Hoofd-halstumoren

Initiatief: NVKNO Aantal modules: 83

Beleid (negatieve hals)

Uitgangsvraag

Wat is het beleid bij patiënten met een mondholtecarcinoom en een klinisch negatieve hals?

Aanbeveling

Aanbeveling-1

Verricht bij patiënten met een kleine mondholtecarcinoom (cT1-T2) en een klinisch negatieve hals (cN0) bij voorkeur een electieve halsklierdissectie in plaats van een “watch-and-wait” beleid.

 

Aanbeveling-2

Neem specifieke tumor- en patiëntfactoren mee bij de keuze voor een “watch-and-wait” beleid.

 

Aanbeveling 3

Gebruik bij een “watch-and-wait” beleid bij voorkeur echografie voor het opvolgen van de hals.

Overwegingen

Uit de meta-analyse van Ibrahim (2020) bleek dat er een significant voordeel was voor een electieve halsklierdissectie op de terugkeer van halskliermetastasen in vergelijking met een ‘watch and wait’ strategie (RR = 0.36, 95%CI: 0.20 tot 0.66). De zekerheid in dit bewijs was laag, aangezien Massey (2019) het risico op vertekening van de uitkomst in de studies in de meta-analyse beoordeelde als redelijk tot hoog. Twee beoordelaars gaven onafhankelijk van elkaar deze beoordeling met de Cochrane risk of bias-tool, maar er werden geen beoordelingsredenen en individuele beoordelingen op de domeinen van de Cochrane tool gerapporteerd.

 

In de originele rapportages van de RCT’s werden verschillende maten van overleving gerapporteerd. De zekerheid van dit bewijs hing af van welk type overleving er werd gerapporteerd. Algehele overleving is een hardere maat dan ziektevrije overleving, waardoor een eventueel gebrek aan blindering minder risico op vertekening geeft. Daarnaast was er sprake van enige imprecisie door betrouwbaarheidsintervallen die een vooraf gedefinieerde grens van klinische besluitvorming overschreed of wanneer er zeer weinig patiënten in de steekproef zaten (per uitkomstmaat). Er werd een zeer lage (ziekte-specifieke overleving) tot lage (algehele overleving, ziektevrije overleving) zekerheid gevonden in het bewijs met betrekking tot overleving, hoewel de gevonden data een betere overleving lijkt te suggereren (al dan niet significant) bij een electieve halsklierdissectie wanneer vergeleken met een ‘watch and wait’ strategie.

 

Twee gerandomiseerde onderzoeken rapporteerden de sterfte (Kligerman, 1994; D’Cruz, 2015). Aan de hand van de gerapporteerde data uit Klingerman (1994) werd een relatief risico van 0,45 (95%BHI: 0,21 tot 0,97) berekend en met de data uit D’Cruz (2015) werd een relatief risico van 0,66 (95%BHI: 0.48-0.90) bepaald. Massey (2019) beoordeelde het risico op vertekening in deze studies als hoog. Daarnaast kruisten de gevonden betrouwbaarheidsintervallen de vooraf gedefinieerde grens van klinische besluitvorming. Het bewijs lijkt daarmee te suggereren dat er mogelijk een lagere mortaliteit zou kunnen zijn bij het uitvoeren van een electieve halsklierdissectie in plaats van een ‘watch and wait’ beleid.

 

Belangrijk bij het beoordelen van de verschillende studies is ook hoe de klinisch negatieve hals is vastgesteld. Is dit alleen door palpatie gedaan of met uitgebreid beeldvormend onderzoek inclusief echogeleide cytologische puncties van echografisch afwijkende lymfeklieren. Zo is de incidentie van lymfekliermetastasen in de ‘watch and wait’ arm in de studie van D’Cruz et al bijvoorbeeld 45%, terwijl 25 tot 30% na echogeleide cytologische puncties gebruikelijk is. Daarbij is het bij de ‘watch and wait’ strategie belangrijk om zo spoedig mogelijk de lymfekliermetastase tijdens de follow-up te detecteren. In de studie van D’Cruz et al waren de lymfekliermetastasen die tijdens follow-up gedetecteerd werden in 28% > 3cm en 18% > 6 cm en hadden 93% extranodale groei. Hierdoor kunnen bij de stringente follow-up die nodig is voor een goede ‘watch and wait’ strategie vraagtekens gezet worden in deze studie.

 

Het doel bij het kiezen voor een manier van management van de klinisch negatieve hals (cN0) is het bereiken van een lange (ziektevrije) overleving. Daarnaast zal vooral voor patiënten de kwaliteit van leven en functie na behandeling een grote rol spelen. Een voordeel van het uitvoeren van een halsklierdissectie is dat eventuele occulte metastasen verwijderd zijn. Het nadeel van het uitvoeren van een halsklierdissectie is de morbiditeit die hierbij een rol kan spelen, zoals bijvoorbeeld schouderklachten en lymfoedeem. Bij een “watch-and-wait” beleid speelt het voordeel dat er geen operatie nodig is met bijkomende risico’s en bijwerkingen. Echter zoals reeds beschreven is de mortaliteit mogelijk hoger bij een “watch-and-wait” beleid omdat er een risico genomen wordt met het wachten op het ontstaan van een metastase. Bij ernstige co-morbiditeit van patiënten waarbij bijvoorbeeld een algehele narcose als risico niet opweegt tegen een “watch-and-wait” beleid of wanneer persoonlijke voorkeur van patiënt om bijvoorbeeld functionele redenen (muzikanten, mensen werkzaam in de bouw) uitgaat naar “watch-and-wait” kunnen hierin andere beslissingen genomen worden. Wanneer gekozen wordt voor een “watch and wait” beleid lijkt met een protocol met echogeleide cytologische puncties de overleving vergelijkbaar te zijn met een beleid met electieve halsklierdissectie, maar moeten de patiënten met lymfkliermetastasen uitgebreider behandeld (b.v. gemodificeerd radicale halsklierdissectie in plaats van selectieve halsklierdissectie en vaker adjuvante radiotherapie) te worden dan wanneer een electieve halsklierdissectie was verricht.

 

Uit de literatuur blijkt dat het uitvoeren van een halsklierdissectie een financieel voordeel oplevert ten opzichte van een “watch-and-wait” beleid. (Avecedo, 2016) Echter in de in Nederland uitgevoerde studie van Govers (2013) blijkt dat een “watch-and-wait” beleid en het uitvoeren van een schildwachtklier procedure kosteneffectiever zijn dan het uitvoeren van een electieve halsklierdissectie. De keuze om bij subgroepen zoals eerder genoemd te kiezen voor een “watch-and-wait” beleid zullen in Nederland niet op financiële gronden genomen worden. Het toevoegen van een schildwachtklierprocedure aan de diagnostische fase zou de kosten verder kunnen reduceren.

 

Een electieve halsklierdissectie of een “watch-and-wait” beleid voor een negatieve hals (cN0) horen reeds bij de standaard mogelijkheden van diagnostiek en behandeling van mondholtecarcinomen. Dit is beschikbaar in alle hoofd-halscentra en voor alle patiënten. Voor beide keuzes spreekt het voor zich dat het belangrijk is dat er behandelaars met voldoende ervaring betrokken zijn bij de behandeling (hoofd-halschirurg en radioloog). Er worden geen problemen verwacht in de aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie.

