Screening van malaria
Uitgangsvraag
Aan welke randvoorwaarden moet een screeningstest voor malaria voldoen?
Deze uitgangsvraag bevat de volgende deelvraag:
Welke malaria screeningstest voldoet op dit moment aan de gestelde randvoorwaarden?
Aanbeveling
Patiënt verdacht voor malaria (zie algoritme link)
Gebruik een (combinatie) test die voldoet aan de volgende randvoorwaarden:
- een test die 24/7 kan worden uitgevoerd;
- een test met een hoge sensitiviteit (minstens even hoog is als de klassieke microscopie) en een hoge negatief voorspellende waarde voor alle malariasoorten;
- doorlooptijd vanaf bloedafname bij patiënt tot uitslag screeningstest: maximaal 90 minuten.
Voorbeelden van geschikte (combinatie) testen:
- LAMP.
- Antigeentest + gelijktijdige uitvoeren van de microscopie (geen vertraging bij negatieve antigeentest).
- Antigeentest + gelijktijdige uitvoeren van de QBC (geen vertraging bij negatieve antigeentest).
Gebruik geen antigeentest zonder aanvullende diagnostiek.
Bij positieve screeningstest:
- Maak en beoordeel altijd een dikke druppel en bloeduitstrijkpreparaat binnen 2,5 uur zoals beschreven in module 2.
- Overweeg een additionele antigeentest voor een snelle indicatie van falciparum versus non-falciparum malaria.
- Indien een negatieve confirmatietest volgt, overweeg of malariabehandeling gecontinueerd moet worden, en denk ook aan een alternatieve oorzaak voor koorts uit de tropen.
Bij negatieve screeningstest:
- Plasmodium niet aangetoond. Herhaal de combinatie van testen bij blijvende klinische verdenking op malaria en een negatieve testuitslag.
- Overweeg microscopisch onderzoek naar andere bloedparasieten, zoals Trypanosoma-soorten en Babesia-soorten.
Overwegingen
Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs
Voor deze module zijn er literatuuranalyses verricht om de diagnostische waarde van diverse screeningstesten voor malaria te bepalen. Zoals in de inleiding van deze module genoemd, hebben wij een aantal randvoorwaarden gedefinieerd. Een screeningstest dient een zeer hoge sensitiviteit en negatief voorspellende waarde voor alle malariasoorten te hebben, snel resultaat te genereren (maximaal 90 minuten doorlooptijd) en 24/7 te worden uitgevoerd door adequaat getraind personeel. Bij de literatuurstudie komt tevens naar voren dat het ook belangrijk is om een hoge PPV te hebben om zo niet patiënten ten onrechte te behandelen.
LAMP
Sensitiviteit en de negatief voorspellende waarde zijn door de werkgroep benoemd als cruciale diagnostische uitkomstmaten voor de screeningtest op malaria. Deze uitkomstmaten zijn proxy’s voor de uitkomstmaat waar je idealiter in bent geïnteresseerd, de klinische uitkomst voor de patiënt.
In de systematische literatuuranalyse werd geconcludeerd dat zowel de sensitiviteit als de NPV zeer hoog waren voor een LAMP als screeningstest, met waarden van respectievelijk boven de 97% en 99% vergeleken met qPCR. In vergelijking met conventionele microscopie was dit 100% en 100%. Dit betekent dat er geen tot zeer weinig fout-negatieven zijn. De specificiteit en PPV worden in de verschillende studies lager ingeschat. Nadere analyse in de studies waar - naast microscopie - ook PCR wordt gebruikt als gouden standaard, laat zien dat de aantallen fout-positieve LAMP uitslagen lager zijn wanneer PCR wordt gebruikt als gouden standaard. Dit kan deels verklaard worden door dat diagnostiek is uitgevoerd op follow-up samples, die in enkele studies niet waren geëxcludeerd. Daarbij is de LAMP (en PCR) minder betrouwbaar tijdens follow-up, omdat deze ook DNA van dode Plasmodium spp. kan detecteren. Als men alleen de eerste screening in beschouwing neemt lijkt de specificiteit in de meeste studies toe te nemen waarmee de positief voorspellende waarde ook verbetert. Concluderend, er wordt een klein deel fout-positieven uitslagen gevonden met de LAMP test, vergeleken met de microscopie waardoor altijd een confirmatietest met microscopie aan te raden is.
De GRADE-beoordeling is redelijk tot laag voor LAMP als screeningstest. Dit houdt in dat er met redelijk tot lage zekerheid gezegd kan worden dat de daadwerkelijke sensitiviteit en de negatief voorspellende waarde overeenkomt met de waarden gevonden in de studies. De belangrijkste redenen hiervoor zijn het lage aantal studies en de verschillen in uitvoer van studies en gebruik van referentiemethoden.
In de literatuur is slechts beperkte beschrijvende data gevonden over het gebruikersgemak van de LAMP test, dat wil zeggen de snelheid van de procedure en training van personeel. Hieruit blijkt dat de LAMP snel kan worden uitgevoerd (45 tot 70 minuten) met relatief weinig training. Indien men de LAMP zou combineren met een antigeentest, kan men ook snel een indicatie geven aan de kliniek welke behandeling (falciparum versus non-falciparum malaria) het meest opportuun is. NB. Het doen van een antigeentest is hierin een hulpmiddel en vervangt niet het confirmatieonderzoek dat beschreven wordt in module 2.
Fluorescentie-flowcytometrische technieken zijn veelbelovend (Khartabil, 2022; Picot, 2020). Op het moment van uitvoeren van de PICRO (2021) werden geen relevante studies geïncludeerd over flowcytometrische detectie door middel van hemocytometrische analyzers. Echter, een recente Nederlandse en een Franse studie laten beide zien dat de aanwezigheid van malaria en de parasitemie tegelijkertijd snel en betrouwbaar kunnen worden onderzocht middels een specifieke fluorescentie-flowcytometrie met paarse (violet) laser (Khartabil, 2022; Picot, 2020). De techniek is nu nog erg kostbaar en vergt een apart flowcytometrisch apparaat dat beperkt op de markt is, waardoor deze techniek momenteel nog niet toegankelijk is voor de meeste Nederlandse laboratoria. Zie ook bij ‘geldigheid van de module’.
Antigeen gebaseerde RDT/huidige situatie
Sinds circa tien jaar wordt voor de screening op de aan-/afwezigheid van malaria microscopie vaak gecombineerd met antigeendetectie. Afhankelijk van het type antigeentest kan HRP2 (histidine-rich protein 2) antigeen (specifiek voor P. falciparum), Pf-LDH (P. falciparum lactaat dehydrogenase), pan-LDH (pan-Plasmodium LDH) antigeen (geconserveerd in alle Plasmodium spp.), en/of aldolase antigeen (zowel pan-Plasmodium aldolase als non-P. falciparum spp. aldolase) worden gedetecteerd. P. falciparum, de dodelijkste malariaparasiet, kan dus worden aangetoond door detectie van HRP2 en/of (Pf of pan-)LDH antigeen. Vanwege een hogere sensitiviteit is HRP2 antigeen voor het aantonen van P. falciparum superieur aan LDH antigenen (Li, 2017).
In diverse laboratoria wordt na een negatieve antigeentest in de avond of nacht pas de volgende ochtend microscopie verricht. Deze aanpak is onvoldoende sensitief. De literatuur beschrijft een tweetal redenen:
- Toename HRP2 P. falciparum mutanten.
