Less-is-more: medisch specialisten voorop in passende zorg
Vandaag publiceerde de Volkskrant een artikel over het Less-is-more traject. Door de toenemende zorgvraag en personeelstekorten staat de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg onder druk.
Daarom heeft de Federatie Medisch Specialisten in samenwerking met het programma ZE&GG het ‘Less Is More’ traject opgezet. Het doel daarvan is het op een verantwoorde manier reduceren van zorg die weinig of minder toevoegde waarde heeft voor de patiënt. Op die manier willen we als beroepsgroep bijdragen aan passende zorg. Deze week zijn de eerste dertien onderwerpen goedgekeurd die aangepast gaan worden in richtlijnen.
Kno-arts Raphael Hemler, vertegenwoordiger van de de Federatie in het programma ZE&GG: ‘De Less-is-more gedachte is een fundamentele verandering in ons denken over deze zorg. Dat levert winst op voor patiënten, omdat zij geen onderzoeken of behandelingen krijgen die voor hen niets extra’s betekenen, en voor de zorg als geheel, omdat we de beschikbare tijd en middelen effectiever kunnen inzetten. Dit initiatief komt uit de beroepsgroep zelf: medisch specialisten nemen zelf het voortouw om zorg voortdurend kritisch te evalueren en zo te zorgen dat patiënten precies díe zorg krijgen die het meeste oplevert.’
De deelnemende wetenschappelijke verenigingen hebben de afgelopen maanden input opgehaald en geprioriteerd binnen hun achterban. Daarbij is ook de actieve inbreng van patiëntenverenigingen gebruikt. De aanvragen van wetenschappelijke verenigingen voor de volgende onderwerpen zijn goedgekeurd:
- Ziekenhuisapothekers (NVZA) – Stoppen met het bepalen van anti-Xa spiegels bij het gebruik van laag-moleculairgewicht heparines (LMWH) bij volwassen patiënten met verminderde nierfunctie.
- Longartsen (NVALT) – Stoppen van pemetrexed als onderhoudsbehandeling bij immunochemotherapie bij patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC).
- Internisten (NIV) – Stoppen van overdiagnostiek van M-proteïne door niet standaard bepalen in de screening van osteoporose, alleen op indicatie.
- Kinderartsen (NVK) – Verkorten van de observatieduur van baby’s die in het vruchtwater hebben gepoept van 8 naar 4 uur. Dit geldt voor neonaten die geboren worden met meconiumhoudend vruchtwater, maar met een goede start en in afwezigheid van risicofactoren.
- Urologen (NVU) – De follow-up met cystoscopieën van patiënten met een laag risico niet-invasief blaascarcinoom wordt gestopt na 1 jaar in plaats van 5 jaar.
- Dermatologen (NVDV) – Verminderen van onnodige controles bij patiënten met systemische medicatie voor inflammatoire huidaandoeningen (hidradenitis, psoriasis en eczeem).
- Gynaecologen (NVOG) – Verlagen van de frequentie van follow-up na eierstokkanker van 15 controles naar 6 in een periode van 5 jaar. Daarnaast een deel van deze follow-up consulten laten verrichten door een verpleegkundig specialist.
- Cardiologen (NVVC) – Het stoppen met het standaard verrichten van een echocardiogram voor analyse van een mogelijke cardiale emboliebron na een CVA/TIA.
- Cardiologen (NVVC) – Het stoppen van het standaard verrichten van een follow-up echocardiografie in de eerste vijf jaar van patiënten met een biologische hartklepprothese.
- Maag darm leverartsen (NVMDL) – Het stoppen van de surveillance bij patiënten met inflammatory bowel disease (IBD) met een laag-mild risico op colorectaal carcinoom.
- Maag darm leverartsen (NVMDL) – Het stoppen met levenslange follow-up van patiënten met een laag risico pancreascyste.
- Neurologen (NVN) – Het stoppen met het standaard opnemen ter observatie van alle patiënten met een licht herseninfarct.
- Chirurgen (NVvH) – Stoppen met het standaard opereren bij een simpele acute blindedarmontsteking, maar behandelen met orale antibiotica.
Vanaf nu start een traject om deze zorg te de-implementeren. Hiervoor wordt door de wetenschappelijke vereniging een de-implementatieplan opgesteld samen met patiënten en andere betrokken verenigingen. De richtlijn wordt vervolgens aangepast, patiënten en zorgverleners worden geïnformeerd en zorginstellingen worden ondersteund bij het de-implementeren van deze zorg.
Over het Less-is-more project
Het Less-is-more traject is opgestart naar aanleiding van een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Maag Darm Levergeneeskunde (NVMDL) dat de interesse trok van meerdere wetenschappelijke verenigingen en nu breder wordt uitgerold. Het de-implementeren van de bovengenoemde dertien eerste onderwerpen vormt hierin de eerste stap. Er staat momenteel een tweede subsidieronde open voor een vervolg.