Startpagina - Opvang en afvoer van urine en feces
Wat is nieuw? | Publicatiedatum |
---|---|
Startpagina - Opvang en afvoer van urine en feces | 23-08-2024 |
Waar gaat deze richtlijn over?
Deze richtlijn richt zich op het opvangen en afvoeren van urine en feces. In deze richtlijn komen de volgende onderwerpen aan bod:
- Opvang van urine en feces
- Vervoer van opvangmaterialen met urine en feces
- Afvoer van urine en feces
- Persoonlijke hygiëne rondom opvang en afvoer van urine en feces
- Organisatie van zorg
In de bijlagen staan onder andere de literatuurverantwoording en de verantwoording van het ontwikkelproces van de richtlijn.
Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
Deze richtlijn is bestemd voor iedereen die werkzaam is in de zorgdomeinen medisch specialistische zorg, langdurige zorg en publieke gezondheidszorg. Aangezien de opvang en afvoer van urine en feces een generiek onderwerp is waar veel zorgprofessionals dagelijks mee te maken hebben, zijn de gebruikers van deze richtlijn zowel degenen die (kwaliteits)beleid maken op het gebied van infectiepreventie als infectieziektebestrijding (zoals de deskundige infectiepreventie, arts-microbioloog, internist-infectioloog) als de zorgprofessionals die dagelijks de richtlijn toepassen tijdens hun werkzaamheden (verpleegkundige en verzorgende beroepsgroepen).
Daarnaast kan de richtlijn ook gebruikt worden door naasten, mantelzorgers of andere (informele) zorgverleners.
Wat is het doel van deze richtlijn?
Het doel van de richtlijn Opvang en afvoer van urine en feces is om transmissie van (pathogene) micro-organisme van urine en feces naar de (zorg)medewerker, patiënt en/of omgeving en materialen te voorkomen. De uitvoering van infectiepreventiemaatregelen op de juiste momenten in het proces vermindert de kans op transmissie. En de kans dat een patiënt of zorgmedewerker een infectieziekte of een resistente bacterie oploopt.
Bij het opstellen van de infectiepreventiemaatregelen is het uitgangspunt risicoreductie geweest. Hierbij zijn de voor- en nadelen van de maatregelen tegen elkaar afgewogen. Het geadviseerde beleid leidt volgens de expertgroep tot acceptabele risico's.
Voor patiënten
Dagelijks wordt door het lichaam urine en feces (ontlasting) uitgescheiden. In de meeste gevallen verloopt de opvang en afvoer van de urine en feces via het toilet. Maar op het moment dat dit niet gaat of niet meer mogelijk is, wordt gekeken naar alternatieve methoden waarmee urine en/of feces kan worden opgevangen, bijvoorbeeld via een po, incontinentiemateriaal of een stoma.
Bij het gebruiken van deze alternatieve opvangmethoden, zijn ook de afvoermethoden vaak anders dan via het toilet. Een po moet worden geleegd en gereinigd in een pospoeler. Als het gaat om materialen die eenmalig gebruikt worden, dan kan het afvoeren via een vermaler of de afvalbak plaatsvinden.
In deze richtlijn zijn maatregelen opgenomen om de opvang en afvoer van urine en feces op een veilige manier te laten verlopen en zo de verspreiding van infecties te minimaliseren en de veiligheid van patiënten en zorgverleners te waarborgen.
Afbakening van de richtlijn
De richtlijn Opvang en afvoer van urine en feces richt zich op alle zorgdomeinen binnen het SRI: medisch specialistische zorg, de langdurige zorg en publieke gezondheidszorg.
Deze richtlijnen betreffen de herziening van de onderstaande richtlijnen:
- WIP-richtlijn Pospoelers en vermaalsystemen (generiek) (2013, revisie 2016)
- WIP-richtlijn Urinelozing en stoelgang (verpleeghuizen, woonzorgcentra en kleinschalige woonvoorzieningen) (2016, revisie 2016)
- WIP-richtlijn Verzorging: urinelozing en stoelgang (revalidatiecentra) (2011, revisie 2016)
Deze richtlijnen hangen samen met andere SRI-richtlijnen:
- SRI-richtlijn Blaaskatheterisatie
- SRI-richtlijn Persoonlijke Beschermingsmiddelen
- SRI-richtlijn Handhygiëne & Persoonlijke hygiëne medewerker
- SRI-richtlijn Reiniging en desinfectie van ruimten
- SRI-richtlijn Linnengoed
- SRI-richtlijn Persoonlijke hygiëne patiënt en bezoeker
- SRI-richtlijn Basishygiëne bij lichaamsverzorging
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire werkgroep met vertegenwoordigers vanuit de drie genoemde domeinen. Het SRI is als houder van deze richtlijn de eerstverantwoordelijke voor de actualiteit van deze richtlijn. SKILZ heeft namens het SRI de leidende rol gehad bij de richtlijnontwikkeling. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijk verenigingen of gebruikers van de richtlijn, delen de verantwoordelijkheid en informeren de eerstverantwoordelijke over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.