Bicepspees tenotomie/tenodese
Uitgangsvraag
Wat is de toegevoegde waarde van een bicepspees tenotomie/dese versus geen bicepspees tenotomie/dese bij patiënten met een normale bicepspees waarbij de manchet (supraspinatus) gehecht is?
Aanbeveling
Wees tijdens een supraspinatuspees repair terughoudend met het uitvoeren van bicepspeestenotomie of -dese bij een normaal uitziende lange bicepspees, tenzij er het risico bestaat op beschadiging van de bicepspees als gevolg van de supraspinatuspees repair.
Overwegingen
Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs
Er is literatuuronderzoek verricht naar het effect van tenotomie (doorsnijden van de bicepspees) of tenodese (vastzetten van de bicepspees) van de lange bicepspees vergeleken met geen tenotomie of tenodese bij patiënten met een normaal uitziende bicepspees waarbij de cuff (supraspinatus) wordt gehecht. Er zijn geen systematische reviews, RCTs of vergelijkende observationele studies gevonden die aan deze PICO voldoen. Er zijn daarom geen studies geïncludeerd in de samenvatting van de literatuur als ook geen conclusies geformuleerd. Om deze reden zal de keuze voor de ene dan wel de andere behandeling dus afhangen van andere factoren.
Op grond van de bestaande literatuur is het dus niet duidelijk of er meerwaarde is voor operatieve additionele behandeling van een normale bicepspees.
Redenen waarom de meerwaarde mogelijk lastig te bewijzen is, kunnen zijn:
- Een normale bicepspees veroorzaakt geen klachten.
- Het is moeilijk om bij blijvende pijn na een cuff operatie te bewijzen dat de niet behandelde bicepspees de oorzaak daarvan is.
Nadelen van additionele behandeling kunnen zijn:
- Tenodese: argumenten om geen tenodese te doen zijn de operatieduur, de additionele kosten, de onbelaste nabehandeling, en de complicatiekans zoals persisterende lokale pijn en falen van de fixatie (2,3%)(Ahmed, 2021).
- Tenotomie: bij tenotomie bestaan de nadelen met name uit het verkorten van de spierbuik van de biceps leidend tot mogelijk (blijvende) pijn of spierkrampen (met name bij belasting), het kosmetische aspect (Popeye sign), of de kans op anterieure schouderpijn wanneer het uiteinde van de bicepspees in de bicepsgroeve verkleefd.
Voordelen van bicepspees bicepspeestenotomie of -dese is de mogelijkheid dat bicepspathologie bij scopie over het hoofd gezien wordt. Denk aan subluxatieproblemen of problemen in de (niet zichtbare) sulcus, waardoor klachten zouden kunnen blijven bestaan. Behandeling van de bicepspees sluit bij persisterende postoperatieve klachten een intra-articulair bicepsprobleem uit.
Uit de systematische review en meta-analyse van Ahmed (2021) blijkt dat zowel een bicepspeestenotomie als een -tenodese tot goede resultaten leidt zonder klinisch relevante verschillen.
Waarden en voorkeuren van patiënten (en evt. hun verzorgers)
Aangezien er aan beide keuzes voor- en nadelen verbonden zijn, zal het voor de patiënt net zo’n lastige keuze zijn als voor de operateur. De mogelijke behandeling van de bicepspees (tenotomie of tenodese) die de operateur peroperatief gaat verrichten, zal bij iedere cuff operatie sowieso van tevoren besproken moeten worden, aangezien bicepspathologie op voorhand niet altijd uit te sluiten is en een tenodese of tenotomie dus noodzakelijk kan zijn. Bij tenodese kan het maken van een extra wond nodig zijn (afhankelijk van de fixatiemethode, arthroscopisch of mini-open) met bijkomstige risico’s zoals wondgenezingsstoornissen, diepe infectie en/of een afwijkend litteken. Voor patiënten is het belangrijk dat deze voor- en nadelen met hen besproken worden om zo volgens de principes van Samen Beslissen te bepalen welke behandeling passend is.
Kosten (middelenbeslag)
Tenotomie brengt geen extra kosten met zich mee, tenzij deze wordt uitgevoerd met een radiofrequentie ablatie-instrument. Tenodese is duurder omdat sprake is van een langere operatieduur en er meer kosten gemaakt worden in verband met het gebruik van eventuele implantaten (fixatieanker) en bijkomende materialen (denk aan een canule, boormateriaal, extra operatienetten e.d.).
Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie
De interventie tenotomie of tenodese bestaat uit gangbare en goed bekende technieken.
Rationale van de aanbeveling: weging van argumenten voor en tegen de interventies
Op grond van de bestaande literatuur is het niet duidelijk of er meerwaarde is voor operatieve additionele bicepspeestenotomie of -dese van een (bij arthroscopie) normaal uitziende bicepspees. Op basis van operatie technische redenen kan door de operateur eventueel besloten worden tot tenotomie of tenodese, bijvoorbeeld wanneer de lange bicepspees bij een scheur ventraal in de supraspinatuspees belemmering kan geven om een adequate cuff repair uit te voeren.
Gezien de kans op mogelijke complicaties van een bicepspees behandeling en extra kosten van bicepspees tenodese, wordt terughoudendheid geadviseerd bij een normaal uitziende bicepspees.
