminophen and Ondansetron Reduced Postoperative Nausea and Vomiting and Pain Following Laparoscopic Sleeve Gastrectomy: a Randomized Controlled Trial. Obes Surg. 2021 Oct;31(10):4371-4375. doi: 10.1007/s11695-021-05589-2. Epub 2021 Jul 27. PMID: 34313917. |
Wrong intervention |
Zengin SU, Ergun MO, Gunal O. Effect of Ultrasound-Guided Erector Spinae Plane Block on Postoperative Pain and Intraoperative Opioid Consumption in Bariatric Surgery. Obes Surg. 2021 Dec;31(12):5176-5182. doi: 10.1007/s11695-021-05681-7. Epub 2021 Aug 27. PMID: 34449029. |
Wrong intervention |
Erdogan Kayhan G, Sanli M, Ozgul U, Kirteke R, Yologlu S. Comparison of intravenous ibuprofen and acetaminophen for postoperative multimodal pain management in bariatric surgery: A randomized controlled trial. J Clin Anesth. 2018 Nov;50:5-11. doi: 10.1016/j.jclinane.2018.06.030. Epub 2018 Jun 20. PMID: 29935486. |
Wrong intervention |
Cleveland EM, Peirce GS, Freemyer JD, Schriver JP, Ahnfeldt EP, Rice WV. Prospective randomized double-blind controlled trial of continuous local anesthetic infusion to reduce narcotic use in laparoscopic sleeve gastrectomy. Surg Obes Relat Dis. 2015 Sep-Oct;11(5):1152-6. doi: 10.1016/j.soard.2014.12.030. Epub 2015 Jan 6. PMID: 25892348. |
Insuffiencient information on opioid administered |
Strode MA, Sherman W, Mangieri CW, Bland CM, Sparks PJ, Faler BJ, Prasad BM, Choi YU. Randomized trial of OFIRMEV versus placebo for pain management after laparoscopic sleeve gastrectomy. Surg Obes Relat Dis. 2016 May;12(4):772-777. doi: 10.1016/j.soard.2015.08.512. Epub 2015 Aug 29. PMID: 26525369. |
no opioid-based strategy |
Wong KA, Cabrera AG, Argiroff AL, Pechman DM, Parides MK, Vazzana JT, Moran-Atkin EM, Choi JJ, Camacho DR. Transversus abdominis plane block with liposomal bupivacaine and its effect on opiate use after weight loss surgery: a randomized controlled trial. Surg Obes Relat Dis. 2020 Jul;16(7):886-893. doi: 10.1016/j.soard.2020.03.031. Epub 2020 Apr 10. PMID: 32402732. |
no opioid-based strategy |
Lange M, Lee CW, Knisely T, Perla S, Barber K, Kia M. Efficacy of Intravenous Acetaminophen in Length of Stay and Postoperative Pain Control in Laparoscopic Roux-en-Y Gastric Bypass Surgery Patients. Bariatr Surg Pract Patient Care. 2018 Sep 1;13(3):103-108. doi: 10.1089/bari.2018.0005. PMID: 30283730; PMCID: PMC6154454. |
no opioid-based strategy |
Arı DE, Ar AY, Karip CS, Köksal C, Aydın MT, Gazi M, Akgün F. Ultrasound-guided subcostal-posterior transversus abdominis plane block for pain control following laparoscopic sleeve gastrectomy. Saudi Med J. 2017 Dec;38(12):1224-1229. doi: 10.15537/smj.2017.12.21133. PMID: 29209672; PMCID: PMC5787634. |
both opioidsparing techniques |
Amer GF, Hamed H, Salim MS, Hegazy MA. Effect of Adding Hydrocortisone to Intraperitoneal Bupivacaine in Laparoscopic Bariatric Surgery. Anesth Essays Res. 2020 Jan-Mar;14(1):137-142. doi: 10.4103/aer.AER_141_19. Epub 2020 Feb 3. PMID: 32843807; PMCID: PMC7428115. |
no opioid-based strategy to compare |
Okut G, Turgut E, Kaplan K, Bag YM, Akbas S, Sumer F, Kayaalp C. Does laparoscopic-guided transversus abdominis plane block have an effect on postoperative pain and recovery after sleeve gastrectomy? Eur Rev Med Pharmacol Sci. 2022 Aug;26(15):5406-5412. doi: 10.26355/eurrev_202208_29408. PMID: 35993635. |
no opioid-based strategy to compare |
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 09-04-2025
Laatst geautoriseerd : 09-04-2025
Geplande herbeoordeling : 09-04-2030
Algemene gegevens
De ontwikkeling van deze richtlijn werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).
De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijn.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 2022 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de anesthesiologische zorg voor patiënten met obesitas.
