Non-suïcidecontract suïcidaal gedrag
Uitgangsvraag
Wat is het effect van een non-suïcidecontract op het verkleinen van de kans op suïcide en op de behandelrelatie?
Aanbeveling
Het is sterk af te raden gebruik te maken van een non-suïcidecontract in acute situaties of bij onbekende patiënten. In langer durende therapeutische relaties is het soms te overwegen om mondelinge afspraken te hanteren als middel om suïcidaal gedrag bespreekbaar te maken.
Overwegingen
In de praktijk wordt het non-suïcidecontract nog regelmatig gebruikt, maar de ervaringen van patiënten, verpleegkundigen en psychiaters zijn wisselend. Wisselend voor wat betreft het aangaan van een therapeutische relatie en het contact tussen patiënt en professionals, en het al dan niet voorkómen van suïcide. Daarnaast hebben contracten mogelijk schadelijke effecten, zoals een verminderde aandacht voor het feitelijke suïciderisico (De Vries, 2008). Van belang is op te merken dat schriftelijk ondertekende non-suïcidecontracten geen rechtsgeldigheid bezitten. Door patiënten worden ze soms à contrecoeur ondertekend en ook uit angst geen hulp meer te zullen ontvangen.
Onderbouwing
Achtergrond
Wat is het effect van een non-suïcidecontract op het verkleinen van de kans op suïcide en op de behandelrelatie? Om de veiligheid van suïcidale patiënten te vergroten, worden vaak afspraken gemaakt tussen de patiënt en de professional over wat de patiënt zal of kan doen wanneer hij of zij in een suïcidale crisis komt. Dat kan in de vorm van een signalerings- of veiligheidsplan, of in de vorm van een non-suïcidecontract. Er zijn vele varianten van dergelijke afspraken in omloop, waardoor het moeilijk is algemene uitspraken te doen over de waarde. Bovendien is het welhaast onmogelijk de waarde van veiligheidsafspraken in gecontroleerd onderzoek vast te stellen. In het navolgende wordt nagegaan wat bekend is over het effect van non-suïcidecontracten op het verkleinen van de kans op suïcide en op de behandelrelatie. Onder non-suïcidecontracten wordt verstaan alle schriftelijke of mondelinge afspraken waarin de patiënt toezegt een zekere periode geen suïcide te zullen plegen, terwijl de professional toezegt steeds bereikbaar te zijn om de patiënt bij te staan op moeilijke momenten, dan wel dat collega’s bereikbaar zullen zijn.
Conclusies
Niveau 4 |
Er zijn aanwijzingen dat een non-suïcidecontract niet bijdraagt tot het voorkomen van suïcide. Een non-suïcidecontract geeft geen garantie dat de patiënt zich niet zal suïcideren. C: Farrow, 2002; Drew, 2001. D: De Vries, 2008. |
Samenvatting literatuur
In een dossieronderzoek van meldingen van suïcides aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg (igz) over de periode 1996-2006 bleek dat in 23% van de gevallen sprake was van een non-suïcidecontract (De Vries et al., 2008). De indruk was dat non-suïcidecontracten vaker werden gebruikt bij patiënten met een hoger ingeschat suïciderisico.
Drew et al. (2001) onderzochten retrospectief non-suïcidecontracten en zelfbeschadigend en suïcidaal gedrag aan de hand van data van 2 psychiatrische afdelingen van een ziekenhuis. In totaal werden 650 ziekenhuisrecords bekeken gedurende 6,5 maanden: 31 (4,8%) personen vertoonden zelfbeschadigend gedrag: 14 van de 31 patiënten had hierbij een suïcidale intentie. Bij 33% van alle patiënten werden non-suïcidecontracten gebruikt, bij de 31 patiënten met zelfbeschadiging gedrag was dit 65%. Patiënten met een non-suïcidecontract hadden een 5 tot 7 keer hogere kans op zelfbeschadigend gedrag dan patiënten zonder non-suïcidecontracten. Ook hier kwam naar voren dat het gebruik van dergelijke contracten vooral werd ingezet bij de patiënten met een hoger ingeschat risico op suïcide. Farrow et al. (2002) voerden een kwalitatief onderzoek uit naar de vraag waarom verpleegkundigen in crisisteams soms eerder non-suïcidecontracten gebruiken dan te vertrouwen op hun intuïtie. Uit deze studie kwam de suggestie naar voren dat dergelijke contracten soms werden gebruikt als zelfbescherming van de verpleegkundige tegen een mogelijke negatieve beoordeling door collega’s en leidinggevenden. Overigens bleek dat geen van de verpleegkundigen ooit een training had ondergaan in het toepassen van non-suïcidecontracten. Zij gebruikten de contracten vooral wanneer ze geen enkele andere interventie meer konden bedenken, of als een laatste middel bij gebrek aan beter, of bij tijdgebrek en overbelasting vanwege crisissituaties bij andere patiënten.
De apa-richtlijn (2003) vat samen dat non-suïcidecontracten niet beschouwd mogen worden als een substituut voor zorgvuldige beoordeling. De bereidheid van de patiënt een contract te accepteren of te weigeren kan niet worden gezien als aanwijzing voor verdere risico’s. Er zijn aanwijzingen dat het gebruik patiënten belemmert om over hun suïcidale gedrag te praten. Daarbij worden zulke contracten niet aanbevolen voor patiënten die geagiteerd, psychotisch, impulsief, of onder invloed van middelen zijn. Non-suïcidecontracten worden wel gebruikt in langer bestaande behandelrelaties, maar kunnen niet gebruikt worden in crisisdiensten of bij nieuwe patiënten (apa, 2003). De richtlijn van de New Zealand Guideline Group (2003) stelt dat het gebruik van een non-suïcidecontract op geen enkele wijze de veiligheid van de patiënt garandeert en ook niet werkt om af te schrikken.
Referenties
- Alexopoulos, G.S., Reynolds, C.F. 3rd, Bruce, M.L., Katz, I.R., Raue, P.J., Mulsant, B.H., et al.; The Prospect Group. (2009). Reducing suicidal ideation and depression in older primary care patients: 24-month outcomes of the PROSPECT study. The American Journal of Psychiatry, 166, 882-890.
- Asarnow, J.R., Jaycox, L.H., Duan, N., LaBorde, A.P., Rea, M.M., Murray, P., et al. (2005). Effectiveness of a quality improvement intervention for adolescent depression in primary care clinics: A randomized controlled trial. Journal of the American Medical Association, 293, 311-319.
- Baldessarini, R.J., Tondo, L., & Viguera, A.C. (1999). Effects of discontinuing lithium maintenance treatment in bipolar disorders. Bipolar Disorders, 1, 17-24.
- Baldessarini, R.J., Tondo, L., & Hennen, J. (2003). Lithium treatment and suicide risk in major affective disorders: Update and new findings. The Journal of Clinical Psychiatry, 64, 44-52.
- Baldessarini, R.J., & Tondo, L. (2010). Psychofarmacology for suicide prevention. In M. Pompili, & R. Tartarelli (Eds.), Evidence-based practice in suicidology (pp. 233-253). Göttingen: Hogrefe & Huber.
