Herziene richtlijn Prematurenretinopathie (ROP)

Herziene richtlijn Prematurenretinopathie (ROP)

De richtlijn Prematurenretinopathie (ROP) is herzien.

 

In de richtlijn wordt beschreven welke prematuur geboren kinderen in aanmerking komen voor screening op ROP en hoe deze screening zo kindvriendelijk en efficiënt mogelijk kan worden uitgevoerd.  

 

Screening is van belang om visusbedreigende prematurenretinopathie (ROP) tijdig te detecteren en dient gecontinueerd te worden tot dit risico niet meer aanwezig is. In de richtlijn is vastgelegd wanneer screening moet beginnen, wanneer vervolgonderzoek plaats moet vinden, welke bevindingen er vastgelegd moeten worden en hoe dat moet gebeuren.  

 

Er is veel aandacht besteed aan het inventariseren van mogelijkheden om kinderen zoveel mogelijk comfort te bieden tijdens het onderzoek, het onderzoek zo snel mogelijk te laten verlopen en de rol die eenieder hierbij kan spelen vast te leggen. Nieuw is het advies over anti-VEGF of laser in het hoofdstuk over behandeling en de adviezen over de mogelijke rol van zuurstof en Hb om de behandeling uit te stellen of te voorkomen. 

 

Het is van belang om ouders tijdig en goed te informeren over het oogonderzoek. De richtlijn geeft daarom adviezen over de communicatie met ouders. Deze zijn mede gebaseerd op de uitkomsten van de enquête die uitgevoerd is bij ouders die dit hebben meegemaakt. Omdat overplaatsing naar een ander ziekenhuis het risico met zich meebrengt dat de screening niet of niet tijdig uitgevoerd wordt, worden aanbevelingen gedaan om dit zo goed mogelijk te laten gebeuren. 

 

De richtlijn Prematurenretinopathie (ROP) is een herziening van de richtlijn uit 2012, en is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de tweede- en derdelijns zorg voor prematuren. 

 

Samenwerking 
De richtlijnherziening is een initiatief van het Nederlands Oogheelkundig Genootschap (NOG), in samenwerking met kinderartsen (Nederlandse Vereniging Kindergeneeskunde) en neonatologie-patiëntenvereniging Care4Neo. Het Kennisinstituut heeft het traject begeleid. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). 

 

Bekijk de richtlijn