Parameters om het resultaat van de behandeling te beoordelen

Het resultaat van een behandeling moet op objectieve wijze beoordeeld kunnen worden. In het licht van de huidige ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg en de financiering daarvan kunnen deze en andere te benoemen factoren een opmaat zijn voor de formulering van prestatie-indicatoren. Op basis van de conclusies in deze richtlijn komt de werkgroep tot de formulering van volgende parameters die betrokken kunnen worden bij het opstellen van prestatie-indicatoren en daarmee ook (deels) gebruikt kunnen worden voor de beoordeling van het resultaat.

 

VAS arm: de VAS is een bekende maat om pijnscore te evalueren. De VAS is voor armpijn een zinnige maat, omdat de behandeling van het cervicaal radiculair syndroom gericht is op het wegnemen van de armpijn. De VAS arm zou bepaald moeten worden voor de behandeling, direct na de behandeling, zes weken en zes maanden na het beëindigen van de therapie. Het resultaat na zes maanden zou met een vragenlijst via het internet of de post verkregen kunnen worden, omdat in de regel dan geen poliklinische controles meer plaatsvinden.

 

VAS nek: de VAS nek behoort geen uitkomstmaat te zijn, omdat vermindering van nekpijn geen doelstelling van de behandeling van het cervicaal radiculair syndroom is. Daarnaast kan nekpijn afhankelijk van de soort behandeling in meer of mindere mate ontstaan. Hierdoor is de VAS nek pre- en postoperatief niet goed te vergelijken.

 

Aantal heroperaties: Het aantal operaties voor recidiefklachten of persisterende klachten zou een maat voor de kwaliteit van operatieve therapie kunnen zijn. Het voorstel van de werkgroep is om het percentage heroperaties binnen zes maanden als maat te nemen. Binnen deze tijd is het geheel niet aannemelijk dat een voortschrijdende osteofytaire reactie als uiting van de een geopereerde cHNP klachten veroorzaakt. Eerder moet dit aan inadequate decompressie geweten worden.

 

Tijd tussen ontstaan klachten en operatieve behandeling: In de regel moet de conservatieve behandeling een kans krijgen. Daarom moet een minimale tijd gewacht worden voordat wordt overgegaan tot chirurgische behandeling. De werkgroep stelt een minimale tijd voor van twee maanden.

 

Gebruik hulpmiddelen: Optimale verlichting en visuele vergroting dragen bij aan de kwaliteit en de effectiviteit van de operatieve behandeling. Een microscoop leent zich hiervoor het beste. Als prestatie-indicator zou daarom het gebruik van een microscoop of loep met hoofdlamp ingesteld kunnen worden.

 

Complicaties: Het aantal en de aard van de complicaties na een operatieve of niet-operatieve behandeling van een cHNP behoren bekend te zijn. Een complicatie is in dezen een onbedoelde en ongewenste gebeurtenis of toestand tijdens of volgend op een behandeling in de eerste dertig dagen daaropvolgend, die voor de gezondheid van de patiënt zodanig nadelig is dat aanpassing van het medisch handelen noodzakelijk is dan wel dat er sprake is van onherstelbare schade. Aard en prevalentie dienen bekend te zijn.

Als kwaliteitsindicator komen in aanmerking: preoperatieve en postoperatieve VAS arm en VAS nek, aantal heroperaties en het aantal en soort complicaties.