- Barak, Y., Olmer, A., & Aizenberg, D. (2006). Antidepressants reduce the risk of suicide among elderly depressed patients. Neuropharmacology, 31, 178-181.
- Bateman, A., & Fonagy, P. (1999). Effectiveness of partial hospitalization in the treatment of borderline personality disorder: A randomized controlled trial. The American Journal of Psychiatry, 156, 1563-1569.
- Bateman, A., & Fonagy, P. (2001). Treatment of borderline personality disorder with psychoanalytically oriented partial hospitalization: An 18-month follow-up. The American Journal of Psychiatry, 158, 36-42.
- Bateman, A., & Fonagy, P. (2008). 8-Year follow-up of patients treated for borderline personality disorder: Mentalization-based treatment versus treatment as usual. American Journal of Psychiatry, 165, 631-638.
- Bateman, A., & Fonagy, P. (2009). Randomized controlled trial of outpatient mentalization-based treatment versus structured clinical management for borderline personality disorder. American Journal of Psychiatry, 166, 13551364.
- Bonnewijn, A., Shah, A., & Demyttenaere, K. (2009). Suicidality an suicide in older people. Reviews in Clinical Gerontology, 19, 271-294.
- Bosch, L. van den, Verheul, R., Schippers, G.M., & Brink, W. van den. (2002). Dialectical behavior therapy of borderline patients with and without substance use problems: Implementation and long-term effects. Addictive Behaviors, 27, 911-923.
- Bosch, L. van den, Koeter, M., Stijnen, T., Verheul, R., & Brink, W van den. (2005). Sustained efficacy of dialectical behaviour therapy for borderline personality disorder. Behaviour Research and Therapy, 43, 1231-1241.
- Brent, D.A., Holder, D., Kolko, D., Birmaher, B., Baugher, M., Roth, C., et al. (1997). A clinical psychotherapy trial for adolescent depression comparing cognitive, family, and supportive treatments. Archives of General Psychiatry, 54, 877-885.
- Brent, D.A., Emslie, G.J., Clarke, G.N., et al. (2008). Switching to venlafaxine or another SSRI with or without cognitive behavioural therapy for adolescents with SSRI resistant depression: The TORDIA randomized control trial. Journal of the American Medical Association, 299, 901-913.
- Brent, D.A. (2009). Effective treatments for suicidal youth: Pharmacological and psychosocial approaches. In D. Wasserman, & C. Wasserman (Eds.), Oxford textbook on suicidology and suicide prevention (pp. 667-676). Oxford University Press.
- Bridge, J.A., Iyengar, S., Salary, C.B., Barbe, R.P., Birmaher B, Pincus HA, et al. (2007). Clinical response and risk for reported suicidal ideation and suicide attempts in pediatric antidepressant treatment: A meta-analysis of randomized controlled trials. JAMA, 297, 1683-1696.
- Brown, G.K., Newman, C.F., Charlesworth, S.E., Crits-Christoph P., & Beck, A.T. (2004). An open clinical trial of cognitive therapy for borderline personality disorder. Journal of Personality Disorders, 18, 257-271.
- Brown, G.K., Have, T. ten, Henriques, G.R., Xie, S.X., Hollander, J.E., & Beck, A.T. (2005). Cognitive therapy for the prevention of suicide attempts. Journal of the American Medical Association, 294, 563-570.
- Bruce, M., Have, T.R. ten, Reynolds, C.F. 3rd, Katz, I.I., Schulberg, H.C., Mulsant, B.H., et al. (2004). Reducing suicidal ideation and depressive symptoms in depressed older primary care patients. Journal of the American Medical Association, 291, 1081-1091.
- Carter, G.L., Clover, K, Whyte, I.M., Dawson, A.H., & DEste, C. (2007). Postcards from the EDge: 24-month outcomes of a randomised controlled trial for hospital-treated self-poisoning. The British Journal of Psychiatry, 191, 548-553.
- Cedereke, M., & Ojehagen, A. (2002a). Patients needs during the year after a suicide attempt: A secondary analysis of a randomised controlled intervention study. Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology, 37, 357-363.
- Cedereke, M., Monti, K., & Ojehagen, A. (2002b). Telephone contact with patients in the year after a suicide attempt: Does it affect treatment attendance and outcome? A randomised controlled study. European Psychiatry, 17, 82-91.
- Cipriani, A., Pretty, H., Hawton, K., & Geddes, J.R. (2005). Lithium in the prevention of suicidal behavior and all-cause mortality in patients with mood disorders: A systematic review of randomized trials. The American Journal of Psychiatry, 162, 1805-19.
- Clarkin, J.F., Levy, K.N., Lenzenweger, M.F., & Kernberg, O.F. (2007). Evaluating three treatments for borderline personality disorder: A multiwave study. The American Journal of Psychiatry, 164, 922-928.
- Crawford, M.J., Thomas, O., Khan, N, & Kulinskaya, E. (2007). Psychosocial interventions following self-harm: Systematic review of their efficacy in preventing suicide. British Journal Psychiatry, 190, 11-17.
- Cuijpers, P., Straten, A. van, Oppen, P. van, & Andersson, G. (2008). Psychotherapy for depression in adults: A meta-analysis of comparative outcome studies. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 76, 6, 909-922.
- Cuijpers, P., Straten, A. van, Warmerdam, L., & Andersson, G. (2009). Psychotherapy versus the combination of psychotherapy and pharmacotherapy in the treatment of depression: A meta-analysis. Depression and Anxiety, 26, 279-288.
- De Leo, D. (2002). Struggling against suicide, the need of an integrative approach. Crisis, 23, 23-31.
- De Leo, D., Dello Bueno, M., & Dwyer, J. (2002). Suicide among the elderly: The long term impact of a telephone support and assessment intervention in northern Italy. British Journal of Psychiatry, 181, 226-229.
- Donaldson, D., Spirito, A., & Esposito-Smythers, C. (2005). Treatment for adolescents following a suicide attempt: Results of a pilot trial. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 44, 113-120.
- Drew, B.L. (2001). Self-harm behavior and no-suicide contracting in psychiatric inpatient settings. Archives of Psychiatric Nursing, 15, 99-106.
- Evans, M.O., Morgan, H.G., Hayward, A., & Gunnell, D.G. (1999). Crisis telephone consultation for deliberate self-harm patients: Effects on repetition. British Journal of Psychiatry, 175, 23-27.
- Farrow, T.L. (2002). Owning their expertise: Why nurses use no suicide contracts rather than their own assessments. International Journal of Mental Health Nursing, 11, 214-219.
- Fergusson, D.M., & Woodward, L.J. (2002). Mental health, educational, and social role outcomes of adolescents with depression. Archives of General Psychiatry, 59, 225-231.
- Fiske, A. (2000). Future directions in late life suicide prevention. Omega, Journal of Death and Dying, 42, 37-53.
- Fleischmann, A., Bertolote, J.M., Wasserman, D., De Leo, D., Bolhari, J., Botega, N.J. et al. (2008). Effectiveness of brief intervention and contact for suicide attempters: A randomized controlled trial in five countries. BullWorld Health Organ, 86, 703-709.