Momenteel neemt het aantal fout-negatieve HRP2-gebaseerde testen toe vanwege deleties van en mutaties in het pfhrp2-gen die ertoe kunnen leiden dat het HRP2 eiwit niet meer wordt gemaakt door de P. falciparum parasiet of dat het verandert qua structuur. Het gevolg is dat de antistoffen in de HRP2-gebaseerde malariasneltest niet kunnen binden aan het antigeen en de test een fout-negatief resultaat geeft, met name bij een lagere parasitemie. Dit wordt ook aangetoond in het WHO-rapport Malaria Rapid Diagnostic Test Performance, round 8 (2016 tot 2018).
Al in 2010 is het eerste rapport verschenen waarin melding wordt gemaakt van HRP2-negatieve P. falciparum parasieten in Peru (Gamboa, 2010). In de loop van de daaropvolgende jaren is het aantal meldingen van HRP2-negatieve P. falciparum parasieten in Zuid-Amerika gestegen. Ook vanuit Afrika verschijnen in toenemende mate rapporten over HRP2-negatieve P. falciparum parasieten. Het percentage pfhrp2-deleties varieert in dit continent van 62% tot 0.4% (Agaba, 2019).
In een vergelijkende studie in Nederland waarbij LAMP werd vergeleken met de BinaxNOW (een van de best presterende antigeentesten) kwam naar voren dat 1 van de 102 reizigers die wel een P. falciparum infectie had, niet werd opgepikt met de antigeentest a.g.v. een dergelijke mutatie (van Gool persoonlijke communicatie). Het is te verwachten dat dit fenomeen toe gaat nemen bij reizigers.
- Lagere sensitiviteit van antigeentesten in reizigers.
Een ander probleem van HRP-2 antigeen detectie betreft het prozone effect. Bij P. falciparum infecties met een zeer hoge parasitaire load keurt a.g.v. het prozone effect het HRP-2 bandje niet aan (Pyle-Eilola, 2021; Gillet, 2011). Hierdoor kunnen bij het gebruik van alleen een antigeentest ernstige P. falciparum infecties gemist worden.
Tenslotte laten data uit o.a. het AMC zien dat de antigeentest onvoldoende sensitief is voor detectie van non-falciparum infecties: 70% van de P. vivax infecties, 40% van de P. ovale en 92% van de P. malariae infecties wordt opgepikt door de antigeentest (in dit geval BinaxNow) (ECCMID 2017). Een niet gepubliceerde meta-analyse van 9 studies laat zien dat de sensitiviteit voor non-falciparum soorten ~71% is.
Concluderend hebben antigeentesten op dit moment een sensitiviteit in vergelijking met conventionele microscopie, van 86% voor alle malariasoorten samen en voor P. falciparum van 99%. Waarschijnlijk gaat de sensitiviteit voor detectie van P.falciparum in de komende jaren echter dalen omdat de prevalentie van HRP2 deleties verder zal toenemen. Op basis van bovenstaande informatie heeft de werkgroep geconcludeerd dat de prestaties van antigeentesten, zonder aanvullende diagnostiek, niet voldoet aan de randvoorwaarden voor een “stand-alone” screeningstest.
QBC(+antigeentest)
De sensitiviteit van de QBC test is waarschijnlijk lager dan van de LAMP, er werden waarden tussen de 81% en 89% gevonden in vergelijking met PCR. Maar in vergelijking met microscopie zijn de prestaties vergelijkbaar. De QBC heeft een betere specificiteit dan de LAMP, en dus een betere positief voorspellende waarde.
De conclusies voor de QBC test zijn onzeker (GRADE laag tot zeer laag) omdat er slechts drie studies werden geïncludeerd met een laag aantal positieve malariagevallen. Nijhuis et al. (2018) heeft simultaan QBC en een antigeentest uitgevoerd en vergeleken met enerzijds conventionele microscopie en anderzijds qPCR. Er was geen winst van QBC ofwel antigeentest ten opzichte van microscopie in materialen ingestuurd voor eerste screening naar malaria. Er werden geen studies gevonden die de gezamenlijke combinatie van QBC + antigeentest hebben geëvalueerd. Er is een studie die de QBC ten opzichte van de microscopie heeft ge-evalueerd. Deze studie liet zien dat de QBC onder veld-condities in Sudan, bijna even gevoelig en specifiek was als de microscopie, 98% en 98% respectievelijk. Bovendien was de QBC snel als screeningstest en kon in 10 minuten worden afgerond. (Hassan, 2010)
Antigeentest + directe beoordeling van microscopie of antigeentest + directe beoordeling van QBC als screeningstest worden door de werkgroep wel gezien als een optie, aangezien de toevoeging van een antigeentest de sensitiviteit van zowel microscopie als QBC meest waarschijnlijk zal vergroten en de beide microscopische technieken zowel HRP2-mutanten kunnen aantonen als het prozone effect van de antigeentest kunnen omzeilen. Dit is ook aangetoond door Nijhuis et al. (2018). Bij P. falciparum pikte de antigeentest meer positieven op dan de QBC/microscopie (respectievelijk 37, 34 en 35 van de 39 qPCR positieven). Discrepante monsters waren echter alle drie monsters van patiënten met een eerdere malaria infectie. Bij non-falciparum presteerde de antigeentest echter duidelijk minder dan QBC/microscopie, respectievelijk 7, 15 en 15 van 17 qPCR positieve monsters. Bij de QBC plaatst de werkgroep de kanttekening dat dit een techniek is die vooral zinvol is voor laboratoria die regelmatig malariaonderzoek verrichten, aangezien analisten hierop getraind dienen te worden en de apparatuur benodigd voor uitvoeren van een QBC kostbaarder is dan voor standaard microscopie.
Waakzaamheid bij een negatieve uitslag
Bij een negatieve screeningstest en/of confirmatiestest, moet alsnog (microscopisch) onderzoek overwogen worden ter detectie van andere bloedparasieten, zoals Trypanosoma-soorten en Babesia-soorten. Recent werd een casus van een reiziger met koorts uit de tropen gepresenteerd door Wijsman et al (2018). Hierbij was er een diagnostische delay van meerdere dagen door een negatieve malaria screeningstest in combinatie met een lage verdenking op een alternatieve diagnose. Een discrepante uitslag tussen een moleculaire screeningstest, zoals LAMP, en de confirmatietest middels microscopie kan ook ontstaan. Dit zal meestal een positief LAMP resultaat met negatieve microscopie betreffen. Dit kan het geval zijn indien de patiënt recent behandeld is voor malaria. Er kan dan rest DNA of gametocyten circuleren in het bloed. Ook dan moet er een alternatieve verklaring voor de koorts overwogen worden. Ook kan er een zeer lage concentratie malariaparasieten aanwezig zijn, onder de microscopische detectiegrens, zoals bij hyperreactief-malaria-splenomegalie syndroom.
Herhalen van antigeentest/microscopie/QBC
In de literatuur is er geen duidelijk onderbouwing voor het drie keer herhalen van de antigeentest/microscopie/QBC voor een voldoende hoge NVP. Uitgaande van de NVP waarde voor microscopie/QBC gevonden door Carpentier en Nijhuis van ongeveer 99%, reduceer je statistisch de kans op een fout negatieve test tot een verwaarloosbaar risico door de test 3 maal te herhalen. Het is de vraag of dit zinvol is. Echter bij en een negatieve testuitslag en bij blijvende klinische verdenking op malaria lijkt het adequaat om de (combinatie van) screeningstest(en) te herhalen.
Microscopie als enige screeningstest
Microscopie als screeningstest is voldoende wat gevoeligheid en specificiteit betreft, maar deze test is niet binnen 90 minuten af te ronden. In combinatie met een antigeentest dan wel een QBC kan microscopie wel als onderdeel van de screening gezien worden mits de microscopie gelijktijdig met de antigeentest / QBC wordt beoordeeld. Dit betekent echter niet dat de antigeentest alleen als screeningstest gebruikt kan worden. Een antigeentest moet altijd gedaan worden in combinatie met QBC, microscopie dan wel LAMP of andere toekomstige techniek.
