Beschrijving verpleegkundigen in de Nederlandse praktijk

De volgende verpleegkundigen worden onderscheiden:

 

Algemeen verpleegkundige

Algemeen verpleegkundigen kunnen MBO of HBO opgeleid zijn. Het gaan om zorgprofessionals die een verpleegkundig proces uitwerken in een verpleegplan. Dit proces bestaat uit verpleegkundig onderzoek/anamnese, het vaststellen van het verpleegprobleem en doelstelling en het plannen en uitvoeren en evalueren van de interventie (Van Hemel 2008).

 

Continentieverpleegkundige

Een continentieverpleegkundige is een zorgprofessional die naast een opleiding tot algemeen verpleegkundige een aanvullende opleiding continentiezorg[1]heeft gevolgd. In Nederland zijn inmiddels 435 continentieverpleegkundigen.

In het deelprofiel van de continentieverpleegkundige wordt aangegeven dat de beroepsuitoefening berust op kennis, vaardigheden, attitudes, inzichten en ervaring met betrekking tot zorg, technieken en materialen op het gebied van een continentiestoornis. De autonomie komt tot uiting in de volgende onderwerpen: verantwoordelijkheid voor het zelfstandig plannen en uitvoeren van verpleegkundige interventies op het gebied van continentiezorg ook zonder standaarden en voorschriften, het organiseren van de continentiezorg, begeleiding en zorgdragen voor de uitvoering van de continentiezorg door anderen en het bieden van onderwijs en consultfunctie zowel intra- als extramuraal (V&VN CVV 2009).

 

Verpleegkundige in de huisartsenpraktijk

De praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijk (POH) is veelal een verpleegkundige. Het is een zorgprofessional die naast de opleiding tot algemeen verpleegkundige een vervolgopleiding op HBO niveau van een jaar heeft gevolgd aan de hogeschool. Het uitvoeren van een zelfstandig spreekuur en het geven van voorlichting en educatie volgens de NHG standaarden horen tot haar kerntaken. Qua takenpakket nemen zij een eigen positie in binnen de praktijk die wezenlijk anders is dan die van de huisarts of de doktersassistente. De doelgroep is chronisch zieken , vooral patiënten met diabetes mellitus en met een verhoogde bloeddruk (Lamkaddem 2004).

 

Master opgeleide verpleegkundige (verpleegkundig specialist/nurse practitioner)

Een zorgprofessional die naast de algemene opleiding tot verpleegkundige een tweejarige opleiding op master niveau heeft gevolgd. De functie van verpleegkundig specialist is onlosmakelijk verbonden met taakherschikking: structurele herverdeling van taken tussen verschillende beroepen. Verpleegkundig specialisten diagnosticeren en behandelen patiënten met enkelvoudige, veel voorkomende gezondheidsproblemen of, binnen een beperkt gebied, ook met gecompliceerde problemen. Klinisch handelen is het centrale taakgebied van verpleegkundig specialisten. Daarbij maken ze gebruik van wetenschappelijke kennis, klinische vaardigheden en een professionele attitude om binnen hun specialisme patiëntgerichte zorg te verlenen (CBOG 2008).

 

Literatuur

V&VN CV&V. Beroepsdeelprofiel Continentieverpleegkundige, 2009