- Giesen-Bloo, J., Dyck, R. van, Spinhoven, P., Tilburg, W. van, Dirksen C, Asselt, T. van, et al. (2006). Outpatient psychotherapy for borderline personality disorder: Randomized trial of schema-focused therapy vs transferencefocused therapy. Archives of General Psychiatry, 63, 649-658.
- Goodyer, I., Dubicka, B., Wilkinson, P., Kelvin, R., Roberts, C., Byford S., et al. (2007). Selective serotonin reuptake inhibitors (SSRIs) and routine specialist care with and without cognitive behaviour therapy in adolescents with major depression: Randomised controlled trial. British Medical Journal, 335, 106-107.
- Gray, S.M., & Otto, M.W. (2001). Psychosocial approaches to suicide prevention: Applications to patients with bipolar disorder. Journal of Clinical Psychiatry, 62, 56-64.
- Guthrie, E., Kapur, N., Mackway-Jones, K., Chew-Graham, C., Moorey, J., Mendel, E., et al. (2001). Randomised controlled trial of brief psychological intervention after deliberate self poisoning. British Medical Journal, 323, 135-138.
- Guzzetta, F., Tondo, L., Centorrino, F., & Baldessarini, R.J. (2007). Lithium treatment reduces suicidal risk in recurrent major depressive disorder. Journal of Clinical Psychiatry, 68, 380-383.
- Harrington, R., Kerfoot, M., Dyer, E., McNiven, F., Gill, J., Harrington, V., et al. (1998). Randomized trial of a home-based family intervention for children who have deliberately poisoned themselves. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 37, 512-518.
- Hawton, K., Arensman, E., Townsend, E., Bremmer, S., Feldman, E., Goldney, R., et al. (1998). Deliberate self-harm: A systematic review of the efficacy of psychosocial and pharmacological treatments in preventing repetition. British Medical Journal, 317, 441-447.
- Heeringen, C. van, Jannes, S., Buylaert, W., Henderick, H., Bacquer, D. de, & Remoortel, J. van. (1995). The management of non-compliance with referral to out-patient after-care among attempted suicide patients: A controlled intervention study. Psychological Medicine, 25, 963-970.
- Heisel, M.J., Duberstein, P.R., Talbot, N.L., King, D.A., & Xin, M.T. (2009). Adapting interpersonal psychotherapy for older adults at risk for suicide: preliminary findings. Professional Psychology, Research and Practice, 40, 156-164.
- Hennen, J., & Baldessarini, R.J. (2005). Suicidal risk during treatment with clozapine: A meta-analysis. Schizophrenia Research, 73, 139-145.
- Hickey, L., Hawton, K., Fagg, J., & Weitzel, H. (2001). Deliberate self-harm patients who leave the accident and emergency department without a psychiatric assessment: A neglected population at risk of suicide. Journal of Psychosomatic Research, 50, 87-93.
- Huey, S.J. Jr, Henggeler, S.W., Rowland, M.D., Halliday-Boykins, C.A., Cunningham, P.B., Pickrel, S.G., et al. (2004). Multisystemic therapy effects on attempted suicide by youths presenting psychiatric emergencies. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 43, 183-190.
- Hunkeler, E.M., Katon, W., Tang, L., Williams, J.W. Jr, Kroenke K., Lin L.H.B., et al. (2006). Long term outcomes from the IMPACT randomized trial for depressed elderly patients in primary care. British Medical Journal, 332, 259-263
- Kapur, N., House, A., Dodgson, K., May, C., & Creed, F. (2002). Effect of general hospital management on repeat episodes of deliberate self poisoning: cohort study. British Medical Journal, 325, 866-867.
- Kapur, N., Cooper, J., Hiroeh, U., May, C., Appleby, L., & House, A. (2004). Emergency department management and outcome for self-poisoning: A cohort study. General Hospital Psychiatry, 26, 36-41.
- Lapierre, S., Dubé, M., Bouffard, L., & Alain, M. (2007). Addressing suicidal ideations with the realization of meaningful personal goals. Crisis, 28, 16-25.
- Lewinsohn, P.M., Rohde, P., & Seeley, J.R. (1996). Adolescent suicidal ideation and attempts: Prevalence, risk factors and clinical implications, Clinical Psychology Science and Practice, 3, 25-46.
- Lin, E.H.B., Katon, W., Von Korff, M., Tang, L., Williams, J.W. Jr, Kroenke, K., et al., for the IMPACT Investigators. (2003). Effect of improving depression care on pain and functional outcomes among older adults with arthritis. JAMA, 290, 18.
- Linehan, M.M., Armstrong, H.E., Suarez, A., Allmon, D., & Heard, H.L. (1991). Cognitive behavioral treatment of chronically parasuicidal borderline patients. Archives of General Psychiatry, 48, 1060-1064.
- Linehan M.M., Heard, H.L., & Armstrong, E. (1993). Naturalistic follow-up of a behavioural treatment for chronically parasuicidal borderline patients. Archives of General Psychiatry, 50, 971-974.
- Linehan M.M., Comtois, K.A., Murray, A.M., Brown, M.Z., Gallop, R.J., Heard, H.L., et al. (2006). Two-year randomized controlled trial and follow-up of dialectical behavior therapy vs therapy by experts for suicidal behaviors and borderline personality disorder. Archives General Psychiatry, 63, 757-766.
- Lliorente, M.D., Burkte, M., Gregory, G.R., Bosworth, H.B., Grambow, S.C. Horner, R.D., et al. (2005). Prostate cancer, a significant risk factor for latelife suicide. The American Journal of Geriatric Psychiatry, 13, 195-201.
- Magne-Ingvar, U., & Ojehagen, A. (1999). Significant others of suicide attempters: Their views at the time of the acute psychiatric consultation. Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology, 34, 73-79.
- Mann, J.J., & Currier, D. (2010). Evidence-based suicide prevention strategies: An overview. In M. Pompili, & R. Tartarelli (Eds.). Evidence-based practice in suicidology (pp. 65-85). Göttingen: Hogrefe and Huber.
- March, J., Silva, S., Petrycki, S., Curry, J., Wells, K., Fairbank, J., et al. (2004). Fluoxetine, cognitive-behavioral therapy, and their combination for adolescents with depression, treatment for adloescent depression study (TADS): Randomized controlled trial. Journal of the American Medical Association, 292, 807-820.
- McMain, S.F., Links, P.S., Gnam, W.H., Guimond, T., Cardish, R.J., Korman L., et al. (2009). A randomized trial of dialectical behavior therapy versus general psychiatric management for borderline personality disorder. American Journal of Psychiatry, 166, 1365-1374.
- Meerwijk, E.L., Meijel, B. van, Kerkhof, A., Vogel, W. de, & Grypdonck, M. (2010). Development and evaluation of a guideline for nursing care of suicidal patients with schizophrenia. Perspectives in Psychiatric Care, 46, 65-73.
- Meltzer, H.Y., & Okayli, G. (1995). Reduction of suicidality during clozapine treatment of neuroleptic resistant schizophrenia: Impact on risk-benefit assessment. American Journal of Psychiatry, 152, 183-190.
- Meltzer, H.Y., Alphs, L., Green, A.I., Altamura, A.C., Anand, R., Bertoldi, A., et al. (2005). Clozapine treatment for suicidality in schizophrenia: International suicide prevention trial (Intersept). Archives of General Psychiatry, 60, 82-91.
