Aanbevelingen voor onderzoek

Aanbevelingen voor onderzoek

 

De werkgroep chronische rhinosinusitis heeft tijdens het ontwikkelen van de richtlijn vastgesteld dat er lacunes in kennis zijn op de hiernavolgende terreinen.

 

Kortdurende behandeling met antibiotica

Het effect van kortdurende behandeling met antibiotica bij CRS is niet op basis van de huidige literatuur vast te stellen. Ondanks dat bij 56-92% van patiënten met CRS klinische verbetering optreedt na het kortdurend gebruik van antibiotica is dit effect niet met zekerheid aan de behandeling toe te schrijven vanwege het doorgaans ontbreken van adequate controlegroepen. Er dient gerandomiseerd onderzoek plaats te vinden naar het kortdurend gebruik van antibiotica, met een adequate controlegroep en vooral goed gedefinieerde criteria. 

 

Medicatie versus chirurgie

Een belangrijk onderdeel van de richtlijn is de aanbeveling om te overwegen CRS langdurig met een medicijnen te behandelen en dat dit vergelijkbare resultaten oplevert als chirurgische behandeling. Het bewijs hiervoor is echter nog slechts mager onderbouwd. Ook hier dient onderzoek met adequate controlegroepen en eenduidige selectiecriteria verricht te worden, met name wanneer vergelijkingen worden gemaakt met chirurgische interventie. Er zouden meer studies gedaan moeten worden naar het effect van medicamenteuze vs chirurgische behandeling, met name de lange termijn effecten.

 

Epidemiologie

De hoge incidentie en significante morbiditeit van chronische rhinosinusitis (CRS), met of zonder neuspoliepen, ten spijt, zijn er maar zeer beperkte data over de epidemiologie van deze aandoening voorhanden. Amerikaanse gegevens noemen 15,5% van de bevolking. In Nederland zijn geen goede data over de incidentie/prevalentie van CRS bekend. Er is behoefte aan dergelijke epidemiologische data.

 

Symptomen versus beeldvormende diagnostiek

CRS wordt primair bepaald door de symptomen echter voor een definitieve diagnose is nasendoscopie of CT scan nodig. Goede studies waarin symptomen zoals beschreven in de definities voor CRS is vergeleken met endoscopie en CT-scan zijn onvoldoende/ontbreken. Er is behoefte aan dergelijke studies. Belangrijke vraag is, hoe groot de kans is dat als patienten zich presenteren met  symptomen van CRS er relevante afwijkingen worden gevonden bij nasendoscopie/CT? Ook relevant is hoe vaak afwijkingen worden gevonden op CT of MRI scan die niet relevant zijn voor de diagnose CRS.

 

Diagnostiek en behandeling bij kinderen

De gegevens in de literatuur m.b.t. diagnostiek en behandeling van CRS bij kinderen zijn zeer summier. De internationaal voorgestelde diagnostische criteria zijn niet getoetst bij kinderen. Er is veel onduidelijkheid over de differentiaal diagnostiek zowel m.b.t. de afgrenzing naar rhinitis als de afgrenzing naar adenoïd hypertrofie bij jonge kinderen. Er is controverse met betrekking tot de indicaties voor adenotomie, functionele neusbijholtenchirurgie, medicamenteuze therapie en watchfull waiting bij kinderen.