 

Rationale van de aanbeveling: weging van argumenten voor en tegen de interventies

Aanbeveling-1

Voor een klinisch negatieve hals (cN0) bij kleine plaveiselcelcarcinomen van de mondholte na beeldvorming ter stadiëring zijn er meerdere wegen om hiermee om te gaan. Twee hiervan zijn: 1) electieve halsklierdissectie, 2) “watch-and-wait” beleid. De electieve halsklierdissectie lijkt hierbij de voorkeur te hebben ten opzichte van een “watch-and-wait” in verband met de betere overleving en minder regionale recidieven. Wanneer er toch gekozen wordt voor een “watch-and-wait” beleid wordt dit bij voorkeur gedaan met regelmatige echografische controle van de hals.

 

Aanbeveling-2

Bij ernstige co-morbiditeit van patiënten waarbij bijvoorbeeld een algehele narcose als risico niet opweegt tegen een “watch-and-wait” beleid of wanneer persoonlijke voorkeur van patiënt om bijvoorbeeld functionele redenen uitgaat naar “watch-and-wait” kunnen hierin andere beslissingen genomen worden.

 

Aanbeveling 3

De electieve halsklierdissectie lijkt de voorkeur te hebben ten opzichte van een “watch-and-wait” in verband met de betere overleving en minder regionale recidieven. Wanneer er toch gekozen wordt voor een “watch-and-wait” beleid wordt dit bij voorkeur gedaan met regelmatige echografische controle van de hals. In een protocol met echogeleide cytologische puncties lijkt de overleving vergelijkbaar te zijn met een beleid met electieve halsklierdissectie, maar moeten de patiënten met lymfkliermetastasen uitgebreider behandeld (bijvoorbeeld gemodificeerd radicale halsklierdissectie in plaats van selectieve halsklierdissectie en vaker adjuvante radiotherapie) te worden dan wanneer een electieve halsklierdissectie was verricht.

Onderbouwing

Plaveiselcelcarcinomen van de mondholte metastaseren primair lymfogeen naar de lymfeklieren van de hals. Aangetoonde metastasen worden doorgaans behandeld met een halsklierdissectie. Voor kleine mondholtetumoren (T1 en T2) die klinisch en radiologisch een negatieve hals laten zien (cN0) en waarbij de hals niet geopend hoeft te worden voor resectie van de primaire tumor of reconstructie van het defect zijn verschillende strategieën mogelijk aangaande behandeling van de hals. Er is bekend dat 30% van deze patiënten occulte metastasen heeft. Er kan gekozen worden voor een electieve halsklierdissectie dan wel voor “watch-and-wait” strategie waarbij de hals wordt opgevolgd bijvoorbeeld met echografische controle en pas behandeld wordt bij een manifeste metastase. Elke strategie heeft zijn eigen voor- en nadelen. Bij een electieve halsklierdissectie worden occulte metastasen direct verwijderd. In geval van grote chirurgische ingrepen zoals commando-procedures met of zonder reconstructies, wordt ongeacht de stadiering van de hals meestal een halsklierdissectie uitgevoerd vanwege de noodzakelijke chirurgische benadering. Bij een “watch-and-wait” strategie ondergaan minder patiënten een behandeling van de hals, maar bestaat het risico dat door de verlate diagnose van eventuele lymfekliermetastasen de behandeling uitgebreider moet zijn dan bij een electieve halsklierdissectie (bijvoorbeeld een gemodificeerd radicale halsklierdissectie met opofferen van structuren in de hals (bijvoorbeeld vena jugularis interna, nervus accessorius en/of musculus sternocleidomastoideus). Ook kan een niet-juiste stadiering van de hals leiden tot het niet uitvoeren van een (selectieve) halsklierdissectie of adjuvante radiotherapie of zelfs dat de metastasen door de delay van het ontdekken inoperabele ziekte zou kunnen ontstaan. Verder moet een afweging moet gemaakt worden op basis van onder andere morbiditeit van een halsklierdissectie, verwijderen van een vangnet voor metastasen van een recidief of tweede primaire tumoren, gebruik van (schaarse) middelen en kosten.

LOW

GRADE

The evidence suggests that elective neck dissection may reduce the number of neck recurrences in patients with an oral cavity carcinoma and a clinically negative neck, when compared to a watch and wait strategy.

 

Sources: (Ibrahim, 2020 (meta-analysis of: Fakih, 1989; Kligerman, 1994; Yuen, 2009; D’Cruz, 2015)

 

LOW

GRADE

The evidence suggests that elective neck dissection may improve the overall survival in patients with an oral cavity carcinoma and a clinically negative neck, when compared to a watch and wait strategy.

 

Sources: (D’Cruz, 2015)

 

LOW

GRADE

The evidence suggests that elective neck dissection may improve the disease-free survival in patients with an oral cavity carcinoma and a clinically negative neck, when compared to a watch and wait strategy.

 

Sources: (Fakih, 1989; Kligerman, 1994; D’Cruz, 2015)

 

VERY LOW

GRADE

The evidence is very uncertain about the effects of elective neck dissection on disease-specific survival in patients with an oral cavity carcinoma and a clinically negative neck, when compared to a watch and wait strategy.

 

Sources: (Yuen, 2009)

 

LOW

GRADE

The evidence suggests that elective neck dissection may reduce the mortality in patients with an oral cavity carcinoma and a clinically negative neck, when compared to a watch and wait strategy.

 

Sources: (Kligerman, 1994; D’Cruz, 2015)

Description of studies

Ibrahim (2020) performed a systematic review and included 24 articles, of which 4 were RCTs (Fakih, 1989; Kligerman, 1994; Yuen, 2009; D’Cruz, 2015). An exact search date was not provided and it was unclear how keywords were combined in the search. Excluded studies in the full-text selection phase were not described or referenced and reasons for excluding literature were not provided. Data was extracted by two authors independently and was cross-checked. The authors did not perform a risk of bias appraisal of the included studies. Potential publication bias was assessed and the authors reported that there was no evidence of publication bias.

 

Massey (2019) included the same four RCTs. An exact search date was not provided, however it was reported that databases were searched from inception to June 2018. It was unclear how the key words were combined in the search. Excluded studies in the full-text selection phase were not described, however reasons for exclusion were provided in the flow-diagram describing the study selection. Some studies containing overlapping datasets were referenced and excluded in some analyses. Three authors extracted data independently which were checked for consistency. Two authors independently assessed the risk of bias of RCTs by using the Cochrane risk of bias tool. Discrepancies in data-extraction and risk of bias assessments were resolved by consensus. Massey (2019) also included one RCT that recruited patients with T3 disease, which was excluded for the current data-analysis. The authors assessed the potential for publication bias and reported that no publication bias was detected.

 

Study and/or sample characteristics reported by Ibrahim (2020) and Massey (2019) are summarized in Table 1. Other data about potentially important prognostic factors in the sample (such as depth of invasion, perineural invasion, extracapsular spread) was not reported in the systematic reviews. Data about the watch and wait procedures were extracted from the original RCT papers, separately from the systematic reviews.

