Barbotage versus shockwave
Uitgangsvraag
Welke niet-chirurgische behandeling (barbotage versus shockwave) wordt aanbevolen bij patiënten met tendinosis calcarea?
Aanbeveling
Overweeg barbotage bij symptomatische tendinosis calcarea, bij voorkeur met achterlaten van corticosteroïd in de bursa, wanneer eerder gegeven corticosteroïdeninjectie niet het gewenste effect heeft gehad.
Als barbotage niet tot het gewenste effect heeft geleid, overweeg dan eenmalig rebarbotage of een high energy shockwave behandeling bij patiënten met SAPS op basis van tendinosis calcarea.
Overwegingen
Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs
Er is systematisch literatuuronderzoek verricht naar het effect van niet-chirurgische interventies (barbortage versus shockwave) bij volwassen patiënten met tendinosis calcarea van de schouder. Er zijn in totaal vijf gerandomiseerde studies geïncludeerd. De cruciale uitkomstmaten voor besluitvorming waren pijn en functioneren. De belangrijke uitkomstmaten waren patiënttevredenheid, complicaties, en terugkeer naar werk of vrijetijdsbezigheden.
Voor de uitkomstmaat pijn op zes maanden en twaalf maanden is de bewijskracht zeer laag. Deze zeer lage bewijskracht is onder andere te verklaren door het risico op vertekening, een beperkt aantal geïncludeerde patiënten, en inconsistentie in de gerapporteerde bevindingen.
De cruciale uitkomstmaat functioneren is gemeten op zes en twaalf maanden follow-up.
Eén studie (Kim, 2014) liet op een verschil in functioneren zien – gemeten met de American Society of Shoulder and Elbow Surgeons (ASES) – in het voordeel van barbotage. Echter was de bewijskracht voor functioneren eveneens laag. Dit komt door imprecisie (weinig studies, inclusie van laag aantal patiënten per studie/onderzoeksarm).
Geen enkele studie heeft de belangrijke uitkomstmaten patiënttevredenheid, complicaties, en terugkeer naar werk of vrijetijdsbezigheden op respectievelijk zes en twaalf maanden gerapporteerd. De studie van Louwerens (2020) benoemt enkel het optreden van een frozen shoulder zonder vermelding van de tijdsperiode waarop deze gerapporteerd is, en de studie van Castillo-Gonzalez (2016) rapporteert enkel het optreden van een vagale reactie als complicatie – tijdens of direct na de procedure. De studie van De Boer (2017) heeft zelfs vroegtijdig moeten stoppen – en heeft daardoor het vooraf berekende aantal patiënten niet kunnen includeren – door de hoge pijnscore in de shockwave groep.
Overall is de bewijskracht voor de cruciale uitkomstmaten pijn en functioneren in volwassen patiënten met tendinosis calcarea van de schouder zeer laag. Daarom kan de huidige literatuur maar beperkt richting geven aan de besluitvorming.
Een systematic review van Gatt (2014) includeert dertien studies om de uitkomsten en complicaties van echogeleide barbotage (herhaalde injectie en aspiratie) voor tendinosis calcarea van de schouder te beoordelen. De studie van Gatt (2014) laat zien dat barbotage een veilige techniek is met een hoog slagingspercentage en laag complicatiepercentage. Daarnaast blijkt barbotage een succesvolle methode te zijn wat betreft afname van calcificatie, vermindering van pijn en verbetering van de schouderfunctie. In een meta-analyse van Verstraelen (2014) over het effect van shockwave wordt een significant beter effect gevonden ten voordele van high energy ten opzichte van low energy shockwave.
In de studie van De Witte (2013) werd een significante verbetering gevonden in zowel de barbotage als de cortisoninjectie groep na één jaar follow-up. Echter de klinische en radiografische resultaten waren significant beter in de barbotage groep ten opzichte van cortisoninjectie groep.
Concluderend wordt in deze studies een gunstig effect gevonden van barbotage. Over high energy shockwave bestaat weinig literatuur, maar deze methode lijkt wel effectief. Onder andere de studie geïncludeerd in deze literatuur samenvatting (de Boer, 2017) laat zien dat barbotage een beter resultaat liet zien dan RSWT. Opvallend in deze studie was de uitval van deelnemers in verband met de forse pijn ten gevolge van de behandeling met RSWT en het daardoor kleine aantal geïncludeerde patiënten.
Op grond van de literatuur over de beschikbare behandelmogelijkheden lijkt barbotage een succesvollere behandeling dan low energy shockwave. High energy shockwave is mogelijk ook effectief, maar nog niet uitgebreid voorhanden; misschien ten gevolge van de hoge prijs van de daarvoor benodigde apparatuur. Bovendien blijkt deze behandeling uit studies erg pijnlijk.
Barbotage kan poliklinisch onder lokale anesthesie worden toegepast. De kosten in Nederland voor barbotage bedragen ongeveer €1500, dit omhelst o.a. tweemaal een bezoek aan de orthopeed en eenmaal aan de radioloog.
Er bestaat weinig bewijs in de literatuur dat low energy shockwave effectief is (Verstraelen, 2014). Studies die een positief effect van low energy shockwave aantonen betreffen de vergelijking tussen shockwave met reguliere fysiotherapie.
Waarden en voorkeuren van patiënten (en evt. hun verzorgers)
Voor patiënten is het belangrijk om een goede uitleg te krijgen over welke behandelingen er zijn. Hier kan sprake zijn van een persoonlijke voorkeur en daarom is het belangrijk dat patiënten worden meegenomen in de voor- en nadelen van de behandelingen, maar dat er ook aandacht wordt besteed aan het verwachtingsmanagement. Patiënten kunnen hierdoor op basis van de principes van Samen Beslissen een keuze kunnen maken.
Voor patiënten is barbotage een behandeling die goed te ondergaan is onder lokale anesthesie. Deze kan poliklinisch verricht worden zonder noodzaak voor algehele of regionale anesthesie. Het herhalen van alleen een corticosteroïdeninjectie bij recidief klachten wordt niet aangeraden, omdat de literatuur aantoont dat een injectie alleen niet voldoende effectief is zodat de patiënt eventueel later alsnog barbotage moet ondergaan. Dit leidt tot een onnodig lang pijn-/ziektetraject.
Het is belangrijk om het gunstige effect van de beschikbare interventies goed uit te leggen. Door uitstel van een adequate interventie kan een pijnperiode onnodig lang duren. Het doel van de interventie is het verwijderen/laten resorberen van calcificaties. Door het slanker worden van de supraspinatuspees zal de inklemming van de pees en slijmbeurs verminderen. Bij succesvolle resorptie kan door een fysiotherapeut na acht weken het bewegingspatroon van de schouder beoordeeld worden. Met een gericht fysiotherapietraject kan zo nodig het bewegingspatroon van de schouder geoptimaliseerd worden om recidief klachten te voorkomen.
Het potentiële nadeel van barbotage is pijn tijdens of na de behandeling. Met het achterlaten van corticosteroïd in de bursa kan de pijn goed onderdrukt worden. Ook kan een NSAID worden overwogen. Daarnaast brengt behandeling met barbotage in de tweede lijn kosten voor een orthopedisch en radiologisch consult met zich mee. Barbotage kan verder minder geschikt zijn voor mensen met allergie of contra-indicatie voor corticosteroïden of lokale analgetica. Bij gebruik van anticoagulantia dient rekening te worden gehouden met bloedingen.
Kosten (middelenbeslag)
De kosten voor barbotage zijn relatief laag. Door het gunstige effect wordt de ziekteduur bekort, wat ook een positief effect heeft op het maatschappelijk functioneren van patiënten (uitval op werk e.d.). De kosten voor behandeling in de tweede lijn zijn relatief laag en wegen op tegen de winst wat betreft de herstelduur. De gemaakte kosten voor low energy shockwave zijn ook relatief laag. Echter gezien de lage effectiviteit leidt een traject met eerst shockwave en daarna alsnog barbotage tot dubbele kosten. Bij tendinosis calcarea is het qua kosten en herstelduur het meest effectief om direct barbotage te verrichten.
Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie
Barbotage is een reguliere behandeling die op grote schaal in klinieken reeds wordt toegepast. Immobilisatie is niet nodig. Tegen napijn kan cortison in de bursa worden achtergelaten of reguliere pijnstilling worden gebruikt. Aan de patiënt worden geen specifieke eisen gesteld wat betreft nabehandeling (sling e.d.) anders dan het bewegen op geleide van pijn en eventueel medicamenteuze pijnbestrijding. Achterlaten van cortison in de bursa heeft een gunstig effect op de napijn. Low energy shockwave wordt in veel fysiotherapiepraktijken toegepast en is derhalve laagdrempelig bereikbaar.
Rationale van de aanbeveling: weging van argumenten voor en tegen de interventies
Er is beperkt bewijs op grond van gerandomiseerde studies die tot behandelvoorkeur leiden wat betreft barbotage of shockwave. Verder is er enig bewijs voor effectiviteit van high energy shockwave, maar de behandeling kan erg pijnlijk zijn. Voor behandeling met low energy shockwave bestaat geen overtuigend bewijs.
Aangezien barbotage een succesvolle en relatief snelle methode is om tendinosis calcarea te behandelen, is dit voor patiënten de meest geschikte keuze. De nadelen zijn beperkt. Achterlaten van corticosteroïden in de bursa kan pijn en gebruik van pijnmedicatie reduceren. In sommige gevallen is een eenmalige barbotage onvoldoende en kan een tweede behandeling nodig zijn. Voor behandeling in de eerste lijn dient de NHG-standaard Schouderklachten geraadpleegd te worden.
Onderbouwing
Achtergrond
In patients with SAPS calcification can occur in the tendons of the rotator cuff, usually in the tendon of the supraspinatus muscle, as a result of chronic inflammatory activity. This is often accompanied by thickening of the tendon (tendinosis), which can lead to chronic compression of the tendon impingement in the subacromial space when lifting the arm. This creates a vicious cycle. Thickening of the tendon due to calcification can also lead to chronic entrapment and/or persistent inflammation. Temoving the calcification is an effective method to solve this. This can be achieved by surgical evacuation of the calcification, but non-surgical methods are also successful.
Common non-surgical techniques are barbotage and shockwave. Barbotage involves puncturing and perforating calcifications under local anesthesia. Treatment with shockwave consists of shock waves generated by a probe against the outside of the skin at the site of calcification (Extracorporeal Shockwave Therapy, ESWT). Shockwave has several modalities. ESWT distinguishes between radial and focused ESWT.
