Algemene inleiding compressietherapie

Compressietherapie speelt een centrale rol in de behandeling van veneuze aandoeningen en kan in verschillende fasen van de behandeling worden ingezet.

 

In de acute of oedeemfase; Voorheen werd in deze fase vooral compressief verband gebruikt, maar tegenwoordig worden ook niet-elastische klittenband verbanden of therapeutisch elastische kousen (TEK’s) ingezet.

 

In de onderhoudsfase; Zodra het been oedeemvrij is, kunnen TEK’s worden aangemeten.

 

Als nabehandeling bij diverse flebologische ingrepen; Voorbeelden zijn na (echogeleide) sclerocompressietherapie, endoveneuze en conventionele chirurgische behandelingen .

 

Compressietherapie kan op diverse manieren worden toegepast. Enerzijds met behulp van verbanden, hetzij elastische (korte-rek of lange-rek zwachtels), hetzij niet-elastische verbanden (o.a. gipsverband, zinklijmverband of een klittenband verband); anderzijds met behulp van TEK’s. Ten slotte kan compressie ook pneumatisch met behulp van compressiepompen worden gegeven.

 

De werkzaamheid van verbanden en TEK’s is afhankelijk van de druk die ze uitoefenen op het been, in het bijzonder op de enkel, en daarnaast de mate waarin het verband of de TEK weerstand biedt tegen de mate van vervorming. Dit laatste wordt de weerstandscoëfficiënt of stiffness genoemd en kan klinisch vertaald worden als het oedeem preventief effect.

 

Korte-rek verbanden hebben een maximale lengterek van 35%, lange-rek verbanden hebben een minimale lengterek van 70%. Deze definities hebben betrekking op in vivo metingen en zeggen iets over de materiaaleigenschappen van de zwachtels.

 

Het is belangrijk ook op de hoogte te zijn van de in vitro eigenschappen van de diverse zwachtels en zwachtel systemen. De wijze waarop een verband wordt aangelegd; de mate van rek, de overlap, de diverse onderdelen en het aantal lagen bepaalt de uiteindelijke druk die op het been wordt uitgeoefend en het oedeem preventieve effect [Partsch 2008].

De modernere niet-elastische klittenband verbanden kunnen door de patiënt zelf worden aangelegd en bevorderen daarmee zelfmanagement.

 

Therapeutisch elastische kousen (TEK’s) hebben een drukgradiënt van distaal naar proximaal en worden geclassificeerd naar de druk die ze uitoefenen ter hoogte van de enkel. In Nederland worden 4 compressieklassen onderscheiden: klasse I (mild) 15-21 mmHg (20-28 hPa), klasse II (gemiddeld) 23­32 mmHg (31-43 hPa), klasse III (sterk) 34-46 mmHg (45-61 hPa), klasse IV (extra sterk) > 49 mmHg (> 65 hPa). Er is overigens variatie in drukklassen tussen de verschillende landen. De stiffness van TEK’s is onafhankelijk van de drukklasse en het type breiwerk en is vooralsnog niet opgenomen in de huidige classificatie.