Onderbouwing
Achtergrond
Patients with injuries to the supraspinatus tendon may also experience pain from the long biceps tendon. For this reason, biceps tenotomy or tenodesis can be performed in combination with suturing the supraspinatus tendon. This is a standard procedure for some shoulder surgeons, even when the long biceps tendon appears normal. The question is whether that is useful or whether it can have adverse effects.
Conclusies
No GRADE |
No evidence was found regarding the comparison between tenotomy or tenodesis of the biceps tendon and no tenotomy or tenodesis in adult patients with a repair of a supraspinatus tendon tear and without pathology of the intra-articular part of the biceps tendon. |
Samenvatting literatuur
Description of studies
No studies were found that compared bicep tenotomy or tenodesis with no tenotomy or tenodesis in adult patients with a surgery of the rotator cuff and who have no pathology of the tendon of the biceps.
Results
No results could be reported, as no studies were found that compared bicep tenotomy or tenodesis with no tenotomy or tenodesis in adult patients with a surgery of the rotator cuff and who have no pathology of the tendon of the biceps.
Level of evidence of the literature
No level of evidence could be determined, as no studies were found that compared bicep tenotomy or tenodesis with no tenotomy or tenodesis in adult patients with a surgery of the rotator cuff and who have no pathology of the tendon of the biceps.
Zoeken en selecteren
A systematic review of the literature was performed to answer the following question:
What are the effects of tenotomy or tenodesis of the biceps tendon in patients with an isolated supraspinatus tendon tear and who have no pathology of the biceps tendon?
Patients |
Patients with a repair of a supraspinatus tendon tear and without pathology of the intra-articular part of the biceps tendon |
Intervention |
Tenotomy or tenodesis of the biceps tendon |
Control |
No tenotomy or tenodesis |
Outcomes |
Complications, PROMS for pain and function, patient satisfaction, return to work or leisure |
Relevant outcome measures
The guideline development group considered pain and function as critical outcome measures for decision making; and patient satisfaction, return to work or leisure, and complications as important outcome measures for decision making.
The guideline development group defined the outcome measures as follows:
- Patient reported outcomes measures: Constant Murley Score (CMS), Disability of the Arm, Shoulder and Hand Questionnaire (DASH), Western Ontario Rotator Cuff (WORC) Index, American Shoulder and Elbow Surgeons (ASES) Score, Oxford Shoulder Score (OSS)
- Pain: VAS-scale (0-10 points or 0-100mm scale)
- Complications: symptomatic Popeye sign, adhesion in the bicipital groove of the biceps tendon
- Patient satisfaction: self-reported satisfaction with treatment and/or function
- Return to work or leisure: definitions used in the studies.
The guideline development group defined the minimal clinically (patient) important differences as follows:
- Patient reported outcomes measures:
- CMS: 10 points on this 100-point scale (Holmgren, 2014)
- DASH: 13 on a 100 point scale (Koorevaar, 2018)
- WORC: -282.6 on a 2100 point scale (Gagnier, 2018)
- ASES: 9 on a 100 point scale (Gagnier, 2018)
- DSST: 2.8 on a 12 point scale (Van Kampen, 2013)
- OSS: 5 points on a 48-point scale (Nyring, 2021)
- Pain
- 1/10 points or 10/100 points on a VAS scale
- Complications: 25% (RR ≤ 0.80 and ≥ 1.25)
- Patient satisfaction: difference of 25% (RR ≤ 0.80 and ≥ 1.25) or 1/10 points or 10/100 points on a VAS scale.
- Return to work or leisure: difference of 25% (RR ≤ 0.80 and ≥ 1.25)
Search and select (Methods)
The databases Medline (via OVID) and Embase (via Embase.com) were searched with relevant search terms until the 8th of March 2023. The detailed search strategy is depicted under the tab Methods. The systematic literature search resulted in 276 hits. Studies were selected based on the following criteria:
- Systematic review, meta-analysis, RCT or other comparative research
- Comparing bicep tenotomy or tenodesis with no tenotomy or tenodesis
- In adult patients
- With a surgery of the rotator cuff and who have no pathology of the tendon of the biceps
- Reporting outcomes for complications, PROMS for pain and function, patient satisfaction
- With a follow-up of 1 year and longer.
44 studies were initially selected based on title and abstract screening. After reading the full text, all studies were excluded (see the table with reasons for exclusion under the tab Methods) and no studies were included.
Results
No studies were included in the analysis of the literature, since the search results did not match the PICO.
Referenties
- Ahmed AF, Toubasi A, Mahmoud S, Ahmed GO, Al Ateeq Al Dosari M, Zikria BA. Long head of biceps tenotomy versus tenodesis: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. Shoulder Elbow. 2021 Oct;13(6):583-591. doi: 10.1177/1758573220942923. Epub 2020 Jul 22. PMID: 34804206; PMCID: PMC8600672.
- van Deurzen DFP, Garssen FL, Wessel RN, Kerkhoffs GMMJ, van den Bekerom MPJ, van Wier MF. The Popeye sign: a doctor's and not a patient's problem. J Shoulder Elbow Surg. 2021 May;30(5):969-976. doi: 10.1016/j.jse.2020.10.040. Epub 2020 Dec 5. PMID: 33290851.
- Gagnier JJ, Robbins C, Bedi A, Carpenter JE, Miller BS. Establishing minimally important differences for the American Shoulder and Elbow Surgeons score and the Western Ontario Rotator Cuff Index in patients with full-thickness rotator cuff tears. J Shoulder Elbow Surg. 2018 May;27(5):e160-e166. doi: 10.1016/j.jse.2017.10.042. Epub 2018 Jan 4. PMID: 29307675.