 

Table 1 Summary of study and sample characteristics as reported in Ibrahim (2020) and/or Massey (2019). Data from the watch and wait strategy was extracted from the original papers (Fakih, 1989; Kligerman, 1994; Yuen, 2009; D’Cruz, 2015)

Author, year

Country

Sample size

Tumor location

Pre-operative staging method

Type of neck dissection

Type of watch and wait strategy*

Adjuvant therapy

Fakih 1989

India

END: 30

WW: 40

Tongue

Not reported

Radical neck dissection

Strategy:

Therapeutic neck dissection

 

Regime:

Patients were seen regularly

Postoperative radiotherapy for positive resection margin and extracapsular spread

Kligerman 1994

Brazil

END: 34

WW: 33

Tongue, floor of mouth

Not reported

Supraomohyoid neck dissection

Strategy:

Primary resection alone

 

Regime:

Not reported

Postoperative radiotherapy for pathologically positive lymph nodes

Yuen 2009

China

END: 36

WW: 35

Tongue

Ultrasound and ultrasound-guided fine needle aspirate cytology

Supraomohyoid neck dissection

Strategy:

Observation (after transoral glossectomy)

 

Regime:

Every month in the first year, every two months in the second year, every 3 months in the third year, every 4 months in the fourth and fifth year. Every 6 months thereafter. Ultrasound examination was performed every three months in the first three years.

Postoperative radiotherapy for pathologically positive lymph nodes

D’Cruz 2015

India

END: 243

WW: 253

Tongue, floor of mouth, buccal mucosa

Physical examination and ultrasound

Supraomohyoid neck dissection

Strategy:

Therapeutic neck dissection

 

Regime:

Every 4 weeks in the first 6 months, every 6 weeks for the next 6 months, every 8 weeks for the next 12 months, and thereafter every 12 weeks

Postoperative radiotherapy for pathologically positive lymph nodes, positive resection margins, and >10mm depth of invasion

*Extracted from the original RCT papers

END: Elective Neck dissection

WW: Watch and Wait

 

Results

Neck recurrence

Ibrahim (2020) pooled data on neck recurrence from the four included RCTs which compared an elective neck dissection (45 events from n=343) to a watch and wait management (158 events from n=361). A pooled relative risk of 0.36 was found (95%CI: 0.20-0.66, random effects, I2 = 69.24%), favoring an elective neck dissection. For the pooled risk difference, a fixed methods meta-analyses by Ibrahim (2020) found a difference of -0.302 (95%CI: -0.364 to -0.240, I2 = 0%), favoring an elective neck dissection. A fixed-effects meta-analysis of risk differences by Ibrahim (2020) found a pooled risk difference of -0.302 (95%CI: -0.364 to -0.240, I2 = 0.0%), favoring elective neck dissection.

 

Survival

Four randomized controlled trials reported several survival outcomes at different time-points (Fakih, 1989; Kligerman, 1994; Yuen, 2009; D’Cruz, 2015). Data is summarized in Table 2.

 

Table 2 Overview of survival outcomes

Variable

Author, year

Follow-up

Sample size

Survival

Overall survival

D’Cruz 2015

3 years

END: 243

WW: 253

END: 80%

WW: 67.5%

 

HR = 0.64 (95%CI: 0.45-0.92), p=0.01

Disease-free survival

Fakih 1989

Minimum of 12 months (median: 20 months)

END: 30

WW: 40

END: 63%

WW: 52%

Not significant (p-value not reported)

Kligerman 1994

3 years

END: 34

WW: 33

END: 72%

WW: 49%

P=0.04

D’Cruz 2015

3 years

END: 243

WW: 253

END: 69.5%

WW: 45.9%

 

HR = 0.45 (0.34-0.59), p<0.001

Disease-specific survival

Yuen 2009

5 years

END: 36

WW: 35

END: 89%

WW: 87%

P=0.89 (log rank test)

 

Mortality

Klingerman (1994) reported 7 deaths (7/34, 20.6%) in the elective neck dissection group (n=4 death related to the disease, n=2 death due to new primary tumor, n=1 unknown cause) and 15 deaths (15/33, 45.5%) in the observation group (n=14 disease related deaths (of which 2 brain and pleural metastases), n=1 heart failure) over the course of 3 years. From this data we calculated a relative risk of 0.45 (95%CI: 0.21-0.97), favoring an elective neck dissection.

 

D’Cruz (2015) reported 50 deaths in the elective neck dissection group (50/243, 20.6%) and 79 deaths in the observation group (79/253, 31.2%) over the course of the study (median follow-up: 39 months, IQR: 16-76). From the reported data, a relative risk of 0.66 (95%CI: 0.48-0.90) was calculated, favoring elective neck dissection.

 

Level of evidence of the literature

The level of evidence regarding the outcome measure neck recurrence was downgraded by 2 levels because of study limitations (2 level for risk of bias: Massey (2019) indicated that two RCTs had a moderate risk of bias and two RCTs had a high risk of bias. However, the authors did not provide reasons or appraisals on the individual domains of the risk of bias tool); publication bias was not assessed (although publication bias was assessed by the authors of both systematic reviews by using both randomized and non-randomized studies together (Ibrahim, 2020; Massey, 2019), we included 4 RCTs which is not enough to reliably assess publication bias).

 

The level of evidence regarding the outcome measure overall survival was downgraded by 1 level because of study limitations (1 level for risk of bias: Massey (2019) indicated that the RCT had a high risk of bias. However, the authors did not provide reasons or appraisals on the individual domains of the risk of bias tool, however blinding is one of the domains in the tool which probably had a high risk of bias considering the 4 RCTs did not report any procedures regarding blinding. Blinding does not affect a hard outcome such as overall survival, and therefore we only subtracted 1 level); number of included patients (1 level for imprecision: event calculator revealed that for HR= 0.64 about 158 events were needed (alpha=0.05, beta=0.2, q1=0.49, q0=0.51, relative hazard = 0.64), over the course of the whole study 129 events were reported; furthermore the confidence interval crossed the pre-defined border of 0.7); publication bias was not assessed (although publication bias was assessed by the authors of both systematic reviews by using both randomized and non-randomized studies together (Ibrahim, 2020; Massey, 2019), we included 1 RCTs which is not enough to reliably assess publication bias).

 

The level of evidence regarding the outcome measure disease-free survival was downgraded by 2 levels because of study limitations (2 level for risk of bias: Massey (2019) indicated that one RCT had a moderate risk of bias and 2 RCTs had a high risk of bias. However, the authors did not provide reasons or appraisals on the individual domains of the risk of bias tool); conflicting results (inconsistency); applicability (bias due to indirectness); we did not downgrade for number of included patients (imprecision, because: event calculator revealed that for HR= 0.45 about 49 events were needed (alpha=0.05, beta=0.2, q1=0.49, q0=0.51, relative hazard = 0.45), furthermore the confidence interval of the largest RCT did not cross the pre-defined border of 0.7); publication bias was not assessed (although publication bias was assessed by the authors of both systematic reviews by using both randomized and non-randomized studies together (Ibrahim, 2020; Massey, 2019), we included 3 RCTs which is not enough to reliably assess publication bias).

 

The level of evidence regarding the outcome measure disease-specific survival was downgraded by 2 levels because of study limitations (2 level for risk of bias: Massey (2019) indicated that the RCT had a moderate risk of bias. However, the authors did not provide reasons or appraisals on the individual domains of the risk of bias tool); number of included patients (2 levels for imprecision: the study only contained a sample of n=71); publication bias was not assessed (although publication bias was assessed by the authors of both systematic reviews by using both randomized and non-randomized studies together (Ibrahim, 2020; Massey, 2019), we included 1 RCT which is not enough to reliably assess publication bias).

