Onderscheidende rollen disciplines bij zorg rondom UI

In deze bijlage wordt beschreven wat de onderscheidende rol is van de verschillende disciplines die zijn betrokken bij de zorg rondom de vrouw met UI (in alfabetische volgorde).

 

Apotheker

De apotheker heeft een rol bij de medicatiebewaking en -begeleiding voor UI en let daarbij op wisselwerking met andere geneesmiddelen. Bij polyfarmacie evalueren ze regelmatig de medicatie in overleg met huisarts/specialist ouderengeneeskunde. Ze letten daarbij ook op geneesmiddelen die mogelijk UI verergeren of bewegingsvrijheid kunnen beperken (denk bijvoorbeeld aan middelen met versuffing als bijwerking). Daarnaast heeft de apotheker een rol in de voorlichting over IA-materiaal en kan de apotheker zo nodig de incontinentieverpleegkundige inschakelen.

 

Fysiotherapeut

Binnen de fysiotherapie wordt er onderscheid gemaakt in een algemeen fysiotherapeut en een geregistreerd bekkenfysiotherapeut. De belangrijkste rol van de fysiotherapeut in de zorg voor vrouwen met UI ligt op het gebied van fysiotherapeutische diagnostiek en behandeling. De fysiotherapeut dient te beschikken over aantoonbare specifieke kennis van, attitude tot en inzicht in vrouwen met UI. Het is van belang dat elke fysiotherapeut, niet zijnde een geregistreerd bekkenfysiotherapeut, bij elke aanmelding van een cliënt met symptomen behorend bij het gezondheidsprobleem UI, zich dient af te vragen of en in hoeverre hij deskundig is en in staat om de juiste en adequate zorg te verlenen. Hierbij dient de fysiotherapeut zich te spiegelen aan de deskundigheidseisen van de geregistreerde bekkenfysiotherapeut (zie richtlijn Stress urine-incontinentie) KNGF in ontwikkeling)). Een geregistreerd bekkenfysiotherapeut is een fysiotherapeut die is opgenomen in het register bekkenfysiotherapeuten. Alleen een geregistreerd bekkenfysiotherapeut kan de patiënt inwendig onderzoeken en behandelen. Een patiënt kan verwezen worden naar de geregistreerde bekkenfysiotherapeut, door bijvoorbeeld de huisarts, maar een patiënt kan (sinds januari 2006) ook zonder verwijzing naar de geregistreerde bekkenfysiotherapeut in het kader van Directe Toegankelijkheid Fysiotherapeuten (DTF).

 

Huisarts en specialist ouderengeneeskunde:

De huisarts en specialist ouderengeneeskunde, hebben met name een rol in de diagnostiek en het voorschrijven van behandelingen bij de kwetsbare oudere met UI. Bovendien in het geven van advies met betrekking tot het gebruik van IA-materiaal en met betrekking tot huidverzorging. De huisarts en specialist ouderengeneeskunde kunnen de patiënt verwijzen naar o.a. de geregistreerd bekkenfysiotherapeut, continentieverpleegkundige en/of specialist (uroloog of gynaecoloog) zie ook de Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraak (LESA) (Faber 2007).

 

(Uro)gynaecoloog en uroloog

De (uro)gynaecoloog en uroloog zijn verantwoordelijk voor diagnostiek en (chirurgische) behandeling van de gecompliceerde UI. Hiervan is sprake als conservatieve behandeling die is ingezet door huisarts, fysiotherapeut en/of specialist ouderengeneeskunde onvoldoende effect heeft. Een huisarts of specialist ouderengeneeskunde verwijst de vrouw, in overleg, naar de (uro)gynaecoloog en uroloog. Er kan ook worden verwezen naar een bekkenbodemteams die onder andere bestaat uit een (uro)gynaecoloog en uroloog. De (uro)gynaecoloog en uroloog werken conform de richtlijnen van de eigen beroepsvereniging.