- Holmgren T, Oberg B, Adolfsson L, Björnsson Hallgren H, Johansson K. Minimal important changes in the Constant-Murley score in patients with subacromial pain. J Shoulder Elbow Surg. 2014 Aug;23(8):1083-90. doi: 10.1016/j.jse.2014.01.014. Epub 2014 Apr 13. PMID: 24726486.
- van Kampen DA, Willems WJ, van Beers LW, Castelein RM, Scholtes VA, Terwee CB. Determination and comparison of the smallest detectable change (SDC) and the minimal important change (MIC) of four-shoulder patient-reported outcome measures (PROMs). J Orthop Surg Res. 2013 Nov 14;8:40. doi: 10.1186/1749-799X-8-40. PMID: 24225254; PMCID: PMC3842665.
- Koorevaar RCT, Kleinlugtenbelt YV, Landman EBM, van 't Riet E, Bulstra SK. Psychological symptoms and the MCID of the DASH score in shoulder surgery. J Orthop Surg Res. 2018 Oct 4;13(1):246. doi: 10.1186/s13018-018-0949-0. PMID: 30286775; PMCID: PMC6172756.
- Nyring MRK, Olsen BS, Amundsen A, Rasmussen JV. Minimal Clinically Important Differences (MCID) for the Western Ontario Osteoarthritis of the Shoulder Index (WOOS) and the Oxford Shoulder Score (OSS). Patient Relat Outcome Meas. 2021 Sep 22;12:299-306. doi: 10.2147/PROM.S316920. PMID: 34588833; PMCID: PMC8473013.
Evidence tabellen
Table of excluded studies
Reference |
Reason for exclusion |
Aflatooni JO, Meeks BD, Froehle AW, Bonner KF. Biceps tenotomy versus tenodesis: patient-reported outcomes and satisfaction. J Orthop Surg Res. 2020 Feb 18;15(1):56. doi: 10.1186/s13018-020-1581-3. PMID: 32070381; PMCID: PMC7029563. |
Wrong design, comparison tendodesis & tenotomy |
Aydemir, A. N., Ergün, S., Berkem, L., Poyanlı, O. Ş., Esenkaya, İ., & Akan, H. K. Results of biceps tenotomy in the treatment of shoulder impingement and rotator cuff tears. Medical Journal of Bakirkoy. 2015; 11(2), 74-81. |
Wrong I & C (subacromial decompression) |
Baumgarten KM, Chang PS, Foley EK. Patient-determined outcomes after arthroscopic rotator cuff repair with and without biceps tenodesis utilizing the PITT technique. J Shoulder Elbow Surg. 2019 Jun;28(6):1049-1055. doi: 10.1016/j.jse.2019.01.024. Epub 2019 Apr 10. PMID: 30981549. |
Wrong design, comparison tendodesis & tenotomy |
Belay ES, Wittstein JR, Garrigues GE, Lassiter TE, Scribani M, Goldner RD, Bean CA. Biceps tenotomy has earlier pain relief compared to biceps tenodesis: a randomized prospective study. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc. 2019 Dec;27(12):4032-4037. doi: 10.1007/s00167-019-05682-1. Epub 2019 Sep 5. PMID: 31486915. |
Tenotomy vs tenodesis |
Belk JW, Kraeutler MJ, Houck DA, Chrisman AN, Scillia AJ, McCarty EC. Biceps tenodesis versus tenotomy: a systematic review and meta-analysis of level I randomized controlled trials. J Shoulder Elbow Surg. 2021 May;30(5):951-960. doi: 10.1016/j.jse.2020.11.012. Epub 2020 Dec 26. PMID: 33373685. |
Tenotomy vs tenodesis |
Çakar B, Güney A, Güney B, Uzun E, Sekban H. The effect of biceps tenotomy on humeral migration and clinical outcomes in arthroscopic rotator cuff repair. J Exp Orthop. 2022 Nov 30;9(1):113. doi: 10.1186/s40634-022-00550-3. PMID: 36447061; PMCID: PMC9708983. |
Wrong P (bicep tendon pathology) |
Can, F. İ., GULTAC, E., KILINÇ, C. Y., Şahin, İ. G., & AYDOĞAN, N. Comparison of the clinical outcomes of chronic rupture, arthroscopic tenotomy and tenodesis of proximal biceps tendon. Journal of Experimental and Clinical Medicine, 2022; 39(3). |
Wrong P (biceps disorders), Wrong comparison |
Carbone S, Castagna V, Passaretti D, Candela V, Cerciello S, Delli Sante E, Gumina S. Supraspinatus repair and biceps tenodesis in competitive CrossFit athletes allow for a 100% of return to sport. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc. 2021 Dec;29(12):3929-3935. doi: 10.1007/s00167-020-06345-2. Epub 2020 Nov 7. PMID: 33159531. |
Wrong design, wrong P |
Castricini R, Familiari F, De Gori M, Riccelli DA, De Benedetto M, Orlando N, Galasso O, Gasparini G. Tenodesis is not superior to tenotomy in the treatment of the long head of biceps tendon lesions. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc. 2018 Jan;26(1):169-175. doi: 10.1007/s00167-017-4609-4. Epub 2017 Jun 16. PMID: 28623414. |