Radial ESWT (also abbreviated as RSWT; radial shockwave therapy) is a treatment with low to moderate intensity shock waves and is generated mechanically where pressure waves are sent into the body via a treatment gun via a diverging beam. The peak of the shock wave is considerably lower in intensity than in focused ESWT and also builds up over a longer period of time (low energy ESWT). In the focused form (high energy) ESWT, there is a converging beam and, possibly with the help of ultrasound, a greater depth in the tissue can be reached.
Conclusies
Pain
Very low GRADE |
The evidence is very uncertain about impact of barbotage on pain score at 6 months follow-up when compared with extracorporeal shockwave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis.
Source: Louwerens (2020); Castillo-Gonzalez (2015); and Kim (2014). |
Very low GRADE |
The evidence is very uncertain about the impact of barbotage on pain as measured with the VAS at 12 months follow-up when compared with extracorporeal shockwave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis.
Source: De Boer (2017); Louwerens (2020); Castillo-Gonzalez (2015); and Kim (2014). |
Function
Constant Murley Score
Low GRADE |
Barbotage may result in little to no difference in function as measured with the constant murley score at 6 months follow-up when compared with extracorporeal shockwave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis.
Source: Louwerens, 2020 |
Low GRADE |
Barbotage may result in little to no difference in function as measured with the constant murley score at twelve months follow-up when compared with extracorporeal shockwave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis.
Source: Louwerens, 2020 |
Disabilities of the arm, Shoulder and Hand (DASH)
Low GRADE |
Barbotage may result in little to no difference in function as measured with the DASH at six months follow-up when compared with extracorporeal shockwave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis.
Source: Louwerens, 2020 |
Low GRADE |
Barbotage may result in little to no difference in function as measured with the DASH at twelve months follow-up when compared with extracorporeal shockwave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis.
Source: Louwerens, 2020 |
The Western Ontario Rotator Cuff (WORC)
No GRADE |
No evidence was found regarding the effect of barbotage on function as measured with the WORC at six months follow-up when compared with extracorporeal shock wave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis. |
No GRADE |
No evidence was found regarding the effect of barbotage on function as measured with the WORC at twelve months follow-up when compared with extracorporeal shock wave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis. |
American Society of Shoulder and Elbow Surgeons (ASES)
No GRADE |
No evidence was found regarding the effect of barbotage on function as measured with the ASES at six months follow-up when compared with extracorporeal shock wave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis. |
No GRADE |
No evidence was found regarding the effect of barbotage on function as measured with the ASES at twelve months follow-up when compared with extracorporeal shock wave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis. |
Oxford Shoulder Score (OSS)
No GRADE |
No evidence was found regarding the effect of barbotage on function as measured with the OSS at six months follow-up when compared with extracorporeal shock wave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis. |
No GRADE |
No evidence was found regarding the effect of barbotage on function as measured with the OSS at twelve months follow-up when compared with extracorporeal shock wave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis. |
Dutch Simple Shoulder Test (DSST)
No GRADE |
No evidence was found regarding the effect of barbotage on function as measured with the DSST at six months follow-up when compared with extracorporeal shock wave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis. |
No GRADE |
No evidence was found regarding the effect of barbotage on function as measured with the DSST at twelve months follow-up when compared with extracorporeal shock wave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis. |
Patient satisfaction
No GRADE |
No evidence was found regarding the effect of barbotage on patient satisfaction at six months follow-up when compared with extracorporeal shock wave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis. |
No GRADE |
No evidence was found regarding the effect of barbotage on patient satisfaction at twelve months follow-up when compared with extracorporeal shock wave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis. |
Adverse events/complicaties
No GRADE |
No evidence was found regarding the effect of barbotage on adverse events/complications at six months follow-up when compared with extracorporeal shock wave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis. |
No GRADE |
No evidence was found regarding the effect of barbotage on adverse events/complications at twelve months follow-up when compared with extracorporeal shock wave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis. |
Return to work or leisure
No GRADE |
No evidence was found regarding the effect of barbotage on return to work or leisure when compared with extracorporeal shock wave therapy in adult patients with shoulder calcific tendinitis. |
Samenvatting literatuur
Results
1. Pain
6 months
Three studies reported pain at the 6 month follow-up using the VAS score. This scale ranges from 0 to 10 and a higher score indicates more pain.
Louwerens (2020) presented the VAS baseline scores, and the change from baseline scores at various timepoints. At six months, we calculated the VAS scores, which were respectively 3.1 in the ultrasound-guided needling combined with a subacromial corticosteroid injection (intervention) group and 3.5 in the high-energy extracorporeal shockwave therapy (ESWT) group (Mean Difference (MD): -0.4).
In Castillo-Gonzalez (2016), the mean VAS pain score at baseline was 7.43 ± 0.99 for both groups. At 6 months follow-up, the mean VAS pain score was solely presented in a visual graph and was respectively 2.2 (SD not reported) in the ultrasound-guided percutaneous lavage (UGPL) group and 4 (SD not reported) in the ESWT group 4 (MD: -1.8; 95% CI not reported and estimable).
In Kim (2014), the mean VAS score at baseline was respectively 6.8 and 6.3 in the US-guided needling group with an additional subacromial corticosteroid injection group and ESWT group. At six months follow-up, the mean VAS score in the US-guided needling group with an additional subacromial corticosteroid injection was 1.8 (SD not reported) and in the ESWT group 2.5 (SD not reported) (MD: -0.7; 95% CI not reported and estimable).
12 months
Four studies reported on pain at 12 months follow-up. Three studies reported pain at the 12 month follow-up using the VAS score. The scale ranges from 0 to 10 and a higher score indicates more pain. One study reported pain at the 12 month follow-up using the Numerical Rating Scale (NRS). The scale ranges from 0 to 10 in which a score of 0 equals no pain.
In De Boer (2017), the Numeric Rating Scale (NRS) was used to measure pain. The mean NRS score (95% CI) at baseline was respectively 7.5 (95% CI, 6.5 to 8.6) in the ultrasound needling group and 7.9 (95% CI, 6.9 to 8.8) in the Radial Shockwave (RSWT) group. At 12 months follow-up, the NRS was 1.9 (95% CI, 0.6 to 3.2) in the intervention group and 2.1 (95% CI, 0.3 to 3.9) in the control group (MD: -0.20; 95% CI, -2.2 to 1.8).
In Louwerens (2020), at twelve months, we calculated the VAS scores, which were respectively 2.1 in the ultrasound-guided needling combined with a subacromial corticosteroid injection (intervention) group and 3.2 in the ESWT (control) group (MD: -1.1).
In Castillo-Gonzalez (2016), the mean VAS pain score at baseline was 7.43 ± 0.99 for both groups. At 12 months follow-up, the mean was score was in the ultrasound-guided percutaneous lavage (UGPL) group was 1.3 (SD not reported) and in the ESWT group 3.3 (SD not reported) (MD: -2; 95% CI not reported and estimable). Additionally, textually the complete relief of pain was indicated: 89% of the patients in the UPGL group compared to 65% of the patients in the ESWT group reported complete relief of pain at twelve months follow-up.
In Kim (2014), the mean VAS score in the US-guided needling group with an additional subacromial corticosteroid injection was 1.4 (SD not reported) and 3.3 (SD not reported) in the ESWT group (control group) (MD: -1.9, 95% CI not reported and estimable) at twelve months follow-up.
2. PROMS for function
6 months
Constant Murley Score (CMS)
Louwerens (2020) reported the Constant Murley Score (CMS) (ranging from 0 to 100 in which a higher score indicated better functioning) as a change in CMS from baseline. The change in CMS from baseline in the ultrasound-guided needling combined with a subacromial corticosteroid injection group (intervention group) was 12.4 (95% CI; 7.1 to 17.6) and in the high-energy extracorporeal shockwave therapy group this was 13.3 (95% CI; 7.8 to 18.8). The MD was -0.9 (95% CI; -8.3 to 6.5) and was not considered clinically relevant.
Disabilities of the arm, Shoulder and Hand (DASH)
Louwerens (2020) reported the change from baseline in DASH score (ranging from 0 to 100 in which a higher score indicates better functioning). The change from baseline in DASH score was -13.6 (95% CI; -18.5 to -8.7) in the ultrasound-guided needling combined with a subacromial corticosteroid injection group; and -17.6 (95% CI; -24.1 to -11.1) in the high-energy extracorporeal shockwave therapy group. The MD in change from baseline score was 4 (95% CI; -3.9 to 11.89) and was not considered clinical relevant.
The Western Ontario Rotator Cuff (WORC)
No study reported the WORC.
American Society of Shoulder and Elbow Surgeons (ASES)
Kim (2014) reported the ASES score at six months follow-up. The mean ASES score was 85.2 (SD not reported) in the US-guided needling group and 76.2 (SD not reported) in the ESWT group. The MD is 9 (95% CI not reported and estimable).
Oxford Shoulder Score (OSS)
No study reported the OSS.
Dutch Simple Shoulder Test (DSST)
No study reported the DSST.
12 months
Constant Murley Score (CMS)
Louwerens (2020) reported the Constant Murley Score (CMS) (ranging from 0 to 100 in which a higher score indicated better functioning) as a change in CMS from baseline. The change in CMS from baseline in the ultrasound-guided needling combined with a subacromial corticosteroid injection group (intervention group) was 20.9 (95% CI; 16.9 to 24.8) and in the high-energy extracorporeal shockwave therapy group this was 15.7 (95% CI; 10.1 to 21.3). The MD was 5.2 (95% CI; -1.5 to 11.9) and was not considered clinical relevant.
Disabilities of the arm, Shoulder and Hand (DASH)
Louwerens (2020) reported the change from baseline in DASH score (ranging from 0 to 100 in which a higher score indicates better functioning). The change from baseline in DASH score was -20.1 (95% CI; -25.4 to -14.8) in the ultrasound-guided needling combined with a subacromial corticosteroid injection group; and -20.7 (95% CI; -27.2 to -14.2) in the high-energy extracorporeal shockwave therapy group. The MD in change from baseline score was 0.6 (95% CI; -7.5 to 8.7) and was not considered clinically relevant.
The Western Ontario Rotator Cuff (WORC)
No study reported the WORC.
American Society of Shoulder and Elbow Surgeons (ASES)
Kim (2014) reported an ASES score at twelve months follow-up. The mean ASES score was 90.3 (SD not reported) in the US-guided needling group and 74.6 (SD not reported) in the ESWT group. The MD is 15.7 (95% CI not reported and estimable).