- Meltzer, H.Y. (2010). Evidence-based treatment for reducing suicide risk in schizophrenia. In M. Pompili, & R. Tartarelli (Eds.), Evidence-based practice in suicidology (pp. 301-311). Gottingen: Hogrefe and Huber.
- Modestin, J., Dal Pian D., & Agarwalla, P. (2005). Clozapine diminishes suicidal behaviour: A retrospective evaluation of clinical records. Journal of Clinical Psychiatry, 66, 534-538.
- Möller, H.J. (2009). Pharmacological and other biological treatments of suicidal individuals. In D. Wasserman, & C. Wasserman (Eds.), Oxford textbook on suicidology and suicide prevention (pp. 395-405). Oxford University Press.
- Morrow-Howell, N., Becker-Kemppainen, S., & Judy, L. (1998). Evaluating an intervention for the elderly at risk of suicide. Research on Social Work Practice, 8, 28-46.
- Mufson, L., Weissman, M.M., Moreau, D., & Garfinkel, R. (1999). Efficacy of interpersonal psychotherapy for depressed adolescents. Archives of General Psychiatry, 56, 573-579.
- Mufson, L., Dorta, K.P., Wickramaratne, P., Nomura, Y., Olfson, M., & Weissman, M.M. (2004). A randomized effectiveness trial of interpersonal psychotherapy for depressed adolescents. Archives of General Psychiatry, 61, 577-584.
- Nordentoft, M., Branner, J., Drejer, K., Mejsholm, B., Hansen, H., & Petersson, B. (2005). Effect of Suicide Prevention Centre for young people with suicidal behaviour in Copenhagen. European Psychiatry, 20, 121-128.
- Oyama, H., Watanabe, N., Ono, Y., Sakashita, T., Takenoshita, Y., Taguchi, T., et al. (2005). Community-based suicide prevention through group activity for the elderly successfully reduced the high suicide rate for females. Psychiatry and Clinical Neurosciences, 59, 337-344.
- Oyama, H., Sakashita, T., Ono, Y., Goto, M., Fujita, M., & Koida, J. (2008). Effect of community-based intervention using depression screening on elderly suicide risk: A meta-analysis of the evidence from Japan. Community Mental Health J, 44, 311-320.
- Pompili, M., Lester, D., Innamoraty, M., De Pisa, E., Amore, M., Ferrara C., et al. (2009). Quality of life and suicide risk in patients with diabetes mellitus. Psychosomatics, 50,16-23.
- Pompili, M., Innamorati, M., Girardi, P., Tatarelli, R., & Lester, D. (2010). Evidence-based interventions for preventing suicide in youths. In M. Pompili, & R. Tartarelli (Eds.), Evidence-based practice in suicidology (pp. 165-202). Göttingen: Hogrefe and Huber.
- Potter, M.L., Vitale-Nolen, R., & Dawson, A.M. (2005). Implementation of safety agreements in an acute psychiatric facility. Journal of the American Psychiatric Nurses Association, 11, 144-55 BT 51 en 52a.
- Prudic, J., & Sackeim, H.A. (1999). Electroconvulsive therapy and suicide risk. Journal of Clinical Psychiatry, 60, 104-110; discussion 111-6.
- Rathus, J.H., & Miller, A.L. (2002). Dialectical behaviour therapy adapted for suicidal adolescents. Suicide and Life-Threatening Behavior, 32, 146-157. Rudd, M.D., Rajab, M.H., Orman, D.T., Stulman, D.A., Joiner, T., & Dixon, W. (1996). Effectiveness of an outpatient intervention targeting suicidal young adults: Preliminary results. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 64, 179-190.
- Salkovskis, P.M., Atha, C., & Storer, D. (1990). Cognitive-behavioural problem solving in the treatment of patients who repeatedly attempt suicide: A controlled trial. British Journal of Psychiatry, 157, 871-876.
- Shaffer, D.S., & Pfeffer, C. (2001). Practice parameter for the assessment and treatment of children and adolescents with suicidal behavior. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 40, 24s-51s.
- Sharma, V. (2001). The effect of electroconvulsive therapy on suicide risk in patients with mood disorders. Canadian Joural of Psychiatry, 46, 704-9.
- Slee, N., Garnefski, N., Leeden, R. van de, Arensman, E., & Spinhoven, P. (2008). Cognitive-behavioural intervention for self-harm: Randomised controlled trial. British Journal of Psychiatry, 192, 202-211.
- Stone, M., Laughren, T., Jones, M.L., Levenson, M., Holland, P.C., Hughes, A., et al. (2009). Risk of suicidality in clinical trials of antidepressants in adults: Analysis of proprietary data submitted to US Food and Drug Administration. British Medical Journal, 339, b2880.
- Szanto, K., Mulsant, B.H., Houck, P.R., Miller, M.D., Mazumdar, S., et al. (2001).CFTreatment outcome in suicidal vs non-suicidal elderly patients. American Journal of Geriatric Psychiatry, 9, 261-268.
- Szanto, K., Benoit, H.M., Houck, P., Dew, M.A., & Reynolds, C.F. (2003). Occurrence and course of suicidality during short-term treatment of latelife depression. Archives of General Psychiatry, 60, 610-617.
- Tarrier, N., Haddock, G., Lewis, S., Drake, R., & Gregg, L. (2006). Suicide behaviour over 18 months in recent onset schizophrenic patients: The effects of CBT. Schizophrenia Research, 83, 15-27.
- Tarrier, N., Taylor, K., & Gooding, P. (2008). Cognitive behavioral interventions to reduce suicide behavior: A systematic review and meta-analysis. Behavior Modification, 32, 77-108.
- Tiihonen, J., Lönnqvist, J., Wahlbeck, K., Klaukka, T., Niskanen, L., Tanskanen, A., et al. (2009). 11-year follow-up of mortality in patients with schizophrenia: A population-based cohort study (FIN11 study). Lancet, 374, 620-627.
- Tondo, L., Hennen, J., & Baldessarini, R.J. (2001). Reduced suicide risk with long term lithium treatment in major affective illness: A meta-analysis. Acta Psychiatrica Scandinavica, 104, 163-172.
- Townsend, E., Hawton, K., Altman, D.G., Arensman, E., Gunnel, D., Hazelll, P., et al. (2001). The efficacy of problem-solving treatments after deliberate self-harm: Meta-analysis of randomized controlled trials with respect to depression, hopelessness and improvement in problems. Psychological Medicine, 31, 979-988.
- Tyrer, P., Thompson, S., Schmidt, U., Jones, V., Knapp, M., Davidson, K., et al. (2003). Randomized controlled trial of brief cognitive behaviour therapy versus treatment as usual in recurrent deliberate self-harm: The POPMACT study. Psychological Medicine, 33, 969-976.
- Tyrer, P., Tom, B., Byford, S., Schmidt, U., Jones, V., Davidson, K., et al. (2004). Differential effects of manual assisted cognitive therapy in the treatment of recurrent deliberate self-harm and personality disturbance: The POPMACT study. Journal of Personality Disorders, 18, 102-116.