 

Verpleegkundigen

Deze disciplines hebben met name een rol in het signaleren van (het verergeren van) UI bij kwetsbare ouderen. Ze hebben bovendien een uitvoerende, ondersteunende en adviserende taak in hulp bij de toiletgang, zorg rondom incontinentie(materiaal) en leefstijl . Zo nodig wordt door hen de totale dagelijkse zorg rondom toiletgang en incontinentie overgenomen. Bij de diagnostische onderzoeken voeren zij (in opdracht van de arts) de volgende taken uit: bijhouden mictiedagboek, uitvoeren urineonderzoek, afnemen vragenlijsten.

Aandachtsvelders continentiezorg hebben naast bovenstaande taken tevens de taak om aan deskundigheidsbevordering met betrekking tot incontinentie te doen voor collega verpleegkundigen en verzorgenden. Zij zien ook toe op naleving van protocolafspraken (onder andere meldingen van nieuwe of verergerde incontinentie aan een arts) op een unit of afdeling en geven advies over gebruik van IA-materiaal en huidbeschermingsmiddelen aan de cliënt en hulpverlener. De aandachtsvelder kan een anamnese afnemen van de cliënt en op basis daarvan een advies geven. In complexe situaties en voor feedback op gegeven advies kan de aandachtsvelder een continentieverpleegkundige, huisarts, specialist ouderengeneeskunde en/of fysiotherapeut consulteren.

Continentieverpleegkundigen hebben een rol in het verkrijgen van duidelijkheid over hoe binnen de zorgsetting met incontinentieproblematiek wordt omgegaan. Hierbij spelen de volgende vragen een rol:       Zijn verantwoordelijkheden helder en zijn goede

transferhulpmiddelen aanwezig? Wordt systematisch gewerkt aan de toiletgang en zijn er goede afspraken gemaakt  met artsen, ergotherapeuten en geregistreerd bekkenfysiotherapeuten? Ze hebben bovendien een rol in het maken van instellingsbeleid en de invoering van richtlijnen omtrent de zorg voor UI.

Ze zijn een vraagbaak voor collega’s, en mantelzorgers en patiënt en hebben een rol in het opleiden van onder andere aandachtsvelders continentiezorg, over bijvoorbeeld continentiemateriaal. Ze signaleren problematiek, stellen probleemanalyses op reiken strategieën aan patiënt aan om met incontinentie om te gaan of te incontinentie verminderen of om continentie te houden. Ze schrijven continentie materiaal voor en geven uitleg over hoe aan te brengen. Ze bieden bovendien ondersteuning en motiveren bij het volhouden van bijvoorbeeld blaastraining of bekkenbodemspiertraining, ook in de thuissituatie. Ze hebben een rol in het bevorderen van de zelfstandigheid van de patiënt, bijvoorbeeld door het inschakelen van een ergotherapeut en/of geregistreerd bekkenfysiotherapeut.

Een patiënt kan doorverwezen worden naar een continentieverpleegkundige, bijvoorbeeld door een huisarts, fysiotherapeut of collega verpleegkundige/verzorgende. Er kan ook consultatie plaatsvinden zonder verwijzing.

Een zorgprofessional die naast de algemene opleiding tot verpleegkundige een tweejarige opleiding op master niveau heeft gevolgd. De functie van verpleegkundig specialist is onlosmakelijk verbonden met taakherschikking: structurele herverdeling van taken tussen verschillende beroepen. Verpleegkundig specialisten diagnosticeren en behandelen patiënten met enkelvoudige, veel voorkomende gezondheidsproblemen of, binnen een beperkt gebied, ook met gecompliceerde problemen. Klinisch handelen is het centrale taakgebied van verpleegkundig specialisten. Daarbij maken ze gebruik van wetenschappelijke kennis, klinische vaardigheden en een professionele attitude om binnen hun specialisme patiëntgerichte zorg te verlenen (CBOG 2008).

 

Literatuur

Faber E, Custers JWH, Berghmans LCM, Van Dongen JJAM, Van Groeningen COM, Grupping- Morel MHM, Hogen Esch FHA, Lagro-Janssen LM, Van Pinxteren B, Verstappen WHJM.. Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraak (LESA) Incontinentie voor urine. Huisarts & Wetenschap 2007:50(5):S9-S12