Oxford Shoulder Score (OSS)
No study reported the OSS.
Dutch Simple Shoulder Test (DSST)
No study reported the DSST.
3. Patient satisfaction
6 months
No study reported patient satisfaction at six month follow-up.
12 months
Louwerens (2020) reported VAS for satisfaction at twelve month follow-up. However, solely textually the following results were presented: mean satisfaction scores were respectively 7.0 ± 2.8 in the ultrasound-guided needling combined with a subacromial corticosteroid injection (intervention), and 7.6 ± 2.2 in the ESWT (control group). However, no information about scale ranging etc. was provided. This difference was not considered clinically relevant.
4. Complications/adverse events
6 months
No study reported complications/adverse events at 6 month follow-up
12 months
No study reported complications/adverse events.
5. Return to work or leisure
Not reported.
Level of evidence of the literature
The level of evidence for all outcome measures started as high, since the included studies were RCTs.
1. Pain
The evidence regarding the outcome measure pain at six months follow-up, was downgraded by two levels to Very low because of study limitations (-1; risk of bias; concealment of allocation), conflicting results (-1; inconsistency) and limited population size (-1; imprecision).
The evidence regarding the outcome measure pain at twelve months follow-up, was downgraded by two levels to Very low because of study limitations (-1; risk of bias; concealment of allocation), conflicting results (-1; inconsistency) and limited population size (-1; imprecision).
2. PROMS for function
Constant Murley Score (CMS)
The evidence regarding the outcome measure function at six months follow-up, measured with the CMS, was downgraded by two levels to Low Grade because of study limitations (-1; risk of bias; concealment of allocation unknown), and limited population size (-1; imprecision).
The evidence regarding the outcome measure function at twelve months follow-up, measured with the CMS, was downgraded by two levels to Low Grade because of study limitations (-1; risk of bias; concealment of allocation unknown), and limited population size (-1; imprecision).
Disabilities of the arm, Shoulder and Hand (DASH)
The evidence regarding the outcome measure function at six months follow-up, measured with the DASH, was downgraded by two levels to Low Grade because of study limitations (-1; risk of bias; concealment of allocation unknown), and limited population size (-1; imprecision).
The evidence regarding the outcome measure function at twelve months follow-up, measured with the DASH, was downgraded by two levels to Low Grade because of study limitations (-1; risk of bias; concealment of allocation unknown), and limited population size (-1; imprecision).
The Western Ontario Rotator Cuff (WORC)
No studies were found that reported function at six months follow-up using the WORC. Therefore, the level of evidence for this outcome measure could not be assessed.
No studies were found that reported function at twelve months follow-up using the WORC. Therefore, the level of evidence for this outcome measure could not be assessed.
American Society of Shoulder and Elbow Surgeons (ASES)
No studies were found that reported function at six months follow-up using the ASES. Therefore, the level of evidence for this outcome measure could not be assessed.
No studies were found that reported function at twelve months follow-up using the ASES. Therefore, the level of evidence for this outcome measure could not be assessed.
Oxford Shoulder Score (OSS)
No studies were found that reported function at six months follow-up using the OSS. Therefore, the level of evidence for this outcome measure could not be assessed.
No studies were found that reported function at twelve months follow-up using the OSS. Therefore, the level of evidence for this outcome measure could not be assessed.
Dutch Simple Shoulder Test (DSST)
No studies were found that reported function at six months follow-up using the DSST. Therefore, the level of evidence for this outcome measure could not be assessed.
No studies were found that reported function at twelve months follow-up using the DSST. Therefore, the level of evidence for this outcome measure could not be assessed.
3. Patient satisfaction
No studies were found that reported on patient satisfaction at six months follow-up. Therefore, the level of evidence for this outcome measure could not be assessed.
No studies were found that reported on patient satisfaction at twelve months follow-up. Therefore, the level of evidence for this outcome measure could not be assessed.
4. Adverse events/complications
No studies were found that reported on adverse events/complications at six months follow-up. Therefore, the level of evidence for this outcome measure could not be assessed.
No studies were found that reported on adverse events/complications at twelve months follow-up. Therefore, the level of evidence for this outcome measure could not be assessed.
5. Return to work or leisure
No studies were found that reported on return to work or leisure. Therefore, the level of evidence for this outcome measure could not be assessed.
Zoeken en selecteren
A systematic review of the literature was performed to answer the following question:
What is the effectiveness of barbotage compared to shockwave in patients with tendinosis alcarean on patient-reported outcome measures?
Patients |
patients with tendinosis alcarean of the supraspinatus or infraspinatus |
Intervention |
barbotage |
Control |
shockwave |
Outcomes |
Pain, PROMs for function (CMS, CASH, WORC, ASES, OSS, DSST), patient satisfaction, complications/adverse events, return to work or leisure |
Relevant outcome measures
The guideline development group considered pain and function (PROMs for function: CMS, DASH, WORC, ASES, OSS, DSST) as critical outcome measures for decision making; and patient satisfaction, return to work or leisure and complications/adverse events as an important outcome measure for decision making.
The guideline development group defined the outcome measures as follows:
- Pain: VAS-scale (0-10 points or 0-100mm scale)
- Patient reported outcomes measures for function: CMS, DASH, WORC, ASES, DSST, OSS
- Complications/adverse events: re-rupture, frozen shoulder and infection
- Patient satisfaction: self-reported satisfaction with treatment and/or function
- Return to work or leisure: definitions used in the studies
The guideline development group defined the minimal clinically (patient) important differences as follows:
- Pain
- 1/10 points or 10/100 points on a VAS scale
- Patient reported outcome measures:
- CMS: 15 points on a 100-point scale (Holmgren, 2014)
- DASH: 13 on a 100 point scale (Koorevaar, 2018)
- WORC : -282.6 on a 2100 point scale (Gagnier, 2018)
- ASES : 9 on a 100 point scale (Gagnier, 2018)
- DSST: 2.8 on a 12 point scale (Van Kampen, 2013)
- OSS: 5 points on a 48-point scale (Nyring, 2021)
- Complications/adverse events:
- Re-rupture: 5 mm difference in rupture size
- Frozen shoulder: 25% (RR ≤ 0.80 and ≥ 1.25)
- Infection: 25% (RR ≤ 0.80 and ≥ 1.25)
- Patient satisfaction: difference of 25% (RR ≤ 0.80 and ≥ 1.25) or 1/10 points or 10/100 points on a VAS scale.
- Return to work or leisure: difference of 25% (RR ≤ 0.80 and ≥ 1.25)
Search and select (Methods)
The databases Medline (via OVID) and Embase (via Embase.com) were searched with relevant search terms until the 23th of October 2023. The detailed search strategy is depicted under the tab Methods. The systematic literature search resulted in 51 hits. Studies were selected based on the following criteria:
- Study design: randomized controlled trial or systematic review.
- Patients with tendinosis alcarean of the supraspinatus or infraspinatus, in adulthood.
- Comparing barbotage vs. schockwave.
- Describing at least one of the relevant outcomes specified in the PICO.
- Published from november 2017.
- Follow-up duration: 6 and 12 months
A total of 13 studies were initially selected based on title and abstract screening. After reading the full text, 6 studies were excluded, resulting in 7 studies for this literature analysis. Additionally, we included 2 RCTs (Del Castillo Del Castillo-Gonzalez, 2016; and De Boer (2017)) due to often being mentioned in the literature, resulting in a total of 9 studies. During the literature analysis, we additionally excluded 4 other studies: Zhang (2019), Verstraelen (2022), Lafrance (2019) and Simpson (2020), since these (systematic reviews/meta-analysis) discussed RCTs which were already included in our literature analysis (see the table with reasons for exclusion under the tab Methods). A total of five studies were included in the literature analysis).
Results
Five studies were included in the analysis of the literature. Important study characteristics and results are summarized in the evidence tables. The assessment of the risk of bias is summarized in the risk of bias tables.
Referenties
- Darrieutort-Laffite, C. and Varin, S. and Coiffier, G. and Albert, J. D. and Planche, L. and Maugars, Y. and Cormier, G. and Le Goff, B. Are corticosteroid injections needed after needling and lavage of calcific tendinitis? Randomised, double-blind, non-inferiority trial. Annals of the Rheumatic Diseases. 2019; 78 (6) :837-843.
- de Witte, P. B., Selten, J. W., Navas, A., Nagels, J., Visser, C. P., Nelissen, R. G., & Reijnierse, M. (2013). Calcific tendinitis of the rotator cuff: a randomized controlled trial of ultrasound-guided needling and lavage versus subacromial corticosteroids. The American journal of sports medicine, 41(7), 1665-1673.
- Gagnier JJ, Robbins C, Bedi A, Carpenter JE, Miller BS. Establishing minimally important differences for the American Shoulder and Elbow Surgeons score and the Western Ontario Rotator Cuff Index in patients with full-thickness rotator cuff tears. J Shoulder Elbow Surg. 2018 May;27(5):e160-e166. doi: 10.1016/j.jse.2017.10.042. Epub 2018 Jan 4. PMID: 29307675.
- Gatt, D. L. and Charalambous, C. P. Ultrasound-guided barbotage for calcific tendonitis of the shoulder: A systematic review including 908 patients. Arthroscopy - Journal of Arthroscopic and Related Surgery. 2014; 30 (9) :1166-1172
- Holmgren T, Oberg B, Adolfsson L, Björnsson Hallgren H, Johansson K. Minimal important changes in the Constant-Murley score in patients with subacromial pain. J Shoulder Elbow Surg. 2014 Aug;23(8):1083-90. doi: 10.1016/j.jse.2014.01.014. Epub 2014 Apr 13. PMID: 24726486.
- Koorevaar RCT, Kleinlugtenbelt YV, Landman EBM, van 't Riet E, Bulstra SK. Psychological symptoms and the MCID of the DASH score in shoulder surgery. J Orthop Surg Res. 2018 Oct 4;13(1):246. doi: 10.1186/s13018-018-0949-0. PMID: 30286775; PMCID: PMC6172756.
- Nyring MRK, Olsen BS, Amundsen A, Rasmussen JV. Minimal Clinically Important Differences (MCID) for the Western Ontario Osteoarthritis of the Shoulder Index (WOOS) and the Oxford Shoulder Score (OSS). Patient Relat Outcome Meas. 2021 Sep 22;12:299-306. doi: 10.2147/PROM.S316920. PMID: 34588833; PMCID: PMC8473013.
