Acute spierblessures onderste ledematen bij sporters

Initiatief: VSG Aantal modules: 11

Startpagina - Acute spierblessures onderste ledematen bij sporters

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn gaat over de zorg voor sporters met acute spierblessures van de onderste ledematen (hamstring, lies, quadriceps en kuit). De richtlijn richt zich op de diagnose, behandeling en begeleiding van deze patiënten in de tweede- en derdelijnszorg. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • De diagnose van avulsie letsels bij acute spierblessures van de onderste ledematen.
  • De klinische test die ingezet kunnen worden om een prognose te geven bij sporters met acute spierblessures van de onderste ledematen.
  • Aanvullend beeldvormend onderzoek dat ingezet kan worden om een prognose te geven bij sporters met acute spierblessures van de onderste ledematen.
  • De conservatieve behandeling bij sporters met acute spierblessures van de onderste ledematen.
  • De operatieve behandeling bij sporters met acute spierblessures van de onderste ledematen.
  • Interventies gericht op primaire en secundaire preventie van acute spierblessures van de onderste ledematen bij sporters.

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is bedoeld voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de tweede- en derdelijnszorg voor patiënten met acute spierblessures van de onderste ledematen, die zijn ontstaan door sportbeoefening en/of die een belemmering vormen voor de gebruikelijke sportbeoefening van de patiënt.

 

Voor patiënten

Onderzoek van VeiligheidNL toont aan dat in Nederland de meeste blessures worden opgelopen in het hardlopen en voetbal. Spier-peesblessures van het been komen het meest voor. Internationale data uit het professionele voetbal laten zien dat 40% van alle blessures spierblessures zijn (Ekstrand, 2021). Deze spierblessures leiden tot zowel de meeste afwezigheid van sport als de hoogste kostenpost van alle blessures in het voetbal. Voor patiënten betekent een spierblessure enkele weken tot maanden niet kunnen sporten en/of andere fysieke activiteiten verrichten. Daarnaast hebben spierblessures een groot recidiefrisico: zo loopt ongeveer 1 op de 3van de patiënten met een hamstringblessure binnen één jaar na herstel een recidiefblessure op (Reurink, 2015). In de praktijk wordt bijvoorbeeld vaak rust voorgeschreven, terwijl nieuwe gerandomiseerde studies aantonen dat actieve oefenprogramma’s het herstel versnellen en het risico op recidiefblessures mogelijk verminderen.

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG), die in 2021 de monodisciplinaire richtlijn Hamstringblessure bij sporters’ heeft ontwikkeld. Sindsdien zijn er veel nieuwe studies verschenen op het gebied van risicofactoren en preventie, beeldvormende diagnostiek, determinanten voor prognose en behandeling van acute spierblessures. Dit geldt voor zowel hamstringblessures als andere prevalente spierblessures van lies-, quadriceps en kuitspieren, die bij de eerdere richtlijn buiten beschouwing zijn gelaten. Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door het organiseren van een klankbordgroep met vier patiënten (met een acute lies-, quadriceps- of kuitblessure) gedurende de richtlijnontwikkeling ten aanzien van de waarden en voorkeuren van patiënten.

 

Onderbouwing

  1. Ekstrand, J., Spreco, A., Bengtsson, H., & Bahr, R. (2021). Injury rates decreased in men's professional football: an 18-year prospective cohort study of almost 12 000 injuries sustained during 1.8 million hours of play. British journal of sports medicine, 55(19), 1084–1091. https://doi.org/10.1136/bjsports-2020-103159
  2. Reurink, G., Goudswaard, G. J., Moen, M. H., Weir, A., Verhaar, J. A., Bierma-Zeinstra, S. M., Maas, M., Tol, J. L., & Dutch HIT-study Investigators (2015). Rationale, secondary outcome scores and 1-year follow-up of a randomised trial of platelet-rich plasma injections in acute hamstring muscle injury: the Dutch Hamstring Injection Therapy study. British journal of sports medicine, 49(18), 1206–1212. https://doi.org/10.1136/bjsports-2014-094250

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 12-06-2024

Laatst geautoriseerd  : 12-06-2024

Geplande herbeoordeling  : 01-09-2025

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Vereniging voor Sportgeneeskunde
Volgende:
Diagnostiek peesavulsie/-ruptuur