Algemene Chirurgie - Anterior Cutaneous Nerve Entrapment Syndrome (ACNES)

Initiatief: NVVH Aantal modules: 4

Startpagina - Anterior Cutaneous Nerve Entrapment Syndrome (ACNES)

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn beschrijft hoe Anterior Cutaneous Nerve Entrapment Syndrome (ACNES) gediagnosticeerd en behandeld kan worden. De richtlijn gaat primair over volwassen patiënten met buikpijn, veroorzaakt door ACNES, waarbij kinderen als subgroep nader worden besproken. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • Diagnostiek
  • Behandeling
  • Organisatie van zorg

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

De richtlijn is geschreven voor alle zorgverleners die bij de diagnostiek en behandeling van patiënten met ACNES betrokken zijn, zoals: huisartsen, kinderartsen, maag-darm-leverartsen, gynaecologen, urologen, chirurgen, SEH-artsen, sportartsen en pijnspecialisten.

 

Voor patiënten

Deze richtlijn beschrijft hoe buikwandpijn (ACNES) behandeld moet worden. Bij ACNES zitten er zenuwen klem in de buikwand, waardoor buikpijn ontstaat. ACNES komt vaak voor, maar wordt niet altijd herkend als oorzaak voor de buikpijn.

 

Op Thuisarts.nl staat informatie in begrijpelijke taal voor mensen met buikwandpijn:

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH). De richtlijn is opgesteld door commissie met vertegenwoordigers vanuit de huisartsen, chirurgen, maag-darm-leverartsen en kinderartsen. De conceptrichtlijn is voor commentaar voorgelegd aan Patiëntenfederatie Nederland.

 

Toepassen

In de bijlage vindt u een stroomschema voor de behandeling van ACNES.

 

Afkortingen, definities en begrippen

ACNES: Anterior Cutaneous Nerve Entrapment Syndrome

BMI: Body Mass Index

NRS: Pijnschaal: Numeric Rating Scale

PDS: Prikkelbare Darmsyndroom

PRF: Pulsed Radiofrequency (in deze richtlijn wordt steeds bedoeld PRF van de anterieure cutane zenuwtak van de aangedane intercostaalzenuw, tenzij anders vermeld)

 

Viscerale pijn: Buikpijn die uitgaat van een orgaan in de buikholte

Buikwandpijn: Buikpijn die uitgaat van de buikwand zelf

Lidocaïne injectie: Injectie met lidocaïne subfasciaal (onder de voorste rectusfascie) op het punctum maximum van de pijn. Zie voor techniek de illustratie in de bijlage.

Patiënten met refractaire symptomen: Patiënten die ofwel pijnverlichting hebben ervaren voor een bepaalde periode en zich presenteren ofwel met herhaling van symptomen, of onvoldoende pijnverlichting hebben, hetgeen een volgende stap in het behandelingsalgoritme noodzakelijk maakt.

Tijdelijke pijnverlichting: Succesvol behandelingsresultaat (> 50% pijnreductie) na observatieperiode maar met terugkeer van klachten.

Pijnverlichting op lange termijn: Minstens > 50% pijnvermindering op een NRS-schaal gedurende ≥ 3 maanden.

Sensitisatie: Vorm van niet-associatief leren waarbij een versterking van een reflex op prikkels plaatsvindt

Catastroferen: Overdreven negatieve oriëntatie op pijnlijke stimuli.

Volgende:
Diagnostiek