- van Kampen DA, Willems WJ, van Beers LW, Castelein RM, Scholtes VA, Terwee CB. Determination and comparison of the smallest detectable change (SDC) and the minimal important change (MIC) of four-shoulder patient-reported outcome measures (PROMs). J Orthop Surg Res. 2013 Nov 14;8:40. doi: 10.1186/1749-799X-8-40. PMID: 24225254; PMCID: PMC3842665.
- Verstraelen, F. U. and In Den Kleef, N. J. H. M. and Jansen, L. and Morrenhof, J. W. High-energy versus low-energy extracorporeal shock wave therapy for calcifying tendinitis of the shoulder: Which is superior? A meta-analysis. Clinical Orthopaedics and Related Research. 2014; 472 (9) :2816-2825
Evidence tabellen
Study reference |
Study characteristics |
Patient characteristics |
Intervention (I) |
Comparison / control (C)
|
Follow-up |
Outcome measures and effect size |
Comments |
Type of study: Randomized, controlled trial
Setting and country: Patients treated in our sports medicine and rehabilitation centre (Centro Médico Deyre, Madrid. Spain) between January 2007 and December 2013.
Funding and conflicts of interest: Funding.—This work was partly funded by grant awarded by the Santander Group to the Foundation Alfonso X el Sabio University. Conflicts of interest.—The authors certify that there is no conflict of interest with any financial organization regarding the material discussed in the manuscript. |
Inclusion criteria: -patients whom attended our medical center between January 2007 and december 2013, -had a clinical, radiological and ultrasound diagnosis of rcct. -had a minimum calcification of 5 mm diameter, -had a minimum visual analogue scale (VAS) pain score of 6 (where 0 represents no pain, and 10 maximum pain), -and have no allergies to the medications used.
Exclusion criteria: - patients with any form of tendon rupture, total or partial, were excluded.
N total at baseline: 201 Intervention: 121 Control: 80
Important prognostic factors2: age ± SD: I: not reported C: not reported
Sex: I: % M not reported C: % M not reported
VAS score at baseline: mean VAS pain score: 7.43±0.99. Further solely textually mentioned that there was no significant difference between the groups. This was so high since solely people with VAS 6 or higher were included.
Groups comparable at baseline? Not reported
|
Describe intervention (treatment/procedure/test):
Patients with rotator cuff calcific tendinopathy (RCCT) received ultrasound-guided percutaneous lavage (UGPL).
Patients were provided an anxiolytic (bromazepam 1.5 mg) 30 minutes before the procedure to reduce the possibility of the appearance of vagal syndrome. A prior ultrasound examination was used to determine the position of the shoulder that would leave the calcification most accessible from the cutaneous plane. The procedure was performed with the patient sat in a chair with armrests, facing the physician, with the shoulder rotated internally and the forearm placed on the back. This position increases the pressure within the tendon and facilitates the movement of the calcium into the syringe. All patients were told to hold this position during the entire procedure, which lasts about 30 minutes. The needle insertion point was marked on the skin. asepsis was guaranteed by swabbing with iodated povidone. Under aseptic conditions, a 10-mL syringe filled with 2% mepivacaine, a 5-ml syringe containing triamcino lone, several syringes containing sterile physiological saline, and 18-G and 20-G needles were laid out on a sterile gauze. The procedure was begun by injecting the mepivacaine into the skin using a syringe with a 20G needle, and placing the ultrasound probe over the trajectory to cover (from the entry point to the calcification). The needle was gradually pushed towards the calcification, anesthetizing from the point of entry in the skin through to the subacromial bursa. the needle was then placed below the calcification, and the remaining anesthetic used to begin its fragmentation and lavage, working the plunger with a forward pumping movement only, i.e., without aspiration (Figure 2). These impulses were kept up until the calcified material began to leave the calcification and enter the syringe. When the syringe body was full it was replaced by one containing physiological saline, but without removing the needle from its position. the same lavage and pumping action was then performed again. the procedure was repeated until no more calcified material could be withdrawn, until the calcification had been completely fragmented, or until the patient showed signs of discomfort. at this point the syringe body was switched (without withdrawing the needle) for that containing 2 mL triamcinolone. The needle was then gradually extracted as far as the bursa where the syringe contents were emptied, before being completely removed. the insertion point in the skin was then covered with a sterile gauze. in patients with a hard calcification, or in which the needle became blocked due to the entry of dense material, the latter was switched for an 18-G one. |
Describe control (treatment/procedure/test):
Patients with rotator cuff calcific tendinopathy (RCCT) receiving extracorporeal shockwave therapy.
This was performed with the patient sat in a chair with armrests and facing the physician. a conducting gel was placed on the area where the waves were to be transmitted. The calcification was localized by fluoroscopy, and the point on the skin where the shockwaves would be delivered identified (Figure 3). A total of 2000 impacts (two series of 1000 each) at a frequency of 8-10 hz and an energy density of 0.20 J/mm2 was then delivered with the shockwave emitter in direct contact with the skin. this was performed twice per week for four weeks. After each session the patient was monitored in the waiting room for a few minutes to make sure no complications had arisen before discharge. the procedure can be painful, especially at the start of therapy, but never requires local anesthetic.
Number of sessions: two sessions per week for four weeks was chosen. |
Length of follow-up: 12 month
Loss-to-follow-up: Intervention: N (%): 1 patient: Reasons (describe): did not attend appointments.
Control (ESWT): N (%): 41 Reasons (describe): 38 patients did not complete treatment, and 3 patients did not attend appointments. Analysed: 80 patients
Incomplete outcome data: Intervention: N (%) Reasons (describe)
Control: N (%) Reasons (describe)
|
Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):
6 months
1. Pain Mean VAS-score (0-10) presented visually in a diagram I: 2.2 C: 4 (p<0.01) with the UGPL treatment being more effective in reducing pain.
2. PROMS for function: 2.1. CMS Not reported 2.2. CASH Not reported 2.3. WORC Not reported 2.4. ASES Not reported 2.5. OSS Not reported 2.6. DSST Not reported
3. Patient satisfaction Not reported
4. Complications/adverse events Not reported
12 months
1. Pain Mean VAS-score (0-10) presented visually in a diagram I: 1.3 C: 3.3 (p<0.01) with the UGPL treatment being more effective in reducing pain.
Complete relive of pain at 12 months I: 108 (89.26%) C: 52 (65.0%)
2. PROMS for function: 2.1. CMS Not reported 2.2. CASH Not reported 2.3. WORC Not reported 2.4. ASES Not reported 2.5. OSS Not reported 2.6. DSST Not reported
3. Patient satisfaction Not reported
4. Complications/adverse events Not reported
|
Conclusion:
-Both techniques are valid for the treatment of RCCT, although UGPL is associated with a greater reduction of calcification and greater reduction in pain.
-Clinical rehabilitation impact: the results obtained applying uGpl, the low cost and the lack of complications should therefore make the treatment of choice in centres that are appropriately equipped and staffed.
Pain measured using the visual analogue scale (VAS) |
|
De Boer (2017) |
Type of study: A prospective, randomized trial
Setting and country: All patients were seen on the outpatient clinic of the hospital (Hagaziekenhuis) between May 2010 and March 2011.
Funding and conflicts of interest: Conflict of interest: none. Funding: not reported |
Inclusion criteria: -shoulder pain persisting more than 6 months, calcification in the rotator cuff region type I or II according to Gartner on a standard shoulder radiograph. -Numeric Rating Scale (NRS) for pain had to be >= 4 at the time of inclusion, -previous conservative therapy (physio, NSAIDs, cortisone infiltration) should have failed.
Exclusion criteria: -insufficient knowledge of Dutch language, -age under 18, -inability to receive informed consent, -participation in other study, -other pathology which could cause shoulder – or upper limb pain (eg. Rotator cuff tears, acromioclavicular arthropathy, frozen shoulder, cervical disc hernia), -patients suffering from inflammatory-, malignant, - or clotting disease, -pregnant woman.
N total at baseline: 25 Intervention: 11 Control: 14
Important prognostic factors2: age ± SD: I: not reported C: not reported
Sex: I: % M not reported C: % M not reported
Mean VAS pain score at baseline I: 7.5 (6.5 – 8.6) C: 7.9 [6.9 – 8.8]
Groups comparable at baseline? Unknown |
Describe intervention (treatment/procedure/test):
The UN protocol consisted of a single treatment procedure. Before the start , 1 ml (40 mg) of corticosteroid) was left inside the subacromial bursa without ultrasound guidance. Then a local anaesthetic (lidocaine 1%) was administered to the skin, bursa and tendon. The calcification was localized with ultrasound and pierced several times with 2 hollow 18 guage needles. A saline solution was flushed through both needle portals in order to wash out the calcium. Procedure was done by the senior author who is a shoulder surgeon experienced in ultrasonography.
|
Describe control (treatment/procedure/test):
Consisted of 4 sessions of RSWT therapy one week apart. Each session was similar: 500 pulses of 1.5 bar (150 kPa) with a frequency of 4.5 Hz, followed by 2000 pulses of 2.5 bar (250 kPa) with a frequency of 10 Hz; EFD 0.10 mJ/mm. Duration of pulses was 2 ms. A Masterpuls MP 100 in combination with a standard ultrasound transfergel was used. RSWT was performed by a specialist physical therapist.
|
Length of follow-up: 1 year
Loss-to-follow-up: Intervention: 1 N (%) Reasons (describe) changed treatment due to consistent pain
Control: N (%) 5 Reasons (describe) changed treatment due to consistent pain
Incomplete outcome data: Intervention: N (%) Reasons (describe)
Control: N (%) Reasons (describe)
|
Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):
6 months
1. Pain Not reported
2. PROMS for function: 2.1. CMS (95% CI) Not reported 2.2. CASH Not reported 2.3. WORC Not reported 2.4. ASES Not reported 2.5. OSS Not reported 2.6. DSST Not reported
3. Patient satisfaction Not reported
4. Complications/adverse events Subacromial debridement and decompression because of unacceptable persistent pain I: 1 patient C: 0
12 months
1. Pain Using the numerical rating scale (NRS) I: 1.9 [0.6-3.2] C: 2.1 [0.3-3.9]
2. PROMS for function: 2.1. CMS (95% CI) Not reported 2.2. CASH Not reported 2.3. WORC Not reported 2.4. ASES Not reported 2.5. OSS (Mean, range) I: 53.2 [47.1-59.3] C: 49.1 [39.2-59.0] (p=0.32) 2.6. DSST Not reported 3. Patient satisfaction Not reported
4. Complications/adverse events Free of complaints [95 % CI] I: 40% C: 44%
|
Conclusion:
Compared to RSWT, UN resulted in lower pain and faster resorption of calcifications after 6 weeks. No significant differences were found after 1 year. Since the study was terminated prematurely because of high NRS in the RSWT group, it could not be advised to use of RSWT over UN.