 

The level of evidence regarding the outcome measure mortality was downgraded by 2 levels because of study limitations (1 level for risk of bias: Massey (2019) indicated that the two RCTs had a high risk of bias. The authors did not provide reasons or appraisals on the individual domains of the risk of bias tool, however blinding is one of the domains in the tool which probably had a high risk of bias considering the 4 RCTs did not report any procedures regarding blinding. Blinding does not affect a hard outcome such as mortality, and therefore we only subtracted 1 level); number of included patients (1 level for imprecision: Confidence intervals cross the pre-defined border of 0.75); publication bias was not assessed (although publication bias was assessed by the authors of both systematic reviews by using both randomized and non-randomized studies together (Ibrahim, 2020; Massey, 2019), we included 2 RCTs which is not enough to reliably assess publication bias).

A systematic review of the literature was performed to answer the following question:

What are the (un)beneficial effects of elective neck dissection on neck recurrence, survival, and mortality compared to an observation strategy in patients with cT1-2N0 oral cavity carcinomas?

 

P: patients with a resected primary cT1-2N0 oral cavity carcinoma;

I: Elective neck dissection;

C: watchful waiting;

O: neck recurrence, overall survival, disease-free survival, disease-specific survival, mortality.

 

Relevant outcome measures

The guideline development group considered neck recurrence and overall survival as a critical outcome measure for decision making; and disease-free survival, disease-specific survival, and mortality as an important outcome measure for decision making.

 

A priori, the working group did not define the outcome measures listed above but used the definitions used in the studies.

The working group defined a minimal clinically relevant difference as:

  • 0.8 or 1.25 as borders for clinical decision-making for risk or odds ratios of neck recurrence.
  • 5% difference or more (absolute) and HR< 0.7 in disease-specific survival.
  • 5% difference or more (absolute) and HR< 0.7 in overall survival.
  • A difference of 10 points on the quality of life instrument EORTC QLQ-C30 or a difference of a similar magnitude on other quality of life instruments.
  • Statistically significant less complications/adverse events.
  • Statistically significant better functional outcomes, work participation.

 

Search and select (Methods)

The working group identified two published systematic reviews that included studies comparing elective neck dissection to watchful waiting (Ibrahim, 2020; Massey, 2019).

 

The combined reporting of both systematic reviews was used and only data from randomized studies were considered, even though both systematic reviews included observational studies.

 

Ibrahim (2020) searched Medline, Google Scholar and Scopus for relevant studies published from 1989 up to 2018. Keywords used in the search were reported in the published manuscript (Ibrahim, 2020). Studies were selected when published in English, patients had pathologically proven T1-2N0M0 oral squamous cell carcinoma (oral tongue, buccal mucosa, hard palate, alveolar ridge, floor of mouth, retromolar trigone), patients had a clinically and radiologically negative neck, patients only received surgical treatment without previous neck radiotherapy, and when elective neck dissection was compared to watchful waiting. Exclusion criteria were not reported. Over 1200 studies were identified by Ibrahim (2020) and, finally, 24 studies were selected (including 4 randomized studies).

 

Massey (2019) searched Medline, Google Scholar, and Scopus up to June 2018. Keywords used in the search were reported in the published manuscript (Massey, 2019). The reference lists of systematic reviews and meta-analyses deemed relevant were hand-searched. Two authors independently screened articles. Potentially relevant articles were assessed in detail by the two reviewers independently. Studies were selected when patients had T1-2N0M0 (clinical negative nodes) squamous cell carcinoma of the oral cavity with a verification of diagnosis, when the sample size was 30 or more, the oral cavity was defined in accordance with the AJCC or UICC, the TNM staging (AJCC or UICC) was used, patients did not have prior head and neck treatment (surgery, radiotherapy, chemotherapy), occult lymph node metastasis was clearly defined (as: the presence of a metastasis in the sampled lymph node of a clinically disease-free neck at elective neck dissection), and the techniques of neck dissection were well defined (as: a neck dissection in a patient without clinically detectable disease). Studies were excluded when cancers of the oral cavity were non-squamous cell, the primary tumor site was outside the oral cavity, patients had signs of clinical nodal disease, or when the study focused on laboratory application. Massey (2019) found 1840 search hits, eventually leading to the inclusion of 39 studies (including 5 randomized studies).

 

Results

Two systematic reviews (Ibrahim, 2020; Massey, 2019) were used to identify relevant randomized trials to be included in the analysis of the literature. Both systematic reviews included the same four randomized studies (Fakih, 1989; Kligerman, 1994; Yuen, 2009; D’Cruz, 2015). Massey (2019) included one additional randomized study, published in 1980, which included patients with T3 carcinomas. Ibrahim (2020) did not include that study because of their search period (from 1989 up to 2018). Due to the inclusion of T3 disease in the study’s sample (21% in the elective neck dissection group; 6% in the therapeutic neck dissection group), it was decided not to consider the study in the current analysis of literature (Vandenbrouck, 1980). Important study characteristics and results are summarized in the evidence tables from the combined reporting of the two systematic reviews. The assessment of the risk of bias of the systematic reviews is summarized in the risk of bias tables. The risk of bias assessment for the individual randomized studies as reported by Massey (2019) was used for the GRADEing of outcomes.

  1. D'Cruz AK, Vaish R, Kapre N, Dandekar M, Gupta S, Hawaldar R, Agarwal JP, Pantvaidya G, Chaukar D, Deshmukh A, Kane S, Arya S, Ghosh-Laskar S, Chaturvedi P, Pai P, Nair S, Nair D, Badwe R; Head and Neck Disease Management Group. Elective versus Therapeutic Neck Dissection in Node-Negative Oral Cancer. N Engl J Med. 2015 Aug 6;373(6):521-9. doi: 10.1056/NEJMoa1506007. Epub 2015 May 31. PMID: 26027881.
  2. Fakih AR, Rao RS, Borges AM, Patel AR. Elective versus therapeutic neck dissection in early carcinoma of the oral tongue. Am J Surg. 1989 Oct;158(4):309-13. doi: 10.1016/0002-9610(89)90122-0. PMID: 2802032.
  3. Ibrahim SA, Ahmed ANA, Elsersy HA, Darahem IMH. Elective neck dissection in T1/T2 oral squamous cell carcinoma with N0 neck: essential or not? A systematic review and meta-analysis. Eur Arch Otorhinolaryngol. 2020 Jun;277(6):1741-1752. doi: 10.1007/s00405-020-05866-3. Epub 2020 Feb 25. PMID: 32100133.
  4. Kligerman J, Lima RA, Soares JR, Prado L, Dias FL, Freitas EQ, Olivatto LO. Supraomohyoid neck dissection in the treatment of T1/T2 squamous cell carcinoma of oral cavity. Am J Surg. 1994 Nov;168(5):391-4. doi: 10.1016/s0002-9610(05)80082-0. PMID: 7977957.
  5. Massey C, Dharmarajan A, Bannuru RR, Rebeiz E. Management of N0 neck in early oral squamous cell carcinoma: A systematic review and meta-analysis. Laryngoscope. 2019 Aug;129(8):E284-E298. doi: 10.1002/lary.27627. Epub 2018 Dec 20. PMID: 30570760.
  6. Yuen AP, Ho CM, Chow TL, Tang LC, Cheung WY, Ng RW, Wei WI, Kong CK, Book KS, Yuen WC, Lam AK, Yuen NW, Trendell-Smith NJ, Chan YW, Wong BY, Li GK, Ho AC, Ho WK, Wong SY, Yao TJ. Prospective randomized study of selective neck dissection versus observation for N0 neck of early tongue carcinoma. Head Neck. 2009 Jun;31(6):765-72. doi: 10.1002/hed.21033. PMID: 19408291.

