Intraperitoneaal galsteenverlies
Uitgangsvraag
1. Hoe vaak treedt intraperitoneaal galsteenverlies op?
2. Wat zijn de complicaties van intraperitoneaal verloren galstenen?
Aanbeveling
Niveau C |
Er is geen indicatie tot het uitgebreid opsporen van intraperitoneaal verloren galstenen. |
Overwegingen
Tijdens een cholecystectomie treedt soms galblaasperforatie met verlies van galstenen op. In enkele gevallen kunnen verloren galstenen worden teruggevonden. Het is de vraag in hoeverre intraperitoneaal achtergebleven galstenen aanleiding geven tot complicaties.
Vraag 1: Hoe vaak treedt intraperitoneaal galsteenverlies op?
Waarschijnlijk is er sprake van onderraportage van het intraperitoneaal verlies van galstenen.
Onderbouwing
Conclusies
Vraag 1: Hoe vaak treedt intraperitoneaal galsteenverlies op?
Niveau 2a |
De incidentie van intraperitoneaal galsteenverlies is minimaal 20% (Brockman 2002, Schafer 1998). |
Vraag 2: Wat zijn de complicaties van intraperitoneaal verloren galstenen?
Niveau 2a |
De meest beschreven complicaties van intraperitoneaal zijn abcesvorming (intra-abdominaal en buikwand) en fisteling (Woodfield 2004). |
Niveau 3 |
De incidentie van specifieke, door verloren galstenen veroorzaakte complicaties varieert van 0,5 tot 1,4% (Schafer 1998, Tumer 2005, Woodfield 2004). |
Referenties
- (Brockmann 2002) Brockmann JG, Kocher T, Senninger NJ, Schurmann GM. Complications due to gallstones lost during laparoscopic cholecystectomy: An analysis of incidence, clinical course, and management. Surg.Endosc. 2002;16(8):1226-32.
- (Schafer 1998) Schader M, Suter C, Klaiber C, Wehrli H, Frei E, Krahenbuhl L. Spilled gallstones after laparoscopic cholecystectomy A relevant problem? A retrospective analysis of 10,174 laparoscopic cholecystectomies. Surg.Endosc. 1998;12(4):305-9.
- (Tumer 2005) Tumer AR, Yuksek YN, Yasti AC, Gozalan U, Kama NA. Dropped gallstones during laparoscopic cholecystectomy: the consequences. World J.Surg. 2005;29(4):437-40.
- (Woodfield 2004) Woodfield JC, Rodgers M, Windsor JA. Peritoneal gallstones following laparoscopic cholecystectomy Incidence, complications, and management. Surg.Endosc. 2004;18(8):1200-7.
Evidence tabellen
Auteur, jaartal |
Mate v bewijs |
Studie type |
Populatie |
Inclusie criteria |
Interventie |
Comparator |
Resultaat |
Opmerkingen |
Brockmann, 2002 |
2a |
Syst review van beschrijvende studies |
N=91 |
Lap. chol. en complicaties agv stenen |
Lap. chol. |
|
Galblaas perforatie: 8-40%. Spill v stenen: 0-20%. Terugvinden in 63%. Complicaties: abces (intra-abd: 60,4%; buikwand: 14,3) of fistel (12%). |
Niet beschreven hoeveel personen de literatuur hebben beoordeeld. |
Schafer, 1998 |
3 |
Retrospec-tieve case serie |
N=10174 |
581 ptn waarbij galsteenverlies is opgetreden |
Lap. chol. |
|
Verloren stenen: 5,7%. Ernstige compl: 0,08%. Associate acute cholecystitis met complicties |
Retrospectief uit prospectieve database. |
Turner, 2005 |
3 |
Prospectieve case serie |
N=1528 |
Symptomatische cholecystolithiasis |
Lap. chol. |
|
Spill: 3,8%. Complicaties in 12% in 58 ptn met verlies van galstenen. |
|
Woodfield, 2004 |
2a |
Syst review van beschrijvende studies |
6 studies |
Symptomatische cholecystolithiasis |
Lap. chol. |
|
Perforatie: 18,3%. Verlies van galstenen: 7,3%. Complicaties agv peritoneale galsteen: 27 (2,3%) in geval van verlies van stenen. |
Niet beschreven hoeveel personen de literatuur beoordeeld hebben. |
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 15-02-2016
Laatst geautoriseerd : 15-02-2016
Geplande herbeoordeling : 01-04-2024
De NVvH is als houder van deze richtlijn de eerstverantwoordelijke voor de actualiteit van deze richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijk verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de eerstverantwoordelijke over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.