- Uncapher, H., & Arean, P.A. (2000). Physicians are less willing to treat suicidal ideation in older patients. Journal of the American Geriatrics Society, 48, 188-192.
- Unutzer, J., Katon, W., Callahan, C., Williams, J., Hunkeler, E., Harpole, L., et al. (2002). Collaborative care management of late-life depression in the primary care setting: A randomized controlled trial JAMA: Journal of the American Medical Assosiation, 288, 2836-2845.
- Unützer, J., Tang, L., Oishi, S., Katon, W., Williams, J.W. Jr, Hunkeler, E., et al. (2006). Reducing suicidal ideation in depressed older primary care patients. Journal of the American Geriatrics Society, 54, 1550-1556.
- Vaiva, G., Vaiva, G., Ducrocq, F., Meyer, P., Mathieu, D., Philippe, A., et al. (2006). Effect of telephone contact on further suicide attempts in patients discharged from an emergency department: Randomised controlled study. British Medical Journal, 332, 1241-1245.
- Verheul, R., Bosch, L. van den, Koeter, M.W., Ridder, M.A.J. de, Stijnen, T., Brink, W. van den. (2003). Dialectical behaviour therapy for women with borderline personality disorder. British Journal Psychiatry, 182, 135 140. Verwey, B., Bozdag, M.A., Waarde, J.A. van, Rooij, I.A. van, Beurs, E. de, & Zitman, F.G. (2010). Reassessment of suicide attempters at home, shortly after discharge from the hospital. Crisis, 31, 303-310.
- Voaklander, D.C., Rowe, B.H., Dryden, D.M., Pahal, J., Saar, P., & Kelly, K.D. (2008). Medical illness, medication use and suicide in seniors: A population-based case-control study. Joural of Epidemiological of Community Health, 62, 138-146.
- Vries, P. de, Huisman, A., Kerkhof, A.J.F.M., & Robben, P.B.M. (2008). The no-suicide contract: A risky ritual. Tijdschrift voor Psychiatrie, 50, 667-671.
- Weinberg, I., Gunderson, J.G., Hennen, J., & Cutter, C.J. (2006). Manual assisted cognitive treatment for deliberate self harm in borderline personality disorder patients. Journal of Personality Disorders, 20, 482-492.
- Akhtar, S. (1995). Quest for answers. Jason Northvale, New Jersey, London: Aronson Inc.
- Brent, D.A., & Mann, J.J. (2005). Family genetic studies of suicide and suicidal behaviour. American Journal of Medical Genetics, 133c, 13-24.
- Fountoulakis, K.N., Gonda, X., Siamouli, M., & Rihmer, Z. (2009). Psychotherapeutic intervention and suicide risk reduction in bipolar disorder: A review of the evidence. Journal of Affective disorders, 113, 21-29.
- Gask, L., Dixon, C., Morriss, R., Appleby, L., & Green, G. (2006). Evaluating STORM skills training for managing people at risk of suicide: Skills Training On Risk Management. Journal of Advanced Nursing, 54, 739-50.
- Koehn, C.V., & Cutcliffe, J.R. (2007). Hope and interpersonal psychiatric/mental health nursing: A systematic review of the literature, part one. Journal of Psychiatric & Mental Health Nursing, 14, 134-40.
- Luyn, J.B. van, & Kaasenbrood, A. (2010). Suïcidaliteit in de acute en sociale psychiatrie. In A. Kerkhof, & B. van Luyn (Red.), Suicidepreventie in de praktijk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
- Maltsberger, J.T., & Buie, D.H. (1974). Countertransference hate in the treatment of suicidal patients. Archives of General Psychiatry, 30, 625-633.
- Miller, A.L., Rathus, J.H., & Linehan, M.M. (2007). Dialectical behavior therapy with suicidal adolescents. New York: The Guilford Press.
- Nordentoft, M., Jeppesen, P., Abel, M., Kassow, PL., Petersen, L., Thorup, A., et al. (2002). OPUS Study: Suicidal behaviour, suicidal ideation and hopelessness among patients with first episode psychosis. British Journal of Psychiatry, 181, s98-s106.
- Paris, J. (2003). Personality disorders over time: Precursors, course and outcome. Washington: American Psychiatric Publishing.
- Spirito, A., & Esposito-Smythers, C. (2009). Individual therapy techniques with suicidal adolescents. In D. Wasserman, & C. Wasserman (Eds.), Oxford textbook on suicidology and suicide prevention (pp. 677-683). Oxford University Press.
- Sun, F., Long, A., Boore, J., & Tsao, L. (2006). A theory for the nursing care of patients at risk of suicide. Journal Advanced Nursing, 53, 680-90.
- Verkes, R.J., Mast, RE.C. van der, Henegeveld, M.W., Tuyl, J.P., Zwinderman, A.H., & Van Kempen, G.M. (1998). Reduction by paroxetine of suicidal behaviour in patients with repeated suicide attempts but not major depression. American Journal of Psychaitry, 155, 543-547.
- Appleby, L., Shaw, J., Kapur, N, Windfur, K., Ashton, A., et al. (2006). Avoidable deaths: Five year report by the national confidential inquiry into suicide and homicide by people with mental illness. London: UK Department of Health.
- Bosman, M., & Meijel, B. van. (2009). Begeleiding van patiënten die zelfverwonden: Een verpleegkundig interventiepakket. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg.
- Busch, K.A., Fawcett, J., & Jacobs, D.G. (2003). Clinical correlates of inpatient suicide. Journal of Clinical Psychiatry, 64, 14-19.
- Gibbons, R.D., Brown, C.H., Hur, K., Marcus, S.M., Bhaumik, D.K., Erkens, J.A., et al. (2007). Early evidence on the effects of regulators suicidality warnings on SSRI prescriptions and suicide in children and adolescents. American Journal of Psychiatry, 164, 1356-1363.
- Gibbons, R.D., Brown, C.H., Hur, K., Marcus, S.M., Bhaumik, D.K., & Mann, J. (2007). Relationship between antidepressants and suicide attempts: An analysis of the Veteran Health Administration Data sets. American Journal of Psychiatry, 164, 1044-1049.
- Hawton, K., & Heeringen, K. van. (2009). Suicide. Lancet, 373, 1372-81.
- Heisel, M.J., & Duberstein, P.R. (2005). Suicide prevention in older adults. Clinical Psychology: Science and Practice, 12, 242-259.
- Hermens, M, Wetten, H. van, & Sinnema, H. (2010). Kwaliteitsdocument Ketenzorg bij suïcidaal gedrag: Aanbevelingen voor zorgvuldig samenwerken in de keten. Utrecht: Trimbos-instituut.
- Huisman, A. (2010). Learning from suicides. Dissertatie, Vrije Universiteit Amsterdam.
- Joiner, T., & Rudd, M.D. (2000). Intensity and duration of suicidal crises vary as a function of previous suicide attempts and negative life events. Journal of Consulting & Clinical Psychology, 68, 909-916.
- Klijn, E.A.M., & Berg, I. van den. (2004). Hoofdstuk 9: De WGBO en de Wet Bopz in relatie tot patiënten met lichamelijke aandoeningen. In Leentjens, A.F.G., Bannink, M., Boenink, A.D., & Huyse, F.J. (Red.), Consultatieve psychiatrie in de praktijk (pp. 101-17). Assen: Van Gorcum.