Table of quality assessment for systematic reviews of RCTs and observational studies

Based on AMSTAR checklist (Shea, 2007; BMC Methodol 7: 10; doi:10.1186/1471-2288-7-10) and PRISMA checklist (Moher, 2009; PLoS Med 6: e1000097; doi:10.1371/journal.pmed1000097)

Study

 

 

 

 

 

First author, year

Appropriate and clearly focused question?1

 

 

 

 

Yes/no/unclear

Comprehensive and systematic literature search?2

 

 

 

 

Yes/no/unclear

Description of included and excluded studies?3

 

 

 

 

Yes/no/unclear

Description of relevant characteristics of included studies?4

 

 

 

Yes/no/unclear

Appropriate adjustment for potential confounders in observational studies?5

 

 

 

 

 

Yes/no/unclear/notapplicable

Assessment of scientific quality of included studies?6

 

 

 

Yes/no/unclear

Enough similarities between studies to make combining them reasonable?7

 

Yes/no/unclear

Potential risk of publication bias taken into account?8

 

 

 

 

Yes/no/unclear

Potential conflicts of interest reported?9

 

 

 

 

Yes/no/unclear

Ibrahim 2020

Yes

 

Reason: PICO elements were reasonably defined in the aim of the study. Inclusion criteria were stated.

Unclear

 

Reason: Multiple databases were searched and keywords were provided. However, the exact search date was not provided (search was conducted over a period from 1989-2018) and it was unclear how keywords were combined.

No

 

Reason: 24 out of 45 potentially relevant studies were included. The excluded studies were not referenced and no reason for exclusion was provided besides that the inclusion criteria were applied.

Yes

 

Reason: Some characteristics were described, however more sample characteristics from the included studies would probably have been preferred (e.g. depth of invasion).

NA

 

Reason: We were only interested in the included randomized studies

No

 

Reason: Authors did not provide a reason why a quality appraisal was not performed.

Yes

 

Reason: procedures and interventions were probably similar enough.

Yes

 

Reason: Funnel plots were assessed (plot not presented) and the Egger test was performed. Authors found that there was no indication of publication bias.

No

 

Reason: The authors declare that there is no conflict of interest, however do not report the conflicts of interest from their included studies.

Massey 2018

Yes

 

Reason: PICO elements were reasonably defined in the aim of the study. Inclusion criteria were stated.

Unclear

 

Reason: Multiple databases were searched in June 2016 and keywords were provided. However, it was unclear how keywords were combined.

No

 

Reason: 39 of 186 potentially relevant articles were selected. Exclusion reasons were provided, however excluded studies were not referenced.

Yes

 

Reason: Some relevant characteristics were reported, however some more specific sample characteristics would probably have been preferred (e.g. depth of invasion).

NA

 

Reason: We were only interested in the included randomized studies

Yes

 

Reason: RCTs were assessed by two independent authors using the Cochrane Risk of Bias tool. The authors reported their overall assessment (without providing reasons) and did not report their judgements on the individual domains of the tool.

Yes

 

Reason: procedures and interventions were probably similar enough. However, one study was included which included some T3 carcinomas in the study sample.

Yes

 

Reason: Funnel plots were assessed (plot not presented) and the Egger test was performed. Authors found that there was no indication of publication bias.

No

 

Reason: The authors declare that there is no conflict of interest, funding, or financial relationship to disclose. The authors do not report the conflicts of interest from their included studies.

  1. Research question (PICO) and inclusion criteria should be appropriate and predefined.
  2. Search period and strategy should be described; at least Medline searched; for pharmacological questions at least Medline + EMBASE searched.
  3. Potentially relevant studies that are excluded at final selection (after reading the full text) should be referenced with reasons.
  4. Characteristics of individual studies relevant to research question (PICO), including potential confounders, should be reported.
  5. Results should be adequately controlled for potential confounders by multivariate analysis (not applicable for RCTs).
  6. Quality of individual studies should be assessed using a quality scoring tool or checklist (Jadad score, Newcastle-Ottawa scale, risk of bias table et cetera)
  7. Clinical and statistical heterogeneity should be assessed; clinical: enough similarities in patient characteristics, intervention and definition of outcome measure to allow pooling? For pooled data: assessment of statistical heterogeneity using appropriate statistical tests (for example Chi-square, I2)?
  8. An assessment of publication bias should include a combination of graphical aids (for example funnel plot, other available tests) and/or statistical tests (for example Egger regression test, Hedges-Olken). Note: If no test values or funnel plot included, score “no”. Score “yes” if mentions that publication bias could not be assessed because there were fewer than 10 included studies.
  9. Sources of support (including commercial co-authorship) should be reported in both the systematic review and the included studies. Note: To get a “yes,” source of funding or support must be indicated for the systematic review AND for each of the included studies.

 

Evidence table for systematic review of RCTs and observational studies (intervention studies)

Study reference

Study characteristics

Patient characteristics

Intervention (I)

Comparison / control (C)

Follow-up

Outcome measures and effect size

Comments

1Ibrahim, 2020

 

AND

 

2Massey 2019

 

individual study characteristics deduced from Ibrahim 2020 (1) and/or Massey 2018 (2), unless stated otherwise

SR and meta-analysis of RCTs (Observational data was not considered)

 

Ibrahim 20201: Literature search from 1989 up to 2018)

 

Massey 20182: Literature search up to July 2018

 

A: Fakih 1989

B: Kligerman 1994

C: Yuen 2009

D: D’Cruz 2015

 

Study design:

A: RCT

B: RCT

C: RCT

D: RCT

 

Setting and Country (from Massey 20192):

A: India (setting not reported)

B: Brazil (setting not reported)

C: China (setting not reported)

D: India (setting not reported)

 

Source of funding and conflicts of interest:

Authors from both systematic reviews (1,2) declare that there are no conflicts of interest. Conflicts of interest from the included studies are not reported in the systematic reviews.

 

Inclusion criteria SR (Ibrahim 20201): published in English, patients had pathologically proven T1-2N0M0 oral squamous cell carcinoma (oral tongue, buccal mucosa, hard palate, alveolar ridge, floor of mouth, retromolar trigone), patients had a clinically and radiologically negative neck, patients only received surgical treatment without previous neck radiotherapy, and when elective neck dissection was compared to watchful waiting

 

Exclusion criteria SR (Ibrahim 20201): Not reported

 

4 RCTs included by Ibrahim 20201

 

 

Inclusion criteria SR (Massey 20182):

patients had T1-2N0M0 (clinical negative nodes) squamous cell carcinoma of the oral cavity with a verification of diagnosis, when the sample size was 30 or more, the oral cavity was defined in accordance with the AJCC or UICC, the TNM staging (AJCC or UICC) was used, patients did not have prior head and neck treatment (surgery, radiotherapy, chemotherapy), occult lymph node metastasis was clearly defined (as: the presence of a metastasis in the sampled lymph node of a clinically disease-free neck at elective neck dissection), and the techniques of neck dissection were well defined (as: a neck dissection in a patient without clinically detectable disease)

 

Exclusion criteria SR (Massey 20182): cnon-SCC oral cavity, the primary tumor site was outside the oral cavity, patients had signs of clinical nodal disease, or when the study focused on laboratory application

 

5 RCTs included by Massey 20182. The 5th RCT was not considered for data-extraction due to the inclusion of T3 disease in the RCT’s sample.