Tenotomy vs tenodesis |
Cho NS, Cha SW, Rhee YG. Funnel tenotomy versus intracuff tenodesis for lesions of the long head of the biceps tendon associated with rotator cuff tears. Am J Sports Med. 2014 May;42(5):1161-8. doi: 10.1177/0363546514523719. Epub 2014 Feb 27. PMID: 24576743. |
Wrong design |
Clement X, Baldairon F, Clavert P, Kempf JF. Popeye sign: Tenodesis vs. self-locking "T" tenotomy of the long head of the biceps. Orthop Traumatol Surg Res. 2018 Feb;104(1):23-26. doi: 10.1016/j.otsr.2017.09.016. Epub 2017 Oct 18. Erratum in: Orthop Traumatol Surg Res. 2018 Mar 12;: PMID: 29055727. |
Wrong design |
Desai SS, Mata HK. Long Head of Biceps Tendon Pathology and Results of Tenotomy in Full-Thickness Reparable Rotator Cuff Tear. Arthroscopy. 2017 Nov;33(11):1971-1976. doi: 10.1016/j.arthro.2017.06.018. Epub 2017 Aug 26. PMID: 28847573. |
Wrong design (retrospective), wrong I &C |
Dwyer C, Kia C, Apostolakos JM, DiVenere J, Dyrna F, Cote M, Arciero RA, Mazzocca AD. Clinical Outcomes After Biceps Tenodesis or Tenotomy Using Subpectoral Pain to Guide Management in Patients With Rotator Cuff Tears. Arthroscopy. 2019 Jul;35(7):1992-2000. doi: 10.1016/j.arthro.2019.02.017. Epub 2019 Jun 10. PMID: 31196693. |
Wrong design, comparison tendodesis & tenotomy |
Fang JH, Dai XS, Yu XN, Luo JY, Liu XN, Zhang MF, Zhu SN. Lesions of the Long Head of the Biceps Tendon Concomitant with Rotator Cuff Tears: Tenotomy or Subpectoral Mini-open Tenodesis? A Comparative Short to Mid-term Follow-up Study. Orthop Surg. 2019 Oct;11(5):857-863. doi: 10.1111/os.12536. Epub 2019 Sep 18. PMID: 31532924; PMCID: PMC6819190. |
Wrong design, comparison tendodesis & tenotomy |
Godenèche A, Kempf JF, Nové-Josserand L, Michelet A, Saffarini M, Hannink G, Collin P. Tenodesis renders better results than tenotomy in repairs of isolated supraspinatus tears with pathologic biceps. J Shoulder Elbow Surg. 2018 Nov;27(11):1939-1945. doi: 10.1016/j.jse.2018.03.030. Epub 2018 May 18. PMID: 29784596. |
Wrong design, comparison tendodesis & tenotomy |
Hartland AW, Islam R, Teoh KH, Rashid MS. Clinical effectiveness of tenotomy versus tenodesis for long head of biceps pathology: a systematic review and meta-analysis. BMJ Open. 2022 Oct 11;12(10):e061954. doi: 10.1136/bmjopen-2022-061954. PMID: 36220319; PMCID: PMC9557260. |
Tenotomy vs tenodesis |
Hughes JD, Gibbs CM, Drummond M, Vaswani R, Ayinon C, Fongod E, Godshaw BM, Popchak A, Lesniak BP, Lin A. Failure rates and clinical outcomes after treatment for long-head biceps brachii tendon pathology: a comparison of three treatment types. JSES Int. 2021 May 10;5(4):630-635. doi: 10.1016/j.jseint.2021.04.011. PMID: 34223407; PMCID: PMC8245991. |
Wrong P (bicep tendon pathology) |
Kawashima I, Sugaya H, Takahashi N, Matsuki K, Tokai M, Hiraiwa H, Imagama S. Assessment of the Preserved Biceps Tendon After Arthroscopic Rotator Cuff Repair in Patients ≤ 55 Years. Arthrosc Sports Med Rehabil. 2021 Jun 25;3(5):e1273-e1278. doi: 10.1016/j.asmr.2021.04.006. PMID: 34712963; PMCID: PMC8527261. |
Wrong design, wrong comparison: compared postoperative pain between shoulders with or without vascularity in the bicipital groove |
Kawashima I, Sugaya H, Takahashi N, Matsuki K, Tokai M, Ishizuka S, Hiraiwa H, Imagama S. Biceps tenotomy versus soft-tissue tenodesis in females aged 60 years and older with rotator cuff tears. J Orthop Sci. 2022 Jul;27(4):786-791. doi: 10.1016/j.jos.2021.04.012. Epub 2021 May 31. PMID: 34083089. |
Wrong design, comparison tendodesis & tenotomy |
Keong MW, Tjoen DLT. Does bicep pathology affect rotator cuff repair outcomes? J Orthop Surg (Hong Kong). 2018 Jan-Apr;26(1):2309499018762852. doi: 10.1177/2309499018762852. PMID: 29540098. |
Wrong design (case-control) |
Kim J, Nam JH, Kim Y, Kim JS, Kim SH. Long Head of the Biceps Tendon Tenotomy versus Subpectoral Tenodesis in Rotator Cuff Repair. Clin Orthop Surg. 2020 Sep;12(3):371-378. doi: 10.4055/cios19168. Epub 2020 Jun 24. PMID: 32904028; PMCID: PMC7449864. |
Wrong design, comparison tendodesis & tenotomy |
