Startpagina - ADHD bij kinderen en jongeren
Wat is nieuw? | Publicatiedatum |
---|---|
Diagnostiek van ADHD bij kinderen | 14-09-2020 |
Screenen op ADHD bij kinderen | 14-09-2020 |
Monitoren van ADHD bij kinderen | 14-09-2020 |
Niet-medicamenteuze behandeling ADHD bij kind | 14-09-2020 |
Psycho-educatie bij ADHD bij kinderen | 14-09-2020 |
Oudertraining bij ADHD bij kinderen | 14-09-2020 |
Leerkrachttraining bij ADHD bij kinderen | 14-09-2020 |
Planning- & organisatietraining bij ADHD kind | 14-09-2020 |
Cognitieve training bij ADHD bij kinderen | 14-09-2020 |
Neurofeedback bij ADHD bij kinderen | 14-09-2020 |
Overige interventies bij ADHD bij kinderen | 14-09-2020 |
Medicamenteuze behandeling ADHD bij kinderen | 14-09-2020 |
Combinatiebehandeling ADHD bij kinderen | 14-09-2020 |
Startpagina - ADHD bij kinderen en jongeren | 14-09-2020 |
Waar gaat deze richtlijn over?
Deze richtlijn gaat over de diagnose en behandeling van kinderen en jongeren (0-18 jaar) met ADHD. De richtlijn heeft betrekking op kinderen die voldoen aan de criteria van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM)-5 classificatie 'attention deficit hyperactivity disorder' (ADHD). Bij de diagnostiek gaat de richtlijn in op de vraag of vragenlijsten een rol kunnen spelen bij de screening en diagnostiek bij kinderen en jongeren met een verdenking op ADHD. Bij de behandeling is aandacht voor de niet-medicamenteuze behandelingen, medicamenteuze behandeling en de combinatie van deze twee behandelopties.
In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- Vragenlijsten screening
- Vragenlijsten diagnostiek
- Vragenlijsten monitoring
- Niet-medicamenteuze interventies
- Medicamenteuze behandeling
- Combinatiebehandeling
Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
Deze richtlijn is voor psychiaters, kinder- en jeugdartsen, psychologen en huisartsen die betrokken zijn bij de diagnostiek en behandeling bij kinderen en jongeren met ADHD.
Voor patiënten
Er zijn kinderen die op thuis of op school in de knel komen doordat zij moeite hebben met het vasthouden van de aandacht, erg druk of erg impulsief zijn of kampen met innerlijke onrust. Om te kunnen spreken van ADHD moet iemand een aantal kenmerken hebben met betrekking tot druk en/of impulsief gedrag en/of aandachtsproblemen. De richtlijn gaat over het stellen van de diagnose bij kinderen met een verdenking op ADHD. Verder gaat de richtlijn over de behandeling van kinderen met ADHD, bijvoorbeeld met gedragstherapieën of medicijnen. De richtlijn is tegelijkertijd ontwikkeld met de zorgstandaard ADHD. De zorgstandaard gaat in op de inhoud en organisatie van zorg, waarbij het perspectief van patiënten centraal staat.
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
Deze richtlijnmodules zijn tegelijkertijd met de zorgstandaard ADHD ontwikkeld. De ontwikkeling van de zorgstandaard is begeleid door het Trimbos instituut. Voor het ontwikkelen van de zorgstandaard is in 2016 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met ADHD te maken hebben (zie hiervoor de samenstelling van de werkgroep). Deze werkgroep heeft parallel aan de zorgstandaard ook de richtlijnmodules ontwikkeld. De ontwikkeling van de modules screening, diagnostiek, monitoring en medicamenteuze behandeling bij kinderen en jongeren met ADHD werd ondersteund door het Kennisinstituut van Medisch Specialisten (www.kennisinstituut.nl) en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De ontwikkeling van de modules niet-farmacologische behandeling en combinatiebehandeling voor kinderen, jongeren en volwassenen, werd ondersteund door het Trimbosinstituut en gefinancierd vanuit Het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz.