 

Important patient characteristics at baseline:

Number of patients (END / WW), from Ibrahim 20201:

A: 30/40

B: 34/33

C: 36/35

D: 243/253

 

 

N, mean age

Not reported in the systematic reviews

 

Sex:

Not reported in the systematic reviews

Preoperative nodal staging (from Massey 20202):

A: Not stated

B: Not stated

C: ultrasound and ultrasound-guided fine needle aspirate cytology

D: Physical examination and ultrasound

 

Tumor site (from Massey 20202):

A: tongue

B: tongue, floor of mouth

C: tongue

D: tongue, floor of mouth, buccal mucosa

 

Adjuvant therapy (from Massey 20202):

A: Postoperative radiotherapy for positive resection margin and extracapsular spread

B: postoperative radiotherapy for pathologically positive lymph nodes

C: postoperative radiotherapy for pathologically positive lymph nodes

D: postoperative radiotherapy for pathologically positive lymph nodes, positive resection margins, and >10mm depth of invasion

 

Groups comparable at baseline?

Describe intervention:

 

Type of elective neck dissection (from Massey 20182):

A: radical neck dissection

B: supraomohyoid neck dissection

C: supraomohyoid neck dissection

D: supraomohyoid neck dissection

 

 

Describe control:

 

Watch and wait strategy strategy

 

A: therapeutic neck dissection

B: primary resection alone

C: observation (after transoral glossectomy)

D: therapeutic neck dissection

 

 

Follow-up strategy:

A: patients were seen regularly

B: not reported

C: every month in the first year, every two months in the second year, every 3 months in the third year, every 4 months in the 4th and 5th year. Every 6 months thereafter. Ultrasound examination was performed every three months in the first three years.

D: every 4 weeks in the first 6 months, every 6 weeks for the next 6 months, every 8 weeks for the next 12 months, and thereafter every 12 weeks

 

End-point of follow-up:

 

Not reported in the systematic reviews

 

 

For how many participants were no complete outcome data available?

(intervention/control)

Not reported in the systematic reviews

 

 

 

Outcome measure-1: locoregional recurrence, END versus WW (Results from Ibrahim 20201):

A definition of regional recurrence was not provided for the intervention and/or control group by ibrahim 20201.

Massey 20202 defined neck recurrences as clinically detectable metastatic disease limited to the neck following END or observation.

 

Effect measure: RR (95% CI):

A: 0.58 (0.33-1.03)

B: 0.56 (0.27-1.15)

C: 0.15 (0.04-0.62)

D: 0.24 (0.16-0.36)

 

Pooled effect (random effects model):

0.36 (95% CI 0.20 to 0.66) favoring END

Heterogeneity (I2): 69.24%

 

Effect measure: RD, mean difference (95% CI):

A: -0.242 (-0.470 to -0.014)

B: -0.189 (-0.410 to 0.032)

C: -0.316 (-0.493 to -0.139)

D: -0.324 (-0.396 to -0.252)

 

Pooled effect (fixed effects model):

-0.302. (95% CI -0.364 to -0.240) favoring END

Heterogeneity (I2): 0%

 

 

 

 

 

 

 

Facultative:

 

Brief description of author’s conclusion:

Ibrahim 2020: END is better than WW in early oral SCC

Massey 2019: Observation may be appropriate for T1, END should be reserved for T2 tumors.

 

 

 

Risk of bias (from Massey 2019):

A: Moderate risk

B: High risk

C: Moderate risk

D: High risk

Authors do not provide reasons or appraisals on the individual domains of the RoB tool.

 

 

 

Table of excluded studies

Ibrahim (2020) and Massey (2019) did not reference the excluded studies in the full-text selection phase.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  :

Laatst geautoriseerd  :

Geplande herbeoordeling  : 01-01-2027

De geldigheid van de richtlijnmodule komt te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn een herzieningstraject te starten.

NB: Informatie over de autorisatiedatum, autoriserende partij(en), herbevestiging en regiehouder(s) worden ter zijne tijd na autorisatie toegevoegd aan deze alinea.

 

Module[1]

Regiehouder(s)[2]

Jaar van autorisatie

Eerstvolgende beoordeling actualiteit richtlijn[3]

Frequentie van beoordeling op actualiteit[4]

Wie houdt er toezicht op actualiteit[5]

Relevante factoren voor wijzigingen in aanbeveling[6]

Type beleid negatieve hals cT1-2N0

 

 

 

 

 

 


[1] Naam van de module

[2] Regiehouder van de module (deze kan verschillen per module en kan ook verdeeld zijn over meerdere regiehouders)

[3] Maximaal na vijf jaar

[4] (half)Jaarlijks, eens in twee jaar, eens in vijf jaar

[5] regievoerende vereniging, gedeelde regievoerende verenigingen, of (multidisciplinaire) werkgroep die in stand blijft

[6] Lopend onderzoek, wijzigingen in vergoeding/organisatie, beschikbaarheid nieuwe middelen

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied

Algemene gegevens

De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.

 

De richtlijn is ontwikkeld in samenwerking met:

  • Nederlandse Internisten Vereniging
  • Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie
  • Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde
  • Nederlandse Vereniging voor Pathologie
  • Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie
  • Nederlandse Vereniging voor Radiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie
  • Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties | Patiëntenvereniging HOOFD-HALS
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland | Oncologie

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2019 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met hoofd-halstumoren.

 

