Startpagina - Aandoeningen van de pleura
Waar gaat deze richtlijn over?
Deze richtlijn gaat over de diagnostiek en de behandeling van patiënten met aandoeningen van de pleura. Er worden aanbevelingen gedaan over diagnostische ingrepen van de pleura, de diagnostiek en behandeling van pleura-empyeem, de behandeling van maligne pleuravocht en het uitvoeren van een thoracoscopie.
Specifiek komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- De plaats van echografie van de thorax bij ingrepen (pleurapunctie, drainage, drainplaatsing).
- De plaats van (herhaalde) punctiecytologie ten opzichte van histologie in de diagnostiek van patiënten met pleuravocht.
- De plaats van histologie middels VATS/thoracoscopie ten opzichte van histologie in de diagnostiek van patiënten met pleuravocht en pleurale verdikking.
- De waarde van moleculaire technieken versus conventionele kweek bij een verdenking op pleuraempyeem of een verdenking op pleuritis tuberculose.
- De plaats van drain met of zonder fibrinolytica ten opzichte van de VATS in de behandeling van empyeem.
- De antibiotische behandeling van empyeem.
- De plaats van intrapleurale toediening van alteplase en/of dornase versus pleurale drainage met of zonder streptokinase en/of urokinase bij patiënten met empyeem.
- De plaats van een verblijfsdrain ten opzichte van pleurodese bij patiënten met maligne pleuravocht met of zonder een trapped lung.
- De minimale randvoorwaarden voor het verrichten van medische thoracoscopie.
Niet-pleurale oorzaken van pleuravocht en de diagnostiek en behandeling van bilateraal pleuravocht vallen buiten deze richtlijn.
Met deze richtlijn wordt een bijdrage geleverd aan een meer eenduidige en doelgerichte behandeling van patiënten met aandoeningen van de pleura. Bovendien kunnen de, door deze richtlijn geïdentificeerde kennislacunes een aanzet geven tot wetenschappelijk onderzoek om de diagnostiek en behandeling verder te verbeteren.
Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met aandoeningen van de pleura.
Voor patiënten
De pleura is het vlies dat rond elk van de longen ligt en de long scheidt van de borstholte. Het vlies ligt in twee lagen om de longen heen. De ruimte tussen de lagen wordt de pleuraholte genoemd. Aandoeningen van de pleura komen vaak voor. In deze richtlijn wordt beschreven hoe een aandoening van de pleura het beste kan worden vastgesteld en/of behandeld. Zo worden er onder andere vragen beantwoord over de behandeling van een empyeem (ophoping van pus in de pleuraholte) en over de diagnostiek van (kwaadaardige) aandoeningen die zorgen voor een ophoping van vocht in de pleuraholte.
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
Het initiatief voor de richtlijn Aandoeningen van de pleura is genomen door de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose. De richtlijn is ontwikkeld door een commissie met vertegenwoordigers vanuit de longartsen, chirurgen, artsen-microbiologie, klinisch pathologen, radiologen en nucleair geneeskundigen. De richtlijn is ter commentaar voorgelegd aan Longkanker Nederland en Patiëntenfederatie Nederland. De werkgroep heeft tussen 2016 en 2018 aan de richtlijn gewerkt.