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 01-06-2018
Laatst geautoriseerd : 01-06-2018
Module |
Regiehouder(s) |
Jaar van autorisatie |
Eerstvolgende beoordeling actualiteit richtlijn |
Frequentie van beoordeling op actualiteit |
Wie houdt er toezicht op actualiteit |
Relevante factoren voor wijzigingen in aanbeveling |
screening |
NVvP |
2018 |
2023 |
eens in 5 jaar |
NVvP |
- |
De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz zijn regiehouder van deze richtlijnmodules en eerstverantwoordelijke op het gebied van de actualiteitsbeoordeling van de richtlijnmodules. De andere deelnemende wetenschappelijke verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de regiehouder over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.
Voor het beoordelen van de actualiteit van deze richtlijnmodules is de werkgroep niet in stand gehouden. Uiterlijk in 2023 bepaalt het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie of de modules nog actueel zijn. Op modulair niveau is een onderhoudsplan beschreven. Bij het opstellen van de richtlijnmodules heeft de werkgroep per module een inschatting gemaakt over de maximale termijn waarop herbeoordeling moet plaatsvinden en eventuele aandachtspunten geformuleerd die van belang zijn bij een toekomstige herziening (update). De geldigheid van de richtlijnmodules komt eerder te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn een herzieningstraject te starten.
Algemene gegevens
De ontwikkeling van de modules screening, diagnostiek, monitoring en medicamenteuze behandeling bij kinderen en jongeren met ADHD werd ondersteund door het Kennisinstituut van Medisch Specialisten (www.kennisinstituut.nl) en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De ontwikkeling van de modules niet-farmacologische behandeling en combinatiebehandeling voor kinderen, jongeren en volwassenen, werd ondersteund door het Trimbosinstituut en gefinancierd vanuit Het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz.
Doel en doelgroep
Doel
Aanbevelingen formuleren voor de diagnostiek en behandeling bij kinderen, jongeren en volwassenen met ADHD.
Doelgroep
Psychiaters, kinder- en jeugdartsen, psychologen, huisartsen, vaktherapeuten, verpleegkundigen en verzorgenden.
Samenstelling werkgroep
Deze richtlijnmodules zijn ontwikkeld als onderdeel van een project voor het ontwikkelen van de zorgstandaard ADHD. Dit project waarin de zorgstandaard is ontwikkeld is begeleid door het Trimbos instituut. Voor het ontwikkelen van de zorgstandaard is in 2016 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met ADHD te maken hebben. Deze werkgroep heeft parallel aan de zorgstandaard ook de richtlijnmodules ontwikkeld.
De werkgroepleden zijn door hun beroepsverenigingen gemandateerd voor deelname.
- prof. dr. W.A. Nolen, psychiater, NVvP (voorzitter)
- P.J. Carpentier, psychiater, NVvP
- B. Levelink, kinderarts, NVK
- R. R. Pereira, kinderarts, Impuls en woordblindheid
- S.J.M. Schrevel, patiëntvertegenwoordiger, Impuls en woordblindheid
- L. Singor, oudervertegenwoordiger, Balans
- S. van Manen, huisarts, NHG
- W. Göttgens-Jansen, apotheker, KNMP
- B.J. van den Hoofdakker, klinisch psycholoog, NIP
- G. van de Loo-Neus, kinder- en jeugdpsychiater, NVvP
- G. Jol-Rikkers, jeugdarts, AJN
- M. Broekhuizen, LVVP
- A. Driessen, V&VN
- I. de Noord, VVGN
Belangenverklaringen
De KNMG-Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling” is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatie management, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met evt. belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten.