- Koers, H. (1999). Wat te doen indien een patiënt na een auto-intoxicatie behandeling weigert? Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 143, 24972500.
- Meijel, B. van. (2003). Relapse prevention in patients with schizophrenia. Utrecht: Utrecht University, Department of Nursing Science.
- Quill, T.E., & Cassel, C.K. (1995). Nonabandonment: A central obligation for physicians. Annals of Internal Medicine, 122, 368-374.
- Tandt, H., Audenaert, K., & Heeringen, C. van. (2009). SSRIs en suïcidaal gedrag bij volwassenen, adolescenten en kinderen. Tijdschrift voor Psychiatrie, 51, 387-393.
- Werf, B. van der, Goedhart, A., & Huiberts, S. (1998). Signaleringsplannen, naar minder agressie en dwang in de psychiatrie. Lisse: Swets & Zeitlinger.
- Wheeler, B.W., Gunnell, D., Metcalfe, C., Stephens, P., & Martin, R.M. (2008). The population impact on incidence of suicide and non-fatal self-harm of regulatory action against the use of selective serotonin reuptake inhibitors in under 18s in the United Kingdom: Ecological study. British Medical Journal, 336, 542-545.
- Williams, J.M.G., Crane, C., Barnhofer, T., Does, A.J.W., van der, & Segal, Z.V. (2006). Recurrence of suicidal ideation across depressive episodes. Journal of Affective Disorders, 91, 189-194.
- Zweig, R.A. (2005). Suicide prevention in older adults: An interdisciplinary challenge. Clinical Psychology: Science and Practice, 12, 260-263.
- APA. (2003). Practice guideline for the assessment and treatment of patients with suicidal behaviors. Washington, DC: American Psychiatric Association.
- Broek, W.W. van den, Birkenhäger, T.K., Boer, D. de, Burggraaf, J.P., Gemert, B. van, Groenland, T.H.N. et al. (Werkgroep elektroconvulsietherapie). (2010). Richtlijn elektroconvulsietherapie, tweede herziene versie. Utrecht: De Tijdstroom.
- New Zealand Guideline Group. (2003). The assessment and management of people at risk of suicide. Wellington: New Zealand Guideline Group.
- Nolen, W.A., Kupka, R.W., Schulte, P.F.J., Knoppert-van der Klein, E.A.M., Honig A, Reichart CG, et al. (2008). Richtlijn bipolaire stoornissen, tweede, herziene versie. Utrecht: De Tijdstroom.
- Tilburg, W. van, Veldhuizen, J.R. van, Beijaert, E.W., Ven-Dijkman, M.V. van de, Mulder, C.L., Schulte, et al., NVvP-commissie Richtlijn besluitvorming dwang. (2008). Richtlijn besluitvorming dwang: opname en behandeling. Utrecht: De Tijdstroom.
- Trimbos-instituut. (2005). Multidisciplinaire richtlijn Schizofrenie: Richtlijn voor de diagnostiek, zorgorganisatie en behandeling van volwassen cliënten met schizofrenie. Utrecht: Trimbos-instituut.
- Trimbos-instituut. (2008). Multidisciplinaire richtlijn Persoonlijkheidsstoornissen: Richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van volwassen patiënten met een persoonlijkheidsstoornis. Utrecht: Trimbos-instituut.
- Trimbos-instituut. (2009a). Multidisciplinaire richtlijn Angststoornissen (eerste revisie): Richtlijn voor de diagnostiek, behandeling en begeleiding van volwassen patiënten met een angststoornis. Utrecht: Trimbos-instituut.
- Trimbos-instituut. (2009b). Multidisciplinaire richtlijn Depressie: Richtlijn voor de diagnostiek, behandeling en begeleiding van volwassen patiënten met een depressieve stoornis (eerste revisie). Utrecht: Trimbos-instituut.
Evidence tabellen
Methoden |
Patiënten |
Interventies |
Resultaten |
Beoordeling |
Drew 2001 |
n=650 (577 unieke individuen) verdeeld over 2 ziekenhuizen in Ohio
31 (4,8%) personen van de 650 vertoonden zelf-beschadigend gedrag, 14 van de 31 patiënten had hierbij een suïcidale intentie
|
|
- 72% van de contracten waren verbaal, in 90% van de NSC waren vpk betrokken - 31 (4,8%) personen vertoonden zelf-beschadiging gedrag, 14 van de 31 patiënten had hierbij een suïcidale intentie. In 33% van de patiënten werden NSC gebruikt, in de 31 patiënten met zelfbeschadiging gedrag was dit 65% (n=20) -Meer dan tweederde had matige tot ernstige angst tijdens de opname (in 10% van de records miste data over angst, dus angst werd geëxcludeerd uit de logistische regressies). Patiënten hadden gemiddeld de helft van de tijd in het ziekenhuis dezelfde vpk -Patiënten met een NSC hadden een 7 keer grotere kans op zelf-beschadiging gedrag dan patiënten zonder NSC (OR=7,43; BI 3,26-16,92). Hoe hoger het niveau van restrictie, hoe hoger het risico (OR=2,47; BI=1,20-5,09) en consistentie in dezelfde vpk was niet significant geassocieerd met minder zelf-beschadiging (OR=0,07; BI=0,004-1,33) Patiënten met een NSC hadden een 5 keer grotere kans op suïcide gedrag dan patiënten zonder NSC (OR= 5,53; BI 1,71-17,84) |
- B - Alhoewel NSCs een empirische relatie hebben met zelf-beschadiging gedrag, is er geen causale rol. Het is waarschijnlijk dat vpk en andere klinische staf vaker onderhandelen over een NSC met een patiënt die een hoog risico heeft op suïcide
- Er was geen bewijs dat NSCs zelfbeschadiging of suïcide gedrag kunnen voorkomen. Er zijn kleine aanwijzingen dat consistentheid in dezelfde vpk is geassocieerd met een lager risico op zelfbeschadiging bij patiënten - Lage prevalentie van zelf-beschadiging gedrag - Afhankelijkheid van medische records, wat een risico geeft op onbetrouwbare en incomplete data (retrospectief)
|
Retrospectieve studie
inclusiecriteria: -Primaire diagnose: ‘major mood disorder, schizoaffectieve aandoening, schizofrenie - Opnametijd in ziekenhuis van minstens 5 dagen
Gedurende 6,5 maanden werd data verzameld uit 2 ziekenhuizen |
Auteur, jaar |
Studiety-pe |
Populatie |
Aantal |
Follow-up |
Uitkomst(en) |
Beoordeling |
Farrow et al 2002 |
Kwalitatief
|
geregistreerde vpk momenteel werkzaam in crisis teams in Nieuw Zeeland
|
N=9
|
n.v.t. methode: De data werd meerdere keren gelezen, wat leidde tot de formulering van een codering frame, codering transcripten en de conceptualisatie van data in verschillende categorieën - Alle transcripten zijn onafhankelijk gereviewed door twee supervisors, waarna overeenstemming werd bereikt over de thema’s die naar voren kwamen.
