Nieuwe richtlijn septumcorrectie

Nieuwe richtlijn septumcorrectie

Vrijwel iedere kno-arts ziet dagelijks patiënten met neusobstructieklachten.

 

De meest voorkomende anatomische oorzaak is een scheefstaand neustussenschot. De oplossing daarvoor bestaat vaak uit een septumcorrectie, dit is een van de meest voorkomende operaties binnen de kno. Recent zorgevaluatie onderzoek heeft meer duidelijkheid gegeven over de vraag wanneer deze correctie van het neustussenschot wel en niet zinvol is. Deze inzichten zijn verwerkt in de nieuwe richtlijn.  

 

De onderzoeksvraag over het nut van de septumcorrectie komt voort uit de eerste kennisagenda van de NVKNO. De vraag is uitgewerkt in de Septumtrial, die in 2021 een van de drie genomineerde onderzoeken was voor de Wetenschaps- en innovatieprijs van de Federatie Medisch Specialisten. De resultaten van dit onderzoek zijn de basis geweest voor de ontwikkeling van deze richtlijn. 

 

Onderwerpen in de richtlijn

De richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor patiënten met een septumdeviatie en neusobstructie. De volgende onderwerpen komen aan de orde:  

  • Op welke wijze de diagnose septumdeviatie en de indicatie septumcorrectie gesteld moeten worden.  

  • Wat de waarde is van aanvullend onderzoek bij het indiceren van een septumcorrectie.  

  • Wat de rol is van conservatieve behandelingen en septumcorrectie bij patiënten met een septumdeviatie en neusobstructie.

  • Wat de toegevoegde waarde is van conchachirurgie in combinatie met een  septumcorrectie

  • Welke follow-up na een septumcorrectie gewenst is: welk onderzoek en na welke termijn

  • Of een septumcorrectie overwogen moet worden bij kinderen. 

  • Wat de rol is van spreadergrafts in combinatie met septumcorrectie bij patiënten met een septumdeviatie, neusobstructie en neusklepinsufficiëntie 

 

Samenwerking 

De richtlijn is ontwikkeld door de Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied (NVKNO) in samenwerking met Patiëntenfederatie Nederland. Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten heeft het traject ondersteund. De financiering is verstrekt vanuit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).