Indien toekomstige technieken voldoen aan bovenstaande randvoorwaarden kunnen deze de “oude” technieken vervangen in het algoritme.
Waarden en voorkeuren van patiënten (en eventueel hun verzorgers)
Dit punt is niet van toepassing, omdat de aanbevelingen niet op het niveau van de individuele patiënt betrekking hebben. De patiënt is uiteraard gebaat bij een zo snel en correct mogelijke diagnose.
Kosten (middelenbeslag)
Het toepassen van een LAMP als screeningstest zal volgens de werkgroep in een deel van de klinische settingen leiden tot een daling van de structurele kosten, omdat LAMP kan worden geïntegreerd in een laboratorium dat reeds 24/7 draait. Bovendien zal er minder beroep op malaria gespecialiseerd analytisch personeel gedaan worden. Echter zal gespecialiseerd analytisch personeel op relatief korte afstand wel beschikbaar moeten blijven in geval van een positieve screeningstest. Het voorstel van de werkgroep is om dit regionaal op te vangen (zie module 4). Wel zal de LAMP moeten worden uitgevoerd in een ruimte die geschikt is voor het uitvoeren van DNA-amplificaties (conform de richtlijn voor moleculaire diagnostiek van infectieziekten) wat in sommige gevallen extra kosten met zich meebrengt voor wijziging van inrichting.
Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie
Naar verwachting van de werkgroep zal de toepassing van de aanbevelingen aanvaardbaar zijn voor alle klinische settingen. De keuze bestaat uit conventionele methoden zoals antigeentest + directe beoordeling van microscopie of QBC. De modernere techniek zoals de LAMP voldoet aan de randvoorwaarden die initieel zijn gesteld door de werkgroep. In een deel van de klinische settingen is al een LAMP screeningstest geïmplementeerd en hebben procesevaluaties plaatsgevonden. In settingen waar men de LAMP screeningstest wil implementeren zal eenmalig nieuwe apparatuur moeten worden aangeschaft. Deze kosten zullen waarschijnlijk worden terugverdiend, doordat personele kosten dalen en na een negatief testresultaat geen herhaling van diagnostiek noodzakelijk is.
Rationale van de aanbeveling: weging van argumenten voor en tegen de interventies
Bij het opstellen van de aanbevelingen hebben de matige prestaties van de antigeentesten zwaar meegewogen, evenals de snelheid, sensitiviteit en negatief voorspellende waarde van de LAMP test. De werkgroep heeft ervoor gekozen om randvoorwaarden van malaria screeningstests te beschrijven, omdat niet in alle laboratoria de voorkeur uit zal gaan naar nieuwe apparatuur, maar naar optimalisatie van bestaande methoden. Een andere optie is dat toekomstige screeningtests ook gebruikt kunnen worden, mits deze voldoen aan de randvoorwaarden.
Onderbouwing
Achtergrond
Screening op de aan-/afwezigheid van malaria bestaat sinds vele decennia uit de microscopische detectie van parasieten in bloed (dikke druppel en uitstrijk). Sinds circa tien jaar wordt microscopie gecombineerd met antigeendetectie door middel van een antigeentest. Met name als alleen een antigeentest gebruikt wordt, is de huidige screening op de aan-/afwezigheid van malaria in bepaalde situaties onvoldoende sensitief. Daarom zal naast een antigeentest ook microscopie ofwel een andere innovatieve gevalideerde techniek moeten worden verricht door gespecialiseerd technisch personeel.
Potentiële screeningstesten aanwezig op de huidige markt:
- Microscopie
- QBC (quantitative buffy coat methode)
- Antigeentest (bij WHO vaak omschreven als rapid diagnostic test)
- Loop mediated isothermal amplification (LAMP); een relatief nieuw type screeningstest die momenteel mogelijk aan de genoemde randvoorwaarden voldoet. LAMP is een Nucleic Acid Amplification Test die een veel snellere uitslag geeft dan een conventionele Polymerase Chain Reaction (PCR).
- Hemocytometrische analyzers die werken met flowcytometrische detectie.
Randvoorwaarden
De werkgroep heeft ervoor gekozen om randvoorwaarden te beschrijven voor de screening op de aan-/afwezigheid van malaria zodat procesverbetering in de toekomst middels implementatie van nieuwe methoden wordt ondersteund door de richtlijn.
De randvoorwaarden voor een test die screent op de aan-/afwezigheid van malaria zijn:
- Een test die 24/7 kan worden uitgevoerd.
- Diagnostiek naar de aan-/afwezigheid van malaria kan niet worden uitgesteld vanwege het zeer snelle klinische beloop van met name P. falciparum-infecties.
- Een test met een hoge sensitiviteit (minstens even hoog als de klassieke microscopie) en een hoge negatief voorspellende waarde voor alle malariasoorten.
- Klassieke microscopie wordt nog altijd beschouwd als de gouden standaard, daarom dient een test minimaal een even hoge sensitiviteit te hebben.
- Een test (screeningstest) met een doorlooptijd vanaf bloedafname bij patiënt tot uitslag van maximaal 90 minuten.
- Diagnostiek naar de aan-/afwezigheid van malaria dient snel te verlopen om de patiëntveiligheid te borgen.
Belangrijk om zich te realiseren is, dat het diagnostisch onderzoek een eerste onderzoek naar malaria betreft. Indien bekend is dat er in de afgelopen 3 maanden malaria is vastgesteld en de patiënt hiervoor behandeld is, dient rekening gehouden te worden met de aanwezigheid van een alternatieve diagnose, ondanks een positieve testuitslag.
Voor de LAMP, QBC en fluorescentie-flowcytometrische technieken is er systematisch literatuuronderzoek uitgevoerd om na te gaan in hoeverre deze technieken voldoen aan bovenstaande randvoorwaarden).
Conclusies
LAMP
Moderate GRADE |
Sensitivity of the LAMP test is probably high (97% or more) for the screening for malaria in returning travellers with microscopy and/or PCR test as reference test.
Sources: (Charpentier, 2020; Cheaveau, 2018; Frickmann, 2018; De Koninck, 2017; Rypien, 2017; Ponce, 2017; Marti, 2015) |
Moderate GRADE |
Specificity of the LAMP test is probably high (93% or more) for the screening for new malaria infections in returning travellers with microscopy and/or PCR test as reference test.
Sources: (Charpentier, 2020; Cheaveau, 2018; De Koninck, 2017; Frickmann, 2018; Rypien, 2017; Marti, 2015; Ponce, 2017) |
Low GRADE |
The NPV of the LAMP test may be high (99% or more) for the screening for malaria in returning travellers with microscopy and/or PCR test as reference test.
Sources: (Charpentier, 2020; Cheaveau, 2018; De Koninck, 2017; Frickmann, 2018; Rypien, 2017; Marti, 2015; Ponce, 2017) |
Low GRADE |
The PPV of the LAMP test may be moderate (range 38% to 100%) for the screening for new malaria infections in returning travellers when compared to microscopy and/or PCR test as reference test.
Sources: (Charpentier, 2020; Cheaveau, 2018; De Koninck, 2017; Frickmann, 2018; Rypien, 2017; Marti, 2015; Ponce, 2017) |
QBC
Low GRADE |
Sensitivity of the QBC test may be moderate (81 to 86%) for the screening for malaria in returning travellers with PCR test as reference test.
Sources: (Charpentier, 2020; Nijhuis, 2018 Morassin, 2002) |
Low GRADE |
Specificity of the QBC test may be high (> 99%) for the screening for malaria in returning travellers with PCR test as reference test.