Werkgroep
Dr. T.A. Brouwer, anesthesioloog, NVA
Drs. M.A.M. Siepel, anesthesioloog, NVA
Drs. A.D. Pot, anesthesioloog, NVA
Drs. S.D.X. Oei, AIOS anesthesiologie, NVA (vanaf september 2022)
Dr. B. Torensma, PhD, anesthesiemedewerker, NVAM
Drs. J.A. Apers, chirurg, NVvH
Dr. L. Freeman, gynaecoloog, NVOG (tot oktober 2022)
Dr. D.D.C.A. Henriquez, gynaecoloog, NVOG (vanaf oktober 2022)
Prof. dr. C. A. J. Knibbe, ziekenhuisapotheker, NVZA
Drs. M.A. Damhof, ziekenhuisapotheker, NVZA (vanaf december 2023)
Dr. H.J. Reesink, longarts, NVALT
Drs. H.L. Lutgers, internist-endocrinoloog, NIV (vanaf april 2023)
N.G. Cnossen, patiëntvertegenwoordiger, Nederlandse Stichting Over Gewicht
Klankbordgroep
Dr. M. Klemt-Kropp, MDL-arts, NVMDL
Drs. Ö. Engin, oogarts, NOG
Dr. H. Buter, internist-intensivist, NVIC
N.J.C. Raeijmaekers, BSc, diëtist, NVD/NDBC
Met ondersteuning van
Drs. I. van Dusseldorp, literatuurspecialist, Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten
Dr. J.C. Maas, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten
Drs. I. van Dijk, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Tammo Brouwer (voorzitter) |
Anesthesioloog, vrij ondernemer. |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Alice Dorien Pot |
Anesthesioloog in Meander Medisch Centrum Amersfoort |
Co-auteur boek 'klinische kinderanesthesiologie in de praktijk', initiatief vanuit NVA, uitgeverij Prelum (onbetaald). |
Geen |
Geen restricties |
Bart Torensma |
Klinisch epidemioloog en data scientist via eigen bedrijf Torensma Research Consultancy BV. |
"Dagelijks bestuurslid (penningmeester) Stichting COREON Algemeen bestuurslid Vereniging voor epidemiologen. Lesgeven aan de research verpleegkundige Breederode hogeschool Rotterdam
Masterclass gemaakt samen met Medtronic AUE over ERABS en team samenwerkingen." |
Voor PhD (<3 jaar geleden) onderzoek gedaan naar deep block verslapping bij patiënten met obesitas. Deze studie is destijds door MSD gesponsord in de vorm van gratis ampullen sugammadex.
|
Geen restricties |
Catherijne A.J. Knibbe |
Ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog, St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein en Utrecht, afdeling Klinische farmacie |
Lid CCMO, Lid Board ACCP |
Diverse studies gefinancierd door ZonMw of Antonius Onderzoeksfonds. De onderzoeken zijn niet gerelateerd aan de richtlijn. |
Geen restricties |
Dacia Henriquez |
Gynaecoloog, Amphia Ziekenhuis |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Helen Lutgers |
Internist in Ommelander Ziekenhuis Groningen |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Herre Reesink |
Longarts, OLVG Amsterdam |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Jan Apers |
Chirurg Franciscus Gasthuis & Vlietland |
NVGIC bestuur Dutch Obesity Academy |
Geen |
Geen restricties |
Liv Freeman |
Gynaecoloog Ikazia Ziekenhuis Rotterdam |
Voorzitter samenwerking obstetrie anesthesie (onbetaald)
|
Geen |
Geen restricties |
Michiel Damhof
|
Ziekenhuisapotheker Medisch Centrum Leeuwarden |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Muriel Arianne Michelle Siepel |
Anesthesioloog OLVG Amsterdam |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Nienke Cnossen |
Patiëntvertegenwoordiger |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Sander Oei |
Aios anesthesiologie. ErasmusMC |
SITdiensten Park Medisch Centrum, betaald. 1-2x/mnd ANWdiensten verpleeghuizen, betaald. 1x/mnd |
Geen |
Geen restricties |
Hanneke Buter |
Intensivist |
bestuurslid NVIC |
Geen |
Geen restricties |
Michael Klemt-Kropp |
MDL-arts |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Natascha Raeijmaekers |
Diëtist Obesitas Centrum, ETZ. Betaald. |
Bestuur Netwerk Diëtisten Bariatrische chirurgie, onbetaald. |
Geen |
Geen restricties |
Ozlem Engin |
Oogarts |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Irma van Dijk |
Adviseur kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
José Maas |
Adviseur kennisinstituut van de Federatie Medisch specialisten |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door het uitnodigen van een afvaardiging van de Nederlandse ‘Stichting ‘Overgewicht’ in de werkgroep. Het verslag van de knelpunteninventarisatie [zie aanverwante producten] is besproken in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan de Stichting en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.
Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz
Bij de richtlijn is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd om te beoordelen of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling is de richtlijn op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema op de Richtlijnendatabase).
Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
Module Opioïdsparende anesthesie - Postoperatief |
Geen financiële gevolgen |
Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (5.000-40.000 patiënten), volgt ook uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft. Er worden daarom geen substantiële financiële gevolgen verwacht. |
Werkwijze
AGREE
Deze richtlijn is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).
Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen
Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de werkgroep de knelpunten in de anesthesiologische zorg voor patiënten met obesitas. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door relevante partijen via een schriftelijke knelpunteninventarisatie. Een verslag hiervan is opgenomen onder aanverwante producten.
Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.
Uitkomstmaten
Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.
Methode literatuursamenvatting
Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. Indien mogelijk werd de data uit verschillende studies gepoold in een random-effect model. Review Manager 5.4 werd gebruikt voor de statistische analyses. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).
GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).
GRADE |
Definitie |
Hoog |
|
Redelijk |
|
Laag |
|
Zeer laag |
|
Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE methodiek.
Formuleren van aanbevelingen
De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. De werkgroep heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.
In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.
Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers |
||
|
||
|
Sterke aanbeveling |
Zwakke (conditionele) aanbeveling |
Voor patiënten |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet. |
Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. |
Voor behandelaars |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen. |
Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren. |
Voor beleidsmakers |
De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid. |
Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. |
Organisatie van zorg
In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijn is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijn werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijn werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Literatuur
Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.
Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.
Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.
Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.
Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.
Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html
Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.
Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.