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Driessen
|
Jeugdverpleegkundige |
V&VN - vakgroep Jeugd |
|
geen |
Levelink
|
Kinderarts sociale pediatrie, GGZ De Mutsaersstichting en Kinderrevalidatiecentrum Adelante; promotieonderzoek mbt ADHD bij vakgroep kindergeneeskunde van het UMC Maastricht. |
geen |
Zitting in de werkgroep gepaste zorg van het Ministerie van Volksgezondheid icm onderwijs |
geen |
van den Hoofdakker |
Klinisch psycholoog/ gedragstherapeut polikliniek kinder- en jeugdpsychiatrie, Accare Universitair Centrum Groningen (25%) |
geen |
-Research grants: ZonMw, NWO, UMCG. Participatie in onderzoeksgroepen met subsidies van ZonMw, NWO, Accare, gemeentes, Shire -(Mede) ontwikkelaar van oudertrainingsprogramma voor ouders van kinderen met ADHD en gedragsproblemen (BPTG), zonder financiële belangen. -(Mede) redacteur van het boekje "Sociaal onhandig. Over de opvoeding van kinderen met ADHD en PDDNOS", |
geen |
Visser
|
Balans academy, patiëntenvereniging, NVA/Balans, trainer, Ouderpower, vrijwilligersvergoeding |
|
-Mijn gezin en ik hebben ADHD. -lid van een werkgroep van Impuls en Woortblind en contactpersoon passend onderwijs, vrijwilliger European Brains@Work: ambassadeur op gebied van bewustwording neurodiversiteit bij werknemers, Vrijwilliger bij Loesje.nl, vrijwillgersvergoeding -Expertise op gebied van theoretische onderbouwing van de MatriXmethode: MatriXmethode Instituut Docent Masterclass Onder de Loep, betaald -Eigenaar praktijk Veelkant, BATC natuurgericht vakspecialist zingeving |
geen |
Rikkers
|
Jeugdarts Kinderpraktijk Zoetermeer |
Bestuurslid AJN, Jeugdartsen GGZ |
zelf diagnose ADHD/ dochter met ADHD |
geen |
van de Loo-Neus
|
Kinder- en Jeugdpsychiater 28 uur; |
Expert Kenniscentrum Kinder- en jeugdpsychiatrie ADHD, onbetaald |
-man en kinderen hebben ADHD -Aan de zijlijn betrokken bij MASK onderzoek, discontinuation trial van methylfenidaat (farmaceutische industrie betrokken bij de levering van medicatie). ZonMw heeft deel gefinancierd. -Aanvraag voor TOPGGz van de ADHD zorglijn Karakter UC. |
geen |
de Noord
|
Verslavingsarts KNMG werkzaam bij Bouwman GGZ/Antes |
Bestuurslid VVGN |
geen |
|
Singor
|
ervaringsdeskundige ouder namens de oudervereniging Balans |
Advies en informatielijn medewerkster bij de oudervereniging Balans (onbetaald); |
nvt |
|
Broekhuizen-Holtes
|
Klinisch psycholoog/ gedragstherapeut polikliniek kinder- en jeugdpsychiatrie, Accare Universitair Centrum Groningen (25%); |
- |
geen |
|
Carpentier |
Psychiater, Ambulante Specialistische Behandeling, Reinier van Arkel, den Bosch |
Lid Commissie van Toezicht, PI Vught (onbezoldigd) |
geen |
geen |
Pereira |
Kinderarts, 20 uur/week, MC kinderplein Rotterdam, betaald |
Bestuurslid ADHD netwerk (onbetaald) |
Deelname onderzoek over invloed van microbiosen op ADHD (gefinancierd door particulier fonds) |
geen |
Schrevel |
Docent HBO-V Haagse Hogeschool; Neemt deel als lid van Impuls |
|
geen |
geen |
Van Manen |
Huisarts, kaderarts GGZ |
Medisch directeur van Stichting Haspel, een zorggroep die POH GGZ plaatst en schoolt in de regio Noord Brabant Noord Oost; Lid van opleidingscommissie POH GGZ van RINOZuid ; docent aan de opleiding POH GGZ RINOZuid. (betaald) |
Lid van Psyhag, de expertgroep GGZ, welke onder de paraplu van het NHG valt |
geen |
Gottgens |
Openbaar apotheker/ opleider Apotheek Blanckenburgh 0,6 fte; Docent vervolgopleiding specialisme openbaar apotheker 0,1 fte; Junior onderzoeker 0,2 fte |
Columnist Pharmaceutisch Weekblad- vergoeding per column 6-7x per jaar |
geen |
geen |
Nolen |
Emeritus Hoogleraar Psychiatrie, UMC Groningen |
Adviseur Specialistisch Centrum Bipolaire Stoornissen (SCBS), Dimence, Deventer |
2011-2016: - onderzoekssubsidies op gebied bipolaire stoornissen van ZonMw en Europese Unie - lid van adviesraad Daleco Pharma t.a.v. registratie van antidepressivum Tracydal (tranylcypromine) voor indicatie medicatie-resistente depressie -gesproken op symposia over bipolaire stoornissen en depressie, gesponsored door Astra Zeneca en Lundbeck |
geen |
Inbreng patiëntenperspectief
Een afgevaardigde van de patiëntenvereniging Implus en woordblindheid en een afgevaardigde van de oudervereniging Balans waren lid de werkgroep. Deze afgevaardigden hebben tijdens de ontwikkeling van de zorgstandaard en richtlijnmodules een enquête gehouden onder hun achterban. Een verslag hiervan is besproken in de werkgroep en verwerkt in de zorgstandaard ADHD.