Sources: (Charpentier, 2020; Nijhuis, 2018; Morassin, 2002) |
Very low GRADE |
It is unclear what the NPV and PPV is for the QBC test for the screening for malaria in returning travellers with PCR test as reference test.
Sources: (Charpentier, 2020; Nijhuis, 2018; Morassin, 2002) |
Comparison LAMP and QBC
Very low GRADE |
It is unclear whether the sensitivity, specificity, NPV or PPV of the QBC test is comparable to the LAMP test for the screening for malaria in returning travellers.
Sources: (Charpentier, 2020; Morassin, 2002) |
User convenience
GRADE |
Only descriptive data is used for the user convenience outcome measures, therefore no GRADE conclusion was made. |
Flowcytometry test
- GRADE |
No relevant studies were found for the flowcytometry test or for the combination of QBC+RDT test for the screening for malaria. |
Samenvatting literatuur
Description of studies
Seven studies were included that evaluated the diagnostic performance of the LAMP test. All studies were conducted in returning travelers, most samples were from adults. In multiple studies, results from both prospectively and retrospectively collected samples were used. In some studies follow-up samples were included, where possible, calculations for the outcome measures were performed without the follow-up samples as described in the results.
As shown in table 1.1, the final execution of the reference methods differed between studies. There were also differences observed in the prevalence of positive cases (see table 1.1), this affects the comparability of NPV and PPV between studies.
All studies described sensitivity, specificity, NPV and PPV outcomes measures for LAMP or could be calculated. Three studies gave a brief description of the user convenience of the LAMP test.
Three studies were included that evaluated the diagnostic performance of the QBC test. No studies were found that combined the results of the QBC with an antigen based RDT test. (see table 1)
More details on the tests are described in the evidence tables.
Table 1 Study characteristics
Author, year, country |
Test |
Reference test |
Total samples (n) |
Prevalence positive cases |
Charpentier 20201 |
LAMP QBC |
qPCR |
331 no follow-up samples |
22% (7%)*
|
Cheaveau, 2018 |
LAMP |
Microscopy and RDTs + RT-PCR as confirmation |
348 + 29 50/377 were follow-up samples |
8.4% (4.4%)*
|
Frickmann, 2018 |
LAMP |
Microscopy
Positive defined as 1. Microscopy irrespective of LAMP 2. Negative microscopy, but positive LAMP and RT-PCR 3. Negative microscopy, positive LAMP and malaria RT-PCR was negative if previous or subsequent samples had been positive either by microscopy or by RT-PCR. |
1000 Subset of 107 with first positive samples is used for calculations of outcomes |
23.8% |
De Koninck, 2017 |
LAMP |
Retrospective: Microscopy + RT-PCR as confirmation Prospective: RDT and Microscopy |
108 + 30 Follow-up samples were excluded from the calculations
|
Retrospective: 35.5% Prospective: 68.5% |
Rypien, 2017 |
LAMP |
Microscopy. For discrepant results: repeat testing and/or RT-PCR |
140 no follow-up samples
|
54.3% (5%)* |
Ponce, 2017 |
LAMP |
Microscopy and RDT RT-PCR for confirmation |
310 12/310 were follow-up samples |
26.8% |
Marti, 2015 |
LAMP |
RT-PCR or Microscopy |
205 Unclear number of follow-up samples |
16.5% |
Nijhuis, 2018 |
QBC |
Real-time PCR |
839 no follow-up samples |
6.7% |
Morassin, 2002 |
QBC |
PCR |
529 Unclear number of follow-up samples |
25.7% |
1 LAMP and QBC were compared within this study
*Other prevalence used in NPV/PPV calculations as described in evidence tables
Results
LAMP
Sensitivity and specificity, NPV and PPV for the LAMP
All studies described these outcome measures as shown in table 1.1.
Charpentier (2020) found a sensitivity of the LAMP test of 97.3% (71/73) (95% CI 90.7% to 99.7%) using qPCR as reference standard. Specificity for the LAMP was 99.6% (257/258) (97.9% to 100%) and PPV and NPV were 94.8% (91.1% to 99.8%) and 99.8% (97.1% to 99.8%) respectively. With microscopy (thick and thin smear) 63 and 62 respectively out of 73 cases confirmed with qPCR were found, sensitivity was respectively 84.9% and 86.3%.
Cheaveau (2018) found a sensitivity of the LAMP test of 98.8% (95% CI, 93.2% to 100%) before discrepant resolution by RT-PCR for all samples with microscopy as reference standard. A sensitivity of 100% (95% CI, 95.8% to 100%) was calculated after discrepant resolution by RT-PCR for all samples. Discrepant resolution confirmed that seven false-positive specimens by LAMP tested positive by RT-PCR. One false-negative specimen by LAMP tested negative by RT-PCR.
Specificity was 97.6% (95% CI, 95.2% to 99.1%) before discrepant resolution and 100% (95% CI, 98.7% to 99.1%) after before discrepant resolution.
NPV was 100% before and after discrepant resolution, and PPV was 65.5% and 100% respectively. This was based on a prevalence rate of 4.4% from surveillance data.
In total only seven specimens were negative with microscopy but tested positive with LAMP. Discrepant resolution confirmed that these seven false-positive specimens by LAMP tested positive by RT-PCR. We cannot rule out that these seven samples are part of those 50 samples obtained during follow-up.
Frickmann (2018) demonstrated in first positive samples of patients (without follow-up samples) with confirmed malaria (LAMP) a sensitivity of 99.1% (95% CI 94.95 to 99.9%) (106/107) and specificity of 97.3% (95% CI 92.2 to 99.4). The NPV was 99.1% (95% CI 93.8 to 99.9%) PPV was 97.2% (106/109).
De Koninck (2017) found in the retrospective part of their study a sensitivity of 100% (95% CI, 95.1 to 100%) and a specificity of 100% (95% CI, 89.7 to 100%) for the LAMP test on a selection of stored samples. Both NPV and PPV were 100%. In the prospective part of the study similar sensitivity and specificity were found, 100% (95% CI, 71.5% to 100%) and 94.7% (95% CI, 74.0% to 99.9%%) respectively. NPV was also 100% and PPV was lower, 94.7% (95% CI, 74.0% to 99.9%%)
Rypien (2017) evaluated and compared two types of LAMP tests, the LAMP llumigene malaria (M) assay and the LAMP illumigene malaria PLUS (MP) assay.
Sensitivity and specificity were 97.3% (95% CI, 90.7% to 99.7%) and 93.8% (95% CI, 84.8% to 98.3%) respectively for the LAMP M test. NPV was 99.8% and PPV was 45.2% for the LAMP M test. Sensitivity was slightly higher 100% (95% CI, 95.3% to 100%), and specificity lower 91.5% (95% CI, 81.3% to 97.2%) for the LAMP MP test. NPV was 100% and PPV was 38.2% for the LAMP M test. NPV and PPV were calculated based on a prevalence of malaria of 0.05 (5%) in the returning traveller population.
Ponce (2017) found a sensitivity and specificity of the LAMP test of 100% (95% CI, 95.4% to 100%) and 95.3% (95% CI, 91.6% to 97.7%) for all samples with microscopy as reference standard. NPV and PPV were 100% and 88.8% (95% CI, 81.2% to 93.5%) respectively.
We excluded the six follow-up samples in the calculations.
In this study, RT-PCR was used as standard of truth, however all corrected positive diagnoses by RT-PCR were follow-up samples, so not relevant to calculate these accuracy measures.
Marti (2015) used both PCR and microscopy as reference method to evaluate the diagnostic performance of the LAMP test, and similar results were found.
