Minimale dataset (MDS)

Binnen het GA en het CGA wordt op indicatie gebruik gemaakt van klinemetrie voor de diverse domeinen. Vanuit de praktijk is er een grote vraag naar een landelijke, uniforme minimale dataset aan meetinstrumenten.

 

Een uniforme dataset bij oudere patiënten heeft een aantal voordelen. Het maakt samenwerken met andere specialismen en de eerste lijn makkelijker. Om efficiënt te kunnen samenwerken in netwerken rondom de patiënt en de patiënt eenduidig te kunnen volgen op verschillende domeinen en doelen draagt een universele dataset bij aan heldere communicatie. Ten tweede is een basisset van belang voor kwaliteitsdoeleinden, bijvoorbeeld om praktijkvariatie te bestuderen en hiervan te leren. Op die manier kan de kwaliteitsregistratie eenduidig verlopen. En als laatste biedt een basisset mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek op grotere schaal. Zo’n set maakt het makkelijker om data uit de dagelijkse praktijk met elkaar te delen en de instrumenten in diverse settings te valideren. (ref Oud et al 2019)

 

De werkgroep doet voor het geriatrisch assessment een aanbeveling voor een minimale dataset op basis van beschikbare evidence en praktische aspecten zoals tijdsduur en instrumenten die in Nederland veel gebruikt worden. De minimale dataset is daarmee naar verwachting breed gedragen en makkelijk te implementeren in de meeste ziekenhuizen. Uit onderzoek onder Klinische geriaters en Internisten Ouderengeneeskunde in alle Nederlandse ziekenhuizen blijkt ook dat hier draagvlak voor is.

 

Het heeft de voorkeur van de werkgroep om in het CGA ook de klinimetrische instrumenten van het GA te gebruiken. Echter omdat het CGA voor een diverse groep patiënten in een variëteit aan settings wordt gebruikt, en voor iedere patiënt derhalve anders kan worden toegepast, is het niet goed mogelijk om één set aan klinimetrische instrumenten hiervoor te adviseren. Met name bij het verrichten van het CGA is individuele variatie onlosmakelijk verbonden aan de complexe multimorbide oudere patiënt. Daarnaast zijn meetinstrumenten slechts een onderdeel van het CGA en blijft het gesprek met de patiënt en diens naaste en lichamelijk onderzoek het belangrijkst.

 

MDS GA 

Domein

Meetinstrument

Voedingstoestand

Poliklinisch: MNA-sf;

Klinisch: SNAQ

Cognitie

6-CIT

Stemming

GDS-2

ADL

Katz-ADL6

IADL

Lawton & Brody

Mobiliteit

4 meter looptest

Valrisico

VMS valrisicovraag*

Delier

VMS deliervraag**

* Valrisicovraag: ‘Bent u de afgelopen 6 maanden gevallen?’

** Deliervraag: ‘Zijn er bij een eerdere opname of ziekte perioden geweest dat u in de war was?’

 

MDS CGA

Domein

Meetinstrument

Voedingstoestand

Poliklinisch: MNA-sf

Klinisch: SNAQ

Cognitie

MMSE + klok, 6-CIT en/of MOCA*

Stemming

GDS-2

ADL

Katz-ADL6

IADL

Lawton & Brody

Mobiliteit

4 meter looptest, TUG en/of handknijpkracht

Valrisico

Uit anamnese

Delier

Uit anamnese

*Cognitie testen met passend instrument