Methode ontwikkeling
Evidence based
Implementatie
In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijnmodules en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren. De zorgstandaard ADHD wordt als een belangrijk product voor de implementatie gezien.
Werkwijze
AGREE
Deze richtlijnmodules zijn opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010), dat een internationaal breed geaccepteerd instrument is. Voor een stap-voor-stap beschrijving hoe een evidence-based richtlijn tot stand komt wordt verwezen naar het stappenplan Ontwikkeling van Medisch Specialistische Richtlijnen van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten en het Procedureboek Richtlijnontwikkeling (Handleiding voor GGZ-richtlijnen) van het Trimbos-instituut.
Knelpuntenanalyse en gebruik internationale richtlijn
Deze richtlijnmodules zijn ontwikkeld als onderdeel van een project voor het ontwikkelen van de zorgstandaard ADHD. Bij aanvang van het schrijven van de zorgstandaard ADHD inventariseerden de voorzitter van de werkgroep en de adviseur de knelpunten rond ADHD. De zorgstandaard beoogt het gehele zorgtraject voor mensen (kinderen én volwassenen) met ADHD te beschrijven. Deze zorgstandaard is waar mogelijk en van toepassing gebaseerd op bestaande richtlijnen.
Gelijktijdig met het ontwikkelen van de zorgstandaard is door NICE in het Verenigd Koninkrijk hun richtlijn ADHD herzien (https://www.nice.org.uk/guidance/cg72). In overleg met opdrachtgever NVvP, is besloten zoveel mogelijk aan te sluiten bij de herziening van de NICE richtlijn. Waar mogelijk is gebruik gemaakt van het literatuuronderzoek uitgevoerd door NICE. Voor een aantal onderwerpen werd door het Trimbos instituut samengewerkt met NICE bij het uitvoeren van het literatuuronderzoek. In de herziening van de NICE richtlijn zou het onderwerp met betrekking tot het gebruik van instrumenten voor de screening, de diagnostiek en het monitoren van het beloop bij kinderen met ADHD niet meegenomen worden (NICE 2016). Vanuit de werkgroep werd aangegeven dat deze vraag naar de waarde van vragenlijsten bij de screening, diagnostiek en monitoring belangrijk is voor de praktijk. Vervolgens is binnen de werkgroep besloten drie richtlijnmodules zelf te ontwikkelen met betrekking tot vragenlijsten voor screening, diagnostiek en monitoring bij kinderen met ADHD. Het betreft een gedeeltelijke herziening van de multidisciplinaire richtlijn ADHD bij kinderen (Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ 2005), maar aangezien deze richtlijn niet voldoet aan de eisen zoals beschreven in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0, is besloten deze modules geheel opnieuw te ontwikkelen.
Voor de richtlijnmodules met betrekking tot behandeling bij kinderen met ADHD is gebruik gemaakt van het systematisch literatuuronderzoek dat is uitgevoerd als onderdeel van de herziene NICE richtlijn. De resultaten van het literatuuronderzoek werden in september 2017 beschikbaar gesteld bij het publiceren van de conceptrichtlijn van NICE. Bij de uitgangvraag die is gebaseerd op een internationale richtlijn, is alleen gebruik gemaakt van het literatuuronderzoek tot en met de conclusies. Vervolgens zijn door de Nederlandse werkgroep de eigen overwegingen en aanbevelingen geformuleerd, waarbij is uitgegaan van de Nederlandse context (zie hieronder).
Strategie voor zoeken en selecteren van literatuur
Voor de afzonderlijke uitgangsvragen op het gebied van screening, diagnose en monitoring is aan de hand van specifieke zoektermen gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in (verschillende) elektronische databases. Tevens werd aanvullend gezocht naar studies aan de hand van de literatuurlijsten van de geselecteerde artikelen. In eerste instantie werd gezocht naar studies met de hoogste mate van bewijs. De werkgroepleden selecteerden de via de zoekactie gevonden artikelen op basis van vooraf opgestelde selectiecriteria. De geselecteerde artikelen werden gebruikt om de uitgangsvraag te beantwoorden. De databases waarin is gezocht, de zoekstrategie en de gehanteerde selectiecriteria zijn te vinden in de module met desbetreffende uitgangsvraag.