Kukkonen J, Rantakokko J, Virolainen P, Aärimaa V. The effect of biceps procedure on the outcome of rotator cuff reconstruction. ISRN Orthop. 2013 Feb 13;2013:840965. doi: 10.1155/2013/840965. PMID: 24967118; PMCID: PMC4045343. |
Wrong P (irritated/frayed/unstable biceps tendon) |
Lee HJ, Jeong JY, Kim CK, Kim YS. Surgical treatment of lesions of the long head of the biceps brachii tendon with rotator cuff tear: a prospective randomized clinical trial comparing the clinical results of tenotomy and tenodesis. J Shoulder Elbow Surg. 2016 Jul;25(7):1107-14. doi: 10.1016/j.jse.2016.02.006. PMID: 27283370. |
Tenotomy vs tenodesis |
Leroux T, Chahal J, Wasserstein D, Verma NN, Romeo AA. A Systematic Review and Meta-analysis Comparing Clinical Outcomes After Concurrent Rotator Cuff Repair and Long Head Biceps Tenodesis or Tenotomy. Sports Health. 2015 Jul;7(4):303-7. doi: 10.1177/1941738114539627. PMID: 26137174; PMCID: PMC4481674. |
Tenotomy vs tenodesis |
Malavolta EA, Sousa AC, Gracitelli MEC, Assunção JH, Andrade E Silva FB, Ferreira Neto AA. Biceps tenotomy or tenodesis in association with rotator cuff repair: is there an influence on functional results? A retrospective cohort study. Sao Paulo Med J. 2022 Mar 14;140(2):237-243. doi: 10.1590/1516-3180.2021.0219.R1.28062021. PMID: 35293936; PMCID: PMC9610255. |
Wrong P (indication for LHBT procedures: subluxation, dislocation, lesions) |
Mardani-Kivi M, Asadi K, Izadi A, Leili EK. Rotator cuff repair with or without proximal end detachment for long head of the biceps tendon tenodesis. Clin Shoulder Elb. 2022 Jun;25(2):101-105. doi: 10.5397/cise.2021.00493. Epub 2022 Mar 17. PMID: 35295070; PMCID: PMC9185117. |
Wrong P (patients with a background of LHBT pathology) |
Mardani-Kivi, M., Karimi Mobarakeh, M., Keyhani, S., Ebrahim-zadeh, M. H., & Haghparast Ghadim-Limudahi, Z. Treatment of long head of biceps tendon lesions together with rotator cuff tears: which method is preferred? Tenotomy or tenodesis. Techniques in Shoulder & Elbow Surgery. 2018; 19(3), 101-105. |
Tenotomy vs tenodesis |
Meraner D, Sternberg C, Vega J, Hahne J, Kleine M, Leuzinger J. Arthroscopic tenodesis versus tenotomy of the long head of biceps tendon in simultaneous rotator cuff repair. Arch Orthop Trauma Surg. 2016 Jan;136(1):101-6. doi: 10.1007/s00402-015-2343-2. Epub 2015 Oct 24. PMID: 26497981. |
Wrong design, comparison tendodesis & tenotomy |
Mijic D, Kurowicki J, Berglund D, Rosas S, McNeely E, Motisi M, Polisetty T, Levy JC. Effect of biceps tenodesis on speed of recovery after arthroscopic rotator cuff repair. JSES Int. 2020 Feb 24;4(2):341-346. doi: 10.1016/j.jseint.2019.12.010. PMID: 32490423; PMCID: PMC7256889. |
Wrong P (patients with pathology of the long head of the biceps tendon) |
Moorthy V, Tan AHC. Should long head of biceps tenodesis or tenotomy be routinely performed in arthroscopic rotator cuff repairs? J Orthop. 2020 Mar 25;21:161-165. doi: 10.1016/j.jor.2020.03.033. PMID: 32255998; PMCID: PMC7114602. |
Wrong design: Narrative review |
Na Y, Zhu Y, Shi Y, Ren Y, Zhang T, Liu W, Han C. A meta-analysis comparing tenotomy or tenodesis for lesions of the long head of the biceps tendon with concomitant reparable rotator cuff tears. J Orthop Surg Res. 2019 Nov 15;14(1):370. doi: 10.1186/s13018-019-1429-x. PMID: 31729995; PMCID: PMC6858715. |
Tenotomy vs tenodesis |
Nemirov DA, Herman Z, Paul RW, Beucherie M, Hadley CJ, Ciccotti MG, Freedman KB, Erickson BJ, Hammoud S, Bishop ME. Evaluation of Rotator Cuff Repair With and Without Concomitant Biceps Intervention: A Retrospective Review of Patient Outcomes. Am J Sports Med. 2022 May;50(6):1534-1540. doi: 10.1177/03635465221085661. Epub 2022 Apr 6. PMID: 35384741. |
Wrong P (bicep tendon pathology) |
O'Brien MJ. Editorial Commentary: Shoulder Biceps Tenotomy Versus Tenodesis Surgical Decision Making Must be Individualized for Each Patient. Arthroscopy. 2021 Jun;37(6):1777-1778. doi: 10.1016/j.arthro.2021.03.015. PMID: 34090564. |
Wrong design: editorial commentary, tenotomy vs. Tenodesis |
Patel KV, Bravman J, Vidal A, Chrisman A, McCarty E. Biceps Tenotomy Versus Tenodesis. Clin Sports Med. 2016 Jan;35(1):93-111. doi: 10.1016/j.csm.2015.08.008. Epub 2015 Sep 26. PMID: 26614471. |
