Achtergrond postoperatief drainbeleid

Na een thoracotomie of thoracoscopische ingreep aan de long of pleura wordt vaak gebruik gemaakt van thoraxdrains om lucht en vocht uit de thoraxholte te verwijderen. Dit geldt vooral voor operaties aan het longparenchym, zoals (bi)lobectomie en wigexcisie. Bij interventies zonder beschadiging van het longparenchym is een thoraxdrain niet strikt noodzakelijk, tenzij er op een grote vochtproductie (bv bloeding) wordt geanticipeerd. Ook na een pneumonectomie is thoraxdrainage strikt genomen niet nodig. Hooguit dient hierbij de drain als indicator voor de hoeveelheid postoperatief bloedverlies, of om mediastinale shift te kunnen behandelen. De diverse klinieken in Nederland hebben wisselende gewoontes ten aanzien van het achterlaten van een drain na pneumonectomie.

Bij ingrepen aan de thoraxwand of het mediastinum kan, indien men een forse vochtproductie of hematothorax verwacht, thoraxdrainage overwogen worden.

Vooral de mate van luchtlekkage na longoperaties is bepalend voor het postoperatief drainagebeleid. Luchtlekkage is het gevolg van een open verbinding tussen de alveolaire ruimte of de luchtwegen enerzijds en de pleuraholte anderzijds. Veel chirurgen maken onderscheid tussen een alveolo-pleurale fistel en een broncho-pleurale fistel.4 De term broncho-pleurale fistel dient gereserveerd te worden voor een open verbinding tussen de grote luchtwegen (t/m segmentale bronchi) en de pleuraholte. Bij postoperatieve parenchymlekkage is er sprake van een alveolo-pleurale verbinding en is er, in tegenstelling tot een broncho- pleurale fistel, zelden een reïnterventie noodzakelijk.

Het postoperatief drainbeleid is vaak gebaseerd op (individuele) voorkeuren binnen een behandelteam. Het gebruik van één of twee drains en het al dan niet gebruiken van zuigdrainage of waterslot verschilt per kliniek.

Toch is postoperatief drainbeleid een belangrijke factor voor het welbevinden van de postoperatieve patiënt. Diverse onderzoeken hebben aangetoond dat de duur van postoperatieve lekkage uit de thorax (lucht of vocht) van invloed is op de opnameduur.4,5,6 Veelal wordt de (laatste) thoraxdrain pas verwijderd nadat de luchtlekkage is verdwenen. en volgt ontslag uit het ziekenhuis spoedig daarna. Snelle verwijdering van de thoraxdrain is gunstig voor het welbevinden van de patiënt (minder pijn, snellere mobilisatie), bespoedigt het ontslag en verlaagt het postoperatieve infectierisico.6, 7, 8