Sensitivity was 100% (95% CI, 91.8% to 100%) and specificity was 97.5% (95% CI, 93.8% to 99.3%) with microscopy as reference method. NPV was 100% and PPV was 91.5% (95% CI 79.6% to 97.6%).
Sensitivity was 100% (95% CI, 92.0% to 100%) and specificity was 100% (95%, CI 97.7% to 100%) with PCR as reference method. Both NPV and PPV were 100%.
The authors assumed that the four negative cases with microscopy that were found positive by both LAMP and by qPCR were false negatives by microscopy. Three of these samples were collected during post-treatment follow-up. We corrected the accuracy calculations and excluded the follow-up samples.
User convenience LAMP
Three studies described that technicians were easily trained and were able to complete testing in 45 to 70 minutes (Cheaveau, 2018; Charpentier 2020; De Koninck, 2017).
Other studies did not describe data on user convenience of the LAMP test.
Level of evidence of the literature
The level of evidence regarding the outcome measure sensitivity and specificity for the LAMP was downgraded with two levels because of heterogeneity (execution of studies, differences in reference method). The level of evidence is graded as ‘moderate’.
The level of evidence regarding the outcome measures NPV and PPV was downgraded with two levels because of inconsistency in prevalence of positive malaria cases and because of heterogeneity (prevalence and execution of studies, differences in reference method). The level of evidence is graded as ‘low’.
QBC
Sensitivity and specificity, NPV and PPV for the QBC
All studies described these outcome measures or these could be calculated from the presented data.
Charpentier (2020) found a sensitivity of the QBC test of 86.3% (63/73) (95% CI 82.6 to 90.0) using qPCR as reference standard. With microscopy (thick and thin smear) 63 and 62 respectively out of 73 cases confirmed with qPCR were found. Specificity was 100% (258/258) (95% CI 98.6% to 100%) and PPV and NPV were 100% and 99.0% respectively.
As described above, the sensitivity is lower than for the LAMP test, no direct comparisons between LAMP and QBC were tested or analysed within this study.
Nijhuis (2018) found a sensitivity of the QBC test of 87.5% (95% CI 75.9% to 94.8%) using realtime PCR as reference standard. Specificity was 100% (95% CI 99.5% to 100%), NPV was 99.1% (95 CI% 98.2% to 99.6%) and the PPV 100%.
50 (89.2%) of 56 PCR positive blood samples were found positive with thick smear microscopy, 49 (87.5%) by QBC.
Morassin (2002) found a sensitivity of the QBC test of 81.0% (95% CI 74.2% to 86.6%) using PCR as reference standard. Specificity was 100% (95% CI 99.1% to 100%) and the NPV and PPV were 100% and 93.8 (95%CI 91.7% to 95.4%), respectively.
Thirty-two (6.2%) malaria infections detected by PCR were not detected by QBC. All 32 patients found to be malaria negative by the QBC test were also negative by conventional microscopy. Of these 32, 14 patients were previously treated for malaria, the others were real infections.
User convenience QBC
None of the studies reported on this ‘outcome measure’.
Level of evidence of the literature
The level of evidence regarding the outcome measure sensitivity and specificity for the QBC was downgraded with one because of heterogeneity (execution of studies, differences in reference method) and one level because of imprecision (low number of studies and positive cases). The level of evidence is graded as ‘low’.
The level of evidence regarding the outcome measures NPV and PPV was downgraded with two levels to low because of inconsistency in prevalence of positive malaria cases and one level because of imprecision (low number of studies and positive cases). The level of evidence is graded as ‘very low’.
Level of evidence of the literature: comparison LAMP and QBC
The level of evidence regarding all diagnostic outcome measures for the comparison between LAMP and QBC is downgraded one level more for indirectness because there was only one study that directly compared the two tests.
Zoeken en selecteren
A systematic review of the literature was performed to answer the following question:
1. What is the diagnostic value of LAMP versus fluorescence-flowcytometry to quickly (24/7) screen patients suspected of having imported malaria?
P: patients patients with suspected malaria (Plasmodium spp.) who have not received recent malaria specific treatment;
I: intervention LAMP;
C: control fluorescence-flowcytometry;
R: reference Microscopy + additional antigen based Rapid Diagnostic Test (RDT) and/or PCR to diagnose a malaria infection;
O: outcome measure sensitivity, Negative Predictive Value (NPV), specificity, Positive Predictive Value (PPV), clinical outcomes for the patient, user convenience (setting and speed).
A second systematic review of the literature was performed to answer the following question:
2. What is the diagnostic value of QBC (+RDT) versus LAMP to quickly (24/7) screen patients suspected of having malaria?
P: patients patients with suspected malaria (Plasmodium spp.) who have not received recent malaria specific treatment;
I: intervention QBC or QBC+ antigen based RDT;
C: control LAMP;
R: reference Microscopy + additional antigen based Rapid Diagnostic Test (RDT) and/or PCR) to diagnose a malaria infection;
O: outcome measure sensitivity, Negative Predictive Value (NPV), specificity, Positive Predictive Value (PPV), clinical outcomes for the patient, user convenience (setting and speed).
Relevant outcome measures
The guideline development group considered sensitivity and NPV as critical outcomes measure for decision making; and Specificity, PPV, and user convenience as important outcome measures for decision making.
A priori, the working group did not define the outcome measures listed above but used the definitions used in the studies.
The working group defined a difference of 5% in sensitivity, specificity, PPV and NPV as a minimal clinically (patient) important difference.
The databases Medline (via OVID) and Embase (via Embase.com) were searched with relevant search terms from 2000 until October 8th 2020 for the first PICRO and from 1990 until on April 9th 2021 for the second PICRO. The detailed search strategy is depicted under the tab Methods. The systematic literature search resulted in 320 and 118 hits, respectively. RCTs, systematic reviews and observational (diagnostic) studies were selected based on the predefined PICRO criteria. For the LAMP and QBC test, studies from endemic and non-
Western settings were excluded. For the fluorescence-flowcytometry, studies were excluded that used a device that was not designed to diagnose malaria (often only used for suspect flags). Fluorescence-flowcytometry with violet laser light detection is validated for the detection of malaria, other flowcytometry techniques not. The techniques used today in most laboratories do not include violet laser light detection and are therefore not suited for malaria diagnostics.
For the first PICRO, 37 studies were initially selected based on title and abstract screening. After reading the full text, 30 studies were excluded (see the table with reasons for exclusion under the tab Methods), seven studies were included that evaluated the LAMP test
For the second PICRO, 17 studies were initially selected based on title and abstract screening. After reading the full text, 14 studies were excluded (see the table with reasons for exclusion under the tab Methods), 3 studies were included that evaluated the QBC test, and no studies were included that evaluated the QBC test in addition to RDT.
Results
For the first PICRO, seven studies were included in the analysis of the literature, all on the LAMP test. At date of the PICRO (2021) no relevant studies were found on flowcytometry. However during the development of the current guideline at least two more studies on the suitability of flowcytometry with violet laser light detection for malaria diagnostics in a non-endemic setting were published. Both studies revealed an excellent sensitivity and specificity of this technique compared to classic parasitological methods, suggesting that this technique will be interesting also to the Dutch market in due time.
Important study characteristics of the PICRO performed for this guideline and results are summarized in the evidence tables. The assessment of the risk of bias is summarized in the risk of bias tables.
Referenties
- Agaba, B. B., Yeka, A., Nsobya, S., Arinaitwe, E., Nankabirwa, J., Opigo, J., … & Kamya, M. R. (2019). Systematic review of the status of pfhrp2 and pfhrp3 gene deletion, approaches and methods used for its estimation and reporting in Plasmodium falciparum populations in Africa: review of published studies 2010–2019. Malaria journal, 18(1), 1-10.