Algemene gegevens
De eerste herziening van de richtlijn: onderzoek en behandeling van galstenen, is ontwikkeld onder auspiciën van de commissie kwaliteit van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde, in samenwerking met de Orde van Medisch Specialisten.
De richtlijnontwikkeling werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).
Doel en doelgroep
Doel
De richtlijn beoogt een rationale in het beleid van patiënten met galstenen bereikt te hebben door gebruik te maken van het beste voorhanden bewijs in de literatuur.
Doelgroep
Chirurgen, maag-darm leverartsen en radiologen.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 2014 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met galstenen te maken hebben (zie hiervoor de samenstelling van de werkgroep).
De werkgroepleden zijn door hun beroepsverenigingen gemandateerd voor deelname. De werkgroep werkte gedurende een jaar aan de totstandkoming van de richtlijn.
De werkgroep is verantwoordelijk voor de integrale tekst van deze richtlijn.
- Drs E de Boer
- Dr D Boerma
- Dr KJ van Erpecum
- Dr Ir JJ Hermans
- Drs MP Lamberts
- Dr EAJ Rauws
- Dr JMJ Schreinemakers
- Prof Dr CJHM van Laarhoven MSc, voorzitter
Belangenverklaringen
Belangenverklaringen
De KNMG-Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling” is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatie management, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met evt. belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten.
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
D. Boerma |
Chirurg |
geen |
geen |
Geen actie |
J. Schreinemakers |
Chirurg |
geen |
geen |
Geen actie |
E. de Boer |
Radioloog |
geen |
geen |
Geen actie |
Dr. E.A.J. Rauws |
MDL-arts |
geen |
geen |
Geen actie |
J.J. Hermans |
Radioloog |
geen |
geen |
Geen actie |
M.P. Lamberts |
Arts in opleiding tot MDL-arts |
geen |
geen |
Geen actie |
Dr. K.J. van Erpecum |
MDL-arts |
geen |
geen |
Geen actie |
CJHM van Laarhoven |
Afdelinshoofd heelkunde |
Lid raad van toezicht MC Haaglanden |
Lid Europese richtlijn onderzoek en behandeling van galstenen, Secure trial galstenen (ZonMW) |
Geen actie |
Methode ontwikkeling
Evidence based
Werkwijze
De richtlijn beoogt een rationale in het beleid van patiënten met galstenen bereikt te hebben door gebruik te maken van het beste voorhanden bewijs in de literatuur. Hiertoe zijn strikte ‘Evidence Based Medicine’ technieken gebruikt zoals terug te lezen in de “ter verantwoording” (Appendix A). Gebruik werd gemaakt van korte klinische vraagstellingen met antwoorden gebaseerd op literatuur die gerangschikt is op ‘level of evidence’. Hieraan werden aanbevelingen verbonden die eveneens ingedeeld zijn naar niveau. Van alle gebruikte literatuur werden, geordend naar hoofdstuk en vraagstelling, in bewijsklasse tabellen de studie karakteristieken en belangrijkste uitkomstmaten gepresenteerd als naslag. De richtlijn werd getoetst en becommentarieerd door een landelijk panel van experts.
De commissie heeft gezamenlijk een aantal vragen over galsteenlijden geformuleerd. Aan de hand van deze vragen zijn zoekstrategieën opgesteld, gebruikmakend van vrije tekst woorden met synoniemen en MeSH-termen. Er werd gezocht in Pubmed. De zoekvragen in Pubmed werden elke maand automatisch herhaald zodat nieuwe artikelen tot en met oktober 2014 zijn gebruikt. Als de zoekvraag meer dan duizend titels opleverde, werd de vraag versmald. De selectie op titelniveau werd verricht door 1 persoon. De geselecteerde titels werden vanuit de verschillende databases getransporteerd naar Endnote. Na verwijdering van dubbele titels bleef een database van 1560 artikelen over. Van deze artikelen zijn de abstracts beoordeeld door dezelfde persoon. Selectie werd bepaald door de kwaliteit van de aanwezige literatuur (level of evidence). Bij twijfel werd het betreffende artikel geselecteerd. Vervolgens werden de geselecteerde artikelen per onderwerp beoordeeld op level of evidence in groepen van 3 commissieleden. Bij de geselecteerde artikelen werden de referenties nagekeken.
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.