Uitgangsvragen

Vraag 1: Geeft lymfadenectomie bij patiënten met endometriumcarcinoom een betere (ziektevrije) overleving en/of betere kwaliteit van leven dan chirurgie zonder lymfadenectomie?
Vraag 2: Voor welke patiënten met endometriumcarcinoom geeft adjuvante therapie een betere (ziektevrije) overleving en/of betere kwaliteit van leven dan chirurgie zonder adjuvante therapie?
Vraag 3: 3a. Bij welke patiënten met een recidief, locally advanced of gemetastaseerd endometriumcarcinoom is systemische therapie geïndiceerd voor een betere overleving en/of kwaliteit van leven? 3b. Welke systemische therapie heeft op welk moment in de behandeling de voorkeur?
Vraag 4: 4a. Bij welk histologisch type van het endometriumcarcinoom is een complete stadiëring of debulking geïndiceerd? 4b. Zijn deze patiëntengroepen pre- of perioperatief te bepalen? 4c. Hoe uitgebreid moet de complete stadiëring of debulking zijn? 4d. Heeft het wel of niet verrichten van een complete stadiëring of debulking gevolgen voor het toepassen en de keuze van adjuvante therapie?
Vraag 5: Welk pre-operatief onderzoek geeft bij patiënten met endometriumcarcinoom de meest accurate informatie over - endocervicale ingroei en welk gevolg heeft dit voor de keuze van de behandeling (5a)? - myometriuminvasie en welk gevolg heeft dit voor de keuze van de behandeling (5b)? - metastasen in regionale lymfklierstations en welk gevolg heeft dit voor de keuze van de behandeling (5c)?
Oorspronkelijk was er ook een vraag 7, die tijdens het proces uit praktische overwegingen is samengenomen met vraag 5. Oorspronkelijke vraag 7: Hoe accuraat zijn de beeldvormende technieken echografie, CT-scan (buik), MRI, PET en PET/CT voor de diagnostiek van endometriumcarcinoom, met specifieke aandacht voor vroegstadium endometriumcarcinoom (stadium I en II)?
Vraag 6: Wat is de invloed van follow-up controles op het opsporen van recidieven, de (ziektevrije) overleving (en de kwaliteit van leven) bij patiënten met endometriumcarcinoom die na een curatieve behandeling klinisch ziektevrij zijn?
Vraag 8: Heeft de behandeling van een patiënt met een primair dan wel recidief endometriumcarcinoom in een gespecialiseerd centrum in vergelijking tot een niet gespecialiseerd centrum een gunstige invloed op de (ziektevrije) overleving en kwaliteit van leven?