Startpagina - Allergie van de bovenste luchtwegen
Waar gaat deze richtlijn over?
Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor patiënten met een allergie van de bovenste luchtwegen. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- De minimale klinische diagnostiek die gedaan moet worden bij patiënten met verdenking op allergie van de bovenste luchtwegen.
- Hoe een allergie van de bovenste luchtwegen geclassificeerd kan worden.
- De plaats van aanvullend onderzoek na anamnese en lichamelijk onderzoek bij allergie van de bovenste luchtwegen.
- Het effect van conservatieve behandelingen, zoals huisstofmijtwerende behandelingen, behandelingen gericht op huisdieren en zoutoplossing op allergie van de bovenste luchtwegen.
- Het effect van verschillende medicamenteuze behandelingen op allergie van de bovenste luchtwegen.
- De optimale behandeling van oogsymptomen bij patiënten met allergie van de bovenste luchtwegen.
- De rol van behandeling van de bovenste luchtwegen op de astma regulatie bij kinderen, volwassenen en zwangere vrouwen met allergie van de bovenste luchtwegen en astma/klachten van de lagere luchtwegen.
- Veilige anti-allergiemiddelen bij zwangere vrouwen die een allergie van de bovenste luchtwegen hebben.
- De organisatie van de zorg rondom patiënten met allergie van de bovenste luchtwegen.
Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
Deze richtlijn is geschreven voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de tweede en derde lijn zorg voor volwassenen en kinderen met allergische klachten van de bovenste luchtwegen.
Voor patiënten
Klachten die passen bij een allergie van de bovenste luchtwegen kenmerken zich vaak door een loopneus (rhinitis) of neusverstopping en gaan vaak gepaard met niezen en jeuk in de neus, keel of oren. Deze klachten kunnen seizoensgebonden zijn bij een boompollen of grassen allergie. Als de klachten het hele jaar optreden is er sprake van een chronische rhinitis. Vaak is dit bij een allergie voor huisdieren of huisstofmijt het geval.
Deze nieuwe richtlijn beschrijft deze classificatie en beschrijft in daarnaast conservatieve behandelingen door bijvoorbeeld het vermijden van de oorzaak (het allergeen) en medicamenteuze behandeling. Verder is er aandacht voor de behandeling van allergie bij zwangere vrouwen en het effect van de behandeling van de allergie van de bovenste luchtwegen op klachten van de lagere luchtwegen (longen). In de organisatie van zorg module wordt besproken hoe een allergie, bij voorkeur, door meerdere specialismen behandeld en besproken dient te worden.
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied (NVKNO). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de KNO-artsen, allergologen, longartsen, oogartsen, kinderartsen en huisartsen. Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door inbreng van de Vereniging van Allergie Patiënten. Daarnaast is de richtlijn ter commentaar opgestuurd naar de Vereniging van Allergie Patiënten en de Patiëntenfederatie Nederland.