Algemene gegevens en aanbevelingen biomedische behandeling

Extrapolatie

Door de beperkte beschikbaarheid van primaire onderzoeksgegevens van goede kwaliteit (rct's en observationele onderzoeken) over volwassenen met een Ass kan het nodig zijn om te extrapoleren vanuit andere popu­laties. Zowel de Engelse NiCE-werkgroep als de Nederlandse werkgroep was deze mening toegedaan. (De methode van extrapolatie is gebaseerd op de methode die is ontwikkeld voor de Richtlijn Common Mental Health Disorders van NiCE uit 2011).

Extrapolatie werd uitgevoerd wanneer de werkgroep een uitgangsvraag van groot belang achtte en er onvoldoende primaire gegevens voor volwas­senen met een Ass beschikbaar waren. In de Engelse werkgroep werd besloten om voor de uitgangsvraag over cognitieve gedragstherapieën voor gedragsmanagement te extrapoleren vanuit een populatie van verstandelijk beperkten. In de Nederlandse werkgroep werd besloten om dit juist niet te doen. Voor verschillende psychosociale interventies waarvoor, volgens het oordeel van de werkgroep, onvoldoende primaire data beschikbaar waren, werd besloten te extrapoleren vanuit een Ass-populatie met een gemid­delde leeftijd van 15 jaar of ouder.

 

Uitkomstmaten

In biomedische onderzoeken werd een groot aantal uitkomstmaten gevonden. In tabel 5.2 staan de geïncludeerde onderzoeken waaruit voldoende gegevens konden worden overgenomen.

 

Tabel 5.2 Resultaten overgenomen uit biomedisch onderzoek

Category

Subcategory

Scale

Core autistic symptoms

Communication

- Clinical Global Impression, Improvement Language (CGI-I Language) (c) (Chez e.a., 2007).

- DSM-IV clinical evaluation (c) (Mousain-Bosc e.a., 2006).

- Language Development Survey (LDS) (Rescorla, 1989) (cg).

- Preschool Language Scale-3 (PLS-3) (c) (Zimmerman e.a., 1992).

Social interaction

- DSM-IV clinical evaluation (c) (Mousain-Bosc e.a., 2006).

- Joint Attention Measure from the Early Social Communication Scales (Mundy e.a., 2003) (JAMES) (c) .

- Reading of the Mind in the Eyes Test (Baron-Cohen e.a., 2001).

Repetitive

- Children's Yale-Brown Obsessive Compulsive Scales-PDD behaviour (CY-BOCS-PDD) (c) (Scahill e.a., 2006).

- DSM-IV clinical evaluation (c) (Mousain-Bosc e.a., 2006).

- Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale (Y-BOCS) (c) (Goodman e.a., 1989a, 1989b).

Autistic behaviours

 

- Autism Behaviour Checklist (AUBC) (cg) (Krug e.a., 1993).

- Childhood Autism Rating Scale (CARS) (c) (Schopler e.a., 1980).

- Children's Psychiatric Rating Scale Autism Factor (c) (Fish, 1985).

- DIPAB (Diagnose af Psykotisk Atferd hos Born (diagnosis of psychotic behavior in children): Haracopos & Kelstrup, 1975) (c).

- Ritvo-Freeman Real-life Rating Scale (c) (Freeman e.a., 1986).

Symptom severity / improvement

 

- Behavioral Summarized Evaluation (BSE) (c) (Barthelemy e.a., 1990).

- Clinical Global Impressions (CGI) scale (c), subscales: Severity (CGI-S); Global Improvement (CGI-I) (Guy, 1976a).

- CGI-I Behaviour (c) (Chez e.a., 2007).

Challenging behaviour

Total score

- Aberrant Behaviour Checklist, Community Version (ABC-C) (cg) (Aman e.a., 1995a).

- General Assessment Parents Scale (GAPS) (cg) (Buitelaar e.a., 1992).

- Global Behaviour Rating Scale (GBRS) (cg) (Levy e.a., 2003).