Tenotomy vs tenodesis |
Pouliquen L, Berhouet J, Istvan M, Thomazeau H, Ropars M, Collin P. Popeye sign: Frequency and functional impact. Orthop Traumatol Surg Res. 2018 Oct;104(6):817-822. doi: 10.1016/j.otsr.2018.02.016. Epub 2018 May 24. PMID: 29803774. |
Wrong design; wrong comparison (comparing patients with and without popeye sign) |
Pozzetti Daou J, Nagaya DY, Matsunaga FT, Sugawara Tamaoki MJ. Does Biceps Tenotomy or Tenodesis Have Better Results After Surgery? A Systematic Review and Meta-analysis. Clin Orthop Relat Res. 2021 Jul 1;479(7):1561-1573. doi: 10.1097/CORR.0000000000001672. PMID: 33617158; PMCID: PMC8208384. |
Tenotomy vs tenodesis |
Shang X, Chen J, Chen S. A meta-analysis comparing tenotomy and tenodesis for treating rotator cuff tears combined with long head of the biceps tendon lesions. PLoS One. 2017 Oct 9;12(10):e0185788. doi: 10.1371/journal.pone.0185788. PMID: 29016616; PMCID: PMC5633150. |
Tenotomy vs tenodesis |
Srinivasan RC, Hao KA, Wright TW, Farmer KW, Wright JO, Roach RP, Moser MW, Freidl MC, Pazik M, King JJ. Outcomes of Biceps Tenotomy Versus Tenodesis During Arthroscopic Rotator Cuff Repair: An Analysis of Patients From a Large Multicenter Database. Orthop J Sports Med. 2022 Jul 15;10(7):23259671221110851. doi: 10.1177/23259671221110851. PMID: 35859647; PMCID: PMC9290127. |
Tenotomy vs tenodesis |
Vajda M, Szakó L, Hegyi P, Erőss B, Görbe A, Molnár Z, Kozma K, Józsa G, Bucsi L, Schandl K. Tenodesis yields better functional results than tenotomy in long head of the biceps tendon operations-a systematic review and meta-analysis. Int Orthop. 2022 May;46(5):1037-1051. doi: 10.1007/s00264-022-05338-9. Epub 2022 Mar 7. PMID: 35254476; PMCID: PMC9001564. |
Tenotomy vs tenodesis |
van Deurzen DFP, Auw Yang KG, Onstenk R, Raven EEJ, van den Borne MPJ, Hoelen MA, Wessel RN, Willigenburg NW, Klaassen AD, van den Bekerom MPJ; BITE Study Group. Long Head of Biceps Tenotomy Is Not Inferior to Suprapectoral Tenodesis in Arthroscopic Repair of Nontraumatic Rotator Cuff Tears: A Multicenter, Non-inferiority, Randomized, Controlled Clinical Trial. Arthroscopy. 2021 Jun;37(6):1767-1776.e1. doi: 10.1016/j.arthro.2021.01.036. Epub 2021 Feb 6. PMID: 33556551. |
Tenotomy vs tenodesis |
Watson ST, Robbins CB, Bedi A, Carpenter JE, Gagnier JJ, Miller BS. Comparison of Outcomes 1 Year After Rotator Cuff Repair With and Without Concomitant Biceps Surgery. Arthroscopy. 2017 Nov;33(11):1928-1936. doi: 10.1016/j.arthro.2017.05.009. Epub 2017 Aug 16. PMID: 28822640. |
Wrong P (bicep tendon pathology) |
Woodmass JM, McRae SMB, Lapner PL, Sasyniuk T, Old J, Stranges G, Dubberly J, Verhulst FV, MacDonald PB. Effect of age, gender, and body mass index on incidence and satisfaction of a Popeye deformity following biceps tenotomy or tenodesis: secondary analysis of a randomized clinical trial. J Shoulder Elbow Surg. 2021 Aug;30(8):1733-1740. doi: 10.1016/j.jse.2021.05.003. Epub 2021 May 19. PMID: 34022365. |
Tenotomy vs tenodesis |
Yoğun Y, Bezirgan U, Dursun M, Armangil M. Is biceps tenodesis necessary when performing arthroscopic rotator cuff repair in patients older than 55 years? Arch Orthop Trauma Surg. 2022 Nov 27. doi: 10.1007/s00402-022-04707-8. Epub ahead of print. PMID: 36436066. |
Tenotomy vs tenodesis |
Zhang Q, Zhou J, Ge H, Cheng B. Tenotomy or tenodesis for long head biceps lesions in shoulders with reparable rotator cuff tears: a prospective randomised trial. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc. 2015 Feb;23(2):464-9. doi: 10.1007/s00167-013-2587-8. Epub 2013 Jul 5. PMID: 23828089. |
Tenotomy vs tenodesis |
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 03-02-2025
Laatst geautoriseerd : 03-02-2025
Geplande herbeoordeling : 03-02-2028
Algemene gegevens
De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).
De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.
Samenstelling werkgroep
Voor het herzien van de richtlijnmodules is in 2022 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met Subacromiaal Pijnsyndroom van de Schouder (SAPS).