Kwaliteitsbeoordeling
De relevante onderzoeksgegevens van alle geselecteerde artikelen werden overzichtelijk weergegeven in evidence tabellen. De belangrijkste bevindingen uit de literatuur werden beschreven in de samenvatting van de literatuur. Individuele studies werden systematisch beoordeeld, op basis van op voorhand opgestelde methodologische kwaliteitscriteria, om zo het risico op vertekende studieresultaten (risk of bias) te kunnen inschatten. Deze beoordelingen kunt u vinden in de Risk of Bias (RoB) tabellen. De gebruikte RoB instrument is de QUADAS II voor diagnostisch onderzoek. Voor de uitgangsvraag over instrumenten voor monitoring is de COSMIN checklist gebruikt gericht op studies naar de responsiviteit van vragenlijsten (Terwee 2012).
De sterkte van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode voor diagnostische vragen (Schünemann, 2008). GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, matig, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie (Schünemann, 2013).
GRADE |
Definitie |
Hoog |
|
Matig |
|
Laag |
|
Zeer laag |
|
Formuleren van de conclusies
Voor elke relevante uitkomstmaat werd het wetenschappelijk bewijs samengevat in een of meerdere literatuurconclusies waarbij het niveau van bewijs werd bepaald volgens de GRADE methodiek. Bij de modules over behandeling zijn de conclusies bij het literatuuronderzoek van NICE overgenomen. NICE heeft hierbij tevens de GRADE methodiek toegepast. De werkgroepleden maakten de balans op van elke interventie (overall conclusie). Bij het opmaken van de balans werden de gunstige en ongunstige effecten voor de patiënt afgewogen. De overall bewijskracht wordt bepaald door de laagste bewijskracht gevonden bij een van de kritieke uitkomstmaten. Bij complexe besluitvorming waarin naast de conclusies uit de systematische literatuuranalyse vele aanvullende argumenten (overwegingen) een rol spelen, werd afgezien van een overall conclusie. In dat geval werden de gunstige en ongunstige effecten van de interventies samen met alle aanvullende argumenten gewogen onder het kopje 'Overwegingen'.
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals de expertise van de werkgroepleden, de waarden en voorkeuren van de patiënt (patient values and preferences), kosten, beschikbaarheid van voorzieningen en organisatorische zaken. Deze aspecten worden, voor zover geen onderdeel van de literatuursamenvatting, vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ (Van bewijs naar aanbeveling).
Formuleren van aanbevelingen
De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk. De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen.
Randvoorwaarden (Organisatie van zorg)
Bij de zorgstandaard ADHD is expliciet rekening gehouden met de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, menskracht en infrastructuur). Bij deze richtlijnmodules is geen aparte module hierover geschreven.
Kennislacunes
Tijdens de ontwikkeling van deze richtlijnmodules is systematisch gezocht naar onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvragen. Bij elke uitgangsvraag is door de werkgroep nagegaan of er (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst is om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijnmodules werden aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren zijn de richtlijnmodules aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodules zijn aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Literatuur
Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, et al. AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348.
Kennisinstituut van de Federatie voor Medisch Specialisten (2016). Adapteren van internationale richtlijnen naar de Nederlandse praktijk. Adviesrapport
Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ. Multidisciplinaire Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van ADHD bij kinderen en jeugdigen (2005). Trimbos-instituut, Utrecht (art.no.: AF0635)
Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html
NICE 2016. National institute for health and care excellence. Guideline scope. Attention deficit hyperactivity disorder: diagnosis and management.
Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.
Schünemann HJ, Oxman AD, Brozek J, et al. Grading quality of evidence and strength of recommendations for diagnostic tests and strategies. BMJ. 2008;336(7653):1106-10. doi: 10.1136/bmj.39500.677199.AE. Erratum in: BMJ. 2008;336(7654). doi: 10.1136/bmj.a139. PubMed PMID: 18483053.
Ontwikkeling van Medisch Specialistische Richtlijnen: stappenplan. Kennisinstituut van Medisch Specialisten.
Terwee CB, Mokkink LB, Knol DL, Ostelo RWJG, Bouter LM, de Vet HCW. Rating the methodological quality in systematic reviews of studies on measurement properties: a scoring system for the COSMIN checklist. Qual Life Res (2012) 21:651–7.