- Cheaveau, J., Nguyen, H., Chow, B., Marasinghe, D., Mohon, A. N., Yuan, H., … & Pillai, D. R. (2018, November). Clinical validation of a commercial LAMP test for ruling out malaria in returning travelers: a prospective diagnostic trial. In Open forum infectious diseases (Vol. 5, No. 11, p. ofy260). US: Oxford University Press.
- De Koninck, A. S., Cnops, L., Hofmans, M., Jacobs, J., Van den Bossche, D., & Philippé, J. (2017). Diagnostic performance of the loop-mediated isothermal amplification (LAMP) based illumigene® malaria assay in a non-endemic region. Malaria journal, 16(1), 418.
- ECCMID 2017; Key note lecture nn behalf of the Dutch and Belgian IIlumigene malaria study group: The illumigene Malaria assays: new, promising screening tools for the diagnosis of malaria Tom van Gool MD, PhD
- Frickmann, H., Hinz, R., Rojak, S., Bonow, I., Ruben, S., Wegner, C., … & Tannich, E. (2018). Evaluation of automated loop-mediated amplification (LAMP) for routine malaria detection in blood samples of German travelers–a cross-sectional study. Travel medicine and infectious disease, 24, 25-30.
- Gamboa, D., Ho, M. F., Bendezu, J., Torres, K., Chiodini, P. L., Barnwell, J. W., … & Cheng, Q. (2010). A large proportion of P. falciparum isolates in the Amazon region of Peru lack pfhrp2 and pfhrp3: implications for malaria rapid diagnostic tests. PloS one, 5(1), e8091.
- Gillet P, Scheirlinck A, Stokx J, et al. Prozone in malaria rapid diagnostics tests: how many cases are missed?. Malar J. 2011;10:166. Published 2011 Jun 15. doi:10.1186/1475-2875-10-166
- Hassan, S.ED.H., Okoued, S.I., Mudathir, M.A. et al. Testing the sensitivity and specificity of the fluorescence microscope (Cyscope®) for malaria diagnosis. Malar J 9, 88 (2010). Khartabil TA, de Rijke YB, Koelewijn R, van Hellemond JJ, Russcher H. Fast detection and quantification of Plasmodium species infected erythrocytes in a non-endemic region by using the Sysmex XN-31 analyzer. Malar J. 2022 Apr 11;21(1):119. doi: 10.1186/s12936-022-04147-0. PMID: 35410230; PMCID: PMC8995682.
- Li B, Sun Z, Li X, Li X, Wang H, Chen W, Chen P, Qiao M, Mao Y. Performance of pfHRP2 versus pLDH antigen rapid diagnostic tests for the detection of Plasmodium falciparum: a systematic review and meta-analysis. Arch Med Sci. 2017 Apr 1;13(3):541-549. doi: 10.5114/aoms.2017.67279. Epub 2017 Apr 20. PMID: 28507567; PMCID: PMC5420633.
- Marti, H., Stalder, C., & González, I. J. (2015). Diagnostic accuracy of a LAMP kit for diagnosis of imported malaria in Switzerland. Travel medicine and infectious disease, 13(2), 167-171.
- Nijhuis, R. H. T., Van Lieshout, L., Verweij, J. J., Claas, E. C. J., & Wessels, E. (2018). Multiplex real-time PCR for diagnosing malaria in a non-endemic setting: a prospective comparison to conventional methods. European Journal of Clinical Microbiology & Infectious Diseases, 37(12), 2323-2329.
- Ponce, C., Kaczorowski, F., Perpoint, T., Miailhes, P., Sigal, A., Javouhey, E., … & Potinet, V. (2017). Diagnostic accuracy of loop-mediated isothermal amplification (LAMP) for screening patients with imported malaria in a non-endemic setting. Parasite, 24.
- Pyle-Eilola AL, Kahwash SB, Dennis G, Hubbard N, Leber A. The Brief Case: A 6-Year-Old with Fever, Abdominal Pain, and Recent Travel to Sierra Leone. J Clin Microbiol. 2021;59(11):e0053421. doi:10.1128/JCM.00534-21
- Rypien, C., Chow, B., Chan, W. W., Church, D. L., & Pillai, D. R. (2017). Detection of Plasmodium infection by the illumigene malaria assay compared to reference microscopy and real-time PCR. Journal of clinical microbiology, 55(10), 3037-3045.
- WHO Global Malaria Programme, the Foundation for Innovative New Diagnostics (FIND) and the United States Centers for Disease Control and Prevention (CDC) within the WHO-FIND Malaria RDT Evaluation Programme. Malaria Rapid Diagnostic Test Performance Results of WHO product testing of malaria RDTs: round 8 (2016–2018)
- Wijsman CA, Hanssen JLJ, Scheper H, Visser LG, van Lieshout L. A case of delayed diagnosis of East-African trypanosomiasis in a Dutch traveller. J Travel Med. 2018 Jan 1;25(1). doi: 10.1093/jtm/tay024. PMID: 29688491.
Evidence tabellen
Evidence table for diagnostic test accuracy studies: LAMP and QBC studies
LAMP=Loop Mediated Isothermal Amplification; NA=Not available; NPV=Negative Predictive Value; NR=Not Reported; (RT)-PCR= (Realtime) polymerase chain reaction; PPV= Positive Predictive Value; RDT=Rapid Diagnostic Test
Risk of bias assessment diagnostic accuracy studies (QUADAS II, 2011)
Study reference |
Patient selection
|
Index test |
Reference standard |
Flow and timing |
Comments with respect to applicability |
Charpentier, 2020
|
Was a consecutive or random sample of patients enrolled? Yes
Was a case-control design avoided? Yes
Did the study avoid inappropriate exclusions? Yes
|
Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard? Yes
If a threshold was used, was it pre-specified? NA
|
Is the reference standard likely to correctly classify the target condition? Yes
Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test? Yes
|
Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard? Yes
Did all patients receive a reference standard? Yes
Did patients receive the same reference standard? Yes
Were all patients included in the analysis? Yes |
Are there concerns that the included patients do not match the review question? No
Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question? No
Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question? No |
CONCLUSION: Could the selection of patients have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION Could the patient flow have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the selection of patients have introduced bias?
RISK: LOW |
|
Cheaveau, 2018
|
Was a consecutive or random sample of patients enrolled? Yes Consecutive sampling for prospective study, retrospective samples were added (method unknown)
Was a case-control design avoided? Yes
Did the study avoid inappropriate exclusions? Yes
|
Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard? Yes
If a threshold was used, was it pre-specified? NA
|
Is the reference standard likely to correctly classify the target condition? Yes, with PCR as confirmation
Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test? Yes
|
Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard? Yes
Did all patients receive a reference standard? Yes
Did patients receive the same reference standard? Yes (Microscopy and RDT), however only microscopy-positive and discrepant specimens underwent RT-PCR testing
Were all patients included in the analysis? Yes |
Are there concerns that the included patients do not match the review question? No
Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question? No
Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question? No
|
CONCLUSION: Could the selection of patients have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION Could the patient flow have introduced bias?
RISK: LOW |
|
|
De Koninck, 2017
|
Was a consecutive or random sample of patients enrolled? Unclear
Was a case-control design avoided? No, for the retrospective samples, external quality control samples were added
Did the study avoid inappropriate exclusions? Yes
|
Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard? Yes
If a threshold was used, was it pre-specified? NA
|
Is the reference standard likely to correctly classify the target condition? Yes
Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test? Yes
|
Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard? Yes
Did all patients receive a reference standard? Yes
Did patients receive the same reference standard? No, retrospective study: microscopy + RT-PCR as confirmation. Prospective: RDT and Microscopy
Were all patients included in the analysis? Yes |
Are there concerns that the included patients do not match the review question? No
Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question? No
Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question? No
|
|
CONCLUSION: Could the selection of patients have introduced bias?
