Indicatoren

Inleiding

Voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg kunnen verschillende instrumenten worden gebruikt, zoals bij- en nascholing, audits, indicatoren, visitatie en certificatie van praktijken/instellingen. Richtlijnen kunnen hierbij als basis voor verbeterprojecten worden gebruikt en zijn dus een belangrijk hulpmiddel om nieuwe inzichten in de zorg in te voeren. Afstemming met en inzet van andere instrumenten is essentieel om implementatie van richtlijnen te bevorderen. Op basis van de richtlijn IPAV is een instrument voorbereid om de implementatie van zwaartepunten uit de richtlijn te facilitere, namelijk indicatoren.

 

Indicatoren

Indicatoren zijn meetbare elementen van de zorgverlening die een aanwijzing geven over de mate van de kwaliteit van de geleverde zorg. Een indicator heeft een signaalfunctie: het is geen directe maat voor kwaliteit, maar wijst op een bepaald aspect van het functioneren en kan aanleiding zijn tot nader onderzoek. Het betreft hier de kern van de kwaliteitszorg: het daadwerkelijk meten van de kwaliteit van zorg en op grond van die meting het eventueel invoeren van verbeteringen met als doel de kwaliteit van zorg gericht te verbeteren.

 

Indicatoren kunnen zorgaanbieders inzicht geven in de resultaten van het eigen zorgproces en helpen bij interne sturing en verbetering ervan. Indicatoren met dit doel worden interne indicatoren genoemd. Indicatoren kunnen ook gebruikt worden om de prestaties van instellingen onderling te vergelijken (benchmarken). Door een structurele feedback van de uitkomsten van het medisch-specialistisch handelen en de introductie van benchmarking kan een voortdurende procesverbetering plaatsvinden. 

 

Een belangrijke gedachte bij het opstellen van de indicatoren is geweest: dié onderdelen van het zorgproces te kiezen waar verwacht wordt dat daar de meeste winst behaald kan worden. Een subwerkgroep heeft onderwerpen voor indicatoren geselecteerd en uitgewerkt.

 

In opdracht van de Orde van medisch specialisten is een methodologisch instrument ontwikkeld dat dient als evaluatie- en toetsingskader voor indicatoren. In de toekomst te ontwikkelen zorginhoudelijke indicatoren dienen aan de methodologische eisen van dit zogenaamde AIRE – instrument (Appraisal of Indicators, Research and Evaluation). Bij het opstellen van de indicatoren zijn relevante elementen uit het AIRE-instrument toegepast.

 

Het daadwerkelijk invoeren en meten van de indicatoren valt buiten de verantwoordelijkheid van de richtlijnwerkgroep.

 

Interne indicatoren IPAV

Interne indicatoren hebben als doel het inzichtelijk maken van het zorgproces met betrekking tot de diagnose en behandeling van IPAV. De indicatoren kunnen worden gebruikt voor bijsturing en ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering binnen het eigen centrum. Op grond van meting van de indicatoren kunnen gerichte verbeteracties in gang gezet worden. Daarnaast kunnen de indicatoren als basis dienen voor het opzetten van een kwaliteitskader rondom IPAV-zorg (bijvoorbeeld door opname van de indicatoren in kwaliteitsvisitatie/medical audit).

Uiteindelijk zal dit moeten resulteren in een verbetering van de kwaliteit van zorg voor IPAV- patiënten in Nederland en de variatie tussen ziekenhuizen te reduceren.

 

De volgende interne indicatoren zijn geselecteerd:

  1. Het percentage kinderen met geïsoleerde acute IPAV waarbij Lyme serologie is gedaan.
  2. Het percentage patiënten > 15 jaar met IPAV (HB van IV, V, VI) dat zich binnen 72 uur heeft gepresenteerd en behandeld is met corticosteroïden.
  3. Het percentage patiënten > 15 jaar met IPAV en een HB > II waarbij lubricantia of horlogeglasverband is voorgeschreven.
  4. Het percentage patiënten met IPAV waarbij mimetherapie is ingezet.
  5. Het percentage patiënten met IPAV bij wie geen of nauwelijks herstel optreedt binnen 6 maanden dat is doorverwezen voor reconstructie.
  6. Volgt de huisarts het in het flowdiagram voorgestelde beleid? Vraagt hij/zij naar alle mogelijke alarmsymptomen van een perifere aangezichtsverlamming?

 

Bovengenoemde indicatoren werden geformuleerd op basis van de aanbevelingen uit de richtlijn. Deze indicatoren zijn in een separaat document uitgewerkt.

 

De werkgroep indicatoren rond IPAV bestond uit de volgende leden:

Dr. P.P.G. van Benthem, KNO-arts, Gelre Ziekenhuizen, Apeldoorn

Dr. M. van der Flier, kinderarts, Erasmus Medisch Centrum/Sophia Kinderziekenhuis, Rotterdam

Drs. R.S. Holscher, neuroloog, Antonius Ziekenhuis, Sneek

Dr. J.A. De Ru, KNO-arts, Universitair Medisch Centrum Utrecht