|
Non-suicide contracts (NSC ) - 3 thema’s waren geïdentificeerd als de focus van dit onderzoek
- Dit thema kwam het meeste voor. De vpk voelen de druk van niet-vpk en van buiten om beoordeeld te worden op hun assessment van het risico op suïcide
2.NSC’s hebben een ‘life of their own’ gekregen Iedereen gaf aan nooit formele training of educatie rondom NSC’s te hebben gekregen. 3.Gebrek aan middelen - Sommigen vpk gaven aan dat door een gebrek aan andere middelen een NSC frequent wordt gebruikt. Een NSC wordt gezien als een ‘stop-gap’ methode in een crisis situatie
|
Kleinschalige studie - 2 vpk gebruikten geen NSC en het zou kunnen dat andere vpk niet mee wilden doen aan het interview omdat zij ook geen NSC gebruiken
|
Methoden |
Patiënten |
Interventies |
Uitkomstmaten |
Resultaten |
Beoordeling |
Referentie: Vries, de et al 2008 |
Aantal: 505 meldingen van suicide aan de IGZ
|
Interventie:
Controle: |
Primaire:
Secundaire: |
In 505 meldingen van suicide aan de inspectie bleek in 23% van de gevalllen een non-suicideafspraak te vigeren.
Non suicidecontracten worden eerder gebruikt bij hoog suicide risico. |
Bewijskracht van studie:
D. |
Doel studie: Overzicht maken voor en nadelen non suicide contracten
Studieopzet: literatuuroverzicht en gegevens Nederlandse Inspectie voor de Gezondheidszorg
|
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 01-01-2012
Laatst geautoriseerd : 01-01-2012
Geplande herbeoordeling :
Algemene gegevens
Deze richtlijn is tot stand gekomen met een subsidie vanuit het programma Kennisbeleid Kwaliteit Curatieve Zorg van Zorgonderzoek Nederland (ZonMw).
Het ontwikkelingsproces werd ondersteund door het Trimbos-instituut.
Doel en doelgroep
Het doel van deze richtlijn is concrete aanbevelingen te geven voor diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag, op basis van het beste beschikbare bewijs. De opstellers van deze richtlijn zijn psychiaters, psychologen, huisartsen en verpleegkundigen. Wij bevelen de richtlijn aan de volgende beroepsgroepen aan: artsen, verpleegkundigen, psychologen en psychotherapeuten die werkzaam zijn in de gezondheidszorg. De werkgroep is van mening dat het herkennen van suïcidaal gedrag en
het uitvoeren van een oriënterend onderzoek tot de basisvaardigheden behoort van alle artsen, verpleegkundigen, psychologen en psychotherapeuten in de gezondheidszorg.
Deze richtlijn is niet opgesteld vanuit het perspectief van niet-big-geregistreerde professionals binnen en buiten de gezondheidszorg die geregeld met suïcidaal gedrag te maken krijgen, zoals onderwijspersoneel, politie en geestelijk verzorgers. Hoewel deze professionals een belangrijke rol kunnen spelen in de zorg bij suïcidaal gedrag, zijn voor hen geen richtlijnen beschikbaar en er is nauwelijks empirisch bewijs om het handelen op te baseren. De werkgroep adviseert deze professionals om samenwerking te zoeken met de genoemde artsen, verpleegkundigen, psychologen en psychotherapeuten die werkzaam zijn in de gezondheidszorg. Een richtlijn is niet bedoeld als uitputtende en limitatieve beschrijving van alle vormen van zorg die bij individuele patiënten kunnen worden toegepast. Richtlijnen zijn dan ook geen standaarden die in alle omstandigheden van toepassing kunnen worden verklaard. De professional heeft de verantwoordelijkheid om op basis van onderzoek te komen tot een indicatiestelling voor behandeling. De professional komt tot een oordeel op basis van alle beschikbare informatie, rekening houdend met de actuele mogelijkheden en beperkingen. Door deze richtlijn te volgen, draagt u bij aan zorgvuldig klinisch handelen bij patiënten met suïcidaal gedrag, maar het biedt geen garantie voor een gunstige uitkomst bij elke patiënt. Ook bij zorgvuldig klinisch handelen zullen er patiënten zijn die suïcide plegen.
Samenstelling werkgroep
Werkgroep
• Dr. C. van Boven, Nederlands Huisartsen Genootschap.
• Dr. M.H. de Groot, onafhankelijk deskundige.
• Prof. dr. A.M. van Hemert, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie.
• Prof. dr. J.W. Hummelen, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie.
• Dr. J. de Keijser, Nederlands Instituut van Psychologen.
• Prof. dr. A.J.F.M. Kerhof, Nederlands Instituut van Psychologen.
• Dr. P.L.B.J. Lucassen, Nederlands Huisartsen Genootschap.
• Drs. J.W. Meerdinkveldboom, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie.
• Drs. B. Stringer, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland.
• Drs. M. Steendam, Nederlands Instituut van Psychologen.
• Drs. A.A. Verlinde, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie.
• Dr. B. Verwey, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie.
Klankbordgroep
De klankbordgroep was samengesteld uit vertegenwoordigers van de
volgende organisaties.
• Geneesheren-directeuren in de ggz.
• Ivonne van de Ven stichting.
• Landelijk platform GGZ.
• Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG).
• Nederlands Instituut van Psychologen (NIP).
• Nederlandse Internisten Vereniging (NIV).
• Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV).
• Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE).
• Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK).
• Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP).
• Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie (NVP).
• Nederlandse Vereniging voor Spoedeisende hulp Artsen (NVSHA).
• Stichting Ex6.
• Stichting 113online.
• Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen (VGVZ).
• Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN).
Focusgroepen
Als onderdeel van de klankbordgroep fungeerden twee focusgroepen: de
focusgroep verpleegkundigen en de focusgroep patiëntenparticipatie.
Auteurs van aanverwant Gezondheidszorgwetgeving
De aanverwant over gezondheidszorgwetgeving is geschreven door de volgende
auteurs.
• Dr. C.M.T. Gijsbers van Wijk.
• Dr. A.J.K. Hondius.
• Drs. A.J.M.P. Rutgers.
Methode ontwikkeling
Evidence based
Werkwijze
Empirische evidentie
Bij het opstellen van deze richtlijnen zijn twee uitgangspunten gehanteerd die soms met elkaar op gespannen voet stonden. Ten eerste is als werkwijze gekozen voor de methodiek van de evidence-based richtlijnontwikkeling (ebro), ontwikkeld door het Centraal Begeleidingsorgaan Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg (Van Everdingen et al., 2004). De richtlijn is voor zover mogelijk gebaseerd op bewijs uit gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek, voor een deel samengevat in de apa-richtlijn (apa, 2003). Daarnaast werden relevante artikelen gezocht door het verrichten van systematische zoekacties. Er werd gezocht in de Cochrane-database, Medline, Psychinfo, en bij vragen waar dit relevant is ook in Cinahl. Op verzoek zijn de volledige zoekstrategieën beschikbaar. Daarnaast werden artikelen geëxtraheerd uit referentielijsten van opgevraagde literatuur. De beoordeling van de artikelen vindt u in de verschillende teksten terug onder het kopje ‘wetenschappelijke onderbouwing’. Het wetenschappelijke bewijs is vervolgens kort samengevat in een ‘conclusie’. De belangrijkste literatuur waarop deze conclusie is gebaseerd, staat bij de conclusie vermeld, inclusief de mate van bewijs. In bijlage 7 vindt u de definities van de classificatie van onderzoek (A1, A2, B, C of D) en die van de bewijsniveaus (1 tot en met 4), met een toelichting.