RISK: HIGH |
CONCLUSION: Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION Could the patient flow have introduced bias?
RISK: LOW |
|
Frickmann, 2018
|
Was a consecutive or random sample of patients enrolled? No Samples were from patients with suspected malaria as well as from those with confirmed malaria and already treated individuals with declining parasitemia
Was a case-control design avoided? Yes
Did the study avoid inappropriate exclusions? Yes
|
Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard? Yes
If a threshold was used, was it pre-specified? NA
|
Is the reference standard likely to correctly classify the target condition? Yes
Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test? Yes
|
Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard? Yes
Did all patients receive a reference standard? Yes
Did patients receive the same reference standard? No PCR-based testing was performed if unambiguous identification on species level by microscopy failed and in case of contradictory results
Were all patients included in the analysis? Yes |
Are there concerns that the included patients do not match the review question? No
Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question? No
Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question? No
|
|
CONCLUSION: Could the selection of patients have introduced bias?
RISK: HIGH |
CONCLUSION: Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION Could the patient flow have introduced bias?
RISK: LOW |
|
Rypien, 2017
|
Was a consecutive or random sample of patients enrolled? Unclear
Was a case-control design avoided? Yes
Did the study avoid inappropriate exclusions? Yes
|
Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard? Unclear
If a threshold was used, was it pre-specified? NA
|
Is the reference standard likely to correctly classify the target condition? Yes
Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test? Unclear
|
Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard? Yes
Did all patients receive a reference standard? Yes
Did patients receive the same reference standard? No. For discrepant results: repeat testing and/or RT-PCR
Were all patients included in the analysis? No. In total 9 samples were excluded because LAMP results were invalid (mainly for the MP method) |
Are there concerns that the included patients do not match the review question? No
Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question? No
Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question? No
|
|
CONCLUSION: Could the selection of patients have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?
RISK: UNCLEAR |
CONCLUSION: Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?
RISK: UNCLEAR |
CONCLUSION Could the patient flow have introduced bias?
RISK: HIGH |
|
Marti, 2015
|
Was a consecutive or random sample of patients enrolled? Yes
Was a case-control design avoided? Yes
Did the study avoid inappropriate exclusions? Yes
|
Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard? Yes
If a threshold was used, was it pre-specified? NA
|
Is the reference standard likely to correctly classify the target condition? Yes
Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test? Yes
|
Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard? Yes
Did all patients receive a reference standard? Yes
Did patients receive the same reference standard? Yes
Were all patients included in the analysis? Yes |
Are there concerns that the included patients do not match the review question? No
Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question? No
Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question? No |
|
CONCLUSION: Could the selection of patients have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION Could the patient flow have introduced bias?
RISK: LOW |
|
Ponce, 2017 |
Was a consecutive or random sample of patients enrolled? Yes
Was a case-control design avoided? Yes
Did the study avoid inappropriate exclusions? Yes
|
Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard? Yes
If a threshold was used, was it pre-specified? NA
|
Is the reference standard likely to correctly classify the target condition? Yes
Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test? Yes
|
Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard? Yes
Did all patients receive a reference standard? Yes
Did patients receive the same reference standard? Yes
Were all patients included in the analysis? Yes, however 3,5% invalid LAMP test results. |
Are there concerns that the included patients do not match the review question? No
Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question? No
Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question? No
|
|
CONCLUSION: Could the selection of patients have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION Could the patient flow have introduced bias?
RISK: LOW |
|
Polley, 2013
|
Was a consecutive or random sample of patients enrolled? Yes
Was a case-control design avoided? Yes
Did the study avoid inappropriate exclusions? Yes
|
Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard? Yes
If a threshold was used, was it pre-specified? NA
|
Is the reference standard likely to correctly classify the target condition? Yes
Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test? Yes
|
Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard? Yes
Did all patients receive a reference standard? Yes
Did patients receive the same reference standard? Yes
Were all patients included in the analysis? Yes
|
Are there concerns that the included patients do not match the review question? No
Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question? No
Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question? No |
|
CONCLUSION: Could the selection of patients have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION Could the patient flow have introduced bias?
RISK: LOW |
|
Nijhuis, 2018
|
Was a consecutive or random sample of patients enrolled? Yes
Was a case-control design avoided? Yes
Did the study avoid inappropriate exclusions? Yes
|
Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard? Yes
If a threshold was used, was it pre-specified? NA
|
Is the reference standard likely to correctly classify the target condition? Yes
Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test? Yes
|
Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard? Yes
Did all patients receive a reference standard? Yes
Did patients receive the same reference standard? Yes
Were all patients included in the analysis? Yes |
Are there concerns that the included patients do not match the review question? No
Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question? No
Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question? No |
|
CONCLUSION: Could the selection of patients have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION Could the patient flow have introduced bias?
RISK: LOW |
|
Morassin, 2002
|
Was a consecutive or random sample of patients enrolled? Yes
Was a case-control design avoided? Yes
Did the study avoid inappropriate exclusions? Yes
|
Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard? unclear
If a threshold was used, was it pre-specified? NA
|
Is the reference standard likely to correctly classify the target condition? Yes
Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test? unclear
|
Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard? Yes
Did all patients receive a reference standard? Yes
Did patients receive the same reference standard? Yes
Were all patients included in the analysis? Yes |
Are there concerns that the included patients do not match the review question? No
Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question? No
Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question? No |
|
CONCLUSION: Could the selection of patients have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION: Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?
RISK: LOW |
CONCLUSION Could the patient flow have introduced bias?
RISK: LOW |
|
PICRO 1
Author and year |
Reason for exclusion |
Josephine 2005 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval + no relevant and unclear outcome meaures |
Post 2019 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval. Targetgroup was not right (young malaria-naive children) and human challenge study |
Roth 2016 |
Old meta-analyses, not useful |
Picot 2020 |
Meta-analysis was not useful (many endemic studies), references were checked |
Altangerel 2020 |
No meta-analysis, short report |
Han 2007 |
Endemic setting |
Mohon 2016 |
Adapted LAMP technique and wrong reference standard |
Kollenda 2018 |
Species-specific LAMP method |
Dubreuil 2014 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Grobusch 2003 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Wever 2002 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Dumas 2020 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Fourcade 2004 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Mohapatra 2011 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Pillay 2019 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Sharma 2013 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
De Langen 2006 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Mohopatra 2014 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Sun 2019 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Wongchotigul 2004 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Scott 2003 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Suh 2003 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Mukry 2017 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Yoo 2010 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Fawzi 2003 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Huh 2008 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Singh 2015 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Mubeen 2014 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Lee 2012 |
Flowcytometry analyser was not designed for malaria diagnosis/ no FDA approval |
Polley, 2013 |
Too many follow-up samples |
PICRO 2
Author and year |
Reason for exclusion |
Gay, 1996 |
Wrong comparison: QBC+microscopy as reference standard for acridine orange fluorescence |
Moody, 1990 |
Short report: no diagnostic outcome measures |
Brenier-Pinchart, 2000 |
Wrong comparison: RDT |
Uguen, 1995 |
Wrong comparison: microscopy + QBC as reference standard for Parasight rapid F |
Barman, 2003 |
Endemic setting |
Craig, 1997 |
Endemic setting |
Schindler, 2001 |
Endemic setting |
Kochareka, 2012 |
Endemic setting |
Zakai, 2003 |
Non systematic review |
Larreche, 2014 |
Does not comply with PICRO: wrong (combi) of tests. In addition, imcomplete diagnostic values. |
Poggensee, 1992 |
Short report: not enough data for diagnostic accuracy outcomes |
Durand, 2005 |
Wrong comparison: microscopy + QBC as reference standard for RDT |
Long, 1994 |
Part of a malaria vaccine study |
Gray, 2011 |
animal study |
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 06-10-2022
Laatst geautoriseerd : 06-10-2022
Geplande herbeoordeling : 16-08-2025
Geldigheid en Onderhoud
Module |
Regiehouder(s) |
Jaar van autorisatie |
Eerstvolgende beoordeling actualiteit richtlijn |
Frequentie van beoordeling op actualiteit |
Wie houdt er toezicht op actualiteit |
Relevante factoren voor wijzigingen in aanbeveling |
1. Screening van malaria |
NVMM |
2022 |
2027 |
vijfjaarlijks |
NVMM |
Nieuw gepubliceerd onderzoek naar flowcytometrische analyzers die ontworpen zijn voor malaria detectie of andere nieuwe technieken en toegankelijk op de markt beschikbaar. |
Algemene gegevens
De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS) .