Funding not reported.
5 patients in the RSWT group changed to the UN group due to pain in the period between 6 weeks and 1 years. However, During the trial, the Data Safety Monitoring Board decided to stop the inclusion prematurely due to the extremely high NRS score of the patients in the RSWT group. Originally, 40 patients were needed for inclusion (power calculation), however when the study terminated 25 patients were included.
Pain was measured using the NRS (ranging from 0-10) in which only absolute numbers can be used. Score 0 equals no pain. When the patient could not choose between two number (e.g. Between a score of 3 and 4), we used the higher (4) score).
Oxford Shoulder Score, a 12-items questionnaire to assess the patients functional ability: for each question: 1 = worst, 5 = best). Score of 12 was the worst score which patients could receive, and a score of 60 the best score.
The Constant Murley Score: is a combined score which measures the pain score, functional assessment, range of motion and strength. Maximum score is 100, minimum is 2. |
Kim (2014) |
Type of study: Prospective, randomized trial.
Setting and country: From November 2005 to March 2011 in this study. patients diagnosed with unilateral calcium deposition at the supraspinatus tendon, were included in the study. Department of orthopaedics, south Korea, Seoul.
Funding and conflicts of interest: The authors, their immediate families, and any research foundation with which they are affiliated have not received any financial payments or other benefits from any commercial entity related to the subject of this article. |
Inclusion criteria: -Patients diagnosed with unilateral calcium deposition at the supraspinatus tendon, -confirmed on radiologic examination, - and disease duration of more than 3 months were included in the study.
Exclusion criteria: Patients with other shoulder disease, such as rotator cuff tear, adhesive capsulitis, arthritis, fracture, infection, and history of treatment for the affected shoulder, were excluded from this study with initial examination (physical examination, radiography, and US).
N total at baseline: 62 Intervention: 30 Control: 32
Important prognostic factors2: For example age ± SD: I: 53.9 years (range, 45-76 years) C: 57.4 years (47-78)
Sex: I: 23 F, 2 M C: 26 F, 3 M
VAS score at baseline: I: 6.8 C: 6.3
Groups comparable at baseline? Yes
|
Describe intervention (treatment/procedure/test):
The US needling group underwent US-guided needling and received a subacromial corticosteroid injection. The US needling group underwent US-guided needling and received a subacromial corticosteroid injection.
All US-guided needling procedures were performed by 1 orthopaedic surgeon (Y.S.K.) with a single needle without lavage. The procedure was performed by sterile technique and surgical gloves. The skin was then cleaned with a 10% iodopovidone solution 3 times and antiseptically draped. After administration of local anesthesia (2% lidocaine), the patients in this group underwent multiple percutaneous punctures for each deposit with an 18-gauge needle under real-time monitoring with US. The final step in the procedure was an injection of 1 mL (40 mg) of Depo-Medrol into the subacromial space under US guidance.
|
Describe control (treatment/procedure/test):
This procedure was also performed in the sitting position by 1 experienced technician. The procedure involved aiming at the maximum sore spot according to anatomic targeting. ESWT was administered for 3 sessions, 1 week apart (1000 impulses, 0.36 mJ/mm2). The ESWT group received ESWT 3 times a week.
|
Length of follow-up: The average follow-up period was 23.0 months (range, 12.1-28.5 months) after treatment.
Loss-to-follow-up: Intervention: N (%) 5 Reasons (describe) because of noncompliance with the follow-up protocol after the procedure.
Control: N (%) 3 Reasons (describe) because of noncompliance with the follow-up protocol after the procedure.
Incomplete outcome data: Intervention: N (%) Reasons (describe)
Control: N (%) Reasons (describe)
|
Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):
6 months
1. Pain Using the Visual analogue Scale (VAS) I: 1.8 C: 2.5
2. PROMS for function: 2.1. CMS Not reported 2.2. CASH Not reported 2.3. WORC Not reported 2.4. ASES I: 85.2 C: 76.4 (p>0.5) 2.5. OSS Not reported 2.6. DSST Simple Shoulder Test I: 74.1 C: 70.8
3. Patient satisfaction Not reported
4. Complications/adverse events Not reported
12 months
1. Pain Using the Visual analogue Scale (VAS) I: 1.4 C: 3.3
2. PROMS for function: 2.1. CMS Not reported 2.2. CASH Not reported 2.3. WORC Not reported 2.4. ASES I: 90.3 C: 74.6 (p<.05) 2.5. OSS Not reported 2.6. DSST Not reported
3. Patient satisfaction Not reported
4. Complications/adverse events Not reported
|
Conclusion:
Both methods showed improved outcomes without serious side effects. Both treatment modalities for calcific tendinitis improved clinical outcomes and eliminated calcium deposits. US-guided needling treatment, however, was more effective in function restoration and pain relief in the short term.
American Shoulder and Elbow Surgeons (ASES)
Scale numbering/scoring of outcome measures not reported.
|
Kuo (2022)
|
Type of study: A single-blind, randomized, controlled study.
Setting and country: Between January 2013 and December 2014, 75 patients with calcific tendinitis of the shoulder were recruited from the outpatient clinic at the Department of Physical Medicine and Rehabilitation of the authors’ Institution (Taiwan).
Funding and conflicts of interest: This study was financially supported by Shin Kong WuHo-Su Memorial Hospital of Taiwan (SKH-8302 102-DR-33).
Conflict of interest was reported: the authors declared no conflicts of interest. |
Inclusion criteria: -between 20 and 75 years of age; 2), -at least a 3-month history of unilateral shoulder discomfort, - and radiological evidence of both type I and type II calcification– as defined by Gartner– or US-based evidence of arc-shaped calcification– as defined by Chiou.
Exclusion criteria: -pregnancy, -clotting disorders, anticoagulant or antiplatelet treatment, cardiac pacemaker, chronic inflammatory joint disease, infection or tumor of the shoulder, adhesive capsulitis, hyperalgesia of the shoulder due to resorption of a calcific deposit, Garner’s type III calcification, or Chiou’s nodular or cystic calcification.
N total at baseline: 61 Intervention: 21 Control: 20
Important prognostic factors2: For example age ± SD: I: 58.2 ± 7.9 C: 57.6 ± 9.4
Sex: (M/F) I: 8/13 C: 8/12
VAS pain score at T0 VAS Sleep I: 6.76 ± 3.40 C: 5.75 ± 2.77
VAS Rest I: 4.29 ± 3.95 C: 2.90 ± 2.95
VAS Activity I: 7.38 ± 2.44 C: 5.50 ± 2.33
Groups comparable at baseline? Yes |
Describe intervention (treatment/procedure/test):
All needle punctures were guided by US and performed once. A 3.8 cm-long 22-gauge needle attached to a 5-mL syringe was used for puncturing. The puncture site was steril ized with iodine, and the transducer was covered with a sterilized plastic bag. After injecting 3 cc of lidocaine (1%) into the subcutaneous tissue, muscle layer, and subdeltoid bursa, multiple punctures (10–20, depending on plaque size) were performed without aspiration or barbotage. The needle tract was monitored with US to ensure that the needle penetrated through the calcific plaque but not the rotator cuff.
|
Describe control (treatment/procedure/test):
RSWT was delivered at 2 Hz (2000 shock waves; energy level, 0.26 mJ/mm2) once a week for 3 weeks. Instead of nonsteroidal anti-inflammatory drugs (NSAIDs), acetaminophen was prescribed as a rescue medication to avoid negative effects on tissue healing.
|
Length of follow-up: At baseline, 1.5 and 3 months after completion of the treatment.
Loss-to-follow-up: Intervention: N (%): 0 patients Reasons (describe)
Control: N (%): 1 patient Reasons (describe): not reported.
Incomplete outcome data: Intervention: N (%) Reasons (describe)
Control: N (%) Reasons (describe)
|
Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):
6 months
1. Pain Not reported
2. PROMS for function: 2.1. CMS Not reported 2.2. CASH Not reported 2.3. WORC Not reported 2.4. ASES Not reported 2.5. OSS Not reported 2.6. DSST Not reported
3. Patient satisfaction Not reported
4. Complications/adverse events Not reported
12 months
1. Pain Not reported
2. PROMS for function: 2.1. CMS Not reported 2.2. CASH Not reported 2.3. WORC Not reported 2.4. ASES Not reported 2.5. OSS Not reported 2.6. DSST Not reported
3. Patient satisfaction Not reported
4. Complications/adverse events Not reported
|
Comments:
Clinical registered trial: NCT02677103
Three groups were compared (USNP; RSWT; and the combination of USNP + RSWT).
Although no significant differences were observed among the groups in the treatment of calcific tendinitis of the shoulder, more satisfactory outcomes were noted in the USNP group and the combination group (USNP + RSWT) than in the RSWT group.
Pain was measured using the visual analogue scale (VAS). Pain was measured using three VASs (horizontal lines measuring 100 mm in length, with 0 on the left indicating no pain and 100 on the right indicating severe pain) pertaining to shoulder pain at rest, during movement, and during sleep.
The Constant score is a 100 point scoring system comprising 15 points for pain, 20 points for activities of daily living, 40 points for shoulder motion, and 25 points for muscle power of the affected arm.
Active and passive ROMs were measured using a conventional goniometer; the measurements included abduction in the frontal plane, forward flexion, internal rotation, and external rotation with the arm at 0 degrees of abduction.
|
Louwerens (2020)
|
Type of study: A single-center, randomized controlled trial with parallel groups
Setting and country: Patients were included between May 2014 and December 2017 at Spaarne Gasthuis (the Netherlands).
