Nieuwe richtlijn Acute spierblessures onderste ledematen bij sporters
Spier-peesblessures van het been (hamstring, lies, quadricep en kuit) zijn de meest voorkomende blessures bij sporters.
Spier-peesblessures van het been (hamstring, lies, quadricep en kuit) zijn de meest voorkomende blessures bij sporters. De nieuwe richtlijn Acute spierblessures onderste ledematen bij sporters richt zich op de diagnose, behandeling en begeleiding van deze patiënten in de tweede- en derdelijnszorg.
Internationale data uit het professionele voetbal laten zien dat 40% van alle blessures spierblessures zijn (Ekstrand, 2021). Deze spierblessures leiden tot langdurige afwezigheid van spelers en hebben een groot recidiefrisico: ongeveer 1 op de 3 patiënten met een hamstringblessure loopt binnen één jaar na herstel een recidiefblessure op (Reurink, 2015). Dat maakt dit type blessure de hoogste kostenpost van alle blessures in het professioneel voetbal.
In de praktijk wordt vaak rust voorgeschreven, terwijl nieuwe gerandomiseerde studies aantonen dat actieve oefenprogramma’s het herstel versnellen en het risico op recidiefblessures kunnen verminderen. In de nieuwe richtlijn worden daarom handvatten gegeven voor diagnose, behandeling en begeleiding van deze patiënten in de tweede- en derdelijnszorg.
Inhoud van de richtlijn
Deze richtlijn gaat over de zorg voor sporters met acute spierblessures van de onderste ledematen (hamstring, lies, quadriceps en kuit). In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- De diagnose van avulsieletsels.
- De klinische tests die ingezet kunnen worden om een prognose te geven.
- Aanvullend beeldvormend onderzoek dat ingezet kan worden om een prognose te geven.
- De conservatieve behandeling.
- De operatieve behandeling.
- Interventies gericht op primaire en secundaire preventie.
Samenwerking
De richtlijn is ontwikkeld op initiatief van de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG), in samenwerking met vertegenwoordigers vanuit de orthopeden (NOV), chirurgen (NVvH), radiologen (NVvR), fysiotherapeuten (KNGF), spoedeisende hulp artsen (NVSHA), revalidatieartsen (VRA) en Patiëntenfederatie Nederland. Het traject is ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).