Aggression

- Conners Parent Scale (CPS), Conduct subscale (cg) (Goyette e.a., 1978).

- General Assessment Parent Scale (GAP) (Buitelaar e.a., 1992).

- Modified Overt Aggression Scale (MOAS) (c) (Sorgi e.a., 1991).

- Overt Aggresion Scale (OAS) (cg) (Yudofsky e.a., 1986).

- Self-Injurious Behaviour Questionnaire (SIB-Q) (c) (Gual- tieri, 2002).

Irritability*

- Aberrant Behaviour Checklist (ABC). Subscale: Irritability* (cg) (Aman e.a., 1985).

- CGI-Irritability* (c) (Hollander e.a., 2010).

- Nurse's Observation Scale for In-patient Evaluation (NOISE-30), subscale: Irritability* (c) (Honigfeld e.a., 1966).

Hyperactivity

- Aberrant Behaviour Checklist (ABC). Subscale: Hyperactivity (cg) (Aman e.a., 1985).

Quality of life

 

- Composite Autonomic Symptom Scale (COMPASS) (cg), subscales: Home life; Activity; Skills checklist (cg) (Suarez e.a., 1999).

Side effects

Global

- Checklist derived from Physicians' Desk Reference (1997) (c).

- Clinical Global Assessment (CGA) derived from CGI (c) (Singh & Owino, 1992).

- Clinical Global Impressions (CGI) scale (c) (Guy, 1976a).

- Dosage Treatment Emergent Symptom Scale (DOTES) (c) (Guy, 1976b).

Coexisting conditions

Insomnia

- Actigraph.

- Sleep Disturbance Scale for Children (SDSC) (cg) (Bruni e.a., 1996).

Gastroin testinal symptoms

- Additional Rating Scale (ARS) gastrointestinal symptoms subscale (cg) (Munasinghe e.a., 2010).

 * [irritability]

(c): clinician-rated; (cg): caregiver-report

 

Algemene aanbevelingen

Ter overstaan van diverse (psycho)farmaca bij volwassenen met een ASS vindt de werkgroep de onderstaande aanbevelingen van algemeen belang.

 

Hoewel farmacotherapie een belangrijk onderdeel vormt van de behan­deling van een ASS en gerelateerde problemen, dient de clinicus zich bewust te zijn van de beperkte invloed ervan op de kernsymptomatologie. Farmacotherapie dient daarom ingebed te worden als adjuvans binnen een integraal multidisciplinair behandelprogramma.

 

Evidence-based farmacotherapeutische behandelingen zijn toegespitst op specifieke symptomen die omwille van hun intensiteit, frequentie en impact klinisch relevant zijn. Bij de start van een behandeling is het raad­zaam een nulmeting te verrichten van de betreffende doelsymptomen. De gunstige effecten van een geneesmiddel moeten ook afgewogen worden tegen potentiële bijwerkingen en risico's.

 

De werkgroep beveelt aan om, vanwege een mogelijk verhoogde gevoe­ligheid voor (neven-) effecten van psychofarmaca, bij het voorschrijven van psychofarmaca aan volwassenen met een ass voor het doseringsschema het motto te volgen: start low, go slow.

 

De werkgroep acht periodieke monitoring van potentiële bijwerkingen noodzakelijk, waarbij de clinicus zich ervan bewust dient te zijn dat geringe bijwerkingen een grote uitwerking kunnen hebben op mensen met een ASS, en dat mensen met een ASS bijwerkingen soms niet spon­taan verwoorden, of op een merkwaardige manier kunnen verwoorden.

 

De werkgroep beveelt aan dat de behandelingen met psychofarmaca bij volwassenen met een ASS ingesteld dienen te worden door of onder supervisie van een psychiater. Het optimaal bevonden medicamenteuze beleid kan als onderhoudsbehandeling voortgezet worden door de huisarts, waarbij de psychiater een goede overdracht moet verzorgen over de aspecten die door de huisarts vervolgd en gecontroleerd dienen te worden.