Funding and conflicts of interest: The authors report the following potential conflict of interest or source of funding: J.K.G.L. reports grants from Spaarne General Hospital and nonfinancial support from Richard Wolf GmbH, during the conduct of the study. D.E. reports personal fees from Zimmer Biomet, grants from Zimmer Biomet, and grants from Stryker, outside the conduct of the study. M.P.J.v.d.B. reports grants from Wright Medical Group and grants from Smith & Nephew, outside the submitted work. A.V.N. reports personal fees from DePuy Synthes and personal fees from Link Lima, outside the submitted work. |
Inclusion criteria: -age >18 years, -clinical sign of subacromial pain syndrome, -standardized radiographs showing a calcific deposit with a diameter of at least 5 mm in size, - morphologic type I and type II deposits corresponding to the classification of Gärtner17 (type I, sharply out lined and densely structured; type II, sharply outlined and inhomogeneous or homogenous with no defined border), -symptoms for more than 4 months, - a completed and unsuccessful nonsurgical treatment program including nonsteroidal anti-inflammatory drugs, physiotherapy (centric and eccentric rotator cuff strengthening exercises in combination with scapular stabilization), -and at least 1 SAI with a corticosteroid.
Exclusion criteria: -ultrasonic signs of a partial or full rotator cuff tendon,- clinical or radiographic signs of a resorption phase as defined as a recent period of increased pain in combination with a morphologic type III deposit (cloudy and transparent in structure) on radiographs, -calcific deposits in multiple tendons of the rotator cuff, -osteoarthritis of the glenohumeral or acromioclavicular joint, - adhesive capsulitis, -previous shoulder surgery, -ESWT or UGN to the affected shoulder, -instability of the shoulder, - rheumatoid arthritis, -neurologic disorders or dysfunction of the upper limb, - and the inability to give informed consent.
N total at baseline: 82 Intervention: 41 Control: 41
Important prognostic factors2: age ± SD: I: 52.7 (8.7) C: 51.6 (9.4)
Sex (Female) I: 26 (63%) C: 27 (66%)
Mean VAS score at baseline (Mean, SD) I: 6.0 (1.5) C: 5.8 (1.8)
Groups comparable at baseline? Yes ,except for the Gartner types. |
Describe intervention (treatment/procedure/test):
Patients with calcific tendinitis of the rotator cuff. UGN: In UGN, ultrasound is used to allow a radiation free, 3-dimensional localization and assessment of the calcific deposit. Assisted by real-time ultrasonic guidance the deposit is then punctured and irrigated with a needle to break it down. In this study a double-needle technique was used with repeated perforation of the deposit and subsequent aspiration and lavage. Patients were treated with a single UGN procedure. The patient was positioned in a supine position and the size and location of the calcific deposit was confirmed and marked by ultrasound imaging. After sterile preparation, patients received a local anesthetic injection of the skin and subcutaneous tissue with 5 cc of lidocaine HCL 10 mg/mL.
The ultrasound transducer was kept focused on the calcific deposit and the deposit was punctured multiple times with a 40-mm 17-gauge needle. A second 40-mm 17 gauge needle was introduced from a different angle and lavage and aspiration of the deposit with a saline solution was performed. After the UGN procedure, one of the needles was introduced in the subacromial bursa under ultrasonic guidance and a mixture of 4 cc of bupivacaine HCL 0.5% and 1 cc Depo-Medrol 40 mg/mL was injected. The sterile drapes were removed and the puncture site was sealed with an island dressing.
After treatment, both groups followed a standardized physical therapy program including active and passive exercise mobilization techniques. Oral analgesics were administered for a maximum of 7 days postintervention when necessary. The medication was only prescribed once.
|
Describe control (treatment/procedure/test):
Patients with calcific tendinitis of the rotator cuff. ESWT: High-energy shockwave therapy is a technique in which monophasic pressure pulses with high peak pressure are distributed to the calcific deposit and the surrounding soft tissues through, in this study, a piezoelectric mechanism. The shockwave group was treated with 4 sessions of high-energy ESWT with a 1 week interval. Each session consisted of 2000 piezo electric pressure pulses, focused on the calcific deposit, at a frequency of 4 Hz with a total energy flux density of 0.351 mJ/mm2 resulting in a total energy amount of 2808 mJ. The calcific deposit was localized by ultrasound with the patient positioned in a supine position. Patients initially received a small amount of low-energy pulse to get used to the sensation after which the actual therapeutic dose was administered. After treatment, when necessary the shoulder was cooled with ice packs.
After treatment, both groups followed a standardized physical therapy program including active and passive exercise mobilization techniques. Oral analgesics were administered for a maximum of 7 days postintervention when necessary. The medication was only prescribed once.
|
Length of follow-up:
Loss-to-follow-up: Intervention: 3 N (%) Reasons (describe) not reported
Control: 2 N (%) Reasons (describe) not reported
Incomplete outcome data: Intervention: N (%) Reasons (describe)
Control: N (%) Reasons (describe)
|
Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):
6 months
1. Pain
Baseline score VAS (Mean, SD) I: 6.0 (1.5) C: 5.8 (1.8)
Vas pain (Change from Baseline) (Mean, 95% CI) I: -2.9 (-3.6; -2.2) C: -2.3 (-3.3; -1.3) (p=.28)
VAS score at 6 months I: 3.1 C: 3.5
2. PROMS for function: 2.1. CMS (change from baseline) I: 12.4 (7.1; 17.6) C: 13.3 (7.8; 18.8) (p=.80)
2.2. DASH (change from baseline) I: -13.6 (-18.5; -8.7) C: -17.6 (-24.1; -11.1) (p=.32)
2.3. WORC Not reported 2.4. ASES Not reported 2.5. OSS Not reported 2.6. DSST Not reported
3. Patient satisfaction Not reported
4. Complications/adverse events Not reported
12 months
1. Pain Vas pain (Change from Baseline) (Mean, 95% CI) I: -3.9 (-4.6; -3.1) C: -2.6 (-3.7; -1.6) (p=.05)
VAS score at 12 months I: 2.1 C: 3.2
2. PROMS for function: 2.1. CMS (change from baseline) I: 20.9 (16.9; 24.8) C: 15.7 (10.1; 21.3) (p=.13) 2.2. DASH (change from baseline) I: -20.1 (-25.4; -14.8) C: -20.7 (-27.2; -14.2) (p=.87) 2.3. WORC Not reported 2.4. ASES Not reported 2.5. OSS Not reported 2.6. DSST Not reported
3. Patient satisfaction VAS for satisfaction (mean satisfaction scores) I: 7.0 ± 2.8 C: 7.6 ± 2.2
4. Complications/adverse events Not reported
|
Comments:
Conclusion: Both techniques are successful in improving function and pain, with high satisfaction rates after 1-year follow-up. However, UGN is more effective in eliminating the calcific deposit, and the amount of additional treatments was greater in the ESWT group.
Clinical trial registered: NL4304/NTR4448.
Pain: measured using VAS: VAS for average pain during the last week and VAS for satisfaction. At 6 months and 1 year, the patients’ reported change in symptoms were screened using a 7-point Likert scale.
CMS: 0-100 point scale.
In total, 26 patients received an additional treatment due to persistent pain and symptoms: 9 patients (22%) in the UGN group and 17 (41%) in the ESWT group. |
Risk of bias table
Study reference
(first author, publication year) |
Was the allocation sequence adequately generated?
Definitely yes Probably yes Probably no Definitely no |
Was the allocation adequately concealed?
Definitely yes Probably yes Probably no Definitely no |
Blinding: Was knowledge of the allocated interventions adequately prevented?
Were patients blinded?
Were healthcare providers blinded?
Were data collectors blinded?
Were outcome assessors blinded?
Were data analysts blinded? Definitely yes Probably yes Probably no Definitely no |
Was loss to follow-up (missing outcome data) infrequent?
Definitely yes Probably yes Probably no Definitely no |
Are reports of the study free of selective outcome reporting?
Definitely yes Probably yes Probably no Definitely no |
Was the study apparently free of other problems that could put it at a risk of bias?
Definitely yes Probably yes Probably no Definitely no |
Overall risk of bias If applicable/necessary, per outcome measure
LOW Some concerns HIGH
|
Castillo-Gonzalez (2016) |
Probably yes
Reason: Using tables of randomized numbers (www. random ized.org), a collaborator who took no further part in the study randomly assigned patients to undergo either ESWT or UGPL. The medical staff involved did not know to which arm the patients had been assigned before treatment began. |
Probably no
Reason: Not reported |
Probably no
Reason: Not reported. Solely stated that: all interventions in both groups were performed by specialist medical staff, and that the extent of calcification was determined by a specialist in radiodiagnosis (FCG) and it was always measured by ultrasound imaging. |
Definitely no
Reason:
It was frequent. In the UPGL group, 1 patient was loss to follow-up. In the ESWT group, 41 patients were loss to follow-up (did not complete treatment, or did not attend appointments). |
Definitely yes
Reason:
All relevant outcomes measures were reported.
|
Probably yes
Reason: |
Pain Some concerns of bias
PROMs for function Some concerns of bias
Patient satisfaction Some concerns of bias
Complications/adverse events Some concerns of bias
|
De Boer (2017) |
Probably yes
Reason: Randomization was done by allowing the patient to choose an unmarked envelope containing the treatment protocol for either UN or RSWT from a box. The envelopes were randomized in blocks (6 envelopes, 3 of each treatment). When a block was finished the next block was started.
|
Probably no
Reason: Concealment of allocation not reported (also not stated whether envelopes were transparent etc.)
|
Probably no
Reason: Not reported. It was stated that data was collected e.g. through self-reports (patients completed the oxford shoulder score and NRS at home before the start of the intervention and during the subsequent follow-up measurements), and e.g. NRS scoring was done by a nurse practitioner. However not stated whether this was blinded or not. |
Probably no
Reason: 5 patients in the RSWT group were loss to follow-up, however due to change to UN group due to pain during the follow-up measurements. In the UN group, one patients was loss to follow-up due to consistent pain.
|
Definitely yes
Reason:
All relevant outcomes measures were reported.
|
Probably no
Reason: Baseline characteristics intervention and control group not reported: groups comparable at baseline? Unknown .
