Algemene Inleiding

1.1          Aanleiding voor het maken van de richtlijn

De vorige versie van deze richtlijn dateert uit 2003. Na 2003 is er belangrijke nieuwe informatie verschenen over (bestaande en nieuwe) diagnostische en therapeutische modaliteiten in de behandeling van hevig menstrueel bloedverlies (HMB). Daarnaast is de oude richtlijn nog opgesteld volgens het destijds geldende format en methodologie. Inmiddels is dat veranderd en worden richtlijnen gemaakt die transparant en reproduceerbaar zijn. Aangezien interventieradiologische technieken, zoals embolisatie van de uterus inmiddels, een niet meer weg te denken rol spelen in de behandeling van uterusmyomen (een vaak voorkomende diagnose bij de klacht HMB), was het voorstel een multidisciplinaire richtlijn te ontwikkelen.

 

HMB is een zeer veel voorkomende klacht en de belangrijkste reden om (na zwangerschapsgerelateerde klachten) de gynaecoloog te bezoeken. Juist bij een prevalente klacht bestaat de neiging van de individuele specialist om gewoontegetrouw diagnostiek te bedrijven en therapieën aan te bieden. In het geval van embolisatie, inmiddels een goed gefundeerde behandeling, bleek dat deze ten opzichte van het indicatiegebied nauwelijks toegepast wordt. Ook dit heeft onder meer te maken met de vaste patronen waarin HMB doorgaans behandeld wordt.

 

Voor de patiënt zal met een zo min mogelijk invasieve diagnostiek de optimale behandeling gekozen kunnen worden voor HMB, waarbij ze zich gecounseld zal weten over alle beschikbare opties. Op deze manier zal iedere patiënt op dezelfde manier behandeld kunnen worden, ongeacht haar woonplaats.

Op maatschappelijk niveau zullen de kosten teruggebracht kunnen worden omdat onnodige diagnostiek achterwege gelaten wordt en kosteneffectieve behandelingen gekozen worden. Door kosteneffectieve behandelingen zullen patiënten sneller herstellen en weer eerder aan het dagelijkse leven kunnen deelnemen, met alle voordelen van dien.

Met deze richtlijn zal het voor de zorgverlener mogelijk zijn helder en transparant aan

de patiënt en vervolgbehandelaars de oorzaak en gevolgen van de aandoening en de keuzemogelijkheden voor behandeling uit te leggen. Lokaal kunnen de protocollen hierop aangepast worden.

 

1.2          Doel van de richtlijn

De samengestelde werkgroep heeft zich ten doel gesteld een onderbouwd antwoord te  geven op verschillende vragen over de etiologie, diagnostiek en behandeling van HMB.

 

1.3          Afbakening van de richtlijn

De  focus van de richtlijn ligt bij patiënten die zijn doorverwezen naar  de gynaecoloog vanwege  de klacht HMB, onafhankelijk van de al dan niet bekende onderliggende oorzaak. Door de werkgroep is de klacht als basis genomen. De toegevoegde waarde van beeldvorming (voor het aantonen van pathologische afwijkingen), hysteroscopische of histologische testen wordt getoetst op de relevantie voor diagnostiek, behandeling en prognose.

Hetzelfde geldt voor de therapeutische interventies (conservatief, minimaal invasief, klein- of groot chirurgisch). De werkgroep heeft het effect van verschillende therapieën beoordeeld op basis van de uitkomsten voor de patiënt: het optreden van amenorroe, kwantitatief of kwalitatief menstrueel bloedverlies, kwaliteit van leven, het optreden van complicaties en het herstel.

 

Er wordt tevens gewerkt aan een ‘netwerkrichtlijn’ met het Nederlands Huisartsen Genootschap. Dit vakgebied is belangrijk aangezien een groot deel van de conservatieve behandeling van HMB bij de huisarts plaatsvindt. Afstemming van de inhoud van deze richtlijn en die van de NHG-standaard is daarom essentieel. Daarnaast dienen beide beroepsgroepen zich in de inhoud van de beschreven teksten te kunnen vinden. In een netwerkrichtlijn wordt verwezen naar de inhoud van de richtlijn van de andere beroepsgroep. In de NHG standaard zal voornamelijk de eerstelijnstherapie worden beschreven (dit betreft vooral hormonale en niet-hormonale conservatieve behandeling en het hormoonhoudend spiraal). Dit zal in de hier beschreven richtlijn ook niet te vinden zijn (behalve de verwijzing naar de NHG richtlijn). Wel zullen voorhanden zijnde vergelijkingen van conservatieve therapieën met tweedelijnstherapieën beschreven worden.

Voor conservatieve behandeling wordt verwezen naar de NHG standaard Vaginaal bloedverlies.