Nieuwe richtlijn Polsganglion

Nieuwe richtlijn Polsganglion

De behandeling van polsganglion is berucht door een hoge recidiefkans.

 

Het is daarom van belang een goede balans te vinden tussen de ernst van de klachten, bijwerkingen of complicaties van een behandeling en de kans op recidief. Door de bestaande evidence op een rij te zetten, moet de nieuwe richtlijn over dit onderwerp bijdragen aan vermindering van praktijkvariatie en de best mogelijke zorg.  

 

Deze richtlijn is gericht op de diagnostiek, behandeling en nabehandeling van patiënten met een polsganglion. Hierbij worden zowel volair als dorsale ganglia meegenomen. In de richtlijn 

betreft het verworven afwijkingen bij volwassenen en adolescenten. Er wordt ook aandacht besteed aan secundaire preventie van polsganglion en de terugkeer naar werk, sport en/of hobby. Peesschede ganglion en congenitale afwijkingen vallen buiten de scope van deze richtlijn. 

 

In deze richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde: 

• diagnostiek 

• niet-chirurgische behandeling (expectatief beleid, handtherapie en aspiratie) 

• chirurgische behandeling (inclusief immobilisatie na chirurgie) 

• secundaire preventie en werk 

 

Samenwerking

De richtlijn is ontwikkeld op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH), door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de plastisch chirurgen (NVPC), orthopeden (NOV), handchirurgen (Nederlandse Vereniging voor Handchirurgie), handtherapeuten (NVHT), ergotherapeuten (Ergotherapie Nederland), fysiotherapeuten (KNGF), huisartsen (NHG), en arbeids- en bedrijfsartsen (NVAB). Patiëntenfederatie Nederland heeft meegelezen. Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten heeft het traject begeleid. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).