During the trial, the Data Safety Monitoring Board decided to stop the inclusion prematurely due to the extremely high NRS score of the patients in the RSWT group. Originally, 40 patients were needed for inclusion (power calculation), however when the study terminated 25 patients were included. |
Pain High concerns of bias
PROMs for function High concerns of bias
Patient satisfaction High concerns of bias
Complications/adverse events High concerns of bias
|
Kim (2014) |
Probably yes
Reason: The randomization was conducted by an independent statistician who provided us with a computer-generated randomization list. |
Probably no
Reason: Not reported |
Probably no
Reason: Solely reported that of the radiological outcomes, the resorption of the calcific deposit was graded by another physician who was blinded to the treatment status and grouping. However, this was not reported for the clinical outcome measures. |
Probably yes
Reason: Loss to follow-up during procedure and follow-up occurred, however the number and reasons for people lost to follow-up were comparable in both groups. |
Definitely yes
Reason:
All relevant outcomes measures were reported.
|
Probably yes
Reason: None |
Pain Some concerns of bias
PROMs for function Some concerns of bias
Patient satisfaction Some concerns of bias
Complications/adverse events Some concerns of bias
|
Kuo (2022) |
Probably yes
Reason: an assignment scheme was generated from a table of random numbers. Written informed consent was obtained from all patients, who were subsequently randomly divided into three treatment groups: USNP, RSWT, and RSWT plus USNP (COMB). |
Definitely no
Reason: Not reported |
Probably no
Reason: The article reported that all assessments were performed by a masked assessor who was a trained study assistant. The patients were instructed not to reveal any treatment details to the assessor. |
Definitely yes
Reason: Solely one patient was loss to follow-up during postop. |
Definitely yes
Reason: All relevant outcomes measures were reported.
|
Probably yes
Reason: None |
Pain Some concerns of bias
PROMs for function Some concerns of bias
Patient satisfaction Some concerns of bias
Complications/adverse events Some concerns of bias
|
Louwerens (2020)
|
Probably yes
Reason: A research nurse allocated the patients to 1 of 2 treatment groups using the computer-generated block randomization function (10 patients per block) in Research Manager.
|
Definitely no
Reason: Not reported |
Probably no
Reason: for the assessment of the radiological outcomes: the independent physician was blinded for the allocated treatment.
Patient and healthcare provider not blinded.
|
Probably yes
Reason: Respectively 2 and 3 patients were lost to follow-up. Solely one patient was loss to follow-up during postop. Study performed a per protocol analysis and an intention to treat analysis. |
Definitely yes
Reason: All relevant outcomes measures were reported.
|
Probably yes
Reason: In total, 26 patients received an additional treatment due to persistent pain and symptoms: 9 patients (22%) in the UGN group and 17 (41%) in the ESWT group (additional treatment could be: subacromial infiltration, and when being in the ESWT group: US-guided needling or arthroscopic surgery). |
Pain Some concerns of bias
PROMs for function Some concerns of bias
Patient satisfaction Some concerns of bias
Complications/adverse events Some concerns of bias
|
Table of excluded studies
Reference |
Reason for exclusion |
Zhang T, Duan Y, Chen J, Chen X. Efficacy of ultrasound-guided percutaneous lavage for rotator cuff calcific tendinopathy: A systematic review and meta-analysis. Medicine (Baltimore). 2019 May;98(21):e15552. doi: 10.1097/MD.0000000000015552. PMID: 31124934; PMCID: PMC6571387. |
Those comparing UPG with ESWT were Kim (2014), Federico (2016), and De Boer (2017) and Federico (2016).
De Boer (2017) and Kim (2014) > already included. After searching for the article of Federico (2016), it appeared that this was the study of Del Castillo-Gonzalez (2016). Other studies did not compare the I and C of our PICO or originated from <2010 thus not according to our search data; or compared e.g. UGPL + ESWT vs. ESWT (wrong comparison according to our PICO). |
Verstraelen F, Verhagen S, Giesberts A, Bonneux I, Koot H, Boer WD, van der Steen M. Needle aspiration of calcific deposits versus shock wave therapy for conservative therapy resistant calcifying tendinitis of the shoulder: protocol of a randomized, controlled trial. BMC Musculoskelet Disord. 2022 Mar 31;23(1):308. doi: 10.1186/s12891-022-05259-z. PMID: 35361169; PMCID: PMC8968770. |
The interventions compared in this article: Needle aspiration of the calcific deposits vs. extracorporeal shock wave therapy, among patients with conservative therapy resistant calcifying tendinitis of the shoulder met the requirements of the PICO. However, the article stated that the first patient was included in May 2018; the aim is to fulfill the inclusion in 2022 after which the study will be finalized in 2023. No data was presented since the data is collected but not yet analyzed/presented. |
Lafrance S, Doiron-Cadrin P, Saulnier M, Lamontagne M, Bureau NJ, Dyer JO, Roy JS, Desmeules F. Is ultrasound-guided lavage an effective intervention for rotator cuff calcific tendinopathy? A systematic review with a meta-analysis of randomised controlled trials. BMJ Open Sport Exerc Med. 2019 Mar 9;5(1):e000506. doi: 10.1136/bmjsem-2018-000506. PMID: 31191964; PMCID: PMC6539165. |
SR and meta-analysis comprising 3 RCTs: of wich 2 were already included in this literature summary: De Boer (2017); and Del Castillo-Gonzalez (2016).
The other was: de Witte et al. 2013/2017. In this trial however, the I and C differs, since the authors compare the efficacy of: US-guided lavage with aspiration and a corticosteroid injection (5 mL of bupivacaine 5 mg/mL, 1 mL of Depo-Medrol 40 mg/mL and lidocaine 1%) compared to a corticosteroid injection.
(de Witte PB, Selten JW, Navas A, et al. Calcific tendinitis of the rotator cuff: a randomized controlled trial of ultrasound-guided needling and lavage versus subacromial corticosteroids. Am J Sports Med 2013;41:1665–73. |
Simpson M, Pizzari T, Cook T, Wildman S, Lewis J. Effectiveness of non-surgical interventions for rotator cuff calcific tendinopathy: A systematic review. J Rehabil Med. 2020 Oct 31;52(10):jrm00119. doi: 10.2340/16501977-2725. PMID: 32830280. |
SR comprised 18 RCTS. The SR assessed the efficacy and effectiveness of different non-surgical (e.g. medication, physiotherapy, shockwave therapy, ultrasound-guided irrigation, acupuncture, taping) interventions. However, these interventions were compared to e.g. placebo treatment, or different application techniques or doses of the same non-surgical modality). Solely two RCTs compared the I and C in our PICO. These RCTs are already included in this literature review: Gonzales-Del Castillo (2016) and Kim et al. (2014). |
Angileri HS, Gohal C, Comeau-Gauthier M, Owen MM, Shanmugaraj A, Terry MA, Tjong VK, Khan M. Chronic calcific tendonitis of the rotator cuff: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials comparing operative and nonoperative interventions. J Shoulder Elbow Surg. 2023 Aug;32(8):1746-1760. doi: 10.1016/j.jse.2023.03.017. Epub 2023 Apr 18. PMID: 37080421. |
SR included 27 studies: comparison I and C of PICO [ESWT and UGN] is made in: Louwerens (2020); Del Castillo-Gonzalez (2016); Kim (2014); > Louwerens (2020) and Kim (2014) already included seperately in excel file |
Zhang T, Duan Y, Chen J, Chen X. Efficacy of ultrasound-guided percutaneous lavage for rotator cuff calcific tendinopathy: A systematic review and meta-analysis. Medicine (Baltimore). 2019 May;98(21):e15552. doi: 10.1097/MD.0000000000015552. PMID: 31124934; PMCID: PMC6571387. |
does not meet I and C of PICO: SR solely assesses the efficacy of ultra-sound-guided percutaneous lavage (UGPL) for calcifying tendinitis of rotator cuff |
Verstraelen FU, In den Kleef NJ, Jansen L, Morrenhof JW. High-energy versus low-energy extracorporeal shock wave therapy for calcifying tendinitis of the shoulder: which is superior? A meta-analysis. Clin Orthop Relat Res. 2014 Sep;472(9):2816-25. doi: 10.1007/s11999-014-3680-0. Epub 2014 May 29. PMID: 24872197; PMCID: PMC4117900. |
compares different doses of ESWT and its effects (assesses treatment intensity of ESWT) |
Surace SJ, Deitch J, Johnston RV, Buchbinder R. Shock wave therapy for rotator cuff disease with or without calcification. Cochrane Database Syst Rev. 2020 Mar 4;3(3):CD008962. doi: 10.1002/14651858.CD008962.pub2. PMID: 32128761; PMCID: PMC7059880. |
Main comparison was shock wave therapy versus placebo; Single trials compared shock wave therapy to ultrasound-guided glucocorticoid needling. DeBoer (2017) compares RSWT vs US-guided needling; Del Castillo-Gonzales 2016 compared ESWT vs US-guided percutaneous lavage ; Kim (2014) ESWT vs US-guided needling |
Gatt DL, Charalambous CP. Ultrasound-guided barbotage for calcific tendonitis of the shoulder: a systematic review including 908 patients. Arthroscopy. 2014 Sep;30(9):1166-72. doi: 10.1016/j.arthro.2014.03.013. Epub 2014 May 10. PMID: 24813322. |
No comparision; study solely assesses barbotage and its complications/outcomes: also stated that ''no comparative studies being available''. |
Darrieutort-Laffite C, Varin S, Coiffier G, Albert JD, Planche L, Maugars Y, Cormier G, Le Goff B. Are corticosteroid injections needed after needling and lavage of calcific tendinitis? Randomised, double-blind, non-inferiority trial. Ann Rheum Dis. 2019 Jun;78(6):837-843. doi: 10.1136/annrheumdis-2018-214971. Epub 2019 Apr 11. PMID: 30975645. |
no comparision; study assesses if saline solution or steroids after UGPL (ultrasound-guided puncture and lavage (UGPL)) was non inferior in prevention of pain reactions |
Lee HW, Kim JY, Park CW, Haotian B, Lee GW, Noh KC. Comparison of Extracorporeal Shock Wave Therapy and Ultrasound-Guided Shoulder Injection Therapy in Patients with Supraspinatus Tendinitis. Clin Orthop Surg. 2022 Dec;14(4):585-592. doi: 10.4055/cios21191. Epub 2022 Aug 16. PMID: 36518938; PMCID: PMC9715920. |
wrong comparison; ultrasound (US)-guided shoulder steroid injection not the same as barbotage |
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 03-02-2025
Laatst geautoriseerd : 03-02-2025
Geplande herbeoordeling : 03-02-2028
Algemene gegevens
De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).
De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.
Samenstelling werkgroep
Voor het herzien van de richtlijnmodules is in 2022 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met Subacromiaal Pijnsyndroom van de Schouder (SAPS).