Werkgroep

  • Prof. Dr. R. de Bree, KNO-arts/hoofd-halschirurg, UMC Utrecht, Utrecht, NVKNO (voorzitter)
  • Dr. M.B. Karakullukcu, KNO-arts/hoofd-halschirurg, NKI, Amsterdam, NVKNO
  • Dr. H.P. Verschuur, KNO-arts/hoofd-halschirurg, Haaglanden MC, Den Haag, NVKNO
  • Dr. M. Walenkamp, AIOS-KNO, LUMC, Leiden, NVKNO
  • Dr. A. Sewnaik, KNO-arts/hoofd-halschirurg, Erasmus MC, Rotterdam, NVKNO
  • Drs. L.H.E. Karssemakers, MKA-chirurg-oncoloog/hoofd-hals chirurg, NKI, Amsterdam, NVMKA
  • Dr. M.J.H. Witjes, MKA-chirurg-oncoloog, UMC Groningen, Groningen, NVMKA
  • Drs. L.A.A. Vaassen, MKA-chirurg-oncoloog, Maastricht UMC+, Maastricht, NVMKA
  • Drs. W.L.J. Weijs, MKA-chirurg-oncoloog, Radboud UMC, Nijmegen, NVKMA
  • Drs. E.M. Zwijnenburg, Radiotherapeut-oncoloog, Radboud UMC, Nijmegen, NVRO
  • Dr. A. Al-Mamgani, Radiotherapeut-oncoloog, NKI, Amsterdam, NVRO
  • Prof. Dr. C.H.J. Terhaard, Radiotherapeut-oncoloog, UMC Utrecht, Utrecht, NVRO
  • Drs. J.G.M. Van den Hoek, Radiotherapeut-oncoloog, UMC Groningen, Groningen, NVRO
  • Dr. E. Van Meerten, Internist-oncoloog, Erasmus MC Kanker Instituut, Rotterdam, NIV
  • Dr. M. Slingerland, Internist-oncoloog, LUMC, Leiden, NIV
  • Drs. M.A. Huijing, Plastisch Chirurg, UMC Groningen, Groningen, NVPC
  • Prof. Dr. S.M. Willems, Klinisch patholoog, UMC Groningen, Groningen, NVVP
  • Prof. Dr. E. Bloemena, Klinisch patholoog, Amsterdam UMC, locatie Vumc, Amsterdam, NVVP
  • R.A. Burdorf, Voorzitter dagelijks bestuur patiëntenvereniging, Patiëntenvereniging HOOFD-HALS, PvHH
  • P.S. Verdouw, Hoofd infocentrum patiëntenvereniging, Patiëntenvereniging HOOFD-HALS, PvHH
  • A.A.M. Goossens, Verpleegkundig specialist oncologie, Haaglanden MC, Den Haag, V&VN
  • Dr. P. de Graaf, Radioloog, Amsterdam UMC, Amsterdam, NVvR
  • Dr. W.V. Vogel, Nucleair geneeskundige/radiotherapeut-oncoloog, NKI, Amsterdam, NVNG
  • Drs. G.J.C. Zwezerijnen, Nucleair geneeskundige, Amsterdam UMC, Amsterdam, NVNG

 

Klankbordgroep

  • Dr. C.M. Speksnijder, Fysiotherapeut, UMC Utrecht, Utrecht, KNGF
  • Ir. A. Kok, Diëtist, UMC Utrecht, Utrecht, NVD
  • Dr. M.M. Hakkesteegt, Logopedist, Erasmus MC, Rotterdam, NVvLF
  • Drs. D.J.M. Buurman, Tandarts-MFP, Maastricht UMC+, Maastricht, KNMT
  • W. Van der Groot-Roggen, Mondhygiënist, UMC Groningen, Groningen, NVvM
  • Drs. D.J.S. Dona, Bedrijfsarts/Klinisch arbeidsgeneeskundige oncologie, Radboud UMC, Nijmegen, NVKA
  • Dr. M. Sloots, Ergotherapeut, UMC Utrecht, Utrecht
  • J. Poelstra, Medisch maatschappelijk werkster, op persoonlijke titel

 

Met dank aan

  • Maarten Donswijk, Nucleair geneeskundig, AVL

 

Met ondersteuning van

  • Dr. J. Boschman, Senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Dr. C. Gaasterland, Adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Dr. A. Van der Hout, Adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Dr. L. Oostendorp, Adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Drs. M. Oerbekke, Adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Drs. A. Hoeven, Junior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Belangenverklaringen

De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.

 

Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Bree, de

KNO-arts/hoofd-halschirurg, UMC Utrecht

* Lid Algemeen Bestuur Patiëntenvereniging Hoofd-Hals (onbetaald)

* Voorzitter Research Stuurgroep NWHHT

* Lid Richtlijnen commissie NWHHT

* Lid dagelijks bestuur NWHHT

* Lid Clinical Audit Board van de Dutch Head and Neck Audit (DHNA)

* Lid wetenschappelijk adviescommissie DORP

* Voorzitter Adviescommissie onderzoek hoofd-halskanker (IKNL/PALGA/DHNA/NWHHT)

Geen

Geen

Slingerland

Internist-oncoloog, LUMC

* 2018-present: Treasurer of the "Dutch Association of Medical Oncology"(NVMO - vacancy fees)

* 2018-present: Member of the "Dutch Working Group for Head-Neck Tumors" (NWHHT-Systemic therapy)

* 2016-present: Member of the 'Dutch Working Group for Head-Neck Tumors" (NWHHT - study group steering group (coordinating))

* 2016-present: Member of the "Dutch Working Group for Head-Neck Tumors" (NWHHT - Elderly Platform)

* 2012-present: Member "Working Group for Head-Neck Tumors" (WHHT) "University Cancer Centre"(UCK) Leiden - Den Haag

* 2019: Member CAB DHNA

Deelname Nationaal expert forum hoofd-halskanker MSD dd 2-5-2018

 

* Deelname Checkmate studie, sponsor Bristol-Myers Squibb (BMS): An open label, randomized phase 3 clinical trial of nivolumab versus therapy of investigator's choice in recurrent or metastatic platinum-refractory squamous cell carcinoma of the head and neck (SCCHN)

* Deelname Commence studie, sponsor Radboud University, in collaboration with Merck Serono International SA (among several Dutch medical centers): A phase lB-II study of the combination of cetuximab and methotrexate in recurrent of metastatic squamous cell carcinoma of the head and neck. A study of the Dutch Head and Neck Society, MOHN01/COMMENCE study.

* Deelname HESPECTA studie: Phase I study: to determine the biological activity of two HPV16E6 specific peptides coupled to Amplivant®, a Toll-like receptor ligand in non-metastatic patients treated for HPV16-positive head and neck cancer.

* Deelname PINCH studie (nog niet open): PD-L1 ImagiNg to predict durvalumab treatment response in HNSCC (PINCH) trial; patiënten met biopt bewezen locally recurrent of gemetastaseerd HNSCC

* Deelname ISA 101b-HN-01-17 studie (nog niet open): A randomized, Double-blind, Placebo-Controlled, Phase 2 Study of Cemiplimab versus the combination of Cemiplimab with ISA101b in the Treatment of Subjects.

In de werkgroep participeren 2 internist-oncologen, zodat één van beide de voortrekker is van modules over systemische therapie. Actie: werkgroeplid is uitgesloten van besluitvorming bij modules die betrekking hebben op de onderwerpen van de gemelde onderzoeken: nivolumab, cetuximab + methotrexaat, Amplivant, durvalumab, cemiplimab.

Meerten, van

Internist-oncoloog, Erasmus MC Kanker Instituut

Geen

Op dit moment Principal Investigator voor NL van gerandomiseerde fase III trial naar toegevoegde waarde van pembrolizumab aan chemoradiotherapie bij patiënten met gevorderd hoofdhalskanker. Sponsor: GlaxoSmithKline Research & Development Ltd. Studie is nog lopend, resultaten zullen pas bekend zijn na verschijning van de richtlijn.

 

In toekomst mogelijk participatie aan door industrie gesponsorde studies op gebied van behandeling van hoofdhalskanker

In de werkgroep participeren 2 internist-oncologen, zodat één van beide de voortrekker is van modules over systemische therapie. Actie: werkgroeplid is uitgesloten van besluitvorming bij modules die betrekking hebben op het onderwerp van het gemelde onderzoeken: de toegevoegde waarde van pembrolizumab bij patiënten met gevorderd hoofdhalskanker.

