Indicatoren

Inleiding

In de gezondheidszorg 2015 zijn kwaliteit en transparantie belangrijke onderwerpen. Dit is terug te zien in de ontwikkeling van richtlijnen voor medisch handelen en indicatoren om dit handelen te kunnen meten. Deze indicatoren zijn in opdracht van de NOV opgesteld bij de richtlijn Hallux Valgus.

 

Doel van de indicatoren

Het doel van deze indicatorenset is een stimulans te geven aan professioneel handelen in de zorg voor patiënten met een Hallux Valgus en zo te komen tot steeds betere patiëntenzorg.

  

Overzicht indicatoren

Er werden twee indicatoren ontwikkeld:

 

Indicator

Type

1

Behandel protocol conservatief  en operatief

Structuur indicator

2

Behandel resultaat en patiënt tevredenheid

Uitkomst indicator

In onderstaande paragrafen worden de indicatoren verder uitgewerkt.

 

Factsheets indicatoren

Indicator 1: behandel protocol conservatief  en operatief

Operationalisatie

Is er een behandelprotocol voor de hallux valgus aanwezig op de afdeling orthopedie, gebaseerd op de richtlijn.

Ja/nee

Teller

Aanwezigheid behandelprotocol.

Noemer

-

Type indicator

Structuur indicator.

In- en exclusiecriteria

Inclusie: alle primaire verwijzingen met diagnose hallux valgus

Exclusie: secundair verwezen of recidief behandelingen

Kwaliteitsdomein

Patiëntgerichtheid: het respecteren van de wensen van patiënten.

Doelmatigheid: het vermijden van zorg die niet bijdraagt aan de vraagstelling van de patiënt en niet kosteneffectief is.

Meetfrequentie

Eén keer per verslagjaar

Verslagjaar

Afgelopen volledige kalenderjaar

Rapportagefrequentie

Een keer per verslagjaar.

 

Toelichting

1. Achtergrond en variatie in zorg

Doel van de indicator is het stimuleren van de implementatie van de richtlijn, en tevens het stimuleren van registratie van frequentie van toegepaste behandelingen. Uiteindelijk doel is het verminderen van de praktijkvariatie, en optimaliseren van de behandeling van hallux valgus.

 

Uit analyse van de beschikbare literatuur komt naar voren dat er geen evidence bestaat over de meest geschikte indicatiestelling, diagnostiek, behandeling en nabehandeling van een hallux valgus. Waarschijnlijk is er in Nederland dan ook sprake van een grote praktijk variatie. Dit kan veranderen door inzicht te verschaffen over incidentie (prevalentie) cijfers en consensus over de meest toegepaste behandeling. Door bewustwording kan deze indicator bijdragen aan het verminderen van ongewenste variatie. Verbeteringen van de zorgprestatie kan dan daadwerkelijk door de professionals zelf worden bewerkstelligd door gerichte (bij) scholing. De invoering van de voorliggende richtlijn Hallux Valgus is hiertoe een handreiking.

 

2. Definities

Een behandelprotocol betreft behandeling voor de primaire Hallux Valgus. Het protocol dient minimaal de onderstaande elementen te bevatten:

 

3. Registreerbaarheid

De registratielast is laag als slechts de aanwezigheid van een behandelprotocol voor de primaire Hallux Valgus wordt vastgesteld. De werkgroep is van mening dat de tijdsinvestering die nodig is om aanvullend de frequentie maten op te nemen, opweegt tegen de waarde van de indicator. Daarbij kan het gebruik van bestaande DBC-DOT-ICD10-CBV codering de registratie last verlichten, hetgeen ook de betrouwbaarheid ten goede komt.

 

4. Mogelijke verstorende factoren

Omdat beschrijving van factoren als leeftijd, geslacht en comorbiditeit een te grote registratie last oplevert is het niet mogelijk om voor alle bias te corrigeren. Een andere verstorende factor is dat er op dit moment nog geen geschikte (Nederlandstalige) PROMS beschikbaar is voor de hallux valgus.

 

5. Mogelijke ongewenste effecten

De werkgroep is van mening dat er geen ongewenste effecten bestaan die door het gebruik van de indicator worden uitgelokt.

 

Indicator 2: Behandel resultaat en patiënt tevredenheid

Operationalisatie

In het behandelprotocol voor de hallux valgus van de afdeling orthopedie vindt registratie plaats van het behandel resultaat. Dit geschied aan de hand van beoordeling of 1 jaar na aanvang van de behandeling middels een enquête waarin opgenomen de patiënt tevredenheid.

Teller

Aantal patiënten waarvoor uitkomst PROMS is geregistreerd

Noemer

Het totaal aantal verwezen patiënten met een hallux valgus

Type indicator

Uitkomst indicator

In- en exclusiecriteria

Inclusie: alle behandelde patiënten met diagnose primaire hallux valgus

Exclusie: secundair verwezen of recidief behandelingen

Kwaliteitsdomein

-        Effectiviteit: het in kaart brengen van het behandelresultaat

-        Patiëntgerichtheid: het respecteren van de wensen van patiënten.

-        Doelmatigheid: het vermijden van zorg die niet bijdraagt aan de vraagstelling van de patiënt en niet kosteneffectief is.

Meetfrequentie

Eén keer per verslagjaar

Verslagjaar

Afgelopen volledige kalenderjaar

Rapportagefrequentie

Een keer per verslagjaar.

 

Toelichting

1. Achtergrond en variatie in zorg

Doel van de indicator is het objectiveren van het resultaat van de toegepaste behandelingen. Uit analyse van de beschikbare literatuur komt naar voren dat er geen evidence bestaat over het resultaat van de behandeling van een Hallux Valgus. Waarschijnlijk is er in Nederland dan ook sprake van een grote praktijk variatie. Dit kan veranderen door inzicht te verschaffen over het resultaat van de  toegepaste behandeling. Door transparantie in de behandelresultaten kan deze indicator bijdragen aan het verminderen van ongewenste variatie en een optimalisatie van de zorgprestatie. De invoering van de voorliggende richtlijn Hallux Valgus is hiertoe een handreiking.

 

2. Definities

Een jaar na aanvang van de behandeling wordt het resultaat in kaart gebracht aan de hand van een Patient Reported Outcome Measure (PROM)

 

3. Registreerbaarheid

De registratielast is aanvaardbaar. De werkgroep is van mening dat de tijdsinvestering die nodig is om het resultaat van de behandeling in kaart te brengen opweegt tegen de waarde van de indicator. Het gebruik van bestaande DBC-DOT-ICD10-CBV (en nog te ontwikkelen PROMS) codering zal de registratie last verlichten, hetgeen ook de betrouwbaarheid ten goede komt.

 

4. Mogelijke verstorende factoren

Voordat de registratie van het behandelresultaat door middel van PROMS mogelijk is, zullen deze eerst ontwikkeld en landelijk goedgekeurd moeten worden. Omdat beschrijving van factoren als leeftijd, geslacht en co-morbiditeit een te grote registratie last oplevert, is het niet mogelijk om voor alle bias te corrigeren.

 

5. Mogelijke ongewenste effecten

De werkgroep is van mening dat er geen ongewenste effecten bestaan die door het gebruik van de indicator worden uitgelokt.