De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2020 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de diagnostiek en zorg voor patiënten met malaria.
Werkgroep
- Dr. F.F. Stelma, Arts-microbioloog/parasitoloog, werkzaam in het Radboud Universitair Medisch Centrum te Nijmegen (NVMM/NVP), voorzitter
- Dr. G.J.H. Bastiaens, Arts-microbioloog/parasitoloog, werkzaam in Rijnstate en het Slingeland Ziekenhuis te Arnhem/Velp en Doetinchem (NVMM/NVP)
- Dr. J.J. Hofstra, Arts-microbioloog in opleiding, werkzaam in Amsterdam UMC, locatie AMC (NVMM)
- Dr. Q. de Mast, internist-infectioloog, werkzaam in Radboud Universitair Medisch Centrum te Nijmegen (NIV)
- Dr. I.C.A. Munnix, Klinisch chemicus, werkzaam in CWZ te Nijmegen (NVKC)
- Ing. B.G. Peereboom, microbiologisch en parasitologisch analist, werkzaam in Streeklaboratorium te Haarlem (NVML)
- Dr. H. Russcher, Klinisch chemicus-hematoloog, werkzaam in Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam (NVKC)
- Prof. dr. M. van Vugt, internist-infectioloog, werkzaam in Amsterdam UMC, locatie AMC (NIV)
- Dr. L.J. Wammes, Arts-microbioloog/parasitoloog, werkzaam in Leids Universitair Medisch Centrum te Leiden (NVMM/NVP)
Met ondersteuning van
- Dr. F. Willeboordse, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- Dr. M.S. Ruiter, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Met dank aan
- Dr. T.J.W. van de Laar, Medisch Moleculair Microbioloog, werkzaam bij Sanquin en OLVG Lab BV te Amsterdam (NVMM)
Belangenverklaringen
De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
* Stelma |
arts-microbioloog in het radboudumc te Nijmegen |
Lidmaatschap NV parasitologie. Bestuur Ned. Ver. Parasitologie (penningmeester). Voorzitter SKML sectie parasitologie. |
|
Geen actie |
Bastiaens |
Arts-microbioloog van Maatschap Medische Microbiologie en Immunologie Gelderland. Werkzaam in het Rijnstate te Arnhem en in het Slingeland Ziekenhuis te Doetinchem |
Lid van de Werkgroep Internationale Medische Microbiologie van de NVMM (onbetaald). Consultant voor Mott MacDonald op het gebied van laboratoriumopbouw in ontwikkelingslanden (vergoeding |
|
Geen actie |
Wammes |
arts-microbioloog bij het Leids Universitair Medisch Centrum (0,8 fte) |
Lid Hoofdredactieraad Tijdschrift voor Infectieziekten (onbetaald, wel vergoeding voor |
|
Geen actie |
Munnix |
Laboratoriumspecialist Klinische Chemie-Hematologie Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, Nijmegen |
adviseur Aanmoediging en advies (IFMS) |
|
Geen actie |
Russcher |
Laboratoriumspecialist Klinische Chemie Erasmus MC 1fte |
Auditor/Vakdeskundige Raad voor Accreditie (RvA) (betaald) |
Extern gefinancierd onderzoek door Roche diagnostics en Sysmex (niet direct gerelateerd aan malaria)
Tegemoetkoming in de studiekosten van de XN31 door de firma Sysmex. 5000 euro + gratis hardware/software en reagens. Dit is direct gerelateerd aan malaria diagnostiek. |
Geen actie, aangezien de richtlijn geen aanbevelingen zal doen over een specifiek apparaat (Sysmex versus ander merk). |
Peereboom-Goudriaan |
Microbiologisch en Parasitologisch analist bij het Streeklaboratorium Haarlem |
geen |
|
Geen actie |
Mast de |
Internist-infectioloog, Radboudumc |
Lid Kleine Werkgroep, Landelijk Coordinatiecentrum Reizigersadvisering. Onbetaald Lid van verschillende DSMBs, inclusief malaria onderzoek. Onbetaald" |
Financier: ZonMW. Inhoud onderzoek: The transition from a traditional to a Western lifestyle and its effect on the interrelation between diet, gut microbiome and health. Rol als projectleider;ja.
Fin: ZonMW. Inhoud onderzoek: Treating dengue with an influenza drug. TOTO trial. Rol projectleider ja.
Financier: ViiV. Inhoud onderzoek: 2000HIV+study geen rol als projectleider.
Financier: Sysmex Europe.
Inhoud onderzoek: voor validatie van infection management tool op hematologie analyzer, waaronder malaria diagnostiek. rol als projectleider ja |
Geen actie, aangezien de richtlijn geen aanbevelingen zal doen over een specifiek apparaat (Sysmex versus ander merk). |
Vugt |
Internist-infectioloog, Amsterdam UMC, locatie AMC (100%) |
Lid van internationale DSMB’s ten behoeven van malariaonderzoek, onbetaald |
De uitkomsten zijn onder andere bijdragend in de kennis en het advies vanuit de malariawerkgroep LCR- GG&GD, waar ik voorzitter van ben momenteel |
Geen actie |
Hofstra |
AIOS Medische Microbiologie AUMC |
Bestuur NVAMM (onbetaald) |
|
Geen actie |
Willeboordse |
Adviseur Kennisinstituut Federatie Medisch Specialisten |
geen |
geen |
Geen actie |
Ruiter |
Adviseur Kennisinstituut Federatie Medisch Specialisten |
geen |
geen |
Geen actie |
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door het uitnodigen van Patiëntenfederatie Nederland voor de schriftelijke knelpunteninventarisatie. De schriftelijke knelpunteninventarisatie is besproken in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan Patiëntenfederatie Nederland en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.
Methode ontwikkeling
Evidence based
Werkwijze
AGREE
Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).
Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen
Tijdens de voorbereidende fase inventariseerden de werkgroep de knelpunten in de diagnostiek voor patiënten met verdenking op malaria. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door NVMM, NVKC, NVTG, Patiëntenfederatie Nederland, IGJ, NVML, NHG via een schriftelijke knelpunteninventarisatie. De terugkoppeling hiervan is opgenomen onder aanverwante producten.
Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.
Uitkomstmaten
Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.
Methode literatuursamenvatting
Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur en de beoordeling van de risk-of-bias van de individuele studies is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).
GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).
Definitie |
|
Hoog |
|
Redelijk |
|
Laag |
|
Zeer laag |
|
Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello, 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE-methodiek.
De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. De werkgroep heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.
In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.
Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers |
||
|
Sterke aanbeveling |
Zwakke (conditionele) aanbeveling |
Voor patiënten |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet. |
Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. |
Voor behandelaars |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen. |
Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren. |
Voor beleidsmakers |
De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid. |
Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. |
Organisatie van zorg
In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijnmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.