Huijing

Plastisch chirurg, UMC Groningen

Geen

Geen

Geen

Sewnaik

KNO-arts/hoofd Hals chirurg, Erasmus MC

Sectorhoofd Hoofd-Hals chirurgie

Geen

Geen

Vaassen

MKA-chirurg-oncoloog, Maastricht UMC+ / CBT Zuid-Limburg

*Lid Bestuur NVMKA

*Waarnemend hoofd MKA-chirurgie MUMC

Geen

Geen

Witjes

MKA-chirurg-oncoloog, UMC Groningen

Geen

PI van KWF grant: RUG 2015 -8084: Image guided surgery for margin assessment of head & neck Cancer using cetuximab-IRDye800 cONjugate (ICON)

 

geen financieel belang

Geen. Financiering door KWF werd niet als een belang ingeschat.

Bloemena

Klinisch patholoog, Amsterdam UMC (locatie Vumc) / Radboud UMC / Academisch Centrum voor Tandheelkunde Amsterdam (ACTA)

* Lid bestuur Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP) – vacatiegeld (tot 1-12-20)

* Voorzitter Commissie Bij- en Nascholing (NVVP)

* Voorzitter (tot 1-12-20) Wetenschappelijke Raad PALGA - onbezoldigd

Geen

Geen

Willems

Klinisch patholoog, UMC Groningen

Vice-vz PALGA, AB NWHHT, CAB DHNA, mede-vz en oprichter expertisegroep HH pathologie NL,

Hoofdhalspathologie UMC Groningen

PDL1 trainer NL voor MSD

Onderzoeksfinanciering van Pfizer, Roche, MSD, BMS, Lilly, Novartis, Bayer, Amge, AstraZeneca

Geen

Karakullukcu

KNO-arts/hoofd-hals chirurg, NKI/AVL

Geen

Geen

Geen

Verschuur

KNO-arts/Hoofd-hals chirurg, Haaglanden MC

* Opleider KNO-artsen
* Dagvoorzitter

Geen

Geen

Walenkamp

AIOS KNO, LUMC

Geen

Geen

Geen

Al-Mamgani

Radiotherapeut-oncoloog, NKI/AVL

Geen

Geen

Geen

Terhaard

Radiotherapeut-oncoloog, UMC Utrecht

Niet van toepassing

Geen

Geen

Hoek, van den

Radiotherapeut-oncoloog UMCG

Niet van toepassing

Geen

Geen

Zwijnenburg

Radiotherapeut, Hoofd-hals Radboud UMC

Geen

Geen

Geen

Burdorf

Patiëntvertegenwoordiger

Geen

Geen

Geen

Verdouw

Hoofd Infocentrum patiëntenvereniging HOOFD HALS

Geen

Werkzaam bij de patiëntenvereniging. De achterban heeft baat bij een herziening van de richtlijn

Geen

Karssemakers

Hoofd-hals chirurg NKI/AVL

 

MKA-chirurg-oncoloog Amsterdam UMC (locatie AMC) / vakgroep kaakchirurgie Amsterdam West

Niet van toepassing

Geen

Geen

Goossens

Verpleegkundig specialist, Haaglanden Medisch Centrum (HMC)

* Bestuurslid (penningmeester) PWHHT (onbetaald)

* Lid Commissie voorlichting PVHH (onbetaald)

Geen

Geen

Zwezerijnen

Nucleair geneeskundige, Amsterdam UMC (locatie Vumc)

 

PhD kandidaat, Amsterdam UMC (locatie Vumc)

Lid als nucleair geneeskundige in HOVON imaging werkgroep (bespreken van richtlijnen en opzetten/uitvoeren van wetenschappelijke studies met betrekking tot beeldvorming in de hematologie); onbetaald

Geen

Geen

Vogel

Nucleair geneeskundige/radiotherapeut-oncoloog, AVL

Geen

In de afgelopen jaren incidenteel advies of onderwijs, betaald door Bayer, maar niet gerelateerd aan hoofd-hals

 

KWF-grant speekselklier toxiteit na behandeling. Geen belang bij de richtlijn

Geen

Graaf, de

Radioloog, Amsterdam UMC (locatie Vumc)

Bestuurslid sectie Hoofd-Hals radiologie (onbetaald)

Geen

Geen

Weijs

MKA-chirurg-oncoloog, Radboudumc

MKA-chirurg, Weijsheidstand B.V. Werkzaam als algemeen praktiserend MKA-chirurg, betaald (0,1 fte)

Geen

Geen

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door het uitnodigen van de patiëntenvereniging HOOFD-HALS (PVHH) voor de Invitational conference en met afgevaardigden van de PVHH in de werkgroep. Het verslag hiervan is besproken in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan de patiëntenvereniging HOOFD-HALS en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.

Methode ontwikkeling

Evidence based

Werkwijze

AGREE

Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).

 

Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen

Tijdens de voorbereidende fase inventariseerden de werkgroep de knelpunten in de zorg voor patiënten met hoofd-halstumoren. De werkgroep beoordeelde de aanbeveling(en) uit de eerdere richtlijnmodule (NVKNO, 2014) op noodzaak tot revisie. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door de patiëntenvereniging en genodigde partijen tijdens de Invitational conference (zie bijlagen). Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.

 

Uitkomstmaten

Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.

 

Methode literatuursamenvatting

Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur en de beoordeling van de risk-of-bias van de individuele studies is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.

 

Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs

De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).

 

GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).

 

GRADE

Definitie

Hoog

  • er is hoge zekerheid dat het ware effect van behandeling dicht bij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is zeer onwaarschijnlijk dat de literatuurconclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Redelijk

  • er is redelijke zekerheid dat het ware effect van behandeling dicht bij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is mogelijk dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Laag

  • er is lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dicht bij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • er is een reële kans dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Zeer laag

  • er is zeer lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dicht bij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • de literatuurconclusie is zeer onzeker.

 

Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).

 

Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)

Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello, 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE-methodiek.

 

Formuleren van aanbevelingen

De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. De werkgroep heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.

 

In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE-gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.

 

Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers

 

Sterke aanbeveling

Zwakke (conditionele) aanbeveling

Voor patiënten

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet.

Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet.

Voor behandelaars

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen.

Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren.

Voor beleidsmakers

De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid.

Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen.

 

Organisatie van zorg

In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijnmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.

 

Literatuur

Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.

Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.

Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.

Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.

Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.

Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. https://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/richtlijnontwikkeling.html.

Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.

Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.

Schünemann HJ, Oxman AD, Brozek J, Glasziou P, Jaeschke R, Vist GE, Williams JW Jr, Kunz R, Craig J, Montori VM, Bossuyt P, Guyatt GH; GRADE Working Group. Grading quality of evidence and strength of recommendations for diagnostic tests and strategies. BMJ. 2008 May 17;336(7653):1106-10. doi: 10.1136/bmj.39500.677199.AE. Erratum in: BMJ. 2008 May 24;336(7654). doi: 10.1136/bmj.a139.

Schünemann, A Holger J (corrected to Schünemann, Holger J). PubMed PMID: 18483053; PubMed Central PMCID: PMC2386626.

Wessels M, Hielkema L, van der Weijden T. How to identify existing literature on patients' knowledge, views, and values: the development of a validated search filter. J Med Libr Assoc. 2016 Oct;104(4):320-324. PubMed PMID: 27822157; PubMed Central PMCID: PMC5079497.

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.

Volgende:
Follow-up/Nazorg