Werkgroep
dr. J.J.A.M (Jos) van Raaij, orthopedisch chirurg Martiniziekenhuis Groningen, NOV (voorzitter)
dr. C.P.J. (Cornelis) Visser, orthopedisch chirurg Alrijne en Eisenhower Kliniek, NOV
dr. F.O. (Okke) Lambers Heerspink, orthopedisch chirurg VieCuri Medisch Centrum, NOV
dr. E.J.D. (Bart Jan) Veen, orthopedisch chirurg Medisch Spectrum Twente, NOV
dr. O. (Oscar) Dorrestijn, orthopedisch Chirurg Sint Maartenskliniek, NOV
dr. M.J.C. Maarten Leijs, orthopedisch chirurg Reinier Haga Orthopedisch Centrum , NOV
dr. D. (Dennis) van Poppel, manueel therapeut, sportfysiotherapeut PECE Zorg, Fontys Paramedisch, KNGF
drs. P.A. (Peter) Stroomberg, radioloog, Isala, NVvR
dr. R.P.G. (Ramon) Ottenheijm, huisarts, vakgroep huisartsgeneeskunde, Universiteit Maastricht, NHG
dr. J.W. (Jan Willem) Kallewaard, anesthesioloog Rijnstate, NVA
drs. T.J.W. (Tjerk) de Ruiter, revalidatiearts De Ruiter Revalidatie, VRA
dr. H.A. (Henk) Martens, reumatoloog Sint Maartenskliniek, NVR
Klankbordgroep
drs. R.J. (René) Naber, Bedrijfsarts arbodienst Amsterdam UMC, NVAB
drs. Y.B. (Yvonne) Suijkerbuijk, Arts-onderzoeker Amsterdam UMC en verzekeringsarts UWV, NVVG
Met ondersteuning van
dr. J.G.M. (Jacqueline) Jennen, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (oktober 2023 tot mei 2024)
drs. T. (Tessa) Geltink, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (tot mei 2024)
drs. F.M. (Femke) Janssen, junior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (tot oktober 2023, vanaf mei 2024)
dr. M.S. (Matthijs) Ruiter, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (vanaf mei 2024)
Belangenverklaringen
De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt bevestigd tijdens de commentaarfase.
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.
Werkgroep
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Van Raaij (voorzitter) |
Voorzitter werkgroep |
Orthopedisch chirurg, wetenschappelijk medewerker (stichting orthoresearch noord) Martiniziekenhuis Groningen (onbezoldigd). Bestuurslid werkgroep schouder/elleboog NOV (onbezoldigd) Lid registratie adviesraad (RAR) LROI (Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten) (onbezoldigd). Lid LEARN, (Rijksuniversiteit Groningen) (onderzoek naar opleiding/onderwijs) (onbezoldigd). Cursusleider vaardigheidstraining voor aios orthopedie (Techmed Centre, University of Twente) (onbezoldigd). Voorzitter werkgroep herziening richtlijn SAPS (FMS, kennisinstituut).
Lid werkgroep richtlijn chronische instabiliteit schouder (FMS, kennisinstituut)
Voorzitter cluster richtlijnen bovenste extremiteit (FMS,kennisinstituut)
Lid werkgroep ontwikkeling richtlijn schouderklachten, KNGF (fysiotherapie)
|
Geen |
Geen restricties
|
Visser
|
Orthopedisch chirurg Alrijne |
Orthopedisch chirurg Eisenhowerkliniek; Lid wetenschappelijke adviesraad (WAR) LROI (Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten) (onbezoldigd); Lid kascommissie van de NOV (onbezoldigd) |
Geen |
Geen restricties
|
|
Orthopedisch chirurg VieCuri Medisch Centrum
|
Commissie van onderzoek VieCuri (onbetaald) ] Lid wetenschapscommissie VieCuri (onbetaald) Voorzitter BELG (Bovenste Extremiteit Limburgs genootschap) (onbetaald)
|
Presentatie orthopedische firma (Arthrex) betreffende proximale humerusfracuur (betaald)
Extern gefinancieerd onderzoek (Financier, (inhoud)): Arthrex en Fons Wetenschap Innovatie Viecuri (optimale positionering glenoid bij revers schouderprothese), Fons wetenschap innovatie Viecuri (Nabehandeling schouderprothese middels app), Fonds Wetenschap Innovatie Viecuri (Voorkomen van cristallopathie bij patienten met een degeneratieve rotator cuff ruptuur). |
Geen restricties, onderwerp van extern gefinancierd onderzoek valt buiten het bestek van de richtlijn
|
Veen
|
Orthopedisch chirurg, Medisch Spectrum Twente |
Geen |
Geen |
Geen restricties
|
Dorrestijn
|
Orthopedisch chirurg |
Dienstverband Sint Maartenskliniek - echter geen direct financieel voordeel |
Geen |
Geen restricties
|
Leijs
|
Clubarts Excelsior en orthopedisch chirurg |
Geen |
Geen |
Geen restricties
|
Van Poppel
|
Manueel therapeut, sportfysiotherapeut, bewegingswetenschapper, docent, onderzoeker bij PECE Zorg, Schouder Expertise Centrum en Fontys Hogescholen. |
Zelfstandig docent, auteur, onderzoeker, betaald.
Docent Master Opleiding Sportfysiotherapie Hogeschool Rotterdam, betaald.
Lid werkgroep ontwikkeling richtlijn schouderklachten, KNGF (fysiotherapie).
Auditeur Health Care Auditing, betaald.