Voor het formuleren van een aanbeveling zijn er naast het wetenschappelijke bewijs vaak nog andere aspecten van belang, bijvoorbeeld: patiëntenvoorkeuren, kosten, beschikbaarheid (in verschillende echelons) of organisatorische aspecten. Deze aspecten worden, voor zover niet wetenschappelijk onderzocht, vermeld onder het kopje ‘overige overwegingen’. In de overige overwegingen spelen de ervaring en de mening van de werkgroepleden een belangrijke rol. De ‘aanbeveling’ is het resultaat van de integratie van het beschikbare bewijs met de weergegeven overige overwegingen. Van de in conclusies gebruikte literatuur zijn zogeheten evidencetabellen oftewel bewijstabellen gemaakt, die zijn opgenomen in deze richtlijn (bijlagen 8 en 9).
Ten tweede is in de doelstelling van de richtlijn vastgelegd dat deze aansluit bij vragen uit het werkveld. Veel van deze vragen zijn echter niet eenduidig te beantwoorden op basis van empirisch onderzoek. Het empirisch onderzoek naar suïcidaal gedrag heeft namelijk twee essentiële, methodologische beperkingen. In de eerste plaats is suïcide naar verhouding een zeldzame gebeurtenis waardoor prospectief onderzoek met suïcide als uitkomstmaat vrijwel onmogelijk is. In de tweede plaats is suïcide een ongewenste gebeurtenis die voor zover mogelijk door ingrijpen zal worden afgewend. Nagenoeg alle resultaten van onderzoek waarin suïcidaal gedrag als uitkomstmaat geldt, zullen hierdoor vertekend zijn.
Professioneel oordeel via werk- klankbord- en focusgroepen
Omdat de evidentie op wetenschappelijk basis beperkt is, is het oordeel van deskundigen op het gebied van suïcidaal gedrag zwaar meegewogen. Een brede vertegenwoordiging van professionals was nauw betrokken bij de ontwikkeling van deze richtlijn, waarbij gezocht is naar consensus over kennis en inzichten. Professionals waren vertegenwoordigd in een werkgroep, de klankbordgroep en twee focusgroepen. Voor het samenstellen van de werkgroep en een klankbordgroep is de betrokken beroepsverenigingen gevraagd om een afvaardiging. Tevens zijn vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen en groepen en personen met specifieke deskundigheid uitgenodigd.
De uitgangsvragen en teksten zijn voorbereid door de werkgroep en voor commentaar voorgelegd aan de klankbordgroepen. Met de klankbordgroepen werd driemaal een invitational conference belegd. Met de verpleegkundige focusgroep zijn drie bijeenkomsten belegd.
Om het patiëntenperspectief tot zijn recht te laten komen, werd tweemaal overlegd met vertegenwoordigers van de Ivonne van de Ven Stichting. Deze stichting van nabestaanden richt zich vanuit ervaringsdeskundigheid op het bevorderen van suïcidepreventie. Dit overleg werd later uitgebreid en er werd een focusgroep patiëntenparticipatie geformeerd, waarin vertegenwoordigers van Stichting Ex6, Stichting 113Online en het Landelijk Platform ggz vertegenwoordigd waren.
Literatuuronderzoek
Bestaande internationale richtlijnen zijn gebruikt als startpunt voor het literatuuronderzoek. Het betreft de richtlijnen van de American Psychiatric Association (apa, 2003), van de New Zealand Guideline Group (2003), van het National Institute for Clinical Excellence (nice, 2004), The Royal Australian and New Zealand College of Psychiatrists (ranzcp, 2004) en The Royal College of Psychiatrists (2004; 2010). Daarnaast is gebruikgemaakt van twee uitgebreide literatuuronderzoeken van de Schotse overheid (McLean et al., 2008; Leitner et al., 2008). Voor hoofdstuk 4 tot en met 9 is aanvullend literatuuronderzoek uitgevoerd teneinde het literatuuroverzicht te actualiseren. De zoekopdrachten zijn opgenomen in de bewijstabellen, die zijn toegevoegd als bijlagen (bijlage 8 en 9). De verpleegkundige focus-groep heeft voor diverse uitgangsvragen aanvullend gezocht in de verplegingswetenschappelijke literatuur.
Tabel B9.1. Indeling van methodologische kwaliteit van afzonderlijke onderzoeken
Classificatie |
Interventie |
Diagnostisch accuratesseonderzoek |
Schade of bijwerkingen, etiologie, prognose* |
A1 |
Systematische review van ten minste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van A2-niveau. |
||
A2 |
Gerandomiseerd dubbelblind vergelijkend klinisch onderzoek van goede kwaliteit van voldoende omvang. |
Onderzoek ten opzichte van een referentietest (een ‘gouden standaard’) met tevoren gedefinieerde afkapwaarden en onafhankelijke beoordeling van de resultaten van test en gouden standaard, betreffende een voldoende grote serie van opeenvolgende patiënten die allen de index- en referentietest hebben gehad. |
Prospectief cohortonderzoek van voldoende omvang en followup, waarbij adequaat gecontroleerd is voor confounding en selectieve follow-up voldoende is uitgesloten. |
B |
Vergelijkend onderzoek, maar niet met alle kenmerken als onder A2 (hieronder valt ook patiënt-controleonderzoek, cohortonderzoek) |
Onderzoek ten opzichte van een referentietest, maar niet met alle kenmerken die onder A2 zijn genoemd. |
Prospectief cohort onderzoek, maar niet met alle kenmerken als genoemd onder A2, of retrospectief cohortonderzoek, of patiënt-controleonderzoek. |
C |
Niet-vergelijkend onderzoek. |
||
D |
Mening van deskundigen. |
* Deze classificatie is alleen van toepassing in situaties waarin om ethische of andere redenen gecontroleerde trials niet mogelijk zijn. Zijn die wel mogelijk, dan geldt de classificatie voor interventies.
Bron: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, Handleiding voor werkgroepleden, januari 2006.
De werkgroep sluit zich aan bij de voor ggz-richtlijnen veel toegepaste interpretatie van tabelB9.1, waarbij ook single blind rct’s in de richtlijn een A-niveau toegekend krijgen. Omdatonderzoek naar psychologische interventies niet dubbelblind uitgevoerd kan worden, is deindeling van methodologische kwaliteit anders niet volledig van toepassing op onderzoek naarpsychologische interventies.
Tabel B9.2. Niveau van bewijs van conclusies
Niveau |
Gebaseerd op |
1 |
Minimaal één onderzoek van A1-niveau of ten minste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van A2-niveau. |
2 |
Minimaal één onderzoek van A2-niveau, of ten minste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van B-niveau. |
3 |
Minimaal één onderzoek van B- of C-niveau. |
4 |
Mening van deskundigen. |