Werkgroep
dr. J.J.A.M (Jos) van Raaij, orthopedisch chirurg Martiniziekenhuis Groningen, NOV (voorzitter)
dr. C.P.J. (Cornelis) Visser, orthopedisch chirurg Alrijne en Eisenhower Kliniek, NOV
dr. F.O. (Okke) Lambers Heerspink, orthopedisch chirurg VieCuri Medisch Centrum, NOV
dr. E.J.D. (Bart Jan) Veen, orthopedisch chirurg Medisch Spectrum Twente, NOV
dr. O. (Oscar) Dorrestijn, orthopedisch Chirurg Sint Maartenskliniek, NOV
dr. M.J.C. Maarten Leijs, orthopedisch chirurg Reinier Haga Orthopedisch Centrum , NOV
dr. D. (Dennis) van Poppel, manueel therapeut, sportfysiotherapeut PECE Zorg, Fontys Paramedisch, KNGF
drs. P.A. (Peter) Stroomberg, radioloog, Isala, NVvR
dr. R.P.G. (Ramon) Ottenheijm, huisarts, vakgroep huisartsgeneeskunde, Universiteit Maastricht, NHG
dr. J.W. (Jan Willem) Kallewaard, anesthesioloog Rijnstate, NVA
drs. T.J.W. (Tjerk) de Ruiter, revalidatiearts De Ruiter Revalidatie, VRA
dr. H.A. (Henk) Martens, reumatoloog Sint Maartenskliniek, NVR
Klankbordgroep
drs. R.J. (René) Naber, Bedrijfsarts arbodienst Amsterdam UMC, NVAB
drs. Y.B. (Yvonne) Suijkerbuijk, Arts-onderzoeker Amsterdam UMC en verzekeringsarts UWV, NVVG
Met ondersteuning van
dr. J.G.M. (Jacqueline) Jennen, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (oktober 2023 tot mei 2024)
drs. T. (Tessa) Geltink, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (tot mei 2024)
drs. F.M. (Femke) Janssen, junior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (tot oktober 2023, vanaf mei 2024)
dr. M.S. (Matthijs) Ruiter, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (vanaf mei 2024)
Belangenverklaringen
De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt bevestigd tijdens de commentaarfase.
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.
Werkgroep
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Van Raaij (voorzitter) |
Voorzitter werkgroep |
Orthopedisch chirurg, wetenschappelijk medewerker (stichting orthoresearch noord) Martiniziekenhuis Groningen (onbezoldigd). Bestuurslid werkgroep schouder/elleboog NOV (onbezoldigd) Lid registratie adviesraad (RAR) LROI (Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten) (onbezoldigd). Lid LEARN, (Rijksuniversiteit Groningen) (onderzoek naar opleiding/onderwijs) (onbezoldigd). Cursusleider vaardigheidstraining voor aios orthopedie (Techmed Centre, University of Twente) (onbezoldigd). Voorzitter werkgroep herziening richtlijn SAPS (FMS, kennisinstituut).
Lid werkgroep richtlijn chronische instabiliteit schouder (FMS, kennisinstituut)
Voorzitter cluster richtlijnen bovenste extremiteit (FMS,kennisinstituut)
Lid werkgroep ontwikkeling richtlijn schouderklachten, KNGF (fysiotherapie)
|
Geen |
Geen restricties
|
Visser
|
Orthopedisch chirurg Alrijne |
Orthopedisch chirurg Eisenhowerkliniek; Lid wetenschappelijke adviesraad (WAR) LROI (Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten) (onbezoldigd); Lid kascommissie van de NOV (onbezoldigd) |
Geen |
Geen restricties
|
|
Orthopedisch chirurg VieCuri Medisch Centrum
|
Commissie van onderzoek VieCuri (onbetaald) ] Lid wetenschapscommissie VieCuri (onbetaald) Voorzitter BELG (Bovenste Extremiteit Limburgs genootschap) (onbetaald)
|
Presentatie orthopedische firma (Arthrex) betreffende proximale humerusfracuur (betaald)
Extern gefinancieerd onderzoek (Financier, (inhoud)): Arthrex en Fons Wetenschap Innovatie Viecuri (optimale positionering glenoid bij revers schouderprothese), Fons wetenschap innovatie Viecuri (Nabehandeling schouderprothese middels app), Fonds Wetenschap Innovatie Viecuri (Voorkomen van cristallopathie bij patienten met een degeneratieve rotator cuff ruptuur). |
Geen restricties, onderwerp van extern gefinancierd onderzoek valt buiten het bestek van de richtlijn
|
Veen
|
Orthopedisch chirurg, Medisch Spectrum Twente |
Geen |
Geen |
Geen restricties
|
Dorrestijn
|
Orthopedisch chirurg |
Dienstverband Sint Maartenskliniek - echter geen direct financieel voordeel |
Geen |
Geen restricties
|
Leijs
|
Clubarts Excelsior en orthopedisch chirurg |
Geen |
Geen |
Geen restricties
|
Van Poppel
|
Manueel therapeut, sportfysiotherapeut, bewegingswetenschapper, docent, onderzoeker bij PECE Zorg, Schouder Expertise Centrum en Fontys Hogescholen. |
Zelfstandig docent, auteur, onderzoeker, betaald.
Docent Master Opleiding Sportfysiotherapie Hogeschool Rotterdam, betaald.
Lid werkgroep ontwikkeling richtlijn schouderklachten, KNGF (fysiotherapie).
Auditeur Health Care Auditing, betaald.
Lid Regionaal Tuchtcollege Gezondheidszorg, betaald. |
Geen |
Geen restricties
|
Deelname vanaf 09-10-2023 |
Tot 31-10-2024: Fellow Radioloog, Rijnstate Ziekenhuis
Vanaf 01-11-2024: Radioloog Isala
|
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Koen
Deelname t/m 09-10-2023 |
Radioloog bij het Meander Medisch Centrum, Screeningsradioloog bevolkingsonderzoek borstkanker. |
Geen |
Geen |
Geen restricties
|
Ottenheijm
|
Universitair docent; Vakgroep Huisartsgeneeskunde, Universiteit Maastricht; Kaderhuisartsbewegingsapparaat: werkzaam als ZZPer voor MCC Omnes, Pluspunt MC en ZBC Optimus Orthopedie |
Voorzitter Stichting Optimus Klinieken (ZBC) (onbetaald) Medisch Directeur van Optimus Orthopedie BV (onbetaald) Bestuurder van de NHG-expertgroep Het Beweegkader (vereniging van kaderhuisartsen bewegingsapparaat) t/m juni 2022.
|
Werkzaam als ZZP kaderhuisarts op 1,5 lijnspoli's en in een ZBC orthopedie, waar zorg voor schouderpatienten wordt geleverd. Mede-aandeelhouder Optimus Orthopedie BV
Mede-aanvrager van een door ZonMW gefinanceerd doelmatigheidsonderzoek schouderklachten in de huisartspraktijk (Hoofdaanvrager werkzaam bij Erasmus MC) |
Geen restricties
|
Kallewaard
|
Anesthesioloog, Rijnstate Ziekenhuis |
Betrokken bij andere richtlijnen: bbc nva sectie pijn nva hoofd clusterpijn deelnemer |
Extern gefinancierd onderzoek (Financier, inhoud): Boston Scientific (Neuromodulatie en endometriose), Saluda (neuromodulatie psps2), Dtm (neuromodulatie virgin back). |
Geen restricties, onderwerp van extern gefinancierd onderzoek valt buiten het bestek van de richtlijn
|
De Ruiter
|
Revalidatiearts bij De Ruiter Revalidatie |
Rotterdam Knowledge Ambassador, Onbetaald.
Adviseur Stichting Mobiliteit voor Gehandicapten, Onbetaald.
Oprichter Perpetual Prosthetics, Onbetaald.
Lid Membership Committee, International Society on Prosthetics and Orthotics, onbetaald. |
Geen |
Geen restricties
|
Martens
|
Reumatoloog bij de Sint Maartenskliniek |
Geen |
Geen |
Geen restricties
|
Klankbordgroep
Klankbordgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Naber |
Bedrijfsarts AUMC
|
Secretaris NVAB werkgroep Bedrijfsartsen in de Zorg (onbetaald)
|
Geen |
Geen restricties
|
Suijkerbuijk |
Arts-onderzoeker (promovenda) Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde, Amsterdam UMC, locatie AMC (betaald)
|
-Lid commissie wetenschap NVVG: beoordelen en deelname aan ontwikkeling van richtlijnen. Momenteel deelname aan ontwikkeling multidisciplinaire richtlijn Depressie (Trimbos) (onbetaald)
|
promotieonderzoek gefinancierd door UWV
|
Geen restricties
|
Met ondersteuning van
Janssen |
Junior adviseur Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten |
Geen |
Geen |
Geen acties |
Ruiter |
Senior adviseur Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten |
Geen |
Geen |
Geen acties |
Geltink |
Adviseur Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten |
Geen |
Geen |
Geen acties |
Jennen |
Adviseur Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten |
Geen |
Geen |
Geen acties |
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntperspectief door het uitnodigen van de Patiëntenfederatie Nederland voor de invitational conference (knelpuntenanalyse). Het verslag hiervan is besproken in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan Patiëntenfederatie Nederland en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.
Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz
Bij de richtlijnmodule is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd om te beoordelen of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling is de richtlijnmodule op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema op de Richtlijnendatabase).
Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
Barbotage versus shockwave |
Geen substantiële financiële gevolgen |
Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn, volgt ook uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van het zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen substantiële financiële gevolgen verwacht. |
Werkwijze
AGREE
Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 3.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).
Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen
Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de werkgroep de knelpunten in de zorg voor patiënten met SAPS. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door de IGJ, NFU, NHG, NVZ, PF NL, STZ, V&VN, NAPA, ZiNL, ZKN, ZN, VIG, NOV, KNGF, NVvR, NHG, NVA, PFNL, VRA, NVR, NVAB, en Verzekeringsgeneeskundigen, via een knelpuntenanalyse (invitational conference). Een verslag hiervan is opgenomen onder aanverwante producten.
Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.
Uitkomstmaten
Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.
Methode literatuursamenvatting
Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. Indien mogelijk werd de data uit verschillende studies gepoold in een [random-effects model]. [Review Manager 5.4] werd gebruikt voor de statistische analyses. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).
GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).
GRADE |
Definitie |
Hoog |
|
Redelijk |
|
Laag |
|
Zeer laag |
|
Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE methodiek.
Formuleren van aanbevelingen
De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. De werkgroep heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.
In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.
Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers |
||
|
Sterke aanbeveling |
Zwakke (conditionele) aanbeveling |
Voor patiënten |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet. |
Een aanzienlijk deel van de patiënten zou de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. |
Voor behandelaars |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen. |
Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren. |
Voor beleidsmakers |
De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid. |
Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. |
Organisatie van zorg
In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijnmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Literatuur
Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.
Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.
Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.
Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.
Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.
Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html
Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.
Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.