Lid Regionaal Tuchtcollege Gezondheidszorg, betaald. |
Geen |
Geen restricties
|
Deelname vanaf 09-10-2023 |
Tot 31-10-2024: Fellow Radioloog, Rijnstate Ziekenhuis
Vanaf 01-11-2024: Radioloog Isala
|
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Koen
Deelname t/m 09-10-2023 |
Radioloog bij het Meander Medisch Centrum, Screeningsradioloog bevolkingsonderzoek borstkanker. |
Geen |
Geen |
Geen restricties
|
Ottenheijm
|
Universitair docent; Vakgroep Huisartsgeneeskunde, Universiteit Maastricht; Kaderhuisartsbewegingsapparaat: werkzaam als ZZPer voor MCC Omnes, Pluspunt MC en ZBC Optimus Orthopedie |
Voorzitter Stichting Optimus Klinieken (ZBC) (onbetaald) Medisch Directeur van Optimus Orthopedie BV (onbetaald) Bestuurder van de NHG-expertgroep Het Beweegkader (vereniging van kaderhuisartsen bewegingsapparaat) t/m juni 2022.
|
Werkzaam als ZZP kaderhuisarts op 1,5 lijnspoli's en in een ZBC orthopedie, waar zorg voor schouderpatienten wordt geleverd. Mede-aandeelhouder Optimus Orthopedie BV
Mede-aanvrager van een door ZonMW gefinanceerd doelmatigheidsonderzoek schouderklachten in de huisartspraktijk (Hoofdaanvrager werkzaam bij Erasmus MC) |
Geen restricties
|
Kallewaard
|
Anesthesioloog, Rijnstate Ziekenhuis |
Betrokken bij andere richtlijnen: bbc nva sectie pijn nva hoofd clusterpijn deelnemer |
Extern gefinancierd onderzoek (Financier, inhoud): Boston Scientific (Neuromodulatie en endometriose), Saluda (neuromodulatie psps2), Dtm (neuromodulatie virgin back). |
Geen restricties, onderwerp van extern gefinancierd onderzoek valt buiten het bestek van de richtlijn
|
De Ruiter
|
Revalidatiearts bij De Ruiter Revalidatie |
Rotterdam Knowledge Ambassador, Onbetaald.
Adviseur Stichting Mobiliteit voor Gehandicapten, Onbetaald.
Oprichter Perpetual Prosthetics, Onbetaald.
Lid Membership Committee, International Society on Prosthetics and Orthotics, onbetaald. |
Geen |
Geen restricties
|
Martens
|
Reumatoloog bij de Sint Maartenskliniek |
Geen |
Geen |
Geen restricties
|
Klankbordgroep
Klankbordgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Naber |
Bedrijfsarts AUMC
|
Secretaris NVAB werkgroep Bedrijfsartsen in de Zorg (onbetaald)
|
Geen |
Geen restricties
|
Suijkerbuijk |
Arts-onderzoeker (promovenda) Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde, Amsterdam UMC, locatie AMC (betaald)
|
-Lid commissie wetenschap NVVG: beoordelen en deelname aan ontwikkeling van richtlijnen. Momenteel deelname aan ontwikkeling multidisciplinaire richtlijn Depressie (Trimbos) (onbetaald)
|
promotieonderzoek gefinancierd door UWV
|
Geen restricties
|
Met ondersteuning van
Janssen |
Junior adviseur Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten |
Geen |
Geen |
Geen acties |
Ruiter |
Senior adviseur Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten |
Geen |
Geen |
Geen acties |
Geltink |
Adviseur Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten |
Geen |
Geen |
Geen acties |
Jennen |
Adviseur Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten |
Geen |
Geen |
Geen acties |
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntperspectief door het uitnodigen van de Patiëntenfederatie Nederland voor de invitational conference (knelpuntenanalyse). Het verslag hiervan is besproken in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan Patiëntenfederatie Nederland en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.
Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz
Bij de richtlijnmodule is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd om te beoordelen of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling is de richtlijnmodule op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema op de Richtlijnendatabase).
Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
Bicepspees tenotomie/tenodese |
Geen substantiële financiële gevolgen |
Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn, volgt ook uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van het zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen substantiële financiële gevolgen verwacht. |
Werkwijze
AGREE
Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 3.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).
Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen
Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de werkgroep de knelpunten in de zorg voor patiënten met SAPS. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door de IGJ, NFU, NHG, NVZ, PF NL, STZ, V&VN, NAPA, ZiNL, ZKN, ZN, VIG, NOV, KNGF, NVvR, NHG, NVA, PFNL, VRA, NVR, NVAB, en Verzekeringsgeneeskundigen, via een knelpuntenanalyse (invitational conference). Een verslag hiervan is opgenomen onder aanverwante producten.
Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.
Uitkomstmaten
Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.
Methode literatuursamenvatting
Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. Indien mogelijk werd de data uit verschillende studies gepoold in een [random-effects model]. [Review Manager 5.4] werd gebruikt voor de statistische analyses. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).
GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).
GRADE |
Definitie |
Hoog |
|
Redelijk |
|
Laag |
|
Zeer laag |
|
Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE methodiek.
Formuleren van aanbevelingen
De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. De werkgroep heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.
In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.
Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers |
||
|
Sterke aanbeveling |
Zwakke (conditionele) aanbeveling |
Voor patiënten |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet. |
Een aanzienlijk deel van de patiënten zou de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. |
Voor behandelaars |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen. |
Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren. |
Voor beleidsmakers |
De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid. |
Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. |
Organisatie van zorg
In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijnmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Literatuur
Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.
Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.
Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.
Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.
Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.
Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html
Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.
Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.