Patiƫnteninformatie - Helicobacter pylori-infectie bij kinderen

Voor wie is deze informatie bedoeld?

De informatie in deze patiëntenversie van de NVK-richtlijn ‘H. pylori-infectie bij kinderen’ is bedoeld voor ouders/vertegenwoordigers of begeleiders van kinderen van 0 tot 18 jaar die te maken hebben met een H. pylori-infectie. Het doel is om informatie te geven over wat een H. pylori-infectie is, hoe dit door uw arts wordt vastgesteld en hoe een H. pylori-infectie te behandelen is. Bedenk bij het lezen dat de gezondheidssituatie van uw kind anders kan zijn dan in de tekst wordt beschreven.

 

Hoe is deze patiëntenversie van de richtlijn H. pylori-infectie bij kinderen tot stand gekomen?

Deze patiëntenversie is gebaseerd op de NVK-richtlijn ‘H. pylori-infectie bij kinderen’. In de richtlijn ‘H. pylori-infectie bij kinderen’ staat beschreven wat een H. pylori-infectie is. Ook staat erin vermeld hoe door een arts vastgesteld kan worden dat er sprake is van een H. pylori-infectie en hoe een H. pylori-infectie behandeld kan worden. De richtlijn is geen wettelijk voorschrift. Een zorgverlener kan daarom besluiten op basis van overige overwegingen van de richtlijn af te wijken.

 

Wat is H. pylori en komt een H. pylori-infectie vaak voor?

H. pylori is een Gram-negatieve spiraalvormige bacterie. Kinderen worden in het algemeen op jonge leeftijd geïnfecteerd; de besmetting vindt meestal plaats van mens op mens en binnen het gezin. Ook drinkwater en sommige diersoorten zijn als besmettingsbron beschreven. Er ontbreken goede recente gegevens over het voorkomen van H. pylori-infectie, maar het lijkt dat deze infectie weinig voorkomt in vergelijking met andere aandoeningen bij Nederlandse kinderen.

 

Hoe kunt u een H. pylori-infectie bij uw kind herkennen?

Een H. pylori-infectie bij kinderen kan zonder symptomen verlopen. Over de symptomen bij een langdurige infectie bestaat onzekerheid. Het is niet duidelijk of er een relatie is tussen H. pylori-infectie en chronische buikpijn. Er wordt wel verondersteld dat er een relatie is tussen H. pylori-infectie en bijvoorbeeld bloedarmoede, maagklachten en refluxziekte. Verder is bij allochtone kinderen, kinderen met ijzergebreksanemie en kinderen met een eerstegraads familielid met Hp-gerelateerde maagkanker extra aandacht van belang omdat een infectie met H. pylori-mogelijk vaker kan voorkomen bij deze kinderen.    

 

Hoe wordt door uw arts vastgesteld dat uw kind een H. pylori-infectie heeft?

Om vast te stellen of bij uw kind sprake is van een infectie met H. pylori zal de (huis)arts willen weten welke klachten uw kind heeft en zal de arts uw kind lichamelijk onderzoeken. Daarnaast wordt aanvullend onderzoek gedaan door middel van een ademtest of een fecestest (poeptest). De ademtest is een goede keus bij kinderen van 6 jaar of ouder. De fecestest heeft bij kinderen jonger dan 6 jaar de voorkeur. Mede omdat de belasting van een maagonderzoek voor een kind groter is, wordt dit onderzoek alleen aanbevolen als op basis van de adem- of fecestest H. pylori-infectie is vastgesteld, medicijnen niet effectief zijn of als uw kind ernstige klachten heeft die ook nog kunnen wijzen op een andere ziekte waarvoor een maagonderzoek nodig is.

 

Welke mogelijke behandelingen zijn er bij een H. pylori-infectie?

Uw arts zal uw kind, indien er sprake is van een H. pylori-infectie, medicijnen gedurende zeven dagen geven. Zes tot acht weken na beëindiging van de behandeling wordt een ademtest of fecestest gedaan om na te gaan of de medicijnen effectief zijn geweest. Dit wordt ook gedaan als er geen klachten zijn. Als blijkt dat de behandeling niet effectief is, worden gedurende nog eens zeven dagen andere medicijnen voorgeschreven. Als deze tweede kuur niet effectief blijkt en/of uw kind ernstige klachten heeft, wordt uw kind doorverwezen naar een gespecialiseerde kinderarts voor een maagonderzoek.

 

H. pylori-infectie bij kinderen met een verstandelijke beperking

Bij kinderen met een verstandelijke beperking komt een infectie met H. pylori vaker voor dan bij kinderen zonder verstandelijke beperking. Doordat kinderen met een verstandelijke beperking soms moeilijker kunnen aangeven waar ze last van hebben en de klachten vaak lastig te interpreteren zijn voor de omgeving, is het objectief vaststellen van de klachten bij deze kinderen vaak moeilijker. Hetgeen in deze patiëntenversie van de richtlijn is beschreven geldt in prinicipe ook voor kinderen met een verstandelijke beperking.

 

Vragen

Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben neemt u dan contact op met uw behandelend arts.