Afkortingenlijst

Afkortingenlijst
Hierbij is gebruik gemaakt van de ICS-definities (Abrams et al., 2002) en de NVOG Richtlijn Urine-Incontinentie bij vrouwen (2011) voor de urologische begrippen en van het boek ‘Inleiding in de evidence-based medicine, derde druk’ (Offringa et al., red., Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2008) voor de epidemiologische begrippen.

ACT

Adjustable Continence Therapy, implantaat ter behandeling van SUI, bestaande uit twee aan weerszijden van de urethra gelegen ballonnetjes die gevuld kunnen worden met vloeistof en als zodanig de urethra kunnen afsluiten.

Adjustable sling

Verstelbare sling, die tijdens of kort na de implantatie eventueel nog bijgesteld kan worden, afhankelijk van de hoeveelheid verlangde verhoging van de urethrale uitgangsweerstand.

AUS

Artificial Urinary Sphincter, sfincterprothese, implantaat ter behandeling van stress-incontinentie, wordt vooral bij de man toegepast.

BFT

Bekkenfysiotherapie, therapie bestaande uit oefeningen ter bevordering van de functie van de bekkenbodem, vooral toegepast als eerstelijns behandeling bij stress-incontinentie.

BMI

Body Mass Index, maat voor gewicht in verhouding tot de lichaamslengte, gedefinieerd als gewicht (kg) / (lengte (meters)²). Bij een BMI > 30 kg/m² is volgens de WHO sprake van obesitas.

Cochrane Collaboration, The

Instituut welke zich volledig heeft toegelegd op het publiceren van systematische review volgens een heldere, eenduidige systematiek; veelal zijn deze ‘Cochrane-reviews’ van hoge kwaliteit.

Compression devices

‘Compressieve hulpmiddelen’; hieronder worden ACT,  AUS (sfincterprothese)  en male slings verstaan.

Crossoverstudie

Therapeutisch onderzoek waarbij de groep studiedeelnemers éérst gedurende een periode wordt blootgesteld aan de ene behandelarm  en vervolgens een periode aan de andere behandelarm, wat ook placebo kan zijn. 

Device

Mechanisch hulpmiddel of implantaat, afhankelijk van de context.

DOA

Detrusor-overactiviteit. Onwillekeurige detrusorcontracties, gezien tijdens urodynamisch onderzoek tijdens de cystometrische vullingsfase.

EAU

European Association of Urology

ER

Extended Release, vertraagde afgiftepreparaat.

Frequency

Symptoom behorende bij de LUTS. Frequency bestaat wanneer de patiënt ervaart dat hij/zij vaker plast dan normaal.

IE

Internationale Eenheden, eenheid gebruikt bij het doseren van Botox® en Dysport® (botulinetoxinepreparaten).

IR

Immediate Release, directe afgiftepreparaat.

LPP

Leak Point Pressure. Detrusordruk waarbij lekkage van urine optreedt zoals gemeten bij het urodynamisch onderzoek.

LUTS

Lower Urinary Tract Symptoms, verzamelnaam voor symptomen samenhangende met de opslag- en ledigingsfunctie van de blaas.

MUI

Mixed Urinary Incontinence, gemengde incontinentie, een mengvorm van stress-incontinentie en urgeincontinentie. Deze kan stress-predominant zijn (vooral SUI) of urge-predominant (vooral UUI).

MUS

Mid-urethrale sling; er bestaat een retropubische MUS (ook wel MUS-RP) en een transobturator MUS (ook wel MUS-TO).

NVOG

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie.

NVU

Nederlandse Vereniging voor Urologie.

OAB

Overactieve Blaas. Symptoomcomplex welke kan optreden bij disfunctie van de lagere urinewegen, gekenmerkt door urgency, met of zonder UUI, doorgaans vergezeld van nycturie en frequency. 

Pad test

Een diagnostische methode die wordt gebruikt om vast te stellen of er sprake is van urineverlies en de hoeveelheid te meten op basis van gewichtstoename van absorberende verbanden gedurende een vastgestelde periode.

PICO

Patient-Intervention-Control-Outcome, een methode waarmee onderzoeksvragen geformuleerd kunnen worden zodat deze gebruikt kunnen worden voor het verrichten van een adequate zoekstrategie, selectie van literatuur en uiteindelijk het antwoord.

PNE

Peripheral Nerve Evaluation. Methode van teststimulatie der sacrale zenuwen na implanteren van een tijdelijke testdraad. Na een testperiode van 5-7 dagen kan er eventueel een definitieve implantatie plaatsvinden.

Poolen

Het combineren van de resultaten van afzonderlijke onderzoeken tot één overall schatting van het effect.

Post-hoc analyse

Analyse van data uit een eerdere studie (meestal een RCT) die wordt verricht nadat de studie zelf al afgelopen is.

PROM’s

Patient Reported Outcome Measures, meetinstrumenten waarmee de uitkomst van een bepaalde behandeling door de patiënt gewaardeerd wordt.

PTNS

Percutaneous Tibial Nerve Stimulation. Elektrische naaldstimulatie van de nervus tibialis posterior even boven de mediale malleolus.

QoL

Quality of Life, kwaliteit van leven. Een variant hierop is HRQoL, health-related quality of life.

RCT

Randomized Controlled Trial, onderzoek waarin het effect van een interventie vergeleken wordt met dat van een controle-interventie en waarbij aselecte toewijzing (randomisatie) van patiënten aan de indexgroep en controlegroep wordt toegepast.

Sensitiviteit

In diagnostisch onderzoek: de proportie terecht-positieven onder de zieken, ofwel de proportie van de groep personen met de onderzochte ziekte die met de indextest terecht als ziek geclassificeerd wordt.

Sham-behandeling

Een simulatie experiment als controle bij chirurgisch trials waarbij de actieve component niet aanwezig is.

Sling

Bandje, operatieve behandeling van stress-incontinentie, wordt zowel bij de man als bij de vrouw toegepast.

SUI

Stress Urinary Incontinence, stress-incontinentie, onvrijwillig verlies van urine tijdens drukverhogende momenten (hoesten, niezen, persen).

Systematische review

Een systematisch literatuuroverzicht van de stand van zaken van medisch-wetenschappelijk onderzoek. Een systematische review is transparant en reproduceerbaar en gaat uit van een expliciete vraagstelling, een uitgebreide zoekstrategie, een ondubbelzinnige procedure voor selectie van onderzoeken, een beoordeling van de kwaliteit van de onderzoeken en een transparante presentatie van de resultaten.

UDO

Urodynamisch onderzoek. Onderzoek bestaande uit vullingscystometrie (meten van capaciteit en drukken in de blaas tijdens artificiële vulling) en pressure-flowstudies (uroflowmetrie, gecombineerd met blaasdrukmetingen tijdens het lozen van urine). Bij een UDO wordt getracht het natuurlijke blaasgedrag zo goed mogelijk te imiteren.

UI

Urine-incontinentie, iedere vorm van onwillekeurig urineverlies, onder te verdelen in MUI, SUI en UUI.

Urgency

Pathologische aandrang voor urine op willekeurige momenten, behoort tot de LUTS.

UUI

Urge Urinary Incontinence, urge-incontinentie. In het Nederlands ook wel aandrangincontinentie genoemd (niet in deze richtlijn). Vorm van incontinentie waarbij er onvrijwillig urineverlies optreedt tijdens plotse hevige, onhoudbare aandrang.

UWI

Urineweginfectie.