Nieuwe richtlijnen voor diabeteszorg

Nieuwe richtlijnen voor diabeteszorg

In Nederland zijn er naar schatting 1,1 miljoen mensen met diabetes mellitus. Daarmee behoort het tot de meest voorkomende chronische aandoeningen in Nederland. Deze maand verschenen er voor de diabeteszorg in de tweede lijn zes richtlijnen.

Vier daarvan zijn nieuw en twee zijn geactualiseerd op basis van de laatste ontwikkelingen en wetenschappelijke inzichten. De richtlijnen zijn ontwikkeld op initiatief van de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV) maar ook voor een grote groep andere specialismen van toepassing, zoals neurologen, gynaecologen, kinderartsen, oogartsen en specialisten ouderengeneeskunde.

 

Veranderingen in de diabeteszorg
De vernieuwde diabetesrichtlijnen helpen de kwaliteit van de diabeteszorg voor een steeds grotere groep patiënten verder te verbeteren. Ze maken onderdeel uit van de overkoepelende netwerkrichtlijn Diabetes mellitus. De volgende onderwerpen komen aan bod:

 

  • Diabetes mellitus type 2 in de tweede lijn: De laatste tien jaar zijn er voor personen met diabetes diverse nieuwe glucoseverlagende geneesmiddelen op de markt gekomen. Maar een duidelijke richtlijn voor de toepassing ervan bestond nog niet. De richtlijn Diabetes Mellitus in de tweede lijn beschrijft wanneer welk middel het beste toegepast kan worden en ook wanneer overwogen moet worden met de medicatie te stoppen.
  • Diabetes bij kinderen - insulinepompgebruik: met de insulinepomp kan gemakkelijker worden ingespeeld op bewegen en eten dan met insuline spuiten; daarom wordt deze methode bij kinderen (maar ook bij volwassenen) steeds meer gebruikt voor de toediening van insuline. De richtlijn helpt dokters en ouders bij de beslissing over wanneer deze methode het meest geschikt is.
  • Diabetes mellitus type 2 bij ouderen: De oudere persoon met diabetes vraagt om een specifieke aanpak, omdat er vaak sprake is van meerdere aandoeningen en van het gebruik van meerdere geneesmiddelen naast elkaar. De richtlijn bevat aanbevelingen voor de zorg aan deze patiëntengroep.
  • Diabetes en zwangerschap: Een goede glucoseregulatie tijdens de zwangerschap verlaagt de kans op complicaties bij moeder en kind. Bij zwangere vrouwen met diabetes is terughoudendheid met orale diabetesmedicatie geboden, maar de huidige richtlijn laat zien in welk geval deze middelen veilig kunnen worden toegepast. Ook geeft de richtlijn adviezen voor het moment waarop de bevalling bij  vrouwen met diabetes het beste kan plaatsvinden.
  • Pijnlijke diabetische neuropathie: Pijnlijke diabetische neuropathie (neuropathische pijn in voeten, onderbenen of handen) komt bij 30 tot 40% van alle volwassen personen met diabetes voor en is daarmee een van de meest voorkomende complicaties van diabetes. Deze aandoening wordt vaak gemist en ook niet altijd adequaat behandeld. De richtlijn biedt handvatten voor betere screening en nieuwe adviezen voor de behandeling van neuropathische pijn.
  • Diabetische retinopathie: een complicatie bij diabetes die blindheid en slechtziendheid veroorzaakt bij met name volwassenen met type 1 of type 2 diabetes. De afgelopen jaren is hierover veel nieuwe kennis beschikbaar gekomen. De nieuwe richtlijn geeft handvatten voor betere en efficiëntere screening, diagnostiek en behandeling van deze aandoening.

 

Samenwerking
De richtlijnen zijn te vinden op www.richtlijnendatabase.nl en ontwikkeld door teams vanuit verschillende wetenschappelijke verenigingen zoals internisten, neurologen, gynaecologen, kinderartsen, oogartsen, specialisten ouderengeneeskunde, huisartsen, diabetesverpleegkundigen, verloskundigen en diëtisten, in samenwerking met Diabetesvereniging Nederland. Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten begeleidde de ontwikkeling van de richtlijnen.